Bibliotheek
Les 3: Profetieën over het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon


Les 3

Het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon

Inleiding

De Heer stuurde de engel Moroni om Joseph Smith voor te bereiden op het ontvangen en vertalen van het Boek van Mormon. Er is weinig bekend over het vertaalproces. Joseph Smith heeft gezegd dat het Boek van Mormon ‘door de gave en macht van God’ vertaald is (voorwoord van het Boek van Mormon, uitgave 1830). Overeenkomstig de wet van getuigen (zie 2 Korinthe 13:1) liet de Heer verschillende anderen als getuige van die oude kroniek optreden. Hun getuigenissen versterken de geloofwaardigheid van het Boek van Mormon voor de hele wereld.

Achtergrondinformatie

  • Neal A. Maxwell, ‘By the Gift and Power of God’, Ensign, januari 1997, 36–41.

  • ‘Book of Mormon Translation,’ Gospel Topics, lds.org/topics.

  • ‘Het Boek van Mormon verschijnt en het priesterschap wordt hersteld’, hoofdstuk 5 in De geschiedenis van de kerk in de volheid van tijden, 2e uitgave (Lesboek kerkelijke onderwijsinstellingen, 2003), 52–66.

Lessuggesties

Geschiedenis van Joseph Smith 1:30–35, 42–54

Vertaald door de gave en macht van God

Laat één of twee vrijwilligers samenvatten wat ze nog weten over het bezoek van de engel Moroni aan de jonge Joseph Smith op 21 september 1823. Vertel indien nodig het volgende:

‘Op 21 september 1823 trok Joseph zich ’s avonds terug in het zolderkamertje van het houten huis van zijn ouders in Palmyra (New York), maar bleef wakker toen de anderen in de kamer al sliepen, vurig biddend om meer te weten te komen over Gods bedoelingen met hem. […]

‘In antwoord op zijn gebed zag Joseph een licht in de kamer verschijnen dat steeds feller werd totdat de kamer “lichter was dan op het middaguur”. Er verscheen een hemelse boodschapper aan zijn bed. Hij stond in de lucht en droeg een “kleed van een weergaloze witheid” (Geschiedenis van Joseph Smith 1:30–31). Die boodschapper was Moroni, de laatste profeet van de Nephieten, die eeuwen daarvoor de platen had begraven waarop het Boek van Mormon was geschreven. Hij bezat nu de sleutels met betrekking tot deze heilige kroniek (zie LV 27:5). Hij was gestuurd om Joseph te zeggen dat God zijn zonden had vergeven en dat Hij een groots werk voor hem te doen had. Onderdeel van dat werk was naar een nabijgelegen heuvel gaan waar een heilige kroniek lag, geschreven op gouden platen. […] Joseph moest de kroniek vertalen en aan het licht brengen.

‘De volgende dag ging Joseph naar de heuvel waar de platen met het Boek van Mormon begraven lagen. Daar had hij een ontmoeting met Moroni en zag hij de platen, maar hem werd gezegd dat hij ze pas vier jaar later zou krijgen. […]

‘Op 22 september 1827 ging [Josephs vrouw, Emma,] met hem mee naar de heuvel en wachtte dichtbij terwijl Moroni de profeet de platen overhandigde.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 61–63).

Laat de cursisten op de titelpagina van het Boek van Mormon in de eerste alinea naar informatie zoeken over het tevoorschijn komen en vertalen van deze oude kroniek. Vraag de cursisten als ze klaar naar hun bevindingen. (De cursisten dienen de volgende waarheid te vinden: Het Boek van Mormon is vertaald door de gave en macht van God.)

Laat een cursist Geschiedenis van Joseph Smith 1:34–35 voorlezen. Vraag de klas om mee te lezen en te zoeken naar een manier waarop de Heer Joseph Smith bij de vertaling van het Boek van Mormon hielp.

  • Op welke manier hielp de Heer Joseph Smith volgens deze verzen bij de vertaling van de oude kroniek? (De Heer gaf hem de Urim en Tummim.)

Leg uit dat Joseph Smith bij de vertaling van het Boek van Mormon ook een kleine ovalen steen gebruikte, ook wel ‘zienersteen’ genoemd, die hij enkele jaren vóór hij de gouden platen kreeg, gevonden had. (Zie ‘Book of Mormon Translation’, Gospel Topics, lds.org/topics). Volgens het geschiedkundige verslag gebruikte de profeet soms de Urim en Tummim en soms de zienersteen om te vertalen.

Lees dit citaat voor om de cursisten te laten inzien dat de Heer de Engelse vertaling van het Boek van Mormon door middel van de Urim en Tummim en de zienersteen aan de profeet openbaarde:

‘Toen men Joseph om meer details over het vertaalproces vroeg, herhaalde hij meermaals dat de vertaling “door de gave en macht van God” tot stand gekomen was. Hij voegde daar op een keer aan toe: “Het is niet de bedoeling dat de wereld alle details over het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon te weten komt.”

‘De schrijvers en anderen die bij de vertaling waren, hebben echter meerdere verslagen gemaakt waarmee we inzicht in het proces krijgen. In sommige verslagen staat dat Joseph de tekens op de platen bestudeerde. In de meeste verslagen staat dat Joseph de Urim en Tummim gebruikte (ofwel de uitleggers, ofwel de zienersteen) en in veel verslagen staat dat hij een steen gebruikte. Volgens die verslagen stopte Joseph de uitleggers of de zienersteen in een hoed, drukte hij zijn gezicht in de hoed om extern licht te blokkeren en las hij de Engelse woorden voor die op het werktuig verschenen. Dat proces doet denken aan een passage uit het Boek van Mormon waarin staat dat God “een steen [zal] bereiden, die in de duisternis zal schijnen als een licht” [Alma 37:23–24]’ (‘Book of Mormon Translation’, Gospel Topics, lds.org/topics).

Leg uit dat Joseph Smith het Boek van Mormon zonder de hulp van de Heer niet in zo’n korte tijd had kunnen vertalen. Toon het volgende citaat van ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen, en vraag een cursist om het voor te lezen:

Ouderling Russell M. Nelson

‘Sta eens stil bij de korte periode waarin Joseph Smith het Boek van Mormon vertaalde. Van april tot juni 1828 vertaalde Joseph de 116 pagina’s, die Martin Harris later verloor. Joseph begon op dinsdag 7 april 1829 met Oliver Cowdery als schrijver opnieuw te vertalen. Het manuscript was 85 dagen later, op 30 juni, klaar. Uiteraard bracht hij niet al die tijd door met vertalen. […] Volgens een voorzichtige schatting hielden hij en zijn schrijvers maximaal 65 werkdagen over om het boek te vertalen dat in zijn huidige uitgave 531 pagina’s bevat. (Zie John W. Welch, Ensign, januari 1988, 46–47.) Dat betekent ongeveer acht pagina’s per dag. Denk daar eens aan als u een boek vertaalt of uw studie van het Boek van Mormon plant.’ (‘A Treasured Testament’, Ensign, juli 1993, 61–62).

  • Op welke manieren is het Boek van Mormon ‘door de gave en macht van God’ tevoorschijn gekomen?

  • Hoe kunnen we te weten komen dat het Boek van Mormon waar is, zelfs als we niet elk detail over het tevoorschijn komen ervan weten. (We kunnen een geestelijk getuigenis van het Boek van Mormon ontvangen, ook al kennen we niet elk detail over de vertaling ervan.)

  • Hoe heb jij een getuigenis van het Boek van Mormon gekregen?

Laat een cursist het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley voorlezen:

President Gordon B. Hinckley

‘Eerst verscheen Moroni met de platen waarop de tekst van het Boek van Mormon stond. Wat een bijzonder en opmerkelijk gegeven. Josephs verhaal over de gouden platen was fantastisch. Het was haast ongelofelijk en gemakkelijk in twijfel te trekken. Zou hij het Boek van Mormon zelf hebben kunnen schrijven? Hier is het, broeders en zusters, iedereen kan het oppakken en lezen. Elke poging om een andere draai te geven aan de oorsprong ervan dan zijn uitleg is vruchteloos gebleken. Hij had weinig opleiding genoten; en toch heeft hij in korte tijd een vertaling geleverd die in boekvorm ruim 500 bladzijden beslaat. […]

‘In al die jaren hebben critici geprobeerd het verdacht te maken. Zij hebben zich er tegen uitgesproken. Zij hebben het weggehoond. Maar het heeft hen allen overleefd, en zijn invloed is nu groter dan die ooit geweest is.’ (‘De steen die van de berg is losgeraakt’, Liahona, november 2007, 85.)

  • Wat kun je zeggen om iemand te helpen die het moeilijk vindt om te geloven dat het Boek van Mormon waar is?

Getuig dat het Boek van Mormon door de gave en macht Gods tevoorschijn is gekomen.

Leer en Verbonden 17

Het getuigenis van de drie getuigen en van de acht getuigen

Leg uit dat toen Joseph Smith het Boek van Mormon aan het vertalen was, hij ontdekte dat de Heer anderen als getuige van de oude kroniek zou aanstellen (zie 2 Nephi 27:12–13; Ether 5:2–5). Op dat ogenblik wilden Oliver Cowdery, David Whitmer en Martin Harris graag die bijzondere getuigen zijn. In Leer en Verbonden 17 staan de instructies van de Heer aan die mannen.

Vraag vier cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 17:1–6 voor te lezen. Vraag de andere cursisten om mee te lezen en op te zoeken wat de Heer de getuigen opdroeg nadat ze de platen gezien hadden. Vraag de cursisten na het noemen van hun bevindingen:

  • Waarom moesten deze mannen net als de profeten vanouds geloof tonen voordat de Heer hun toestond om de platen te zien?

  • Welke taak kregen deze getuigen volgens de verzen 3–5 nadat ze de platen gezien hadden?

  • Welke taak hebben wij als de Heer de waarheid van het Boek van Mormon aan ons bekendmaakt? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: Als we een getuigenis van de waarheid ontvangen, is het onze taak om ervan te getuigen. (Zie ook LV 88:81.) U kunt ze erop wijzen dat dit beginsel ook een voorbeeld van een patroon in de Schriften is. ‘Een patroon is een plan, voorbeeld of standaard die je als leidraad kan gebruiken voor iets dat je veelvuldig maakt of doet.’ [David A. Bednar, ‘A Reservoir of Living Water’ (haardvuuravond aan de Brigham Young University, 4 februari 2007), 5, speeches.byu.edu].)

  • Hoe kunnen we ons geloof tonen door van de waarheid te getuigen?

Vraag een cursist om het verslag van Joseph Smith over zijn ervaring met de drie getuigen voor te lezen:

‘Martin Harris, David Whitmer, Oliver Cowdery en ikzelf besloten ons in het bos terug te trekken en probeerden door vurig en nederig gebed de vervulling van de beloften te verkrijgen. [Nadat] we het twee keer tevergeefs geprobeerd hadden, stelde Martin Harris voor dat hij zich zou terugtrekken omdat hij dacht dat we wegens zijn aanwezigheid niet ontvingen wat we wilden. Zo gezegd, zo gedaan. Hij trok zich terug, we knielden weer neer en toen we nog maar enkele minuten in gebed waren, stond […] er een engel [Moroni] voor ons. Hij had de platen in zijn handen. […] Hij sloeg de bladen een voor een om zodat we de platen en de graveerselen erop duidelijk konden zien. […] We hoorden vanuit het heldere licht boven ons een stem: “Deze platen zijn door de macht van God geopenbaard en ze zijn door de macht van God vertaald. De vertaling die u hebt gezien is correct, en ik draag u op om te getuigen van wat u nu ziet en hoort.”

‘Ik liet David en Oliver achter en ging achter Martin Harris aan die ik na een aanzienlijk eind lopen in vurig gebed vond. Hij vertelde me echter dat hij nog geen succes met de Heer gehad had en vroeg me ernstig om met hem te bidden, zodat ook hij de zegeningen mocht ontvangen die wij net ontvangen hadden. We baden samen en verkregen uiteindelijk wat we verlangden, want voordat we klaar waren, zagen we hetzelfde visioen. Ik aanschouwde het nogmaals en zag en hoorde dezelfde dingen. Op datzelfde ogenblik riep Martin Harris vervuld van vreugde uit: “Genoeg, genoeg, mijn ogen hebben aanschouwd, mijn ogen hebben aanschouwd!”’ (In History of the Church, 1:54–55.)

Joseph keerde terug naar het huis van de familie Whitmer en zei tegen zijn ouders: ‘De Heer heeft de platen aan drie andere mannen dan mijzelf getoond, die ook een engel gezien hebben en zullen moeten getuigen van de waarheid van wat ik heb gezegd, want nu weten ze zelf dat ik de mensen niet voor de gek houd. Ik voel me verlost van een last die bijna ondraaglijk voor me werd. […] Mijn ziel is verheugd dat ik niet meer helemaal alleen in de wereld ben.’ (In Lucy Mack Smith, History, 1844–1845, boek 8, p. 11, josephsmithpapers.org/paperSummarylucy-mack-smith-history-1844-1845).

  • Waarom was Joseph Smith na deze ervaring blij? (Hij was niet meer de enige getuige van de platen en de hemelse boodschapper.)

Leg uit dat er nog acht andere getuigen waren die de platen mochten zien.

Laat de helft van de klas ‘Het getuigenis van drie getuigen’ en de andere helft ‘Het getuigenis van acht getuigen’ vooraan in het Boek van Mormon lezen. Vraag de cursisten op belangrijke elementen van de ervaring van de getuigen te letten. Geef de cursisten voldoende tijd en vraag ze dan naar hun bevindingen.

  • In welk opzicht verschilde de ervaring van de drie getuigen met die van de acht getuigen? (De drie getuigen hoorden de stem van God en zagen een engel, maar betastten de platen niet. Joseph Smith toonde de platen aan de acht getuigen en zij mochten ze betasten. De acht getuigen hadden een tastbaarder getuigenis van het bestaan van de platen, terwijl de drie getuigen een geestelijkere ervaring hadden.)

  • Waarom was het voor het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon zo belangrijk dat er meerdere getuigen waren?

Sommige cursisten weten misschien niet dat de drie getuigen en enkele van de acht getuigen de kerk uiteindelijk verlaten hebben. Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Ouderling Dallin H. Oaks

‘[Alle] mogelijke bedenkingen in aanmerking genomen, staat het getuigenis van de drie getuigen als een huis. […] Zoals bekend is, zijn alle drie getuigen, wegens onenigheid of jaloezie waarbij andere kerkleiders betrokken waren, geëxcommuniceerd van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen binnen ongeveer acht jaar na de publicatie van hun getuigenis. […] Maar tot het einde van hun leven […] heeft geen van deze getuigen zijn gepubliceerde getuigenis herzien of ook maar iets gezegd dat enige twijfel oproept over de waarheidsgetrouwheid ervan.

‘Bovendien is hun getuigenis nooit tegengesproken door andere getuigen. Men kan het verwerpen, maar hoe verklaart men dat drie mannen met een goede reputatie tot het einde van hun leven eendrachtig bij dat gepubliceerde getuigenis blijven terwijl ze uitgelachen werden en op andere manieren gedupeerd raakten? Net als voor het Boek van Mormon zelf is er geen betere verklaring voor dan in het getuigenis gegeven wordt, de plechtige verklaring van goede, eerlijke mannen die vertellen wat ze gezien hebben’ (‘The Witness: Martin Harris’, Ensign, mei 1999, 36).

  • Hoe wordt het getuigenis van de drie getuigen bekrachtigd door het feit dat ze hun getuigenis nooit ontkend hebben, zelfs na excommunicatie van de kerk? (Leg uit dat Oliver Cowdery en Martin Harris zich later opnieuw lieten dopen.)

Vestig de aandacht van de cursisten weer op Leer en Verbonden 17:6 en benadruk dat dit vers het krachtigste getuigenis van de waarheid van het Boek van Mormon bevat. Dit vers bevat het getuigenis van God zelf die met een eed verklaart dat het Boek van Mormon waar is.

Vraag de cursisten zich voor te stellen dat hun eigen getuigenis van het Boek van Mormon in elk exemplaar gedrukt kon worden. Vraag de cursisten wat zij in hun getuigenis zouden vermelden.

Nodig de cursisten uit om vóór de volgende les tot iemand van het Boek van Mormon te getuigen.

Leesstof voor de cursisten