In 1837 en 1838 verspreidde er zich een geest van vitten, twisten en afvalligheid onder de leiders en leden van de kerk in Kirtland (Ohio) en het noorden van Missouri. De problemen werden erger toen sommigen openlijk tegen de profeet Joseph Smith in opstand kwamen. We kunnen uit de ervaringen van de eerste heiligen leren dat als we met tegenstand te maken krijgen, we geestelijke kracht ontvangen als we rechtschapen zijn en de dienstknechten van de Heer steunen.
Zet de volgende woorden op het bord: kwaad, gekwetst, jaloers. Vraag de cursisten na te denken over momenten waarop ze zich zo gevoeld hebben.
Toon het volgende verhaal en vraag een cursist het voor te lezen. Vraag de cursisten welke situatie de gevoelens op het bord bij Thomas B. Marsh opriep.
Kort na zijn roeping als apostel in 1835 werd Thomas B. Marsh als president van het Quorum der Twaalf Apostelen geroepen. In het voorjaar van 1837 kwam president Marsh te weten dat een van de twaalf apostelen, ouderling Parley P. Pratt, zich zonder zijn medeweten op een zending naar Engeland voorbereidde. President Marsh, die zich in Missouri bevond, stuurde een uitnodiging naar ouderling Pratt en de andere leden van de Twaalf om op 24 juli 1837 bijeen te komen in Kirtland (Ohio), zodat ze één konden zijn in hun zendingsplannen. Maar een maand vóór die vergadering vertrokken twee andere leden van de Twaalf, ouderlingen Heber C. Kimball en Orson Hyde, naar Engeland op zending nadat ze een zendingsoproep van de profeet Joseph Smith gekregen hadden. President Marsh was kennelijk kwaad dat leden van de Twaalf het evangelie zonder zijn inmenging in Engeland gingen verkondigen.
Wat had president Marsh in deze situatie kunnen doen om de gevoelens op het bord te voorkomen?
Wat zijn de gevaren als we toestaan dat zulke gevoelens onze gedachten en handelingen beheersen? (Wijs de cursisten erop dat zulke gevoelens de Heilige Geest grieven en vaak tot ernstigere zonden leiden.)
Laat de cursist verder lezen:
President Marsh praatte erover met de profeet Joseph Smith en vroeg hem om raad. Als antwoord gaf de Heer hem de openbaring in Leer en Verbonden 112.
Toen de Heer deze openbaring in juli 1837 gaf, was er veel verdeeldheid, twist en afvalligheid in de kerk. Hoogmoed en hebzucht leidden ertoe dat sommige leden de profeet Joseph Smith openlijk bekritiseerden en zijn gezag in twijfel trokken. Sommige leden van de kerk, onder wie enkele leden van het Quorum der Twaalf Apostelen, probeerden Joseph Smith zelfs als president van de kerk te ontheffen.
Welke gevoelens brachten sommige leden ertoe hun getuigenis van de waarheid te negeren en openlijk in opstand tegen de profeet Joseph Smith te komen?
Vraag de cursisten Leer en Verbonden 112:10–12, 15 te lezen en te letten op de raad die de Heer president Marsh en andere leden van het Quorum der Twaalf Apostelen gaf, en die voorkomt dat leden hun leiders bekritiseren.
Vraag de cursisten naar hun bevindingen. Vraag dan:
Hoe voorkomt de raad in deze verzen dat de leden hun leiders bekritiseren? (Zie erop toe dat de cursisten bij hun bespreking de volgende beginselen begrijpen: Als we nederig zijn, zal de Heer ons leiden en onze gebeden beantwoorden. De Heer vraagt ons de leiders te steunen die de sleutels dragen om de kerk te leiden. Geef de cursisten in overweging om bij vers 15 een kruisverwijzing naar Leer en Verbonden 84:35–38 te plaatsen. U kunt ze er ook op wijzen dat de raad om de leden van de Twaalf terecht te wijzen aan de president van het Quorum der Twaalf Apostelen gegeven werd en niet op andere leden van de kerk van toepassing is.)
Geef de cursisten een kopie van het uitreikblad dat u aan het eind van deze les vindt. Overweeg om de klas in groepjes op te delen en laat elk groepje samen het deel ‘Afvalligheid in Kirtland: de noodzaak om kerkleiders trouw te volgen’ lezen. Vraag de cursisten de vragen aan het eind van het deel in hun groepje te bespreken.
U kunt tot slot van de les dit citaat van president Heber C. Kimball (1801–1868) van het Eerste Presidium tonen en bespreken:
Afbeelding
President Heber C. Kimball
‘Ik zal u een sleutel geven die broeder Joseph Smith in Nauvoo gaf. Hij zei dat afvalligheid begon met het verlies van vertrouwen in de leiders van deze kerk en dit koninkrijk en dat als je die geest ontdekte, je kon weten dat dit degene die deze geest met zich meedroeg zou leiden tot afvalligheid.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 343.)
Om te benadrukken dat het belangrijk is om de profeet en andere leiders van de kerk trouw te volgen, leest u deze ervaring van Brigham Young (1801–1877), die destijds lid van het Quorum der Twaalf Apostelen was:
Afbeelding
President Brigham Young
‘In Kirtland werd president Brigham Young geconfronteerd met een groep afvalligen die, nota bene in de tempel, een complot tegen de profeet Joseph Smith aan het smeden waren. Hij zei: “Ik stond op en zei hun in krachtige en duidelijke bewoordingen dat Joseph een profeet was, dat ik dat wist, en dat zij hem zoveel konden beschimpen en belasteren als ze wilden, maar dat zij zijn aanstelling als profeet van God niet konden vernietigen, dat zij alleen hun eigen gezag konden vernietigen, en de draad konden doorsnijden die hen verbond met de profeet en met God, en zichzelf in de hel konden laten zakken.”’ (Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 79.)
Overweeg om de cursisten in hun groepjes te laten en laat ze het tweede deel van het uitreikblad lezen met de titel ‘Conflict in het noorden van Missouri: tegenstand leren verdragen’. Leg uit dat in dit deel enkele daden beschreven worden die ertoe leidden dat de heiligen uit het noorden van Missouri verdreven werden en de profeet in de gevangenis in Liberty opgesloten werd. Vraag de cursisten de vragen aan het eind van het deel met hun groepje te bespreken.
Als de cursisten klaar zijn, legt u uit dat Leer en Verbonden 121–123 stukken bevat uit een brief die de profeet Joseph Smith tegen het eind van zijn opsluiting in de gevangenis in Liberty aan de heiligen schreef.
Vraag vier cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 121:1–6 voor te lezen. Laat de cursisten letten op de vragen die de profeet aan de Heer stelde.
Welke vragen heb je gevonden?
Vraag een cursist Leer en Verbonden 121:7–10, 16–17; 122:7–9 voor te lezen. Laat de anderen meelezen en bedenken hoe de antwoorden van de Heer op de smeekbede van Joseph Smith hem gesterkt zouden hebben om de voortdurende tegenstand van zijn vijanden te verdragen.
Vraag de cursisten om leerstellingen en beginselen op te noemen die ze uit deze verzen geleerd hebben. (Mogelijke antwoorden: Als we in dit leven de tegenstand goed verdragen, zal God ons nu en in de eeuwigheid zegenen. Mensen die de dienstknechten van de Heer verwijten maken, zijn slaven van de zonde. We kunnen in onze beproevingen gesterkt worden door op de verzoening van de Heiland te vertrouwen en zijn voorbeeld van trouwe volharding indachtig te zijn.
Toon het volgende citaat van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat een cursist het voorlezen:
Afbeelding
Ouderling Neil L. Andersen
‘Een beproeving is van nature moeilijk. Zij gaat gepaard met smart, verwarring, slapeloze nachten en kussens nat van de tranen. Maar onze beproevingen hoeven ons niet geestelijk fataal te worden. Ze hoeven ons niet weg te leiden van onze verbonden of van het huisgezin Gods. […]
‘Zoals metaal in een hoogoven in staal verandert, zal er zich, als we getrouw blijven in de vurige beproeving van ons geloof, een spirituele zuivering voordoen en zal onze geestelijke kracht toenemen.’ (‘De beproeving van uw geloof’, Liahona, november 2012, 41.)
Laat de cursisten nadenken over wat ze gedaan hebben of zullen doen om te gedenken dat God hen kan sterken als ze met beproevingen of tegenstand tegen hun geloof te maken krijgen. Geef de cursisten de tijd om te vertellen over hun ervaring met of gedachten over in moeilijke tijden op God vertrouwen.
Afvalligheid in Kirtland: de noodzaak om kerkleiders trouw te volgen
In 1837 hadden de heiligen in Kirtland (Ohio) wat financiële problemen. Om de heiligen te helpen financieel zelfredzamer te zijn richtten Joseph Smith en andere kerkleiders een bedrijf op dat met een bank vergelijkbaar was en de Kirtland Safety Society heette. Wegens de wijdverbreide economische crisis in die tijd gingen veel banken in de Verenigde Staten bankroet. De Kirtland Safety Society ging ook failliet in het najaar van 1837. Tweehonderd investeerders in de bank waren bijna alles kwijt. Joseph Smith leed de grootste verliezen. Hoewel de Kirtland Safety Society niet door de kerk gesponsord werd, zagen sommige leden het bedrijf als de bank van de kerk of van de profeet en gaven Joseph Smith de schuld van hun financiële problemen. Sommigen begonnen hem zelfs een valse profeet te noemen. Maar ondanks het faillissement van de bank bleven velen die geld verloren waren trouw aan het geloof en de profeet.
Een geest van vitten en afvalligheid begon zich onder vele heiligen te verspreiden. In juni 1838 hadden ongeveer twee- tot driehonderd afvalligen de kerk verlaten, onder wie vier apostelen, de drie getuigen van het Boek van Mormon en een lid van het Eerste Presidium. De meeste heiligen, onder wie Brigham Young, reageerden echter in geloof op deze tijd van beproeving Ze werden door de Heer gesterkt en bleven hun getuigenis trouw. Een aantal mensen die de kerk in deze tijd van afval verlaten hadden, keerden later terug en vroegen of ze zich weer bij de kerk mochten voegen. Oliver Cowdery, Martin Harris, Luke Johnson en Frederick G. Williams waren enkele van hen.
Tijdens deze moeilijkheden in Kirtland wilden enkele afvalligen Joseph Smith doden. Joseph Smith en Sidney Rigdon werden door de Geest gewaarschuwd en vertrokken in de nacht van 12 januari 1838. Hun vijanden achtervolgden hen dagenlang, maar de Heer beschermde hen. Op 14 maart 1838 kwamen ze met hun gezin in Far West (Missouri) aan.
Bespreek de volgende vragen als groep:
Welke beginselen over hoe we met tegenstand moeten omgaan, leren we uit deze gebeurtenissen? Wat kunnen we uit deze gebeurtenissen leren over hoe we met tegenstand tegen de kerk moeten omgaan?
Wat kunnen we doen om onze kerkleiders trouw te blijven als we horen dat anderen hen bekritiseren?
In welke opzichten bent u gezegend omdat u de profeet hebt gevolgd?
Conflict in het noorden van Missouri: tegenstand leren verdragen
In 1837 en 1838 begonnen sommige misnoegde en geëxcommuniceerde leden van de kerk die onder de heiligen in Far West woonden rechtszaken tegen de kerk en haar leiders aan te spannen om de kerk te treiteren. In juni 1838 gaf Sidney Rigdon een heftige toespraak die nu als de ‘Zoutrede’ bekend staat. Hij verwees naar Mattheüs 5:13 en zei dat als het zout zijn smaak verliest, het nergens meer voor deugt en weggeworpen dient te worden, waarmee hij bedoelde dat wie de kerk verlaten had uit het midden van de heiligen geworpen moest worden. Twee weken later, op 4 juli, gaf Sidney Rigdon een toespraak waarin hij beloofde dat de heiligen zich zouden verdedigen, zelfs als er een ‘uitroeiingsoorlog’ van kwam. Hoewel beide toespraken de instructie van de Heer ‘verzoekt om vrede’ (LV 105:38) leken tegen te spreken, werden beide toespraken gepubliceerd en veroorzaakten ze veel oproer bij de niet-leden.
In die periode nam Sampson Avard, een bekeerling, geheime eden af en vormde hij een roversbende die hij de Danieten noemde. Avard droeg hen op om de inwoners van Missouri te beroven en zei dat dit zou helpen om het koninkrijk van God op te bouwen. Avard overtuigde zijn volgelingen dat hij in opdracht van het Eerste Presidium handelde. De waarheid kwam later aan het licht en Avard werd geëxcommuniceerd. Avards handelingen brachten ernstige schade aan het imago van de kerk toe en leidden ertoe dat de profeet in de gevangenis in Liberty geworpen werd.
In oktober 1838 veroorzaakte een strijd tussen enkele leden van de kerk en de militie van Missouri enkele doden in beide kampen. Overdreven verhalen over de strijd bereikten gouverneur Lilburn W. Boggs van Missouri, die vervolgens een bevel uitvaardigde dat het uitroeiingsbevel genoemd wordt: ‘De mormonen moeten als vijanden beschouwd worden en moeten zo nodig voor het algemeen welzijn uitgeroeid of uit de staat verdreven worden.’ (Geciteerd in History of the Church, deel 3, 175.) Al gauw werd Far West door een militie omsingeld met vijf keer meer soldaten dan troepen van de heiligen. Joseph Smith en andere kerkleiders werden in de gevangenis in Liberty opgesloten, waar ze heel de winter bleven. De andere heiligen werden uit de staat verdreven.
Bespreek de volgende vragen als groep:
Welke beginselen kunnen we uit deze verzen leren om beter in tijden van tegenstand te volharden?
Waarom is het belangrijk dat we in tijden van tegenstand en nood het voorbeeld van de Heiland volgen? Wat gebeurde er in het noorden van Missouri omdat enkele heiligen dat niet deden?
Wanneer heb je gezien dat iemands woorden of daden iemand anders een positief beeld van de kerk gaven?