2009
Joseph Smith — profeet van de herstelling
November 2009


Joseph Smith — profeet van de herstelling

Door toedoen van Joseph Smith zijn alle machten, sleutels, leringen en verordeningen hersteld, die noodzakelijk zijn voor het heil en de verhoging van de mens.

Elder Tad R. Callister

Stel dat men u de volgende drie feiten over een nieuwtestamentische figuur zou geven en verder niets: ten eerste, Jezus heeft deze man een ‘kleingelovige’ genoemd (Matteüs 14:31); ten tweede, deze man sloeg in een vlaag van woede het oor af van de slaaf van de hogepriester; en ten derde, deze man ontkende tot drie keer toe Jezus te hebben gekend, hoewel hij dagelijks in zijn gezelschap was geweest. Als dat alle informatie was die u over deze man had en waar u op af moest gaan, en u zou die man hebben afgedaan als een schurk of een onverlaat, zou u nooit een van de grootste mannen aller tijden hebben leren kennen: de apostel Petrus.

Evenzo hebben sommigen geprobeerd de profeet Joseph Smith af te rekenen op een onbeduidende zwakheid, om zo eveneens het belangrijkste uit het oog te verliezen: de man, en zijn zending. Joseph Smith was de gezalfde des Heren, geroepen om Christus’ kerk op aarde te herstellen. Toen hij uit het bos kwam, waren hem vier fundamentele waarheden duidelijk geworden die toentertijd niet door de christelijke wereld werden verkondigd.

Ten eerste had hij geleerd dat God de Vader en Jezus Christus twee aparte en verschillende wezens zijn. De Bijbel bevestigt Joseph Smits ontdekking. Daar lezen we dat de Zoon zijn wil aan die van de Vader onderwierp (zie Matteüs 26:42). We zijn ontroerd door de overgave van de Verlosser en putten kracht uit zijn voorbeeld om evenzo te doen, maar wat had de diepte en passie van Christus’ overgave, of de motiverende kracht van dat voorbeeld, voor nut gehad als de Vader en de Zoon een en dezelfde waren geweest, en de Zoon in werkelijkheid slechts zijn eigen wil onder een andere naam had gevolgd?

De Schriften bevatten verder bewijs van deze belangrijke waarheid: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft’ (Johannes 3:16). Een vader die zijn enige zoon opoffert is de hoogste uiting van liefde die het verstand en het hart van de mens kunnen begrijpen en voelen. Zij komt tot uitdrukking in het ontroerende verhaal van Abraham en Isaak (zie Genesis 22). Maar als de Vader dezelfde is als de Zoon, dan gaat dit grootste offer van alle offers verloren, en offert Abraham niet langer Isaak — Abraham offert nu Abraham.

De tweede belangrijke waarheid die Joseph Smith ontdekte, was dat de Vader en de Zoon beiden een verheerlijkt lichaam van vlees en beenderen hebben. Na zijn opstanding verscheen Jezus aan zijn discipelen en zei: ‘Betast Mij en ziet, dat een geest geen vlees en beenderen heeft, zoals gij ziet, dat Ik heb’ (Lucas 24:39). Sommigen zeggen dat Hij wel met een lichaam is verschenen, maar dat Hij na naar de hemel te zijn opgevaren zijn lichaam heeft afgelegd en zijn geestesvorm op Zich heeft genomen. Maar de Schrift leert ons dat dat niet mogelijk was. Paulus heeft verklaard: ‘Wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem’ (Romeinen 6:9). Met andere woorden, toen Christus eenmaal uit de dood was herrezen, kon zijn lichaam nooit meer van zijn geest worden gescheiden, anders zou Hij de dood smaken, waarvan Paulus juist zegt dat het na zijn opstanding niet meer mogelijk was.

De derde waarheid die Joseph Smith leerde was dat God nog steeds tot de mens spreekt — dat de hemelen niet gesloten zijn. Iemand hoeft slechts drie vragen te beantwoorden, ooit geopperd door ouderling Hugh B. Brown, om tot die conclusie te komen (zie ‘Profiel van een profeet’, Liahona, juni 2006, p. 13). Ten eerste, houdt God net zoveel van ons als van de mensen tot wie Hij in nieuwtestamentische tijden sprak? Ten tweede, heeft God nu nog dezelfde macht als Hij toen had? En ten derde, hebben wij zijn hulp nu net zo hard nodig als zij toen? Als het antwoord op die vragen ‘ja’ is, en als God gisteren, vandaag en altijd dezelfde is, zoals de Schriften verklaren (zie Mormon 9:9), dan is er weinig ruimte voor twijfel — God spreekt in deze tijd ook tot de mens, precies zoals Joseph Smith heeft gezegd.

De vierde waarheid die Joseph Smith duidelijk werd, was dat de volledige Kerk van Jezus Christus toen niet op aarde was. Uiteraard waren er goede mensen en enkele componenten van de waarheid, maar de apostel Paulus had in vroegere tijden geprofeteerd dat vóór de wederkomst van Christus eerst de afval moest komen (zie 2 Tessalonicenzen 2:3).

Na het eerste visioen van Joseph Smith voltrok de herstelling van Christus’ kerk zich ‘regel op regel, voorschrift op voorschrift’ (LV 98:12).

Bij monde van Joseph Smith werd de leer hersteld dat het evangelie tot de doden in de geestenwereld was gepredikt aan wie de evangelieboodschap niet op aarde was gebracht (zie LV 128:5–22; zie ook LV 138:30–34). Dat was geen uitvinding van een creatieve geest; het was de herstelling van een bijbelse waarheid. Petrus heeft lang geleden geschreven: ‘Want daartoe is ook aan doden het evangelie gebracht, opdat zij wel, naar de mens, wat het vlees aangaat, zouden geoordeeld worden doch, naar God, wat de geest betreft, zouden leven’ (1 Petrus 4:6). Frederic W. Farrar, bekend auteur en theoloog in de anglicaanse kerk, heeft het volgende over deze lering van Petrus gezegd: ‘Men heeft er alles aan gedaan om de duidelijke boodschap van dit vers weg te redeneren. Het is een van de waardevolste teksten in de Schrift, en er is geen sprake van dubbelzinnigheid (…). Want als taal enige betekenis heeft, dan betekent deze taal dat Christus, toen zijn geest in de onderwereld was afgedaald, de heilsboodschap aan de eens onboetvaardige doden heeft gebracht’ (The Early Days of Christianity [1883], p. 78).

Velen denken dat er slechts één hemel en één hel is. Joseph Smith heeft de waarheid hersteld dat er meerdere hemelen zijn. Paulus schreef over een man die tot in de derde hemel was weggevoerd (zie 2 Korintiërs 12:2). Kan er een derde hemel zijn als er geen tweede of eerste hemel is?

In veel opzichten lijkt het evangelie van Jezus Christus op een puzzel van duizend stukjes. In de tijd dat Joseph Smith ten tonele verscheen, waren er misschien honderd stukjes gelegd. Toen was daar Joseph Smith, die veel van de andere negenhonderd stukjes op hun plek legde, zodat de mensen konden zeggen: ‘O, nu begrijp ik waar ik vandaan ben gekomen, waarom ik hier ben en waar ik naartoe ga.’ De Heer heeft de rol van Joseph Smith in de herstelling glashelder gemaakt: ‘Dit geslacht zal mijn woord door u ontvangen’ (LV 5:10).

Ondanks deze vloed aan herstelde bijbelse waarheden hebben eerlijke waarheidszoekers opgemerkt: ‘Ik heb geen moeite met deze leerstellingen, maar wel met al die engelen en visioenen die Joseph Smith zegt te hebben gehad. Daarin kan ik in deze moderne tijden maar moeilijk geloven.’

Tot deze oprechte waarheidszoekers zeggen wij liefdevol: ‘Waren er geen engelen en visioenen in Christus’ kerk in nieuwtestamentische tijden? Is er geen engel aan Maria en Jozef verschenen? Zijn er op de berg der verheerlijking geen engelen aan Petrus, Jakobus en Johannes verschenen? Zijn Petrus en Johannes niet door een engel uit de gevangenis gered? Is er geen engel aan Cornelius verschenen, en aan Paulus na de schipbreuk, en aan Johannes op het eiland Patmos? En Petrus kreeg een visioen over de prediking van het evangelie aan de heidenen; Paulus over de derde hemel; Johannes over de laatste dagen, en Stefanus heeft de Vader en de Zoon in een visioen gezien.

Ja, Joseph Smith heeft engelen en visioenen gezien, omdat hij het instrument in Gods handen was om de Kerk van Jezus Christus zoals die in vroegchristelijke tijden had bestaan, te herstellen — al haar gezag en leringen.

Jammer genoeg schuift men soms de waardevolle evangeliewaarheden die door Joseph Smith zijn hersteld aan de kant, omdat men zich liever bezighoudt met historische of wetenschappelijke kwesties die van weinig belang zijn voor iemands heil, en men daarmee zijn geestelijke geboorterecht inruilt voor een bord linzensoep. Zij ruilen de absolute zekerheid van de herstelling in voor twijfel, en verliezen daarmee hun geloof in dingen die zij eens zeker wisten, en dat alles wegens een paar dingen die ze niet begrijpen — een verraderlijke valkuil. Er zullen altijd ogenschijnlijk intellectuele crises aan de horizon verschijnen zolang er geloof vereist wordt en ons verstand beperkt is, maar evenzo zal er altijd de zekere en solide leer van de herstelling zijn waaraan we ons kunnen vasthouden en die het fundament verschaft waarop we ons getuigenis kunnen bouwen.

Toen veel van Christus’ volgelingen Hem in de steek lieten, vroeg Hij aan zijn apostelen: ‘Gij wilt toch ook niet weggaan?’

Petrus’ antwoord behoort in elk hart te worden gegrift: ‘Tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven’ (Johannes 6:66–68).

Mocht iemand zich van de herstelde leerstellingen afkeren, waar zal hij dan naartoe gaan om de ware natuur van God te weten te komen, zoals die in het heilige bos is geopenbaard? Waar zal hij de leerstellingen van het voorsterfelijk bestaan, de doop voor de doden en het eeuwig huwelijk aantreffen? En waar zal hij het verzegelingsgezag vinden, waarmee man, vrouw en kinderen over het graf heen aan elkaar worden verzegeld?

Door toedoen van Joseph Smith zijn alle machten, sleutels, leringen en verordeningen hersteld, die noodzakelijk zijn voor het heil en de verhoging van de mens. U zult die nergens anders in de wereld vinden. Ze worden in geen enkele andere kerk gevonden. Noch worden ze gevonden in de filosofie, de wetenschap of een bedevaart, hoe intellectualistisch die ook mogen lijken. Het eeuwig heil wordt slechts op één plek gevonden, die door de Heer zelf is aangegeven, toen Hij zei: ‘De enige ware en levende kerk op de ganse aardbodem’ (LV 1:30).

Ik getuig dat Joseph Smith de profeet van de herstelling is, zoals hij zelf heeft gezegd. Ik sluit mij aan bij de regel uit die prachtige lofzang: ‘Ere de man tot wie sprak weer Jehova.’ (Ere de man’, lofzang 24.) In de naam van Jezus Christus. Amen.