Bidt, zoekt, klopt
Iedere heilige der laatste dagen kan persoonlijke openbaring ontvangen.
Geliefde broeders en zusters, ik ben erg dankbaar voor ieder van u. Ik ben ook dankbaar voor het wonder van de moderne communicatie, waardoor deze conferentie miljoenen mensen over de hele wereld bereikt.
Met de hedendaagse technologie kunnen wij via mobiele telefoons snel informatie uitwisselen. Onlangs waren mijn vrouw en ik in een ander werelddeel en vernamen wij dat er een nieuwe baby in onze familie bij was gekomen. Wij kregen het goede nieuws een paar minuten nadat de geboorte aan de andere kant van de wereld had plaatsgevonden.
Nog wonderbaarlijker dan de moderne technologie is de mogelijkheid om informatie rechtstreeks uit de hemel te ontvangen, zonder hardware, software of maandelijkse kosten. Dat is een van de geweldigste gaven van de Heer aan ons als stervelingen. Hij nodigt ons vriendelijk uit: ‘Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden.’1
Dit tijdloze aanbod van persoonlijke openbaring geldt voor al zijn kinderen. Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Maar het is waar! Ik heb die hemelse hulp ontvangen en ernaar gehandeld. En ik heb geleerd dat ik altijd voorbereid moet zijn om die hulp te ontvangen.
Jaren geleden was ik eens druk bezig met de voorbereiding van een toespraak voor de algemene conferentie. Ik ontwaakte uit een diepe slaap met een heldere ingeving. Ik greep naar de pen en het papier naast mijn bed en schreef zo snel ik kon. Ik viel weer in slaap met de geruststellende gedachte dat ik die geweldige ingeving had vastgelegd. De volgende ochtend keek ik op het papiertje en zag ik tot mijn ontsteltenis dat mijn handschrift onleesbaar was! Ik heb nog steeds een pen en papier naast mijn bed, maar ben wel netter gaan schrijven.
Informatie uit de hemel ontvangen wij op voorwaarde van een sterk geloof en een groot verlangen. Wij moeten vragen met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in [Jezus] Christus.2 ‘Met een eerlijke bedoeling’ betekent met het echte voornemen om de goddelijke raad op te volgen.
De volgende voorwaarde is de zaak ijverig bestuderen. Dit beginsel leerden de leiders van deze herstelde kerk toen zij pas persoonlijke openbaring begonnen te krijgen. De Heer zei tegen hen: ‘Ik zeg u dat u het in uw gedachten moet uitvorsen; daarna moet u Mij vragen of het juist is, en indien het juist is, zal Ik uw boezem in u doen branden; bijgevolg zult u voelen dat het juist is.’3
Voorbereid zijn betekent ook de relevante leringen van de Heer kennen en gehoorzamen. Sommige tijdloze waarheden kennen een algemene toepassing, zoals de geboden om niet te stelen, niet te moorden en geen vals getuigenis te geven. Andere leringen of geboden zijn ook algemeen, zoals de sabbatheiliging, het avondmaal, de doop en de bevestiging.
Sommige openbaringen zijn gegeven voor unieke omstandigheden, zoals het bouwen van de ark door Noach of de noodzaak voor profeten zoals Mozes, Lehi en Brigham om hun volgelingen op een zware tocht te leiden. Gods aloude aanpak om zijn kinderen bij monde van profeten te onderrichten, verzekert ons dat Hij iedere profeet en iedereen die profetische raad aanneemt, zal zegenen.
Het verlangen om de profeet te volgen, vereist veel inspanning, omdat de natuurlijke mens maar weinig afweet van God en nog minder van zijn profeet. Paulus heeft geschreven: ‘Een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is.’4 De verandering van een natuurlijke mens in een toegewijde discipel is machtig en groot.5
Een andere profeet leerde: ‘Want de natuurlijke mens is een vijand van God, en is dat vanaf de val van Adam geweest, en zal dat voor eeuwig en altijd zijn, tenzij hij zich overgeeft aan de ingevingen van de Heilige Geest en de natuurlijke mens aflegt en een heilige wordt door de verzoening van Christus, de Heer, en wordt als een kind: onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, vol liefde, gewillig zich te onderwerpen aan alles wat de Heer goeddunkt hem op te leggen, ja, zoals een kind zich aan zijn vader onderwerpt.’6
Onlangs heb ik een machtige verandering waargenomen in een man die ik ongeveer tien jaar geleden voor het eerst heb ontmoet. Hij was toen naar een ringconferentie gekomen waarin zijn zoon als lid van het ringpresidium werd gesteund. Deze vader was geen lid van de kerk. Nadat zijn zoon was aangesteld, sloeg ik mijn armen om de vader heen en prees hem omdat hij zo’n fijne zoon had. Toen zei ik stoutmoedig: ‘De dag zal komen waarop u deze zoon in een heilige tempel aan u en uw vrouw verzegeld wilt hebben. En als die dag komt, zal het mij een eer zijn om die verzegeling te verrichten.’
In de tien jaar daarna heb ik deze man niet weergezien. Zes weken geleden kwam hij met zijn vrouw bij mij op kantoor. Hij begroette mij hartelijk en vertelde hoe verrast hij toen was door mijn uitnodiging. Hij had er eerst niet echt wat mee gedaan, tot hij later doof begon te worden. Toen besefte hij dat zijn lichaam aan het veranderen was en dat zijn tijd op aarde inderdaad eindig was. Na verloop van tijd was hij helemaal doof geworden. In die tijd is hij ook tot bekering gekomen en lid van de kerk geworden.
In ons gesprek vatte hij de grote verandering in hem als volgt samen: ‘Ik moest doof worden voordat het grote belang van uw boodschap tot me doordrong. Toen besefte ik hoe graag ik mijn dierbaren aan mij verzegeld wilde hebben. Ik ben er nu waardig en klaar voor. Wilt u die verzegeling alstublieft verrichten?’7 Dat deed ik met grote dankbaarheid jegens God.
Na een dergelijke bekering is verdere geestelijke verfijning mogelijk. Persoonlijke openbaring kan uitgroeien tot geestelijk onderscheidingsvermogen. Onderscheiden betekent ziften, uit elkaar halen of onderscheid maken.8 De gave van geestelijke onderscheiding is een hemelse gave.9 Leden van de kerk kunnen er onzichtbare dingen mee zien en ontastbare dingen mee voelen.
Bisschoppen maken aanspraak op die gave bij hun taak om voor de armen en behoeftigen te zorgen. Met die gave zien zusters vaak welke kant de wereld op gaat. Zij doorzien ook welke trends, hoe populair ze ook zijn, oppervlakkig of zelfs gevaarlijk zijn. Kerkleden kunnen onderscheid maken tussen tijdelijke, voorbijgaande zaken en verfijnde zaken die opbouwend en duurzaam zijn.
Onderscheidingsvermogen was impliciet in belangrijke instructies die president John Taylor lang geleden heeft gegeven.10 Hij leerde ringpresidenten, bisschoppen en anderen het volgende: ‘Zij die [deze posities] bekleden, hebben het recht om het woord van God te verkrijgen aangaande de taken van hun presidiums, opdat zij zijn heilige doeleinden effectiever ten uitvoer kunnen brengen. Geen van de roepingen of posities in het priesterschap zijn bedoeld voor persoonlijk gewin, extra voordelen en roem voor de betrokkenen. Zij zijn uitdrukkelijk gegeven om de doeleinden van onze hemelse Vader te vervullen en Gods koninkrijk op aarde op te bouwen. (…) Wij (…) streven ernaar de wil van God te weten te komen, en voeren die uit; en wij zorgen dat die wordt uitgevoerd door degenen over wie wij zijn gesteld.’11
Voor het ontvangen van openbaring voor uw eigen taken en omstandigheden gelden bepaalde richtlijnen. De Heer vraagt u om ‘geloof, hoop, mensenmin en liefde, met het oog alleen gericht op de eer van God’ te ontwikkelen. Dan geldt met uw ‘geloof, deugd, kennis, matigheid, geduld, broederlijkheid, godsvrucht, naastenliefde, ootmoed en ijver in gedachte’: ‘Vraagt en gij zult ontvangen; klopt en u zal worden opengedaan.’12
Openbaringen van God zijn altijd in overeenstemming met zijn eeuwige wetten. Zij zijn nooit in tegenspraak met zijn leer. Ze worden bevorderd door gepaste eerbied voor de Godheid. De Meester heeft het volgende gezegd:
‘Ik, de Heer, ben barmhartig en genadig jegens hen die Mij vrezen, en Ik schep er behagen in hen te eren die Mij in gerechtigheid en waarheid dienen tot het einde.
‘Groot zal hun loon zijn en eeuwig hun heerlijkheid.
‘(…) En hun zal Ik alle verborgenheden openbaren, (…) en (…) mijn wil (…) aangaande alle dingen met betrekking tot mijn koninkrijk.’13
Openbaringen komen niet altijd als afgerond geheel. Soms komen ze beetje bij beetje. ‘Aldus zegt de Here God: Ik zal de mensenkinderen regel op regel geven, voorschrift op voorschrift, hier een weinig en daar een weinig; en gezegend zijn zij die naar mijn voorschriften luisteren en mijn raad het oor lenen, want zij zullen wijsheid leren; want hem die ontvangt, zal Ik meer geven.’14 Geduld en volharding maken deel uit van onze eeuwige vooruitgang.
Profeten hebben hun ervaringen beschreven bij het ontvangen van openbaring. Joseph Smith en Oliver Cowdery meldden het volgende: ‘De sluier werd van ons verstand weggenomen en de ogen van ons begrip werden geopend.’15 President Joseph F. Smith schreef: ik deze dingen die geschreven staan, overpeinsde, werden de ogen van mijn begrip geopend en de Geest des Heren rustte op mij.’16
Iedere heilige der laatste dagen kan persoonlijke openbaring ontvangen. De uitnodiging om te bidden, te zoeken en te kloppen om goddelijke leiding te ontvangen, bestaat omdat God leeft en Jezus de levende Christus is. Zij bestaat omdat dit zijn levende kerk is.17 En wij zijn in deze tijd gezegend omdat president Thomas S. Monson zijn levende profeet is. Dat wij zullen luisteren naar en gehoor geven aan zijn profetische raad, bid ik in de naam van Jezus Christus. Amen.