‘Voorbereidend lesmateriaal – Les 10: De levende profeten van de Heer volgen’, Fundamenten van de herstelling – materiaal voor de leerkracht (2019)
‘Voorbereidend lesmateriaal – Les 10’, Fundamenten van de herstelling – materiaal voor de leerkracht
Voorbereidend lesmateriaal – Les 10
De levende profeten van de Heer volgen
Overdenk hoe anders je leven zou zijn zonder de invloed en leringen van levende profeten. Overweeg tijdens je studie hoe je meer leiding en zegeningen kunt krijgen door de profeten van de Heer te volgen.
Deel 1
Wat heb ik eraan als ik de profeten van de Heer volg?
Op de dag dat de Kerk van Jezus Christus werd opgericht, openbaarde de Heer dat de profeet Joseph Smith een ‘ziener [zou] worden genoemd, vertaler, profeet, apostel van Jezus Christus en ouderling van de kerk’ (Leer en Verbonden 21:1).
De Heer gaf de heiligen het gebod dat ze zijn profeet moesten volgen, en beschreef de zegeningen die daaraan verbonden waren.
In de loop van het volgende jaar herhaalde de Heer het verband tussen zijn stem en de stem van zijn profeten. In een openbaring die fungeerde als een inleiding voor het Boek der Geboden, dat later de Leer en Verbonden zou worden, zei de Heer opnieuw: ‘al gaan de hemelen en de aarde voorbij, mijn woord zal niet voorbijgaan maar zal geheel worden vervuld, hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde’ (Leer en Verbonden 1:38).
Ouderling Ulisses Soares van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft getuigd:
Dat we profeten hebben, is een teken van Gods liefde voor zijn kinderen. Zij maken de beloften en het ware wezen van God en Jezus Christus aan hun volk bekend. […]
Als we [de profeten van de Heer] volgen, zijn we gelukkiger en is ons leven minder ingewikkeld, we kunnen onze moeilijkheden beter dragen en we trekken een geestelijke wapenrusting aan die ons tegen de aanvallen van de vijand in deze tijd beschermt. (Ulisses Soares, ‘Profeten spreken door de macht van de Heilige Geest’, Liahona, mei 2018, 99.)
Deel 2
Hoe kan ik de woorden van de profeten van de Heer in ‘geduld en geloof’ (Leer en Verbonden 21:5) aanvaarden?
Misschien vind je het soms moeilijk om de raad en leringen van de profeten van de Heer te aanvaarden en volgen. Dat kan gebeuren als je de redenering achter hun woorden niet helemaal begrijpt. Of als hun leringen indruisen tegen heersende opvattingen en gewoontes, of tegen jouw persoonlijke opvattingen en familietradities.
Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft de volgende raad en belofte gegeven:
Wees niet verbaasd als u het soms niet direct eens bent met de leringen van de profeet van de Heer. Als we nederig in gebed op onze knieën gaan, worden dat leermomenten voor ons. We gaan voorwaarts in geloof en vertrouwen op God, in de wetenschap dat we eens meer geestelijke duidelijkheid van onze hemelse Vader zullen krijgen. […]
Ik weet uit eigen ervaring dat mijn geloof in de Heer Jezus Christus altijd toeneemt als ik onder gebed de woorden van de profeet van God geduldig en zorgvuldig bestudeer, en mijn wil op zijn geïnspireerde leringen afstem. Als we ervoor kiezen zijn raad te negeren omdat we het zelf beter denken te weten, verwatert ons geloof en vertroebelt ons eeuwig perspectief. Ik beloof u dat als u de profeet resoluut blijft volgen, uw geloof in de Heiland zal toenemen. (Neil L. Andersen, ‘De profeet van God’, Liahona, mei 2018, 26–27.)
Zuster Carol F. McConkie, voormalig eerste raadgeefster in het algemeen jongevrouwenpresidium, heeft gezegd:
Wanneer we luisteren naar de woorden van de profeten, en die bekrachtigen en bevestigen, zien we dat we genoeg geloof hebben om ons nederig aan de wil, de wijsheid en de timing van de Heer te onderwerpen.
Wij slaan zelfs acht op de woorden van de profeet als dat onredelijk, ongelegen en ongemakkelijk lijkt. Naar wereldse maatstaven kan het volgen van de profeet impopulair, politiek incorrect en sociaal onacceptabel zijn. Maar de profeet volgen is altijd juist. […]
Als we gehoor geven aan de woorden van de profeten, bouwen we ons huis en ons leven op een eeuwig vast fundament, ‘de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon van God’ [Helaman 5:12]. (Carol F. McConkie, ‘Leven naar de woorden van de profeten’, Liahona, november 2014, 77, 79.)
Het volgende voorbeeld uit de kerkgeschiedenis illustreert wat het betekent om de woorden van de levende profeten van de Heer in geduld en geloof te aanvaarden. President Brigham Young heeft het volgende verteld over het visioen van de koninkrijken van heerlijkheid, opgenomen in Leer en Verbonden 76 (zie ook ‘The Vision (D&C 76)’, ChurchofJesusChrist.org):
Toen God aan Joseph Smith en Sidney Rigdon openbaarde dat er voor allen een plaats was bereid, overeenkomstig het licht dat zij hadden ontvangen en de mate waarin zij het kwaad hadden verworpen en het goede bedreven, was dat voor velen een grote beproeving, en sommigen werden afvallig omdat God de heidenen en kinderen geen eeuwigdurende straf zou opleggen, maar voor allen, op de juiste tijd, een plaats van heil zou hebben, en de oprechten en deugdzamen en waarheidlievenden zou zegenen, of ze ooit tot een kerk hadden behoord of niet. Het was voor deze generatie een nieuwe leerstelling, en velen struikelden erover. (Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young [1997], 292.)
Brigham Young had het er zelf ook eerst moeilijk mee om deze leer te aanvaarden. Hij zei: ‘Mijn tradities waren zodanig, dat toen ik voor het eerst van het visioen hoorde, de leer niet overeenkwam met wat ik voorheen geleerd had. Ik zei: “Wacht eens even.” Ik verwierp de leer niet, maar kon die niet begrijpen. […] Ik [moest] nadenken en bidden, lezen en nadenken, tot ik het voor mezelf wist en volledig begreep’ (in Journal of Discourses, deel 6, 281).
Deel 3
Wat is de rol van profeten in mijn studie van de ware leer?
In de begintijd van de kerk riep Joseph Smith de hulp van de Heer in voor kerkleden die door valse leerstellingen waren misleid.
[Enkele maanden nadat de kerk was opgericht, kwam Joseph Smith] te weten dat Hiram Page, een van de acht getuigen [van het Boek van Mormon] en leraar in het Aäronisch priesterschap, beweerde dat hij openbaringen voor de kerk ontving door middel van wat hij een zienersteen noemde. Veel […] heiligen geloofden dat deze openbaringen van God kwamen.
Joseph wist dat hij met een crisis te maken had. De openbaringen van Hiram leken op Schriftuurlijke taal. Ze gingen over de vestiging van Zion en de organisatie van de kerk, maar soms waren ze in strijd met het Nieuwe Testament en beginselen die de Heer door Joseph had geopenbaard.
Joseph wist niet wat hij moest doen. Hij bleef de hele nacht wakker om te bidden om leiding. (Saints: The Story of the Church of Jesus Christ in the Latter Days, vol. 1, The Standard of Truth, 1815–1846 [2018], 97.)
Als antwoord op de gebeden van Joseph Smith gaf de Heer de openbaring die nu in Leer en Verbonden 28 staat, en waarin Josephs unieke rol als de profeet van de kerk wordt verduidelijkt.
De Heer verklaarde ook dat de dingen die Hiram Page had opgeschreven, niet van God waren (zie Leer en Verbonden 28:11). Kort nadat deze openbaring was gegeven, ‘[deden] de heiligen afstand van Hirams openbaringen, en verleenden ze unaniem steun aan Joseph als de enige die openbaring voor de kerk kon ontvangen’ (Saints, 1:98).
Omdat de levende profeten van de Heer de sleutels dragen om openbaring voor de kerk te ontvangen, is het ook hun verantwoordelijkheid om de leer aan de leden van de kerk te onderwijzen en verduidelijken. Ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
In de huidige kerk is, net als vroeger, het vestigen van de leer van Christus of het corrigeren van leerstellige misvattingen een kwestie van goddelijke openbaring aan hen die de Heer apostolisch gezag verleent. […]
Zij hebben het recht, de macht en de bevoegdheid om de zin en de wil van God aan zijn volk bekend te maken, afhankelijk van de algehele macht en bevoegdheid van de president van de kerk. […]
Hoe openbaart de Heiland zijn wil en leer aan profeten, zieners en openbaarders? Soms stuurt Hij een boodschapper of verschijnt Hij zelf. Soms spreekt Hij met zijn eigen stem of met de stem van de Heilige Geest (zie 1 Nephi 17:45; Leer en Verbonden 9:8). […] Soms richt Hij zich tot een individuele dienstknecht en soms tot zijn dienstknechten in raadsvergadering (zie 3 Nephi 27:1–8). […]
[We] moeten bedenken dat niet iedere uitspraak door een kerkleider, vroeger of nu, noodzakelijkerwijs leerstellig is. We gaan er in de kerk vanuit dat een enkele uitspraak van één leider vaak een persoonlijke, weliswaar goed doordachte, mening vertegenwoordigt, die niet als officieel [of] bindend voor de hele kerk bedoeld is. (D. Todd Christofferson, ‘De leer van Christus’, Liahona, mei 2012, 86–88.)
Ouderling Andersen heeft uitgelegd dat de ware leer overeenkomt met wat de uitverkoren, levende profeten van de Heer onderwijzen:
Sommigen trekken hun geloof in twijfel als ze een uitspraak lezen die vele jaren geleden is gedaan, en die in tegenspraak met onze leer lijkt te zijn. Er is een belangrijk beginsel waaraan de leer van de kerk onderhevig is. De leer wordt door alle vijftien leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen verkondigd. Zij is niet weggestopt in een duistere alinea van één toespraak. Ware beginselen worden vaak en door velen gepredikt. Onze leer is niet moeilijk te achterhalen. (Neil L. Andersen, ‘De beproeving van uw geloof’, Liahona, november 2012, 41.)