2019
Martha en Maria
Juni 2019


Lessen uit het Nieuwe Testament

Martha en Maria

Het is van essentieel belang dat we Christus met heel ons hart en verstand aanvaarden en volgen, ongeacht de manier waarop we dienen.

Toen er in Jeruzalem veel verwarring over de identiteit van de Heiland heerste, onderwees Jezus: ‘Als iemand de wil heeft om Zijn wil te doen, zal hij van dit onderricht weten’ (Johannes 7:17). Als we meer willen doen dan de leer bestuderen, als we te weten willen komen wie Jezus Christus is en zijn discipel willen worden, dan moeten we ons geloof in daden omzetten. Uit het verhaal van Martha en Maria blijkt dat we de Heiland niet slechts op één manier kunnen dienen.

Kort na deze rede ging Jezus met enkele discipelen naar het huis van Martha in Bethanië, waar Hij het evangelie predikte. Martha nam haar verantwoordelijkheid als gastvrouw en zorgde wellicht voor eten en onderdak, terwijl haar zus, Maria, aan Jezus’ voeten zat en naar Hem luisterde. (Zie Lukas 10:38–42.) Uit de verschillende manieren waarop deze zussen de Meester dienden, leren we dat we de verschillende manieren moeten respecteren waarop mensen blijk geven van hun discipelschap. Uit Jezus’ leringen in dit verhaal blijkt ook dat Hij vond dat vrouwen, net als mannen, mogen kiezen hoe ze Hem dienen en volgen.

Dienen door te geven

Het verhaal over Martha en Maria staat in het evangelie van Lukas vlak na de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De Heiland leert ons in die gelijkenis dat we barmhartig moeten zijn door bijvoorbeeld mensen in nood voedsel en onderdak te geven en voor hen te zorgen (zie Lukas 10:30–37). ‘Martha was druk bezig met bedienen’ (Lukas 10:40). Dat geeft aan dat ze dit beginsel begreep en wilde toepassen. Zo zette ze haar geloof in daden om.

Jezus diende zijn medemens zijn hele leven lang en illustreerde op die manier dat de grootsten anderen dienen (zie Mattheüs 20:26–28; Lukas 22:26–27). Martha gaf blijk van haar verlangen om Hem te dienen. In dit verhaal over Martha en Maria zien we twee vrouwen die waar geloof en discipelschap vertoonden door te dienen en te leren. Net als Martha, die haar liefde voor Christus toonde door te dienen, kunnen wij de mensen om ons heen dienen vanuit onze liefde voor de Heiland en onze bereidwilligheid om zijn evangelie te leren en na te leven.

Maar we mogen niet vergeten dat er andere manieren zijn om te dienen, en dat we de mensen die die toepassen niet mogen oordelen. De reactie van Martha in Lukas 10:40 zorgde voor onenigheid en bracht de liefdevolle sfeer van het bezoek van de Heiland in gevaar.

Martha was gastvrij en verantwoordelijk, maar druk in de weer en bezorgd over alles wat ze moest doen. Ze klaagde tegen Jezus: ‘Heere, trekt U het Zich niet aan dat mijn zuster mij alleen laat bedienen? Zeg toch tegen haar dat zij mij helpt’ (Lukas 10:40). Ze dacht dat zij als enige aan het dienen was. Ze zag niet dat anderen, onder wie Maria en de Heiland zelf, op een andere manier aan het dienen waren. Martha was een voorbeeld van geven, maar haar houding was niet bevorderlijk voor de Geest. Ook wij kunnen door onze daden en onze houding onze liefde voor anderen tonen.

Dienen door te ontvangen

Jezus erkende Martha’s goedbedoelde pogingen en haar frustratie, maar waarschuwde haar ook: ‘Martha, Martha, u bent bezorgd en maakt u druk over veel dingen’ (Lukas 10:41). De Heiland minachtte de vorm van gastvrijheid die Martha gekozen had niet, maar Hij erkende Maria’s recht om te dienen door te luisteren en te leren. Uit Maria’s daden leren we wat voor eenieder die verlangt Christus te volgen van essentieel belang is, ongeacht de manier waarop hij of zij kiest te dienen.

Maria stond de Heiland toe haar te dienen, doordat ze zijn woord ontving. Haar voorbeeld toont ons dat we blijk van onze liefde voor de Heiland kunnen geven door aan zijn voeten te zitten om te leren en geestelijk te groeien.

Eén ding is nodig

Om haar probleem op te lossen, moest Martha beseffen dat ‘één ding nodig [is]’ (Lukas 10:42). De diepgaande kracht van eenvoud wordt hier stilzwijgend verondersteld, maar eenvoud kan voor iedereen iets anders betekenen. Bepalend voor wat ‘nodig’ is, is niet zozeer wat we doen, maar waarom we iets doen. Het belangrijkste is dat we Christus met heel ons hart en verstand aanvaarden en volgen, ongeacht de manier waarop we dienen.

Het kan zijn dat we in bepaalde situaties beter op een ‘Martha-manier’ dienen, terwijl andere omstandigheden dan weer om een ‘Maria-reactie’ vragen – of zelfs om een aanpak die niet in deze twee categorieën past. We kunnen zowel het voorbeeld van Martha als dat van Maria overwegen en bidden om de leiding van de Geest, zodat we het doeltreffendst kunnen dienen.

Laten we bij onze gekozen manier van dienen onze houding onder de loep nemen, en onthouden dat het allerbelangrijkste ons voornemen is om Hem te volgen. Ik bid dat we altijd aan de voeten van de Heiland mogen zitten.