Jezus gaf ons in zijn Bergrede het moeilijke gebod om volmaakt te zijn (zie Mattheüs 5:48). Maar niemand ontkomt eraan om fouten te maken. Hoe verwacht God dan dat we dit gebod onderhouden? Met een juist begrip van wat God van ons verwacht, kunnen we te weten komen wat de profeet Moroni bedoelde toen hij zei dat wij ‘volmaakt kun[nen] zijn in Christus’ (zie Moroni 10:32–33).
Wat houdt volmaakt zijn in?
‘Het Griekse woord voor volmaakt is te vertalen met “volledig, voleindigd of voltooid” (zie Mattheüs 5:48). Onze Heiland vraagt ons om volledig, voleindigd en voltooid te worden – om vervolmaakt te worden in de deugden en eigenschappen waarin onze Vader in de hemel en Hij een voorbeeld zijn.’1
‘De volmaking die de Heiland voor ons op het oog heeft, is veel meer dan foutloos handelen. Het is de eeuwige verwachting die door de Heer verwoord is in zijn hogepriesterlijk gebed tot zijn Vader: dat wij vervolmaakt zouden worden en in staat zouden zijn in de eeuwigheid die voor ons ligt bij Hem te verblijven.’2
‘Ik geloof dat Jezus met zijn rede over dit onderwerp niet de bedoeling had om ons onze tekortkomingen in te peperen. Ik geloof eerder dat Hij die gaf als eerbetoon aan wie en wat God de eeuwige Vader is en wat we in de eeuwigheid met Hem kunnen bereiken.’3
Afbeelding
Ouderling Gerrit W. Gong
‘Als we de verzoenende liefde begrijpen die de Heiland ons mildelijk geeft, kan dat ons bevrijden van de onrealistische, zelfopgelegde eis van volmaaktheid die we onszelf onterecht hebben opgelegd.’
Ouderling Gerrit W. Gong van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Volmaakt worden in Christus’, Liahona, juli 2014, 42.