2019
Mijn angst voor kinderen krijgen overwinnen
Juni 2019


Digitaal thema-artikel: jongvolwassenen

Mijn angst voor kinderen krijgen overwinnen

De auteur woont in Texas (VS).

Ik had weinig zin om aan kinderen te beginnen.

Kinderen lagen me niet. Ik was de jongste thuis, had geen ervaring met baby’s en raakte in paniek als een peuter zelfs maar naar me keek. Toen ik pasgetrouwd was, had ik dus weinig zin om aan kinderen te beginnen.

Mijn man wilde er zo snel mogelijk aan beginnen, maar ik drong erop aan te wachten. Tijdens die eerste maanden had ‘Laten we het er over een jaar nog eens over hebben’ mijn lijfspreuk kunnen zijn.

Dit geldt vast niet voor iedereen die aarzelt om kinderen te krijgen, maar ik wist wat me tegenhield: angst en zelfzucht. Dat was duidelijk. Toen ik mezelf als moeder probeerde in te beelden, dacht ik niet aan guitige glimlachjes en hartverwarmend gelach. Nee, ik zag slapeloze nachten en beperkte vrije tijd. En dan hebben we het nog niet over pijn en ongemak. Ik weet nog toen ik voor het eerst over bevallingen hoorde. Ik besloot meteen dat ik kinderen zou adopteren.

Ik had me mijn hele leven lang onwennig gevoeld in het bijzijn van kinderen en kon me dus niet voorstellen dat ik er zelf een paar zou krijgen. Hoe kon ik alles voor hen opofferen?

De eerste acht à negen maanden van ons huwelijk gingen voorbij zonder dat er veel veranderde. Mijn man vond het grappig om telkens ‘Raad eens?’ te vragen, en dan zelf te antwoorden: ‘Je bent zwanger!’ Ik rolde dan met mijn ogen en negeerde zijn uitspraak. Ik had genoeg smoesjes om het krijgen van kinderen uit te stellen.

Begrijp me niet verkeerd, hij zette me niet onder druk. Mijn man en ik praatten regelmatig en hadden besloten om het kalm aan te doen. Maar ik zag ons in de nabije toekomst niet aan kinderen beginnen.

Toch besefte ik dat mijn hemelse Vader wist hoe mijn leven er uit kon en moest zien. Daarom bleef ik er zowel alleen als met mijn man over bidden, hoewel ik ervan overtuigd was dat we nog geen kinderen moesten krijgen. We legden onze hemelse Vader ons plan voor, maar zeiden dat we een ander plan zouden aannemen als Hij dat wilde. Dat was een belangrijke stap in de geleidelijke verandering van mijn hart.

Die verandering kwam niet van de ene dag op de andere tot stand. Ik kan me zelfs niet meer herinneren wanneer die precies begon. Maar ik begon me langzaamaan minder fel tegen het krijgen van kinderen te kanten. Ik begon er zelfs ernstig over na te denken, vooral toen mijn smoesjes opraakten. Ik wilde wachten tot ik was afgestudeerd – de diploma-uitreiking stond voor de deur. Ik wilde meer zekerheid over onze nabije toekomst – mijn man werd een baan aangeboden. Langzaam maar zeker vielen de puzzelstukjes op hun plek.

Ik dacht dat het beangstigend zou zijn als mijn smoesjes, waaraan ik me heel lang had vastgeklampt, opraakten. Maar dat was het nu net. Ik was niet bang. De angst die ik tien jaar lang had gekoesterd, was verdwenen. Of beter nog: ik ontving voldoende gemoedsrust om de angst te overstemmen.

Toen ons eerste huwelijksjubileum eraan kwam, had ik geen reden meer om niet aan kinderen te beginnen. De Heer had mijn hart veranderd en mijn angst verminderd.

Later vroeg een vriendin hoe ik wist dat de tijd rijp was. Ik moest toegeven dat ik wat kinderen betreft niet veel moediger of enthousiaster was geworden, en geen brandende boezem had gehad. Maar mijn angst was verdwenen. God heeft tegen de eerste heiligen der laatste dagen gezegd: ‘Indien u voorbereid bent, zult u niet vrezen’ (Leer en Verbonden 38:30). Ik zag mijn gebrek aan angst als een bevestiging van de Heer: ‘Ja, je bent er klaar voor.’

Het was erg leuk toen ik het grapje van mijn man, ‘Je bent zwanger!’, voor het eerst met ‘ja’ kon beantwoorden.

En hier ben ik dan: met een baby in mijn armen. Ik probeer het moederschap nog steeds onder de knie te krijgen, en ik weet nog steeds niet hoe ik met andermans kinderen om moet gaan. Maar ik weet dat mijn hemelse Vader me toejuicht, ondanks mijn tekortkomingen betreffende kinderen. Hij heeft me op deze tijd voorbereid. Ik heb zijn goddelijke hulp gevoeld, zelfs in tijden van aanhoudende twijfel en angst. De slapeloze nachten en beperkte vrije tijd zijn kleine offers voor de vreugde die mij en mijn gezin ten deel is gevallen. Ik weet dat onze hemelse Vader onze angsten en omstandigheden kent. Als we zijn hulp inroepen, helpt Hij ons om ze te overwinnen en om voorwaarts te gaan in geloof.