Toen Jezus Zich liet dopen
Toen Je - zus Zich liet do - pen
in ’t wa - ter van Ju - de - a,
ge - tuig - de daar de God - heid
in lief - de van el - kaar.
De Va - der zei toen: ‘Dit is
mijn lie - ve Zoon, de Hei - land’,
en als een duif ver - scheen toen
de Heil’ - ge Geest ook daar.
Als ik me nu laat do - pen,
dan volg ik Je - zus’ voor - beeld:
ge - dom - peld in het wa - ter
met pries - ter - schaps - ge - zag.
Dan ben ik lid van ’t ko - nink - rijk
van mijn He - mel - va - der
en leidt de Heil’ - ge Geest mij,
ja, al - tijd, el - ke dag.