Kracht vinden bij goede vrienden
De vrienden die jij kiest, kunnen veel invloed op jouw leven hebben, net zoals mijn vrienden op mijn leven hebben.
Ik ben geboren en getogen in een kleine stad in Chili. Toen ik twaalf was, zag ik voor het eerst de zendelingen, en ik was nieuwsgierig. Op een dag vertelde een klasgenoot me dat hij en zijn ouders lid van de kerk waren geworden. Hij nodigde mij uit, en ik ging maandenlang elke zondag en dinsdagavond met hem mee.
Onze gemeente was nieuw, en omdat ik vanaf het begin bijna altijd aanwezig was, dacht iedereen dat ik ook lid van de kerk was. Na zes maanden zei ik tegen een van de zendelingen dat ik geen lid was. Ik dacht dat de zendelingen alleen interesse in gezinnen hadden.
De zendelingen probeerden ons gezin erbij te betrekken, maar mijn ouders en mijn broers en zussen hadden geen interesse. Ze vroegen of ik me wilde laten dopen, maar omdat ik pas twaalf was, had ik toestemming van mijn ouders nodig. Ik dacht dat mijn vader zou zeggen dat ik tot mijn achttiende moest wachten, maar hij zei: ‘Ik heb mijn zoon elke zondagochtend zien opstaan terwijl zijn broers en zussen bleven slapen, ik heb hem zijn beste kleren zien aandoen en naar de kerk zien lopen. Als mijn zoon zo verantwoordelijk is en die beslissing wil nemen, krijgt hij mijn toestemming.’ Ik kon het niet geloven. Ik had het gevoel dat ik in de hemel was. De volgende dag ben ik gedoopt.
Als lid van de kerk heb ik uiteraard geestelijke zegeningen ontvangen. Maar ik heb er ook geweldige vrienden aan overgehouden. Rond de tijd van mijn doop begonnen er verscheidene jongemannen van mijn leeftijd naar de kerk te komen. We vormden een hechte groep. We gingen samen naar de kerk en naar de activiteiten.
Toen ik zeventien was, verliet ik onze stad om naar de universiteit te gaan. Drie van mijn vrienden besloten om in dezelfde stad naar de universiteit te gaan, en we gingen samenwonen. Dat was een grote zegen, want we konden elkaar steunen en beschermen. We moedigden elkaar aan om naar de kerk te gaan. We hielden ook gezinsavond met zijn vieren, en soms nodigden we andere studenten uit die lid van de kerk waren. Al die jaren op de universiteit versterkten we elkaar.
45 jaar later zijn die jongemannen nog steeds mijn beste vrienden. Hoewel we op verschillende plaatsen in de wereld wonen, houden we altijd contact. Ik en vijf van mijn vrienden zijn op zending geweest.
Daarom wil ik jullie aanmoedigen om in je jeugd goede kerkvrienden te hebben. Vertrouw ze en help ze. Een goede vriend zal altijd voor je klaarstaan, hij zal jouw vertrouwen verdienen en hij zal je nooit kwaad willen doen. Ik zeg niet dat je vrienden volmaakt moeten zijn, maar ze moeten jouw normen en waarden respecteren. Een goede vriend zijn, gaat niet altijd om plezier hebben. We moeten oprecht geïnteresseerd zijn in het welzijn van onze vrienden. En we moeten de moed hebben om onze vrienden te waarschuwen als ze iets doen wat niet goed is.
Ik heb bewondering voor de jongeren van de kerk. De tijden zijn nogal veranderd sinds ik jong was. Ons leven op aarde is fantastisch, maar het is ook gevaarlijk. Om een goed leven te leiden, moeten we ons ‘voortdurend vasthouden aan de roede van ijzer’ (zie 1 Nephi 8:30) en de raad en het advies van onze ouders en kerkleiders opvolgen. Dat zal beter gaan als je goede vriendschappen ontwikkelt.
Sommigen van jullie voelen je alleen omdat je op school of in je klas het enige lid van de kerk bent. Maar je staat er niet alleen voor. In de ogen van onze Heer, Jezus Christus, en onze hemelse Vader zijn jullie allemaal kostbaar. En zij willen jullie gedurende je hele leven helpen. Je trouwe vrienden zullen je helpen om dichter bij Hen te leven.
In de Schriften staat: ‘Dezelfde betrekkingen die hier onder ons bestaan, zullen ook daar [in de hemel] onder ons bestaan, maar zullen dan gepaard gaan met eeuwige heerlijkheid’ (LV 130:2). Stel je eens voor hoe dat zal zijn, om samen in de volgende wereld te leven, omgeven door heerlijkheid, volledig gelukkig met onze vrienden en familieleden. Dat zal geweldig zijn, en voor eeuwig.