2015
Voetsporen van getrouwheid
Februari 2015


Voetsporen van getrouwheid

Randolph Shankula (Utah, VS)

illustration of a camera with a temple image

Illustraties Bradley H. Clark

Al enige tijd wilde ik foto’s nemen van Temple Square in Salt Lake City — met de spiegelvijver, de fonteinen en de voetpaden — als er nog geen voetsporen in de pasgevallen sneeuw waren. Ik wist dat als ik een foto wilde nemen van pasgevallen sneeuw zonder voetsporen, ik heel vroeg naar Temple Square moest gaan als het ’s nachts gesneeuwd had.

Toen ik op een avond hoorde dat het ’s nachts zou gaan sneeuwen, bereidde ik mezelf voor. Omdat de terreinknechten al om vijf uur ’s morgens met sneeuwruimen beginnen, zette ik de wekker om drie uur en legde ik al mijn spullen vast klaar.

Ik reed de volgende ochtend over de met sneeuw bedekte wegen naar Temple Square. Toen ik daar om kwart over vier aankwam, sneeuwde het nog steeds. Ik reed om het plein heen en zocht naar een parkeerplek vanwaar ik gemakkelijk mooie foto’s kon nemen.

Toen ik de eerste keer rond Temple Square reed, zag ik dat het voetpad naar de ingang van de Salt Laketempel vol met verse sneeuw lag — zonder enige voetsporen! Ik wist dat ik mijn volmaakte foto zou kunnen nemen. Enthousiast reed ik nog een rondje om een parkeerplek te vinden.

Toen ik op North Temple Street naar het oosten reed, dacht ik dat ik een plek vlakbij het voetpad zou kunnen vinden. Maar voordat ik er erg in had, waren er geen parkeerplekken meer en bevond ik me weer bij het voetpad bij de ingang van de tempel.

Toen ik voor een rood verkeerslicht stond, keek ik aan de rechterkant naar de verse, onverstoorde sneeuw. Toen ik links van mij richting het Conferentiecentrum keek, zag ik een oude vrouw in zondagse kleding richting de tempel lopen.

O nee, dacht ik. Nou kan ik mijn foto niet nemen!

Terwijl de vrouw voor me overstak, keek ik naar het voetpad dat al gauw zijn ongerepte staat zou verliezen. Toen zag ik dat een andere zuster al over het voetpad liep en naar de ingang van de tempel ging. Toen keek ik weer naar de zuster die nu over het voetpad liep. Met sneeuw tot aan haar enkels, en in het spoor van de eerste zuster, liep ze langzaam maar zeker over het voetpad, door het hek en naar de ingang van de tempel.

Toen ik nadacht over wat ik zag, keek ik naar de klok in mijn auto: tien voor half vijf. Toen ik in mijn warme auto naar de voetsporen in de verse sneeuw zat te kijken, werd ik met deemoed vervuld door de getrouwheid van deze twee zusters die op weg waren om hun taken te verrichten.

Ik reed nog een rondje, parkeerde, pakte mijn camera en nam een foto van de voetsporen in de sneeuw — een veel mooiere foto dan degene die ik me had voorgesteld.