Tot we elkaar weerzien
Ware liefde
Uit: ‘Het grote gebod’, Liahona, november 2007, pp. 28–29.
Liefde leidt ons naar de heerlijkheid en grootsheid van het eeuwige leven.
Liefde is het begin, het midden en het einde van het pad van het discipelschap. Zij troost, adviseert, geneest en bemoedigt. Zij leidt ons door de valleien van duisternis en door de sluier van de dood. Uiteindelijk leidt liefde ons naar de heerlijkheid en grootsheid van het eeuwige leven.
Ik vind dat de profeet Joseph Smith altijd een goed voorbeeld was van de reine liefde van Christus. Veel mensen vroegen waarom hij zoveel volgelingen kreeg en behield. Zijn antwoord luidde: ‘Dat komt omdat ik het beginsel van liefde bezit.’1
Het verhaal gaat dat een veertienjarige jongen langs Nauvoo kwam om zijn broer op te zoeken, die daar niet ver vandaan woonde. De jongen arriveerde in de winter, zonder geld of vrienden. Toen hij navraag deed naar zijn broer, bracht men de jongen naar een groot huis dat op een hotel leek. Daar maakte hij kennis met een man die zei: ‘Kom binnen, jongen, wij zorgen wel voor je.’
De jongen nam de uitnodiging aan en ging naar binnen. Hij kreeg er te eten en een warm bed om in te slapen.
De volgende dag was het bitter koud, maar toch maakte de jongen zich op om de veertien kilometer naar zijn broers verblijfplaats te lopen.
Toen de heer des huizes dat zag, zei hij tegen de jongen dat hij nog wel een tijdje mocht blijven. Hij zei dat er binnenkort mensen met een span paarden zouden komen en dat hij wel met hen kon meerijden.
Toen de jongen protesteerde dat hij daar geen geld voor had, zei de man dat hij zich daar geen zorgen over moest maken, dat ze voor hem zouden zorgen.
Later vernam de jongen dat de heer des huizes niemand minder dan Joseph Smith was, de mormoonse profeet. De jongen heeft die daad van naastenliefde de rest van zijn leven onthouden.2
Onlangs werd bij een uitzending van Music and the Spoken Word met het Mormoons Tabernakelkoor een verhaal verteld over een oudere man en vrouw die al tientallen jaren getrouwd waren. Omdat de vrouw geleidelijk haar gezichtsvermogen aan het verliezen was, kon ze niet meer voor zichzelf zorgen zoals ze al zoveel jaar gedaan had. Haar man begon zonder dat hem dat gevraagd was haar vingernagels te lakken.
‘Hij wist dat ze haar vingernagels kon zien als zij ze onder de juiste hoek vlak voor haar ogen hield, en ze moest ervan glimlachen. Hij zag haar graag blij, dus hij bleef haar nagels meer dan vijf jaar lang lakken, totdat ze overleed.’3
Dat is een voorbeeld van de reine liefde van Christus. Soms vinden we de grootste liefde niet in de hartstochtelijke taferelen die dichters en schrijvers vereeuwigen. Vaak zijn de grootste manifestaties van liefde juist de eenvoudige, attente en zorgzame daden voor hen die wij op ons levenspad tegenkomen.
Ware liefde is blijvend. Zij is altijd geduldig en vergevensgezind. Zij gelooft, hoopt en verdraagt alle dingen. Dat is de liefde die onze hemelse Vader voor ons heeft.