Dokter of ouderling?
Mukandila Danny Kalala (Liberia)
Toen ik met de middelbare school klaar was, wist ik dat ik minstens twee jaar moest wachten om op zending te gaan. Ik besloot aan mijn universiteitsopleiding te beginnen en rekende uit dat ik over zes jaar klaar zou zijn als ik mijn uiterste best deed. Ik zou daarna op zending gaan.
Op mijn vierentwintigste studeerde ik af en begon ik aan mijn praktijkperiode als medisch student, waardoor ik meer carrièremogelijkheden kreeg. In die periode kwam ik voor een dilemma te staan: moest ik echt op zending gaan of blijven werken? Mijn ouders, oudere broer (die zelf net terug van zending was), bisschop en een raadgever in het zendingspresidium moedigden me allen aan om op zending te gaan.
Ik wist dat ze gelijk hadden, maar het was moeilijk om mijn veelbelovende medische carrière uit te stellen. Ik bad en vastte om inspiratie. Ik nam ook mijn patriarchale zegen door, waarin mij wordt aangeraden op zending te gaan, omdat dat mij tot zegen zou zijn.
Toen ik op een dag met het openbaar vervoer naar huis ging, kwam ik de ringpatriarch tegen. We stapten bij dezelfde halte uit en gingen, raar maar waar, in dezelfde richting. Hij herkende me en wist dat ik lid van de kerk was.
Hij vroeg me naar mijn toekomstplannen. Ik legde uit dat ik arts was en een keuze tussen mijn carrière en een voltijdzending moest maken. Hij zei me kordaat om de Heer te dienen door op zending te gaan en beloofde dat ik gezegend zou worden. Zijn reactie leek me van de Heer te komen.
Ik moest plots aan de volgende Schrifttekst denken: ‘Maar zoekt eerst het koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid, en al die dingen zullen u worden toegevoegd’ (3 Nephi 13:33).
Ik wist zeker dat de Heer me een antwoord gegeven had. Ik besloot mijn carrière onmiddellijk uit te stellen en op zending te gaan. Mijn collega-artsen dachten dat ik mijn vak zou verleren als ik twee jaar lang weg was. Ze treiterden me, maar ik hield me aan mijn beslissing.
Ik hing mijn titel van arts aan de wilgen en diende gedurende twee jaar in het zendingsgebied Kinshasa (Democratische Republiek Kongo).
Vijf jaar later maakte ik een lijst met de grote zegeningen die ik dankzij mijn zending gekregen had. Eerst en vooral vond ik mijn vrouw — een waardig lid van de kerk en de bron van mijn grootste vreugde. We hebben twee kinderen. Ons gezin is voor eeuwig verzegeld. We hebben in de tempel plaatsvervangend werk voor onze overleden voorouders gedaan. Ik heb een stabiele baan, waardoor we zelfredzaam zijn. Dit zijn maar enkele zegeningen die we van de Heer ontvangen hebben.
Ik weet dat onze hemelse Vader nooit liegt en dat Hij uiteindelijk al zijn beloften aan ons nakomt als we op Hem vertrouwen en zijn geboden onderhouden.