Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 11:Besluiten om gehoorzaam te zijn


Hoofdstuk 11

Besluiten om gehoorzaam te zijn

President Brigham Young heeft leiding gegeven aan de immigratie van duizenden heiligen naar Zion. Vaak waren zijn instructies zeer gedetailleerd, zoals de instructie dat vermoeide trekdieren niet samen mochten werken met uitgeruste. Maar hij moedigde de heiligen tevens aan om energiek blijk te geven van zelfredzaamheid en om intelligente keuzen te doen. Hij gaf het advies: ‘Het is absoluut noodzakelijk voor iedere man, vrouw en ieder kind die dit werk omhelst en vergadert in Zion, om alles te doen wat hij of zij kan om het werk van God, de opbouw van Zion, voort te stuwen, en behulpzaam te zijn bij de verlossing van Zion. (…) Onze ijver in dit werk (…) heeft de neiging om energie en zelfredzaamheid in de heiligen te ontwikkelen die zij anders niet zouden hebben, als ze niet op hun eigen capaciteiten waren aangewezen’ (LL, 220–221). Volgens president Young is ‘het enige offer dat de Heer van zijn volk vraagt, strikte gehoorzaamheid aan onze eigen verbonden’ (DBY, 225).

Leringen van Brigham Young

Wij hebben de vrijheid om goed of kwaad te kiezen, maar we kunnen de consequenties van onze keuzen niet zelf kiezen.

Alle redelijke wezens hebben hun eigen keuzevrijheid; en zij zullen op grond van hun eigen keuzen worden verlost of verdoemd (DBY, 62).

Kunnen de mensen begrijpen dat het werkelijk nodig is dat er tegengestelde beginselen voor hen geplaatst worden omdat deze staat van ons bestaan anders geen proeftijd zou zijn en wij niet de kans zouden hebben om de ontvangen keuzevrijheid te gebruiken? Kunnen zij begrijpen dat wij het eeuwige leven niet kunnen verkrijgen als wij niet echt door ervaring het beginsel van goed en het beginsel van kwaad kennen, het licht en het duister, waarheid, deugd en heiligheid – maar ook slechtheid, goddeloosheid en verdorvenheid? (DBY, 66.)

De mens kan zijn eigen handelen bepalen en regelen, maar hij heeft geen controle over de gevolgen ervan (DBY, 63).

Er is geen enkel mens op aarde die niet het vermogen in zich heeft om zichzelf te redden of te vernietigen; en dat geldt ook voor volken (DBY, 67).

Er zijn grenzen aan onze keuzevrijheid, en aan alle dingen en alle wezens, en onze keuzevrijheid mag geen inbreuk doen op die wet. Een mens moet het leven of de dood kiezen [zie Helaman 14:31], en als hij de dood kiest, zal hij merken dat hij beperkt is, en dat de keuzevrijheid die hij gekregen had dusdanig ingeperkt is dat hij die niet meer gebruiken kan om de wet te overtreden zonder zich te onderwerpen aan vermaning en bestraffing door de Almachtige (DBY, 63).

Een mens kan zijn keuzevrijheid of zijn geboorterecht van de hand doen, net als Esau vanouds, maar heeft hij het eenmaal van de hand gedaan, dan kan hij het niet terugkrijgen. Daarom betaamt het ons voorzichtig te zijn en de keuzevrijheid die ons gegeven is niet te verspelen. Het verschil tussen de rechtschapene en de zondaar, eeuwig leven of de dood, geluk of ellende, is dat er voor hen die verhoogd zijn geen grenzen of beperkingen zijn aan hun voorrechten, hun zegeningen zijn blijvend, en er is geen einde aan hun koninkrijken, tronen, rijken, heerschappijen en machten, maar zij nemen in de eeuwigheid alleen nog maar toe; terwijl zij die het aanbod verwerpen, die de aangeboden genades van de Heer verachten en zich erop voorbereiden om uit zijn tegenwoordigheid gebannen te worden en metgezellen van de duivel te worden, hun keuzevrijheid onmiddellijk ingeperkt krijgen, terwijl er grenzen en beperkingen aan hun handelingen gesteld worden (DBY, 63–64).

De Heer dwingt niemand om het evangelie te omarmen, en ik denk niet dat Hij hen zal dwingen om het na te leven nadat zij het omarmd hebben (DBY, 64).

Hij heeft hun het voorrecht gegeven om zelf te kiezen, of het nu goed of kwaad is; maar het resultaat van onze keuze heeft Hij nog steeds in de hand (DBY, 62).

De eeuwige wetten waardoor Hij en alle anderen bestaan in de eeuwigheden van de Goden, bepalen dat er instemming van het schepsel nodig is alvorens de Schepper volmaakt kan heersen (DBY, 65).

Ik ga geen enkel mens naar de hemel drijven. Velen denken dat zij in staat zullen zijn om mensen de hemel in te ranselen, maar dat is niet mogelijk, want de intelligentie in ons is net zo onafhankelijk als de Goden. Mensen moeten niet opgedreven worden, en u kunt alle mensenzielen die de hemel in gedreven worden door hel en verdoemenis te prediken, verzamelen op een speldenknop (DBY, 64).

U kunt erachter komen of u goed of verkeerd geleid wordt, net zo goed als u de weg naar huis weet; want elk beginsel dat God geopenbaard heeft, draagt zijn eigen overtuiging van de waarheid over op het mensenverstand, en er is geen enkele roeping van God voor de mens op aarde die niet het bewijs van zijn eigen authenticiteit in zich draagt (DBY, 65).

Is het een logische gevolgtrekking dat een mens zijn rechten ontzegd worden omdat hij in zijn hart besluit om de wil van God te doen? Moet een mens vloeken om te bewijzen dat hij keuzevrijheid heeft? Ik bestrijd dat daartoe de noodzaak zou bestaan, noch tot stelen of het doen van enig ander kwaad. Ik kan de hemelen en de bewoners van de aarde net zo goed tonen dat ik vrij geboren ben en voor God, de engelen en de mensen vrijheid heb, wanneer ik kniel om te bidden, als wanneer ik zou vloeken. Ik heb het recht om mijn gezin op bepaalde tijden voor een gebed bijeen te roepen, en ik geloof dat dit net zo goed bewijst dat ik vrij ben om te kiezen wat ik doe als wanneer ik zou stelen, vloeken, liegen of dronken zou worden (DBY, 65).

Worden wij slaven door die strikte gehoorzaamheid aan de dag te leggen? Nee, het is de enige manier op aarde waarop u en ik vrij kunnen worden. (…) Om nu te zeggen dat ik mijn vrije wil niet zo gebruik als ik bid als wanneer ik zou vloeken, is een onjuist beginsel. (…) De mens die strikt gehoorzaam aan de vereisten van de hemel voldoet, doet dat met gebruikmaking van zijn eigen wil en hij gebruikt zijn vrijheid net zo goed als wanneer hij onderworpen was aan lusten. (…) Alles wat de Heer van ons vereist is strikte gehoorzaamheid aan de wetten van het leven. Het enige offer dat de Heer van ons vereist, is strikte gehoorzaamheid aan onze eigen verbonden die wij met God hebben gesloten, en dat is om hem met een onverdeeld hart te dienen (DBY, 225).

Gehoorzaamheid aan de waarheid zal ons in staat stellen om in de tegenwoordigheid van de Almachtige te verblijven.

Gehoorzaamheid is een van de duidelijkste, meest alledaagse en praktische beginselen waar u ooit aan gedacht of kennis van genomen hebt (DBY, 220).

Gezegend zijn zij die gehoorzamen wanneer de Heer een rechtstreeks gebod geeft, maar meer gezegend zijn zij die gehoorzamen zonder een rechtstreeks gebod (DBY, 220).

Als wij naar raad luisteren, zullen we het beste volk in de wereld worden; we zullen zijn als een licht op een berg dat niet verborgen kan worden, of als een lamp op een standaard (DBY, 219).

Als u de gunst van onze hemelse Vader wilt ontvangen en genieten, doe dan zijn wil (DBY, 223).

Als ons hart gevuld is met de Geest van waarheid, met de Geest van de Heer, dan zullen, ongeacht wat de ware woorden uit de hemel zijn, al zijn onderdanen roepen ‘Halleluja! Loof God! Wij zijn klaar om zijn woorden te ontvangen, want ze zijn waar’ (DBY, 219).

Hoezeer verlang ik ernaar de broeders te zien als zij de woorden van waarheid horen die op hen uitgestort worden, klaar om die woorden te ontvangen omdat zij volmaakt overeenkomen met hun gevoelens, en elke ziel roept uit: ‘Die woorden smaken naar de Geest die in mij is; zij zijn mijn vreugde, mijn eten en drinken; zij zijn de stromen van eeuwig leven. Hoe aangenaam zijn zij, in plaats van tegengesteld te zijn aan mijn gevoelens’ (DBY, 219).

Als u altijd zou zeggen: Ik heb geen raad voor u, ik heb aangaande dit onderwerp geen antwoord voor u, omdat ik geen manifestatie van de Geest heb, en als u bereid bent om iedereen in de wereld te vertellen dat u iets niet weet als u het inderdaad niet weet, dan zou u veel sneller wijs worden dan als u raad gaf op grond van uw eigen oordeel, zonder de Geest van openbaring (DBY, 219).

Iedere persoon in het koninkrijk van God zou dezelfde raad inzake een bepaald onderwerp geven als hij zou wachten tot hij de zin van Christus daaromtrent had. Dan zouden allen hetzelfde zeggen en denken, en alle mensen zouden het eens zijn (DBY, 219).

Dit volk moet één van hart en één van geest worden. Zij moeten de wil van God kennen en die uitvoeren, want het is weliswaar goed om de wil van God te kennen, maar om onze wil, onze houding te onderwerpen aan wat, naar wij begrijpen, de wil van God is, dat is een andere kwestie (DBY, 221).

De heiligen der laatste dagen die luisteren naar het woord van de Heer, dat hun gegeven wordt aangaande de politieke, sociale en financiële vragen die hen bezighouden, zeg ik, en ik zeg het vrijmoedig, dat zij de wijsheid zullen hebben die alle wijsheid overtreft van de kinderen der duisternis, of de kinderen van deze wereld. Ik weet dat door de openbaringen van de Heer Jezus Christus, en door de resultaten van mijn eigen gedrag. Zij die hebben geluisterd naar de raad die hen aangaande materiële aangelegenheden gegeven is, hebben allen hun toestand zowel in materieel als geestelijk opzicht verbeterd (DBY, 219–220).

Allen die eeuwig leven en heil ontvangen, zullen het alleen ontvangen op voorwaarde van geloof in de Zoon van God en gehoorzaamheid aan de beginselen die Hij heeft ingesteld. Kunnen we enige andere methode en enig ander heilsplan bedenken? Nee, dat kunnen we niet (DBY, 223–224).

De doeltreffendste manier om de godsdienst van de hemel te vestigen, is die na te leven, liever dan ervoor te sterven; ik denk dat ik rustig kan zeggen dat er meer heiligen der laatste dagen zijn die eerder bereid zijn om voor hun godsdienst te sterven dan om haar getrouw na te leven. Er is geen enkel ander bewijs te geven aan God, engelen en mensen dat een volk getrouw hun godsdienst naleeft, dan dat zij zich bekeren van hun zonden, de wet van de doop voor de vergeving van zonden gehoorzamen, en vervolgens dag in dag uit de werken der gerechtigheid blijven doen (DBY, 221).

Denkt u dat mensen de waarheid zullen gehoorzamen omdat die waar is, tenzij zij die ook liefhebben? Nee, dat zullen ze niet. Waarheid wordt gehoorzaamd als men haar liefheeft. Strikte gehoorzaamheid aan de waarheid alleen zal de mensen in staat stellen om in de tegenwoordigheid van de Almachtige te verblijven (DBY, 220).

Is er een bepaalde kunst om dit volk gehoorzaam te maken? Ja, er is een kunst. Als u, ouderlingen van Israël, u de kunst machtig kunt maken om de Heilige Geest het hart van de mensen in te prediken, dan hebt u een gehoorzaam volk. Dat is de enige kunst die er nodig is. Leer de mensen de waarheid, leer ze juiste beginselen; toon ze wat het beste is voor hun welzijn, en denkt u niet dat ze dat pad dan zullen volgen? Dat zullen ze (DBY, 226).

Als wij de Geest van waarheid aanvaarden, leren wij bereidwillig te gehoorzamen en kastijding te verdragen.

De heiligen die hun godsdienst naleven, zullen worden verhoogd, want ze zullen nooit enige openbaring verloochenen die de Heer gegeven heeft of kan geven, hoewel, als ze een leerstelling krijgen die ze niet ten volle kunnen begrijpen, kan het gebeuren dat ze zeggen: ‘De Heer stuurt mij dit, en ik bid dat Hij mij zal redden en bewaren voor het verloochenen van iets dat van Hem komt, en mij geduld zal geven om te wachten tot ik het zelf begrijp’ (DBY, 224).

Dergelijke mensen zullen nooit verloochenen, maar zullen die onderwerpen die ze niet begrijpen aanhouden tot het blikveld van hun verstand geopend is. Dat is de weg die ik vaak genomen heb, en als er iets op mijn weg kwam dat ik niet begreep, heb ik gebeden tot ik het kon bevatten (DBY, 224).

Verwerp niets omdat het nieuw of vreemd is, en spot niet met dat wat van de Heer komt, want als we dat doen, brengen we onze zaligheid in gevaar (DBY, 224).

Ik geloof dat het voor een volk, gezin of een individu een ondraaglijke hel is om te proberen met de ene hand de waarheid vast te houden, en met de andere dwaling, om voor te geven in gehoorzaamheid aan de geboden van God te wandelen, en zich, tegelijkertijd, zowel in zijn hart als in gedrag achter de goddelozen te scharen (DBY, 223).

De Heer heeft de mensenkinderen zijn wetten, geboden en verordeningen gestuurd, en eist dat ze strikt gehoorzaamd worden. En we willen die wetten niet overtreden, maar ze nakomen. We willen zijn verordeningen niet veranderen, maar ze naleven; we willen het eeuwig verbond niet verbreken, maar het nakomen met onze vaders, met Jezus, met onze Vader in de hemel, met heilige engelen, en ze naleven (DBY, 220).

Hoe kunnen wij weten dat we Hem gehoorzamen? Ik ken maar één methode waardoor we dat kunnen weten, en dat is door de inspiratie van de Geest van de Heer die tot onze geest getuigt dat wij de zijne zijn, dat we Hem liefhebben, en dat Hij ons liefheeft. Door de Geest van openbaring komen we dat te weten. Wij hebben geen intern getuigenis zonder de geest van openbaring. Wij hebben ook geen extern getuigenis, behalve door gehoorzaamheid aan de verordeningen (DBY, 224).

Alles wat onrein is, moet vroeg of laat vergaan; ongeacht of het iets is in het geloof en het gedrag van een individuele persoon, stad, volk of regering. Dat koninkrijk, dat vorstendom, die macht of die persoon die niet bestuurd wordt op basis van reine en heilige beginselen, moet uiteindelijk heengaan en vergaan (DBY, 390).

Wordt mij heil gestuurd, dan kan ik die verwerpen of aanvaarden. Als ik het aanvaard, dan geef ik daarmee aan de Bron ervan aan dat ik Hem gedurende mijn hele leven zal gehoorzamen en mij aan Hem zal onderwerpen, en tevens hen die Hij zal aanwijzen om mij te instrueren; verwerp ik het, dan volg ik de ingevingen van mijn eigen wil en geef daar de voorkeur aan boven de wil van mijn Schepper (DBY, 390).

God heeft een wil in ons geplaatst, en wij zouden er genoegen mee moeten nemen om die te laten besturen door de Almachtige (DBY, 264).

Wij, als volk, zullen gekastijd worden tot wij ons volledig aan de Heer kunnen onderwerpen en waarlijk heiligen zijn (DBY, 226).

Ik weet dat het moeilijk is om gekastijd te worden, want kastijding is nooit vreugdevol, maar pijnlijk op het moment dat zij gegeven wordt [zie Hebreeën 12:11], maar als iemand kastijding ontvangt, en bidt dat de Heilige Geest op hem zal rusten, dat hij de Geest van waarheid in zijn hart mag hebben en dat aankleven wat aangenaam is voor de Heer, dan zal de Heer hem genade geven om de kastijding te verdragen, en dan zal hij zich eraan onderwerpen en haar ontvangen, en zal hij weten dat het voor zijn welzijn is (DBY, 227).

Studie suggesties

Wij hebben de vrijheid om goed of kwaad te kiezen, maar we kunnen de consequenties van onze keuzen niet zelf kiezen.

  • Waarom is het ‘werkelijk nodig […] dat er tegengestelde beginselen voor’ Gods kinderen geplaatst worden en dat zij ‘een eigen keuzevrijheid’ hebben?

  • President Young heeft geleerd dat ‘de mens […] zijn eigen handelen [kan] bepalen en regelen, maar […] geen controle over de gevolgen ervan’ heeft. (Zie ook LV 101:78.) Op welke manieren eisen sommige mensen de vrijheid op om zelf te kiezen, maar proberen ze de gevolgen van hun keuzen te vermijden?

  • Hoe heeft president Young het ‘verschil tussen de rechtschapene en de zondaar’ gedefinieerd? Hoe zouden we onze keuzevrijheid kunnen beperken? Volgens president Young hebben de ‘verhoogden’ geen ‘grenzen of beperkingen […] aan hun voorrechten’. In welk opzicht vergroot strikte gehoorzaamheid in feite onze vrijheid?

  • Waarom zal God ‘niemand [dwingen] om het evangelie te omarmen, [of] het na te leven nadat zij het omarmd hebben’? (Zie ook LV 88:22–25, 32.)

  • Waarom beklemtoont president Young dat gehoorzaamheid net zo goed uitoefening van onze keuzevrijheid is als ongehoorzaamheid? Waarom is ‘strikte gehoorzaamheid (…) de enige manier op aarde waarop u en ik vrij kunnen worden’? (Zie ook Mosiah 2:22–24.)

Gehoorzaamheid aan de waarheid zal ons in staat stellen om in de tegenwoordigheid van de Almachtige te verblijven.

  • Waarom is ongehoorzaamheid ‘een van de duidelijkste, meest alledaagse en praktische beginselen’? Waarom zijn wij door gehoorzaamheid in staat om ‘de gunst van onze hemelse Vader [te] ontvangen en genieten’?

  • Wat houdt het in om ‘een van hart en geest’ te zijn? Wat hebben wij daarbij aan gehoorzaamheid?

Als wij de Geest van waarheid aanvaarden, leren wij bereidwillig te gehoorzamen en kastijding te verdragen.

  • Wat is volgens president Young onze plicht als we een leerstelling of openbaring niet begrijpen? (Zie ook Spreuken 12:13; Johannes 7:17; Ether 12:6; LV 11:20.)

  • Hoe kunnen wij te weten komen of wij Gods wil gehoorzamen, en hoe kunnen wij anderen gehoorzaamheid leren?

  • In welk opzicht draagt de bereidheid om onze wil aan de wil van de Almachtige te onderwerpen ertoe bij dat wij meer op de Heiland gaan lijken? Wat houdt het in ‘ons volledig te onderwerpen aan de Heer’?

  • Kastijden is vermanen en reinigen. Waarom is het moeilijk om kastijding te ontvangen? (Zie ook Hebreeën 12:11.) Wat heeft president Young gezegd over de manier waarop wij kastijding kunnen verdragen? Waartoe kan kastijding leiden?

Afbeelding
pioneers traveling by wagon

De eerste pioniers gehoorzaamden de oproep om in Zion te vergaderen Vaak reisden zij per huifkar.

Afbeelding
pioneers traveling

Foto van enkelen van de eerste heiligen die in 1900 hun gehoorzaamheid tonen door gehoor te geven aan een oproep van de profeet om nederzettingen te vestigen in het Big Horn Basin in Wyoming.

Afdrukken