Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 13: Voorbereiding op eeuwige vooruitgang


Hoofdstuk 13

Voorbereiding op eeuwige vooruitgang

President Brigham Young was steeds op zoek naar kennis. Hij begon als meubelmaker en maakte zich later de vaardigheden eigen die hij als zendeling, kolonist, gouverneur en profeet nodig had. Hij beschouwde dit bestaan als een tijd om intensief te leven, te groeien en als voorbereiding op de eeuwigheid, niet als voorbereiding op de dood. Hij moedigde de heiligen aan om zich met zaken bezig te houden die de moeite waard waren, om hun kennis te vergroten en te verdiepen en bij hun streven naar vervolmaking schatten aan waarheid te vergaren. Daardoor zouden zij later in de geestenwereld verder kunnen gaan op het pad van eeuwige vooruitgang.

Leringen van Brigham Young

Wij bereiden ons voor op het eeuwige leven door dagelijks te leren, vooruitgang te maken en te bouwen aan Gods koninkrijk.

Waarom zijn we hier? Om te leren meer vreugde te hebben en meer kennis en ervaring op te doen (DBY, 87).

Het doel van dit bestaan is toenemen in kennis en ervaring, wat alleen met kleine stappen mogelijk is (DBY, 87).

Het hele aardse bestaan van de mens is niets meer of minder dan een proefstaat voor sterfelijke wezens, een tijdspanne waarin zij een hoger niveau kunnen bereiken (DBY, 87).

Het eerste belangrijke beginsel dat de aandacht van de mens zou moeten bezighouden, dat elk kind en elk volwassene zou moeten begrijpen en dat de belangrijkste beweegreden vormt voor elke handeling, is het beginsel van vooruitgang, of de mens dat nou wil inzien of niet. Het beginsel van vooruitgang, van verhoging, van toevoegen aan wat we al bezitten, is het grote beginsel en de belangrijkste beweegreden van de handelingen van de mensheid. Ongeacht zijn bezigheden, geboorteland, de mensen met wie hij verbonden is, zijn geloof of politieke overtuiging bestaat de belangrijkste beweegreden van de mens uit het aangrijpen van alle nodige krachtbronnen bij het vervullen van zijn levenstaken (DBY, 87).

Wij zijn op aarde geplaatst om aan te tonen dat we waardig zijn om de celestiale, de terrestriale, de telestiale wereld, of de hel, of een ander koninkrijk of andere plek binnen te gaan, en we hebben daarvoor genoeg tijd van leven gekregen (DBY, 87).

In deze wereld moeten we bewijzen wat we waard zijn. Het leven van de mens is een tijd van beproevingen waarin de vijand regeert en waarin we God, in onze onwetendheid en onze zwakheid, kunnen bewijzen dat we onze Vader trouw zijn, dat we licht van Hem ontvangen en waardig zijn om onze kinderen leiding te geven – om heer der heren en koning der koningen te worden – om volmaakte heerschappij uit te oefenen over dat deel van ons gezin dat in het celestiale koninkrijk gekroond zal worden met heerlijkheid, onsterfelijkheid en eeuwig leven (DBY, 87).

Luister, al gij heiligen der laatste dagen! Verspilt u uw proeftijd en uw bestaan met dwaze en nutteloze daden? U bent georganiseerd en tot leven gebracht met het doel om altijd te blijven volharden, om aan het doel van uw schepping te beantwoorden, de goede weg te volgen, de celestiale wet na te leven en de geboden van onze God te gehoorzamen (DBY, 87).

De Schepper verwacht van de mensen dat ze elke dag van hun leven goede daden verrichten en ofwel hun eigen geestelijke en stoffelijke omstandigheden verbeteren, of die van hun naasten (DBY, 88).

Wij zijn hier om te leven, om intelligentie en kennis onder de mensen te verspreiden. Ik ben hier om mijn medemens te onderrichten, om mijn gezinsleden te leren hoe ze moeten leven, om nakomelingen voort te brengen, en om, voor zover dat in mijn vermogen ligt, ervoor te zorgen dat zonde, ongerechtigheid, corruptie, hel en duivel, en alle soorten gruwelen van de aarde verdreven worden. Dat is mijn geloof en het doel van mijn bestaan. Wij zijn hier niet om ons alleen maar op de dood voor te bereiden en vervolgens te sterven, maar we zijn hier om te leven en Gods koninkrijk op aarde op te bouwen – om bekendheid te geven aan het priesterschap, de macht van Satan te overwinnen en de kinderen der mensen te vertellen waarom ze geschapen zijn – dat in hen het zaad van alle intelligentie verborgen ligt. Dat is het uitgangspunt – het fundament dat gelegd is bij de schepping van de mens om een volheid van eeuwige kennis en heerlijkheid te ontvangen. Moeten we sterven om dat te bereiken? Nee, we moeten dat op aarde bereiken (DBY, 88).

De heiligen der laatste dagen in de dalen van deze bergen en over de hele wereld moeten weten waarvoor ze op deze aarde zijn. Ze zijn hier om talrijk te worden, om het huis van Israël te vergaderen, om Zion te verlossen, om het Zion van onze God op te bouwen en bekendheid te geven aan de eeuwige intelligentie van de Goden en die op deze aarde te brengen, wortel te laten schieten en vrucht te laten dragen om God te verheerlijken, totdat elk verkeerd beginsel uit de harten der mensen is uitgeroeid, de aarde zijn paradijselijke staat terugkrijgt, en de Heer bij zijn mensen komt wonen en met hen praat zoals Hij met onze vader Adam gedaan heeft. Dat is waar we ons mee bezig moeten houden en we moeten niet al onze energie stoppen in slechts onze voorbereiding op de dood (DBY, 89).

De opbouw van het Zion van onze God moet het doel van ons leven zijn, alsmede de vergadering van het huis van Israël, de volheid van de andere volken tot stand brengen, de aarde herstellen en zegenen met onze bekwaamheden en haar tot een hof van Eden maken, schatten aan kennis en wijsheid verzamelen, ons eigen hart zuiveren en deze mensen voorbereiden op hun ontmoeting met de Heer wanneer Hij wederkomt (DBY, 88).

We kunnen vooruitgang maken naarmate we toenemen in kennis en ervaring.

Dit werk is een werk van vooruitgang, deze leer van de heiligen der laatste dagen is verheffend en leidt tot een steeds grotere groei en bredere ontwikkeling totdat wij kennen zoals wij worden gekend en zien zoals wij worden gezien (DBY, 90).

Wij maken een leerschool door, blijven leren en we verwachten dat het op deze aarde niet ophoudt; en we verwachten dat we, als we na onze dood in de geestenwereld komen, blijven leren en dat onze kennis blijft toenemen. Dat mag voor sommigen een vreemde gedachte zijn; maar de duidelijke en simpele reden ervan is dat we niet alle kennis ineens kunnen ontvangen. Daarom moeten we die stukje bij beetje ontvangen (DBY, 91).

Hij geeft zijn nederige volgelingen vandaag een beetje, en als zij daarmee vooruitgang maken, zal hij ze morgen een beetje meer geven, en de volgende dag weer een beetje meer. Hij voegt niet toe als ze geen vooruitgang maken, maar er wordt van ze verwacht dat ze voortdurend vooruitgang maken op basis van de kennis die ze al bezitten, en daarmee een schat aan wijsheid vergaren (DBY, 90).

Door eenvoudig de weg te volgen die in het evangelie wordt aangegeven door wie ons het heilsplan hebben gegeven, bewandelen we de weg die tot leven, tot eeuwige vooruitgang leidt; door die koers te volgen zullen we nooit, nooit verliezen wat we ons eigen maken, maar steeds meer verkrijgen, tot ons nemen, het aan anderen doorvertellen en eindeloos vooruitgang maken. Degenen die ernaar streven het eeuwige leven te verkrijgen, zullen zich datgene eigen maken waarmee ze de vooruitgang maken waarnaar ze verlangen. Niets minder dan het voorrecht van eeuwige vooruitgang, in de diepste betekenis van het woord, kan hun onsterfelijke ziel bevrediging schenken (DBY, 93).

We zijn geschapen om steeds meer vooruitgang te maken, onze mogelijkheden kunnen zich steeds verder uitbreiden totdat we ons hemelse kennis en wijsheid verworven hebben en steeds maar verder gaan, werelden zonder einde (DBY, 90).

Kunnen we ons steeds kennis eigen maken en dan nooit de waarheid te weten komen? [Zie 2 Timoteüs 3:7.] Ik zeg u dat dit niet het geval is; we zullen de waarheid te weten komen. Dat is waarop ik hoop en waarnaar ik uitkijk, en mijn vreugde (DBY, 90–91). In ons en in ieder wezen op deze aarde ligt het beginsel besloten om vooruitgang te maken en dat te blijven doen, om waarheid te vergroten, te ontvangen en een schat aan waarheid te vergaren, totdat we volmaakt worden (DBY, 91).

We zijn op een aantal zaken voorbereid, en we ontvangen zo snel als we ons voorbereiden (DBY, 91).

Bid de Heer niet om u meer te verlenen, maar zorg in plaats daarvan dat u meer vertrouwen hebt en integer bent, en dat u weet wanneer en wat u moet zeggen, wat u openbaar moet maken en hoe u voor de Heer moet wandelen. En zodra u Hem bewijst dat u het nodige geheim zult houden, dat u alles wat nodig is, en niet meer, aan uw naasten zult vertellen en leert hoe u uw kennis aan uw gezinsleden, vrienden, buren en broeders moet overdragen, zal de Heer u geven en geven, totdat Hij uiteindelijk tegen u zegt: ‘U zult nooit in gebreke blijven; door uw integriteit is uw verlossing op u verzegeld, bent u verzegeld tot het eeuwige leven en de verlossing’ (DBY, 93).

Eeuwig leven is het vermogen om voor altijd vooruitgang te maken.

De grootste gave die aan intelligente wezens geschonken kan worden, is eeuwig te leven en nooit vernietigd te worden (DBY, 96).

Er staat geschreven dat de grootste gave die God iemand kan schenken de gave van eeuwig leven is. Het hoogst bereikbare waar we naar kunnen streven, is ons eeuwig verblijf tussen de hemelse legerscharen. De leer van het eeuwig leven hebben wij door het evangelie, dat, als we het naleven, ons de zekerheid van die kostbare gave verschaft (DBY, 96).

Het is een afschrikwekkend idee te bedenken dat de intelligentie in mij zou kunnen ophouden te bestaan; het is een onverdraaglijke gedachte. Die intelligentie moet een bestaan hebben; hij moet ergens verblijven. Als ik de juiste weg volg en hem in zijn juiste vorm behoud, zal ik het eeuwige leven verwerven (DBY, 96).

Wij zullen de volheid van Gods koninkrijk bezitten, en alle hoogten en diepten van heerlijkheid, macht en kennis; en we zullen vaders en moeders, vrouwen en kinderen hebben (DBY, 97).

Veronderstel dat u het voorrecht heeft om het eeuwige leven voor uzelf zeker te stellen – om voor altijd te leven en die vreugde altijd te beleven; u zult zeggen dat het de grootste zegen is die u geschonken kan worden. (…) Bestaat er een zegen die daaraan gelijk is? Bestaat er een zegen, gelijk aan de voortzetting van het leven – de voortgang van de mens? (DBY, 96.)

De Heer heeft ons gezegend met de mogelijkheid ons te verheugen in een eeuwig leven met de Goden, en dat wordt de grootste gave van alle gaven Gods genoemd. De gave van eeuwig leven, zonder nageslacht, een engel worden, is een van de grootste gaven die ons verleend kunnen worden; maar de Heer heeft ons het voorrecht geschonken om vader van levende schepselen te worden. Wat wordt daarmee in de Schriften bedoeld? Een man met een eeuwig nageslacht. Dat is de zegen die Abraham ontving, en zijn ziel vond daar volkomen bevrediging in. Hij kreeg de belofte dat hij de vader van levende schepselen zou worden (DBY, 97).

Als mensen trouw zijn (…) zullen zij altijd één zijn met hun Schepper, zullen zij altijd één van hart en één van geest zijn en samenwerken; want wat de Vader doet, alzo doet ook de Zoon, en daarin gaan zij in al hun handelingen in eeuwigheid voort (DBY, 97).

De Heer wil graag dat wij de weg bewandelen die leidt naar de enge poort, opdat we gekroond zullen worden als zoons en dochters van God, want dat zijn de enigen in de hemel die zich vermenigvuldigen en toenemen. (…) De anderen verblijven in een lager koninkrijk, voegen zich bij de erfgenamen van Jezus Christus, of aanvaarden een lagere heerlijkheid (DNSW, 8 augustus 1876, blz. 1).

Studiesuggesties

Wij bereiden ons voor op het eeuwige leven door dagelijks te leren, vooruitgang te maken en te bouwen aan Gods koninkrijk.

  • Wat leren we van onze beproevingen in dit leven om eeuwig vooruitgang te kunnen maken? (Zie ook LV 122:7–8.) Wat zegt president Young over het beginsel ‘altijd blijven volharden’? (Zie ook LV 121:7–8; 3 aNephi 15:9.)

  • Waarom bouwen we met ‘elke dag goede daden verrichten’ aan een fundament om ‘een volheid van eeuwige kennis en heerlijkheid’ te kunnen ontvangen? (Zie ook Alma 5:41; 26:22; LV 58:26–29.)

  • Volgens president Young is kennis vergaren een van de belangrijkste doelen in ons leven. Wat kan ons daarvan weerhouden? Hoe kunnen we meer profijt hebben van onze studie van het evangelie? Hoe kunnen we kennis vergaren uit wat we meemaken? Kunt u aangeven wat u uit ervaring en door de invloed van de Geest geleerd heeft?

  • President Young noemt een aantal doelen waarvoor we op aarde zijn. Hoe kunnen we die doelen beter verwezenlijken? (Zie ook LV 81:5.)

  • Kunt u een aantal manieren noemen waarop we ‘mensen [kunnen] voorbereiden op hun ontmoeting met de Heer’? Wat kan daarin uw eigen aandeel zijn?

We kunnen vooruitgang maken naarmate we toenemen in kennis en ervaring.

  • President Young heeft gezegd dat we onze kennis ‘stukje bij beetje ontvangen’. In welk opzicht slaat dit op ons inzicht in het evangelie, ons ouderschap en ons werk in de kerk? (Zie ook 2 Nephi 28:30; LV 130:18–19.)

  • Wat zegt president Young over eeuwige vooruitgang? (Zie ook LV 93:12–14.)

  • President Young heeft gezegd dat ‘in ons het beginsel besloten [ligt] om vooruitgang te maken en dat te blijven doen, om meer waarheid te ontdekken, te ontvangen en een schat aan waarheid te vergaren, totdat we volmaakt worden’. Waarom bereiden we ons door onze inspanningen om kennis te vergaren voor op verhoging? (Zie ook LV 50:40; 93:24, 26–30; 130:18–19.)

Eeuwig leven is het vermogen om altijd vooruitgang te blijven maken

  • President Young heeft gezegd dat ‘de grootste gave die aan intelligente wezens geschonken kan worden, [is] eeuwig te leven en nooit vernietigd te worden’. Wat is volgens hem ‘het hoogst bereikbare’, en hoe bereiken we dat? (Zie ook LV 14:7; 130:20–21.)

  • Wat is de betekenis van ons ‘voegen bij de erfgenamen van Jezus Christus’? (Zie ook Romeinen 8:17.) Welke zegeningen komen alleen ‘gekroond[e] (…) zoons en dochters van God’ toe?

Afbeelding
Logan Temple

Foto van de Logan-tempel. President Young heeft gezegd dat de verlossende verordeningen en onze trouw ons voorbereiden op ‘eeuwige vooruitgang’ in de richting van een heerlijker en verhoogde sfeer’ (DBY, 16).

Afdrukken