Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 12: De individuele afval voorkomen


Hoofdstuk 12

De individuele afval voorkomen

In Kirtland werd president Brigham Young geconfronteerd met een groep afvalligen die, nota bene in de tempel, een complot tegen de profeet Joseph Smith aan het smeden waren. Hij zei: ‘Ik stond op en zei hun in krachtige en duidelijke bewoordingen dat Joseph een profeet was, dat ik dat wist, en dat zij hem zoveel konden beschimpen en belasteren als ze wilden, maar dat zij zijn aanstelling als profeet van God niet konden vernietigen, dat zij alleen hun eigen gezag konden vernietigen, en de draad konden doorsnijden die hen verbond met de profeet en met God, en zichzelf in de hel konden laten zakken’ (‘History of Brigham Young’, DNW, 10 februari 1858, 386). Zowel in Kirtland en Missouri als in Nauvoo en Utah getuigde president Young van de vernietiging die plaatsvindt in het leven van hen die afvallig worden. Met veel afvalligen was hij nauw omgegaan. Hij erkende dat ‘onbeduidende aangelegenheden’ vaak de aanleiding waren voor hun afdwalen van de waarheid, en hij waarschuwde alle leden er nadrukkelijk voor om goed op te passen voor elke vorm van wangedrag.

Leringen van Brigham Young

Afval is zich afkeren van de kerk en uiteindelijk het geloof verloochenen.

Wat is het dat mensen van deze kerk afkeert? Over het algemeen zijn bijzonder onbeduidende aangelegenheden er de aanleiding van dat zij afdwalen van het goede pad. Als wij een kompas volgen waarvan de naald niet in de juiste richting wijst, dan zal een zeer kleine afwijking in het begin ons al na het afleggen van een zekere afstand ver afleiden van onze ware bestemming (DBY, 83).

Als de heiligen het bidden verwaarlozen, en de dag ontheiligen die is gereserveerd voor het aanbidden van God, dan zullen zij zijn Geest kwijtraken. Als iemand zich overgeeft aan woede, en hij vloekt en gebruikt de naam van de Godheid ijdel, dan kan hij de Heilige Geest niet behouden. Kortom, als iemand iets doet waarvan hij weet dat het verkeerd is, en hij bekeert zich niet, dan kan hij de Heilige Geest niet voelen, maar zal hij in duisternis wandelen en uiteindelijk het geloof verloochenen (DBY, 85).

Het tart de intelligentie van elk denkend wezen dat mensen die bekend zijn geworden met eeuwige zaken, hun ogen daarvoor sluiten en dat zij (…) de wereldse zaken, de begeerten van het oog en de begeerten van het vlees hun geest laten verstrikken en hen ook maar een haarbreed van de beginselen van het leven laten wegtrekken (DBY, 82).

Er is hier vanochtend gezegd dat er nog nooit iemand is afgevallen zonder dat er een werkelijke overtreding had plaatsgevonden. Taken niet uitvoeren leidt tot het begaan van zonde (DBY, 82).

Men kan velen horen zeggen: ‘Ik ben heilige der laatste dagen en ik zal nooit afvallen’; ‘Ik ben heilige der laatste dagen en dat zal ik zijn tot aan mijn dood.’ Ik doe nooit zulke uitspraken, en ik zal het ook nooit doen. Ik denk dat ik geleerd heb dat ik zelf geen macht heb, maar ik ben zo georganiseerd dat ik behoor toe te nemen in wijsheid, kennis en macht, hier een beetje en daar een beetje. Maar ben ik op mijzelf aangewezen, dan heb ik geen macht, en is mijn wijsheid dwaasheid; dan houd ik mij vast aan de Heer, en heb ik macht in zijn naam. Ik denk dat ik van het evangelie geleerd heb dat ik in en van mijzelf niets ben [zie Alma 26:12] (DBY, 84).

Als mensen die veel van de macht van God ontvangen hebben, die visioenen en openbaringen ontvangen hebben, zich afkeren van de heilige geboden van de Heer, dan lijkt het dat hun verstand van hen wordt weggenomen, dat hun begrip en oordeel in gerechtigheid worden afgenomen. Dan gaan zij het duister in en worden als een blinde die langs de muur voelt [zie Jesaja 59:9–10; Deuteronomium 28:29] (DBY, 82–83).

Velen ontvangen het evangelie omdat zij weten dat het waar is; zij zijn er door hun eigen oordeel van overtuigd dat het waar is; sterke argumenten overweldigen hen, en zij zijn verstandelijk gedwongen om op basis van eerlijke argumenten toe te geven dat het evangelie waar is. Zij geven zich eraan over, en gehoorzamen de eerste beginselen, maar zij streven er nooit naar om verlicht te worden door de macht van de Heilige Geest; dergelijke mensen dwalen vaak af (DBY, 86).

Als wij kerkleiders bekritiseren, beginnen wij afstand te nemen van de kerk.

Als er in een lid van de kerk een neiging naar voren komt om het recht van de president van de kerk om in alles leiding te geven in twijfel te trekken, dan ziet u tekens van afval – van een geest die, indien aangemoedigd, zal leiden tot afscheiding van de kerk en tot uiteindelijke vernietiging; waar een neiging heerst om in te gaan tegen een officieel aangestelde functionaris van dit koninkrijk, ongeacht tot welke functie hij geroepen is, zal het dezelfde gevolgen hebben als men ermee doorgaat; zij zullen ‘het vlees volgen, [begerig naar onreinheid,] en (hemelse) heerschappij verachten. Zulke vermetelen, vol van zelfbehagen, schromen niet de heerlijkheden te belasteren’ [zie 2 Petrus 2:10] (DBY, 83).

Als iemand negatieve kritiek begint te leveren, informeert naar dit en dat, en zegt: ‘Heeft de Heer dit of dat werkelijk bevolen?’, dan kunt u weten dat die persoon min of meer de geest van afvalligheid heeft. Iedereen in dit koninkrijk, of op aarde, die er met heel zijn hart naar streeft om zichzelf te redden, heeft meer te doen dan hij met gemak aankan, zonder ook nog eens zaken in twijfel te trekken die hem niet aangaan. Als hij erin slaagt zichzelf te redden, dan heeft dat al zijn tijd en aandacht in beslag genomen. Zorg ervoor dat u zelf het goede doet; zorg ervoor dat er aan de horizon geen zonden en dwaasheid verschijnen (DBY, 83).

Velen vatten het idee op dat zij het voortouw kunnen nemen bij het uitleggen van beginselen die nog nooit uitgelegd zijn. Zij zijn zich niet bewust dat de duivel macht over hen krijgt om hen naar onheilige grond te leiden zodra zij deze hallucinatie de ruimte geven; hoewel dit een les is die zij al lang geleden hadden moeten leren, is het een les die in de tijd van Joseph slechts door weinigen geleerd is (DBY, 77–78).

[Zo iemand] zal valse profetieën doen, maar hij zal proberen het door de geest van profetie te doen; hij zal menen dat hij een profeet is en kan profeteren, maar hij doet het met een andere geest en macht dan die hem door de Heer gegeven is. Hij gebruikt net zo goed zijn gave als u en ik de onze gebruiken (DBY, 82).

Een van de eerste stappen naar de afval is uw bisschop te bekritiseren; en hebt u dat gedaan, dan is een tweede stap snel gedaan als u zich niet bekeert, en de desbetreffende persoon neemt stukje bij beetje afstand van de kerk, en dat is het einde. Gaat u zichzelf toestaan om uw bisschop te bekritiseren? (DBY, 86.)

Niemand krijgt macht van God om onrust te zaaien in enige gemeente van de kerk. Een dergelijke macht krijgt men uit een kwade bron (DBY, 72).

Er zijn echter mensen die deze kerk verlaten, maar zij verlaten haar omdat zij in de duisternis komen, en op de dag dat zij besluiten dat er een democratische stemming moet komen, of met andere woorden dat wij voor de presiderende priesterschap in het midden van de heiligen der laatste dagen twee kandidaten moeten hebben, besluiten zij afvallig te worden. In het huis van God is in deze aangelegenheid geen plaats voor verwarring, verdeeldheid, twist, vijandschap, haat, kwaadaardigheid, of zelfs voor twee zijden; in deze aangelegenheid is er maar één zijde (DBY, 85).

Zij die de Geest kwijtraken, worden vervuld met duister en verwarring.

Wie de geest van dit werk kwijtraakt, wordt zijn gevoelens ontrouw. Hij zegt niet te weten of de Bijbel waar is, of het Boek van Mormon waar is, of de nieuwe openbaringen, of er een God is of niet. Raakt hij de geest van dit werk kwijt, dan raakt hij de kennis kwijt van Gods zaken in tijd en in eeuwigheid; hij is dan alles kwijt (DBY, 83–84).

De mensen beginnen afvallig te worden door zichzelf kracht toe te rekenen, door te luisteren naar de influisteringen van de tegenstander die hen beetje bij beetje misleidt, totdat zij voor zichzelf datgene vergaren wat zij de wijsheid van de mens noemen; dan beginnen zij afstand te nemen van God, en raakt hun geest in verwarring (DBY, 84).

Wat hebben de heiligen der laatste dagen om van af te vallen? Alles wat goed is, rein, heilig, goddelijk, verhogend, veredelend, en dat de denkbeelden en het denken verruimt van de intelligente wezens die onze hemelse Vader op aarde heeft voortgebracht. Wat zullen zij in ruil daarvoor ontvangen? Ik kan het in enkele woorden samenvatten. Dit zouden de woorden zijn die ik zou gebruiken: de dood, de hel en het graf. Dat is wat zij ervoor in ruil zullen krijgen. We kunnen ook ingaan op de details van wat zij zullen meemaken. Zij krijgen duisternis, onwetendheid, twijfel, verdriet, rouw en worden ongelukkig; niemand om bij te klagen in hun tijd van moeilijkheden, geen arm om op te steunen bij calamiteiten, geen oog om troost van te ontvangen wanneer zij eenzaam en terneergeslagen zijn; en ik vat het samen met de woorden: de dood, de hel en het graf. Dat is wat zij in ruil zullen krijgen voor hun afvalligheid van het evangelie van de Zoon van God (DBY, 85).

U hebt mensen gekend die, toen zij in de kerk waren, actief waren, snel en vol intelligentie; maar die na hun vertrek uit de kerk beperkt zijn in hun begrip, die een verduistering van hun verstand hebben doorgemaakt, en voor wie alles een mysterie geworden is, en met betrekking tot de zaken van God zijn zij net als de rest van de wereld geworden, waar men denkt, hoopt en bidt dat die en die zaken zus en zo zijn, maar zij weten er niets vanaf. Dat is precies de toestand van hen die deze kerk verlaten: zij gaan het duister in, zij kunnen niets meer beoordelen, bevatten of begrijpen zoals het is. Zij zijn als een dronken man: hij denkt dat iedereen het te kwaad krijgt van sterke drank, behalve hijzelf, en hij meent de enige nuchtere persoon in de omgeving te zijn. De afvalligen denken dat iedereen behalve zijzelf het mis heeft (DBY, 84).

Zij die de kerk verlaten, zijn als een veer die heen en weer wordt geblazen in de lucht. Zij weten niet waar zij heengaan; zij begrijpen niets van hun eigen bestaan; hun geloof, oordeel, en de werking van hun verstand zijn zo onstabiel als de bewegingen van de veer die in de lucht drijft. Wij hebben niets om aan vast te houden, alleen maar geloof in het evangelie (DBY, 84).

Wij kunnen standvastig zijn door onze godsdienst na te leven en naar de Heilige Geest te streven.

Zal er nog afvalligheid zijn? Ja, broeders en zusters, u mag verwachten dat er mensen in de kerk komen, en weer afvallen. U mag verwachten dat sommige mensen het een tijdje goed doen, en daarna langs de kant van de weg vallen (DBY, 85–86).

Waarom worden er mensen afvallig? U weet dat we ons op ‘het goede oude schip Zion’ bevinden. Wij zijn midden op de oceaan. Er komt een storm, en, zoals de zeelui zeggen, ze stampt en rolt hard. ‘Ik blijf hier niet’, zegt er een: ‘Ik geloof niet dat dit het “schip Zion” is.’ ‘Maar we zijn midden op de oceaan.’ ‘Dat kan me niet schelen. Ik blijf hier niet.’ De jas gaat uit, en hij springt over boord. Zal hij niet verdrinken? Jazeker. Zo gaat het ook met hen die deze kerk verlaten. Het is werkelijk ‘het goede oude schip Zion’, laten we er dus blijven (DBY, 85).

God staat aan het roer van dit geweldige schip, en dat geeft me een heel goed gevoel. (…) Laten zij die afvallig willen worden dat maar doen, maar God zal allen redden die vastbesloten zijn om gered te worden (DBY, 86).

Als de mensen hun godsdienst na zouden leven, dan zou er geen afvalligheid zijn en zouden wij geen klachten of kritiek horen. Als de mensen hongerden naar de woorden van het eeuwige leven, en hun hele ziel zou gericht zijn op de opbouw van het koninkrijk van God, dan zou elk hart en elke hand bereid en gewillig zijn en zou het werk machtig voorwaarts gaan en zouden wij zoveel vooruitgang maken als wij behoren (DBY, 84).

Wij willen zo leven dat wij de Geest dagelijks bij ons hebben, elk uur van de dag, elke minuut van de dag, en elke heilige der laatste dagen heeft recht op de Geest van God, op de macht van de Heilige Geest, om hem te leiden in zijn individuele taken (DBY, 82).

Studiesuggesties

Afval is zich afkeren van de kerk en uiteindelijk het geloof verloochenen.

  • President Young heeft aangegeven wat de meest voorkomende manieren van afdwalen van de waarheid zijn. Hij gebruikte de gelijkenis van ‘een kompas […] waarvan de naald niet in de juiste richting wijst’. In hoeverre is het evangelie net een juist en goed werkend kompas? Wat zijn enkele afwijkingen in ons leven die ons na enige tijd zouden kunnen doen afdwalen? Welke koerswijzigingen moeten wij aanbrengen?

  • Welke waarschuwingen heeft president Young de persoon gegeven die opschept: ‘Ik ben een heilige der laatste dagen en ik zal nooit afvallig worden’? (Zie ook 2 Nephi 28:25; LV 20:31–34.)

  • Welke profetische waarschuwing heeft president Young laten horen voor die heiligen die de ‘macht van God’ hebben ontvangen maar zich hebben afgekeerd ‘van de heilige geboden’?

  • Waarom is intellectuele beredenering niet genoeg om ons op het pad naar het eeuwig leven te houden?

Als wij kerkleiders bekritiseren, beginnen wij afstand te nemen van de kerk.

  • Op welke manieren zullen wij gesterkt worden, als individu, als gezin, als wijk, en als kerkleden samen, als wij ons bezighouden met onze eigen roeping in plaats van de inspiratie van de huidige leiders in twijfel te trekken?

  • Wat was de waarschuwing van president Young voor hen die de leiders in hun wijk of gemeente bekritiseren? Wat kunnen wij thuis en in de kerk doen om de bisschop van onze wijk, de president van onze gemeente, of onze andere kerkleiders te steunen? Wat moeten we doen om één te blijven als er eerlijke meningsverschillen opduiken?

  • Volgens president Young kan er geen ‘democratische stemming’ zijn tussen ‘twee kandidaten voor de presiderende priesterschap’ in de kerk. (Zie ook LV 28:2, 6–7.) In hoeverre verschilt een steunverlening door ‘algemene instemming’ van een ‘democratische stemming’? (Zie ook LV 20:65; 26:2.)

  • Wij zijn uitgenodigd om kerkleiders onze stem van steunverlening te geven. Hoe wordt de hele kerk gesterkt door onze bereidheid om die leiders te steunen? Hoe wordt de hele kerk verzwakt als wij daartoe niet bereid zijn?

Zij die de Geest kwijtraken, worden vervuld met duister en verwarring.

  • Wat bedoelde president Young toen hij zei dat afvalligen zichzelf kracht toerekenen? Wat is het gevaar van vertrouwen op eigen kracht? (Zie ook Helaman 4:13.) Waarom kiezen sommigen voor de ‘wijsheid van de mens’ in plaats van de wijsheid van God zoals geopenbaard door de Geest? (Zie ook Jesaja 29:13–14; 1 Korintiërs 2:12–14.)

  • Lees president Youngs antwoorden op deze vragen: Wat hebben de heiligen der laatste dagen om van af te vallen? Wat zullen zij in ruil daarvoor ontvangen?

  • Hoe kunnen wij ons geloof uitoefenen om hen te helpen die zijn ‘als een veer die heen en weer wordt geblazen in de lucht’?

Wij kunnen standvastig zijn door onze godsdienst na te leven en naar de Heilige Geest te streven.

  • Waarom zal er altijd afvalligheid blijven in de kerk? Hoe kunnen wij voorkomen dat de afvalligheid bij ons inzet? Hoe hebben andere kerkleden en de invloed van de Geest ertoe bijgedragen dat u getrouw bent gebleven op momenten dat u verleid had kunnen worden om ‘het een tijdje goed [te] doen’?

  • Wat wordt ons beloofd als wij op het ‘goede oude schip Zion’ blijven?

Afbeelding
Judas kissing the Savior’s cheek

Judas verraadt de Heiland in de Hof van Getsemane. President Young heeft ervoor gewaarschuwd dat ‘als iemand kritiek begint te leveren’ op de leiders en leringen van de kerk, u kunt ‘weten dat die persoon min of meer de geest van afvalligheid heeft’ (DBY, 83).

Afdrukken