Hoofdstuk 7
Het heilsplan
Volgens president Brigham Young, als profeet en als leraar van het heilsplan, is het āde opzet en de bedoeling [van] de Opperheerserā (DBY, 49) om zijn kinderen in staat te stellen eeuwig geluk te ervaren. Volgens dit grote āplan van gelukzaligheidā [Alma 42:16], woonden wij, als Gods kinderen, allen in zijn tegenwoordigheid alvorens naar dit sterfelijk leven te gaan waar wij het voorrecht hebben een sterfelijke tabernakel te ontvangen en kunnen kiezen om Gods geboden te gehoorzamen. Jezus Christus zal ons, afhankelijk van onze getrouwheid, naar een koninkrijk van heerlijkheid brengen.
Leringen van Brigham Young
God wil dat wij altijd blijven toenemen in licht, waarheid en geluk.
Dit leven dat u en ik bezitten, is voor de eeuwigheid. Denk eens aan het idee dat wezens die zijn begiftigd met alle machten en capaciteiten die wij bezitten, zouden worden uitgeroeid, hun bestaan zouden verlaten, zouden ophouden te bestaan; en probeer dat eens te verenigen met onze gevoelens en ons huidige leven. Geen intelligent mens kan zich dat indenken. Toch kunnen wij deze zaken alleen door de geest van openbaring begrijpen [zie 1 Korintiƫrs 2:11]. Door de openbaringen van de Heer Jezus begrijpen we alles zoals het is, zoals het aan ons bekendgemaakt is; dingen die wij nu in ons leven hebben, en dingen die nog komen [zie LV 93:24], niet in hun volledigheid, maar alles wat de Heer wil dat wij begrijpen, om het ons tot nut te maken, opdat wij in dit leven de ervaring kunnen opdoen die wij nodig hebben om ons voor te bereiden op het leven hierna (DBY, 47).
Als wij de ware filosofie zo konden bevatten dat wij onze eigen schepping zouden begrijpen, en waar die voor is ā welke opzet en bedoeling de Opperheerser had met het organiseren van de materie en het voort te brengen in de vorm waarin ik u hier vandaag zie, dan zouden we begrijpen dat materie niet te vernietigen is ā dat het blootstaat aan organisatie en desorganisatie; en dan zouden wij kunnen begrijpen dat materie georganiseerd kan worden en voort kan worden gebracht tot intelligentie, en dat het meer intelligentie kan bezitten en kan blijven groeien in die intelligentie; en dan zouden wij die beginselen kunnen leren die de materie organiseerde in dieren, groenten, en in intelligente mensen; en dan zouden wij de Godheid kunnen onderscheiden die beginselen hanteert, gebruikt en verspreidt om met materie intelligente wezens te produceren en hen te verhogen ā tot wat? Geluk. Zal iets minder dan dat de geest die in ons geplaatst is bevredigen? Nee [zie LV 131:7] (DBY, 49).
Wij zijn de geestkinderen van God.
Geen enkel wezen heeft de macht gehad om zijn eigen bestaan te organiseren. Dan is er dus iets hogers dan wij. Zijn wij eigen baas in ons lichaam? Zijn wij eigen baas in onze geest? Nee, wij zijn geen eigen baas. Wij behoren toe aan onze voorouders ā aan onze Vader en onze God [zie Handelingen 17:29] (DBY, 50).
Alles is eerst geestelijk geschapen; de Vader gewon werkelijk de geesten [zie LV 76:24], en zij werden voortgebracht en woonden bij Hem. Toen begon Hij het werk aan de schepping van aardse tabernakels, precies zoals Hij zelf in dit vlees was geschapen, door het ruwe materiaal te nemen dat georganiseerd was en deze aarde had gevormd, (ā¦) dus de tabernakels van zijn kinderen werden georganiseerd uit het ruwe materiaal van deze aarde (DBY, 50).
Ik heb gehoord dat de gevierde meneer [Henry Ward] Beecher uit Brooklyn eens heeft gezegd dat geboren worden het ergste is dat een mens ooit kan overkomen; maar ik zeg dat geboren worden op deze aarde het beste is dat de mensen ooit is overkomen of kan overkomen, want dan liggen het leven en de verlossing voor hen; dan hebben zij het voorrecht om de dood te overwinnen en zonde en ongerechtigheid te vertrappen, om elk beginsel van leven en verlossing in hun dagelijks leven toe te passen, en eeuwig bij de Goden te wonen (DBY, 51).
De geesten die in deze tabernakels wonen, waren zo rein als de hemelen toen zij erin kwamen. Zij kwamen in tabernakels die, wat het vlees betreft, verontreinigd waren door de val van de mens. De psalmist zegt: āZie, in ongerechtigheid ben ik geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangenā [Psalm 51:7]. Door deze tekst is bij sommigen het denkbeeld ontstaan van volledige verdorvenheid ā dat het hun onmogelijk is om ook maar Ć©Ć©n goede gedachte te hebben, dat ze door en door zondig zijn, en dat ze totaal niet goed of geestelijk gezond zijn. Dat is niet juist, maar er woedt wĆ©l een strijd in ons. Wij moeten slag leveren met kwade lusten, of de zaden van ongerechtigheid die door de val in het vlees gezaaid zijn, De reine geesten die deze tabernakels bewonen, worden beĆÆnvloed, en het is het recht van Hem die hen in deze tabernakels gestuurd heeft om de hoogste prioriteit te behouden, en om altijd de Geest van waarheid te geven om de geest van de mens te beĆÆnvloeden, opdat die moge triomferen en moge overheersen in onze tabernakel, de God en Heer van ieder leven (DBY, 51ā52).
Het staat ons vrij om goed boven kwaad te verkiezen, en verhoging boven ellende.
[De Vader vroeg:] āWie zal de aarde redden, wie zal gaan en het offer brengen voor de aarde en alles erop?ā De oudste Zoon zei: āHier ben Ikā, en voegde eraan toe: āStuur Mijā. Maar de tweede, die āLucifer, de Zoon van de morgenā was, zei: āHeer, hier ben ik, stuur mij ā ik zal elke zoon en dochter van Adam en Eva die op aarde woont, redden, en ieder die ooit naar de aarde gaat.ā āMaar,ā zei de Vader, ādat is helemaal geen oplossing. Ik zal iedereen zijn keuzevrijheid geven; allen moeten die gebruiken om verhoging in mijn koninkrijk te verkrijgen; voor zover zij de macht hebben om te kiezen, moeten zij die macht gebruiken. Zij zijn mijn kinderen; de eigenschappen die u in Mij ziet, zijn ook in mijn kinderen, en zij moeten hun keuzevrijheid gebruiken. Als je de taak op je neemt om allen te verlossen, moet je hen in ongerechtigheid en verdorvenheid reddenā [zie Abraham 3:23ā28; Mozes 4:1ā4] (DBY, 53ā54).
Toen er opstand was in de hemel, werd het oordeel langs de waterpaslijn gelegd, en gerechtigheid langs het schietlood, en werd het kwaad uitgeworpen (DBY, 54).
De almachtige Heer liet deze afscheiding in de hemel toe om te zien wat zijn onderdanen zouden doen alvorens naar deze aarde te gaan (DBY, 54).
Maar zij [de opstandige geesten] moesten de hemel uit, zij konden daar niet blijven wonen, zij moesten op de aarde geworpen worden om de zonen der mensen te beproeven, en om hun werk te doen door een tegenstelling in alle dingen te vormen, opdat de bewoners van de aarde het voorrecht zouden hebben om de intelligentie die zij hadden ontvangen, te vergroten, de kans om het kwaad te overwinnen, en om de beginselen te leren die de eeuwigheid besturen, opdat zij daarin mogen worden verhoogd (DBY, 54).
Je kunt niemand zijn verhoging verstrekken als hij niet weet wat kwaad is, wat zonde, verdriet en ellende zijn, want niemand kan de verhoging op enig ander beginsel begrijpen, waarderen en genieten (DBY, 55).
Denk je dat de Heer oog heeft voor velen? (ā¦) Ik denk niet dat er nu iemand op aarde is, die vĆ³Ć³r ons heeft geleefd, of die na ons zal komen, die Hij niet gekend heeft. Hij wist wie zijn gezalfden zouden zijn; Hij had zijn oog al die tijd al op hen, zoals op Mozes, de farao, Abraham, Melchizedek en Noach, die een gekozen vat was om de ark te bouwen en een restant te redden van de zondvloed (DBY, 55).
Het is een misvatting dat God alles wat er gebeurt heeft verordend, want de vrije wil van het wezen is zo vrij als de lucht. U kunt zich afvragen of wij geloven in ordening in het voorsterfelijk bestaan; dat doen wij, net zo sterk als enig ander in de wereld. Wij geloven dat Jezus geordend is vĆ³Ć³r het fundament van de wereld werd gelegd, en zijn zending is Hem in de eeuwigheid al toegewezen, namelijk om de Heiland van de wereld te worden, maar toen Hij in het vlees gekomen was, werd Hij vrijgelaten om ervoor te kiezen of te weigeren zijn Vader te gehoorzamen. Als Hij had geweigerd zijn Vader te gehoorzamen, dan zou Hij een zoon des verderfs geworden zijn. Ook ons staat het vrij te kiezen voor de beginselen van het eeuwige leven, of ze te weigeren. God heeft veel dingen van te voren geordend en verordend die ook zijn gebeurd, en Hij zal dat blijven doen; maar als Hij grote zegeningen verordent voor een volk of een persoon, dan worden ze verordend op bepaalde voorwaarden. Als Hij grote plagen en overweldigende vernietigingen van landen en volken verordent, worden die uitgevoerd omdat die landen en volken hun goddeloosheid niet willen verzaken en zich niet tot de Heer willen wenden. Er werd verordend dat Nineve na veertig dagen vernietigd zou worden, maar die verordening werd opgeheven op grond van de bekering van de inwoners van Nineve. God heerst en regeert, en heeft al zijn kinderen zo vrij als zichzelf gemaakt, vrij om goed of kwaad te kiezen, en vervolgens zullen wij geoordeeld worden naar onze werken (DBY, 55).
Afhankelijk van onze getrouwheid zal Jezus Christus ons naar een koninkrijk van heerlijkheid brengen.
Dit is het heilsplan. Jezus zal niet stoppen met zijn werk tot wij allen gebracht zijn naar de vreugde van een koninkrijk in de woningen van zijn Vader, waar veel koninkrijken en veel heerlijkheden zijn, om aan te sluiten bij de werken en de getrouwheid van alle mensen die op aarde geleefd hebben. Sommigen zullen de celestiale wet gehoorzamen en van zijn heerlijkheid ontvangen, en sommigen zullen in het terrestriale of telestiale verblijven, terwijl anderen helemaal geen heerlijkheid zullen ontvangen (DBY, 56).
Miljoenen [mensen] zijn heengegaan, zowel in de christelijke als de heidense wereld, die net zo eerlijk, deugdzaam en goed zijn als enig mens dat nu leeft. Volgens de christelijke wereld zijn zij verloren; maar de Heer zal hen verlossen, of ten minste allen die het evangelie ontvangen. Het heilsplan dat Jezus heeft geopenbaard, en dat wij prediken, strekt zich uit tot de laagsten en meest verwilderden van Adams verloren ras (DBY, 60ā61).
Studiesuggesties
God wil dat wij altijd blijven toenemen in licht, waarheid en geluk.
-
Hoe kunnen wij te weten komen dat het āleven dat u en ik bezitten voor de eeuwigheidā is? Welk verschil maakt het voor u uit om te weten dat het leven eeuwig is?
-
Wat was Gods āopzet en bedoelingā met de organisatie van de wereld?
-
Volgens president Young is het een belangrijk levensdoel om āmeer intelligentie [te] bezitten en [te] blijven groeien in die intelligentieā. Wat is het verband tussen groeien in intelligentie, of licht en waarheid (zie ook LV 93:36; 130:19) en eeuwig geluk verkrijgen? Hoe is dat waar gebleken in uw eigen leven?
Wij zijn de geestkinderen van God.
-
Hoe voelt u zich als u bedenkt dat u letterlijk een geestkind van onze hemelse Vader bent? Wat voor verschil heeft die kennis in uw leven uitgemaakt?
-
Waarom is āop deze aarde geboren te wordenā het ābeste wat (ā¦) een mens kan overkomenā? Lees en overdenk Leer en Verbonden 93:33. Welke zegeningen zijn het gevolg van het feit dat uw geest en lichaam onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn?
-
Wat is volgens president Young de consequentie van de val van de mens? Welke misvatting koesteren sommige mensen met betrekking tot de val? Wat is de rol van de Geest van waarheid in onze innerlijke strijd tussen goed en kwaad? Hoe kunnen wij de Geest van waarheid meer laten overheersen in ons leven?
Het staat ons vrij om goed boven kwaad te verkiezen, en verhoging boven ellende.
-
Welke rol speelt onze keuzevrijheid volgens president Young bij het verkrijgen van onze verhoging? Waarom verwierp God de Vader Lucifers voorstel om namens ons allen op te treden? (Zie ook 2 Nephi 2:15ā16.)
-
Waarom stond de Heer toe dat er een afscheiding ontstond in de hemel? Wat is het āwerkā van hen die uit de tegenwoordigheid van de Vader zijn geworpen? Waarom moet er een ātegenstelling in alle dingenā zijn? Waarom moeten wij begrijpen āwat kwaad isā en āwat zonde, verdriet en ellende zijnā om de verhoging te verkrijgen? (Zie ook 2 Nephi 2:11.)
-
Wat kunt u doen om de wensen van de Heer te vervullen en uw volledige potentieel te bereiken?
-
Hoe kan God bepaalde gebeurtenissen verordenen en ons toch onze keuzevrijheid laten?
Afhankelijk van onze getrouwheid zal Jezus Christus ons naar een koninkrijk van heerlijkheid brengen.
-
Wanneer zal het verlossingswerk van Jezus Christus voltooid zijn?
-
Door de verzoening van Christus wordt ieder, behalve de zonen des verderfs, āgebracht (ā¦) naar de vreugde van een koninkrijk in de woningen van zijn Vaderā. President Young heeft ook gezegd dat er āveel koninkrijken en heerlijkheden zijnā. Waarom zijn er zoveel koninkrijken? Wie bepaalt naar welk koninkrijk iemand gaat?
-
Hoe strekt de verzoening van de Heiland zich van āde laagsten en meest verwilderdenā uit tot de āeerlijken, deugdzamen en oprechtenā?