Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 26: Geluk en sociale vreugde


Hoofdstuk 26

Geluk en sociale vreugde

President Brigham Young wist dat alleen een deugdzaam leven tot het ware geluk leidt, maar hij wist ook dat goede ontspanning en vermaak het leven een stuk aangenamer kunnen maken. Hij hield van theater, dans en ander amusement en hood de heiligen de gelegenheid zich daarin uit te leven, in de overtuiging dat ze belangrijk waren voor het welzijn van de mens. In Salt Lake City hield hij toezicht op de houw van de Social Hall, een cultureel centrum waar dansavonden en toneeluitvoeringen gehouden werden. Over deze Social Hall zei hij: ‘Dat is waar wij plezier maken, en het is geen plek om het avondmaal te bedienen. We hebben het toegewijd aan het doel waarvoor het gebouwd is. (…) U weet zelf wat voor sfeer er hangt. We hebben er gouverneurs, rechters, artsen, advocaten, kooplui en voorbijgangers ontvangen die geen lid van onze kerk waren, en wat heeft elk van hen erover gezegd? “Ik heb in m’n hele leven nog nooit zo van een feest genoten als hier”, en in geen enkele andere uitgaansgelegenheid voelen de heiligen zich zo goed als hier. (…) Alles op z’n tijd en alles op z’n plaats’ (DNW, 26 maart 1862, 1).

Leringen van Brigham Young

Het ware geluk is te vinden in deugdzaamheid en dienstbetoon.

Wat is het voornaamste streven van de mens? Geluk. Je kunt me heerlijkheid geven, of macht, of rijkdom, of een goede reputatie, of invloed bij m’n medemens, je kunt me dat alles geven, maar dat wil dan nog niet zeggen dat ik gelukkig ben; dat hangt namelijk af van de principes waarmee al dat andere verkregen is (DBY, 235).

Wij zoeken allemaal naar het geluk; we hopen erop, we denken ervoor te leven, het is het doel van ons bestaan. Maar leven we zodanig dat we dat verlangde geluk ook vinden? (DBY, 236).

Waar is het geluk, het echte geluk? Alleen maar in God. Als we de geest van onze heilige godsdienst hebben, dan zijn we ’s ochtends gelukkig, dan zijn we ’s middags gelukkig, dan zijn we ’s avonds gelukkig; want de geest van liefde en eenheid is onder ons, en we verheugen ons in die geest, want hij komt van God, en wij verheugen ons in God, want alle goede dingen komen van Hem. Elke heilige der laatste dagen die de liefde van God in zijn hart gevoeld heeft, na vergeving van zonden te hebben gehad door de doop en oplegging der handen, beseft dat hij vervuld is met vreugde, geluk en troost. Hij kan pijn lijden, of fouten maken, arm zijn of zelfs in de gevangenis terechtkomen als dat moet, maar toch is hij gelukkig. Dat is onze ervaring, en elke heilige der laatste dagen kan ervan getuigen (DBY, 236).

Hoe voelt u zich, heiligen, als u vervuld bent van de kracht en liefde van God? U bent zo gelukkig dat uw lichaam het nauwelijks kan verdragen (MSS, 15:48).

De hele wereld is op het geluk uit. Geluk vind je niet in goud en zilver, maar in gemoedsrust en liefde (DBY, 235).

Wat maakt een mens gelukkig? Dat wat hem gemoedsrust geeft (DBY, 235).

Als het hart opgewekt is, dan is het van binnen helemaal licht en heerlijk; er is geen verdriet (DBY, 235).

Als iemand hard werkt en deugdzaam is, dan is hij gelukkig (DBY, 235).

De mensen denken ten onrechte dat ze er geen goed aan doen om de hemelse geboden te gehoorzamen, omdat ze bang zijn te worden beknot in hun comfort en levensgenot; maar er is geen echte gemoedsrust, geen echt geluk, waar dan ook in de hemel of op aarde, dan alleen bij diegenen die de Heer dienen. In zijn dienst vinden we vreugde en geluk, en nergens anders. Daarin ligt gemoedsrust en troost, maar zelfs als de ziel vervuld is met vreugde, met gemoedsrust en heerlijkheid en er volkomen tevreden mee is, dan nog heeft die persoon nauwelijks enig besef van wat er voor de getrouwen is weggelegd (DNW, 15 juli 1857, 4).

We zijn geschapen om alles te ontvangen wat God heeft, alles te beërven wat Hij beërft, alle macht te bezitten die Hij bezit en alle voortreffelijkheid die in Hem is. Zijn getrouwe kinderen dienen alles aan Hem te onderwerpen, opdat zij alles met Hem mogen bezitten; deze overpeinzingen brengen rust in het hart en maken het ontvankelijk voor nieuwe inzichten (DBY, 237).

Er is maar één manier waarop heiligen der laatste dagen gelukkig kunnen zijn, en dat is gewoonweg hun godsdienst na te leven, of met andere woorden: elk aspect van het evangelie van Jezus Christus geloven, het evangelie der vrijheid met vol voornemen des harten gehoorzamen, waardoor wij waarlijk vrij worden. Als wij als samenleving de wet van God gehoorzamen en ons aan de zaligmakende verordeningen onderwerpen, dan mogen wij verwachten de vreugde te vinden die we zo verlangen (DBY, 236).

Zoals ik al vaak heb gedacht en gezegd, ik ben gelukkig als ik van huis wegga en gelukkig als ik weer thuiskom, want mijn grootste vreugde en troost is te doen wat de Heer van mij verwacht en wat ik als mijn plicht zie, ongeacht wat de Heer ook van mij verlangt. Deze handelwijze brengt vreugde en gemoedsrust (DN, 6 februari 1856, 4).

Echt gelukkig is die man of vrouw, of dat volk, welke de voorrechten van het evangelie van de Zoon van God geniet en zijn zegeningen weet te waarderen (DBY, 236).

We willen op elk gezicht opgewektheid zien, en elk oog helder met de hoop van de vreugde in het verschiet (DBY, 236).

Ik zeg u: als u de grootst mogelijke levensvreugde wilt, word dan heilige der laatste dagen en leef volgens de leer van Jezus Christus (DNSW, 30 juni 1874, 1).

De mens die kennis heeft van het koninkrijk Gods op aarde, en tegelijkertijd de liefde Gods in zich heeft, is het gelukkigst van alle mensen op aarde (DBY, 235).

Gepaste ontspanning kan ons lichamelijke en geestelijke welzijn verhogen.

We moeten leren om van het leven te genieten – hoe dit sterfelijke bestaan door te komen. Er is geen vreugde, geen troost, geen genot, niets dat een mensenhart zich kan voorstellen, met alle openbaringen die we mogen krijgen, dat mooi, gelukkig, prettig en vredig maakt, en het gevoel van de stervelingen verheft, of de Heer heeft het voor zijn volk weggelegd. Hij had er nooit iets op tegen dat ze hun omgeving aangenaam probeerden te maken. Hij heeft voor zover ik weet nooit enige leerstelling geopenbaard die niet bedoeld was vrede en heerlijkheid te geven, en elke gemoedsaandoening en impuls van het hart uit te tillen boven lage, neerslachtige, doodse, valse en verachtelijke gevoelens. De Heer wil dat we zo leven dat we de volle heerlijkheid van de hoogste hemel mogen ontvangen, en ons losmaken van het sombere, donkere, doodse gevoel dat de inwoners van de aarde overschaduwt (DBY, 237).

Is er iets immoreels aan ontspanning? Als ik zie hoe mijn zoons en dochters genieten, kletsen, bij elkaar langsgaan, paardrijden, naar een feest of dansavond gaan, is daar iets mis mee? Ik let wel goed op, en als ik een woord hoor, een blik zie, of merk dat iets goddelijks wordt bespot of dat een goede reputatie wordt geschaad, voel ik dat direct en zeg ik: ‘Als je daarmee doorgaat, komt er niets goeds van. alleen kwaad; het brengt je niet naar de bron van leven en intelligentie; kies alleen het pad dat naar het eeuwige leven voert’ (DBY, 237).

Het is het voorrecht der heiligen al het goede te ontvangen, want de aarde en haar volheid zijn van de Heer (zie LV 104:14), en Hij heeft zijn trouwe heiligen alles beloofd; maar het moet ontvangen worden zonder enige begeerte of zelfzucht – zonder lustgevoelens, en in de geest van het evangelie; dan zal de zon zoet op ons neerschijnen; elke dag zal genoegen met zich meebrengen, en alles zal wonderschoon zijn en de heiligen vreugde, plezier en rust schenken (DBY, 237).

Onszelf gelukkig maken is een onderdeel van het grote plan voor ons menselijk bestaan. Ik heb geleerd me niet al te veel te bekommeren om datgene waar ik niets aan kan doen. Als ik iets goeds kan doen, dan doe ik het; en als ik iets niet kan krijgen, dan ben ik tevreden zonder. Dat maakt mij gelukkig, en dat is een geluk dat blijft (DBY, 236).

Leer dan gelukkig zijn als dat voorrecht u gegund wordt (DBY, 235).

We genieten van onze recreatie. We komen vaak bij elkaar en aanbidden dan de Heer door gezang, gebed, prediking, vasten, en gemeenschap in het avondmaal des Heren. Nu zijn we bij elkaar voor een sociale activiteit – waarom? Zodat onze geest kan rusten, en ons lichaam die ontspanning krijgt die goed en nodig is om in evenwicht te blijven, een portie gezonde beweging voor het hele lichaam (DBY, 240).

Ik heb de mensen bij ontspanningsactiviteiten vaak gezegd dat ze, als ze niet met de Geest van de Heer kunnen komen, beter thuis kunnen blijven (DBY, 240).

Laat toch in al uw sociale omgang, bij al uw contacten, alle donkere, ontevreden, mopperige, ongelukkige, vervelende gevoelens, ja, alle kwade vruchten van de geest stil en onopgemerkt uit de boom vallen; en laat het vergaan, zonder ze op te rapen en aan uw naaste te laten zien. Maar als u vreugde en geluk hebt, licht en intelligentie, waarheid en deugd, bied uw naaste die vruchten dan overvloedig aan, dat zal ze goed doen, en zo sterkt u uw medemens (DBY, 240).

We moeten zoeken naar goede ontspanning die bij de evangelienormen past.

Ik heb het theater laten bouwen als trekpleister voor de jongeren in onze gemeenschap om de jongens en meisjes amusement te bieden, in plaats van ze overal en nergens hun vertier te laten zoeken. Al lang voor het gebouw af was zei ik tegen de bisschoppen: ‘Zorg voor feestjes en ontspanning om de mensen te amuseren’ (DBY, 243).

Schuilt er kwaad in het theater, in de danszaal, in het kerkgebouw, in het huis, in de wereld? Ja, als de mensen in die plaatsen tot het kwaad geneigd zijn. Zelfs als mensen gewoon bij elkaar komen voor een praatje, kan er kwaad in schuilen, als ze zichzelf toestaan op zo’n moment kwaad te doen (DBY, 243).

Op het toneel kunnen het kwaad en de gevolgen ervan, het goede en de goede resultaten en beloningen ervan, de zwakheden en dwaasheden van de mens, en de grootmoedigheid van de deugd en de grootsheid van de waarheid worden uitgebeeld. Het toneel kan een verlengstuk van het spreekgestoelte worden door de mensen in de samenleving te laten zien wat het is om deugdzaam te leven, hoe afschuwelijk de zonde is en hoe afschrikwekkend de gevolgen ervan zijn. Het pad der zonde met zijn doornen en valkuilen, zijn voetangels en klemmen kan zichtbaar gemaakt worden, en ook hoe dat vermeden kan worden (DBY, 243).

De buitenwereld geeft de voorkeur aan tragiek; ik niet. Ik wil niet dat moord en alle gruwelen en doortraptheid die erbij komen kijken voor onze vrouwen en kinderen worden uitgebeeld; ik wil niet dat kinderen naar huis gaan met angst (…) voor zwaarden, pistolen of messen en er nachtmerries van krijgen. Ik wil dat er stukken worden opgevoerd waar de toeschouwers zich goed bij voelen; en ik wil dat de toneelgroep stukken kiest die het algemene denken naar een hoger niveau tillen en de literaire smaak van de samenleving verfijnen (DBY, 243–44).

Als u wilt dansen, dans dan; en als u een heilige bent, dan bent u na het dansen net zo goed klaar voor een gebedsbijeenkomst als wanneer dan ook. Als u een heilige bent en u wilt God iets vragen, kunt u dat net zo goed in de danszaal doen als waar dan ook (DBY, 243).

[Maar] diegenen die God niet met een zuiver hart in de dans kunnen dienen, moeten niet dansen (DBY, 243).

Ik wil duidelijk zeggen dat fluitspelen en dansen geen deel van onze eredienst uitmaken. Je kunt je dus afvragen: waar dienen ze dan toe? Mijn antwoord is: zodat mijn lichaam mijn geest kan bijhouden. Mijn geest is constant hard aan het werk; en daarom geniet ik van deze ontspanning – ik kan alles even van me afgooien en loskomen, zodat m’n lichaam in beweging komt en mijn geest kan rusten. Waarom? Om kracht op te doen, om gelaafd en verkwikt te worden, om nieuwe energie en vitaliteit te krijgen, zodat m’n geest niet opbrandt (DBY, 242).

Er zijn veel bejaarde broeders en zusters onder ons die, door de overleveringen van hun voorvaderen en de vereisten van een onjuiste godsdienst, nooit de binnenkant van een danszaal of theater hebben gezien tot ze heilige der laatste dagen werden, en nu schijnen ze meer behoefte aan dergelijke ontspanning te hebben dan onze kinderen. Dat komt doordat ze het al die jaren moesten stellen zonder dat amusement, dat bedoeld is hun geest nieuw leven in te blazen en hun lichaam energiek en sterk te maken, en tienduizenden zijn een vroegtijdige dood gestorven wegens gebrek aan dergelijke oefening voor lichaam en geest. Ze hebben beide voeding nodig om ze gezond en sterk te maken. Elk vermogen, elke kracht van lichaam en geest is een geschenk van God. Zeg nooit dat de middelen die gebruikt worden om lichaam en geest gezond te maken en te houden, van de duivel zijn (DBY, 242).

Als u wilt dansen, dans naar hartelust (…) of wilt u sporten, doe het en breng uw lichaam in beweging, en gun uw geest rust (DBY, 243).

Zij die hun verbonden onderhouden en hun God dienen: als ze behoefte hebben aan lichaamsbeweging in welke vorm dan ook om geestelijk te rusten en zich lichamelijk uit te leven, ga uw gang en geniet van het dansen, en laat God bij dat alles en al het andere in uw gedachten zijn, en Hij zal u zegenen (DBY, 242).

Ons werk, onze dagelijkse arbeid, ons hele leven past allemaal in het kader van onze godsdienst. Dat geloven we en zo leven we. Toch staat de Heer veel dingen toe die Hij niet gebiedt (…) De Heer heeft me nooit geboden om te dansen, en toch dans ik; u weet het allemaal, want mijn leven is geen geheim. Maar hoewel de Heer het me nooit heeft geboden, staat Hij het wel toe. Volgens mij heeft Hij de jongens nooit geboden te gaan sporten, toch staat Hij het toe. Voor zover ik weet heeft Hij ons nooit geboden een theater te bouwen, maar Hij staat het toe, en ik weet ook waarom. Ontspanning en afleiding zijn net zo nodig voor ons welzijn als de ernstigere zaken in het leven (DBY, 238).

Voor mij is het duidelijk dat de mensen die in het theater op de meest ongepaste momenten stampen, klappen, fluiten of ander lawaai maken, niet al te snugger zijn, en het verschil niet weten tussen een gelukkige glimlach van tevredenheid die een vriend kan opbeuren, of een neerbuigende hatelijkheid die mensen tegen elkaar in het harnas jaagt (DBY, 241).

Maar laat onze geest van vreugde jubelen, en laat het leven alle hoeken en laten van ons lichaam doortintelen; want we komen nu bij elkaar voor lichaamsbeweging, voor lichamelijk welzijn (DBY, 240).

Studiesuggesties

Het ware geluk is te vinden in deugdzaamheid en dienstbetoon.

  • Waarom zoeken mensen naar het geluk? Waarom lijken zoveel mensen het niet te kunnen vinden? Waar is het ware geluk te vinden? Hoe kan het evangelie ons gelukkig maken, zelfs als we ‘pijn lijden, of fouten maken, arm zijn of zelfs in de gevangenis zijn’?

  • Veel mensen denken dat Gods geboden hun vrijheid beknotten en ze minder gelukkig maken. Wat hebt u meegemaakt of gezien waaruit het tegendeel blijkt: dat gehoorzaamheid aan de geboden ons gelukkig maakt, terwijl ongehoorzaamheid ons ongelukkig maakt?

  • Wat vindt u ervan dat u bent geschapen ‘om alles te ontvangen wat God heeft’ en dat onze hemelse Vader en Jezus Christus willen dat we gelukkig zijn?

  • Wat is volgens president Young de enige manier voor heiligen der laatste dagen om gelukkig te zijn? Hoe wordt u door het evangelie na te leven gelukkig?

Gepaste ontspanning kan ons lichamelijke en geestelijke welzijn verhogen.

  • Waarom denkt u dat president Young ontspanning aanmoedigde? (Zie ook LV 136:28.) Hoe kan onze ontspanning ons ‘vrede en heerlijkheid (…) geven, en elke gemoedsaandoening en impuls van het hart’ verheffen?

  • Waaraan moeten we voldoen voordat we ons ontspannen, willen onze activiteiten ons geestelijk en lichamelijk tot zegen zijn?

  • President Young leerde dat ontspanning op gepaste wijze moet plaatsvinden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we bij onze recreatie de Geest van de Heer bij ons hebben?

We moeten zoeken naar goede ontspanning die bij de evangelienormen past.

  • Waarom is het belangrijk om afwisseling in onze activiteiten te brengen, zoals amusement en ontspanning? Wat voor goeds is er volgens president Young aan muziek, dans en theater? Wat zegt hij tegen mensen die denken dat het theater en de danszaal duivelse plaatsen zijn?

  • Wat moeten onze criteria zijn bij het kiezen van amusement? Hoe kunt u ervoor zorgen dat God in uw gedachten is, zelfs bij amusement of ontspanning? Hoe kunnen ouders hun kinderen een goed voorbeeld geven door het soort amusement dat ze kiezen?

  • Waarom is ontspanning ‘net zo nodig voor ons welzijn als de ernstigere zaken in het leven’?

  • Hoe kunt u zorgen voor veilige en goede ontspanning en amusement voor uzelf, uw kinderen of anderen in de samenleving?

Afbeelding
American Fork brass band

Fanfarekorps in American Fork (Utah), 1866. De heiligen waren dol op muziek, en bijna elk dorp had een fanfarekorps.

Afbeelding
cultural hall of Salt Lake City

President Brigham Young spoorde de heiligen aan om sociaal en cultureel actief te zijn. Op deze foto uit 1858 is de Social Hall in Salt Lake City te zien, waar vele heiligen de kans hadden hun talenten te ontwikkelen en te laten zien.

Afdrukken