2015
Getuige van de Heiland Jezus Christus
December 2015


Getuige van de Heiland Jezus Christus

President Packer heeft gedurende de 54 jaar dat hij algemeen autoriteit was en de 45 jaar dat hij apostel was, een bijzondere getuige ‘van de naam van Christus in de gehele wereld’ (LV 107:23), nederig getuigenis gegeven. Kort voor zijn dood op 3 juli 2015 verzocht president Packer de redactie de volgende passages uit zijn bediening in de Liahona op te nemen. In de geest van de kersttijd accentueren ze zijn getuigenis van en liefde voor de Heiland Jezus Christus.

Afbeelding
Carl Bloch's painting depicting Christ with a boy. The painting is cropped to show only Christ. There is a halo of light around Christ's head.

Detail, Christus en het jonge kind, Carl Heinrich Bloch

Ik heb de Heer lief

‘Ik houd van Kerstmis. Er is een bepaalde sfeer in de kersttijd. Die daalt neer op de wereld — niet alleen op de leden van de kerk, maar op de hele wereld — als getuigenis en bevestiging dat Jezus de Christus is. […] Als dienstknecht van de Heer, als een van de Twaalf, weet ik dat Jezus de Christus is. […]

‘Ik heb de Heer lief. Ik houd van zijn werk. Ik houd van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en getuig van Hem die onze Meester en Vriend is.’1

Ik ben een getuige van Hem

‘Sommige zaken zijn te heilig om te bespreken. […]

‘Niet omdat ze geheim zijn, maar omdat ze heilig zijn. Ze worden niet besproken, maar worden beschermd en met de grootste eerbied beschouwd.

‘Ik heb geleerd wat de profeet Alma met deze woorden bedoelde:

‘“[…] Het wordt velen gegeven de verborgenheden Gods te kennen; niettemin wordt hun een streng gebod opgelegd slechts dat gedeelte van zijn woord mee te delen wat Hij de mensenkinderen toekent volgens de aandacht en ijver die zij Hem schenken.

‘“En daarom ontvangt hij die zijn hart verstokt, een kleiner deel van het woord; en hij die zijn hart niet verstokt, hem wordt een groter deel van het woord geschonken, totdat het hem wordt gegeven de verborgenheden Gods te kennen totdat hij die ten volle kent” (Alma 12:9–10). […]

Ik vraag mij net als u af waarom iemand zoals ik tot het heilige apostelambt geordend wordt. Er ontbreekt veel aan mij. Er is zoveel in mijn bediening waarin ik tekortschiet. Ik heb er over nagedacht en heb één ding gevonden, één enkele reden, en die is dat ik dat getuigenis heb.

‘Ik getuig tot u dat ik weet dat Jezus de Christus is. Ik weet dat Hij leeft. Hij werd in het midden des tijds geboren. Hij predikte zijn evangelie, werd berecht en gekruisigd. Hij herrees op de derde dag. Hij was de eersteling van de opstanding. Hij heeft een lichaam van vlees en beenderen. Daarvan getuig ik. Ik ben zijn getuige.’2

Hij nam de straf op zich

Afbeelding
Jesus Christ depicted leaning on a rock in the Garden of Gethsemane. The image depicts the Atonement of Christ.

Detail LAAT NIET MIJN WIL, MAAR DE UWE GESCHIEDEN,, Harry Anderson

‘Vóór en na de kruisiging zijn veel mensen op heldhaftige en onbaatzuchtige wijze bereid geweest om hun leven te geven. Maar niemand hoefde mee te maken wat Christus heeft doorstaan. Op Hem woog de last van alle overtredingen van alle mensen, alle menselijke schuld. De verzoening stond op het spel. Door zijn bereidwillige daad konden barmhartigheid en gerechtigheid met elkaar worden verzoend, kon de eeuwige wet worden beantwoord en kon de bemiddeling worden verwezenlijkt zonder welke de sterfelijke mens niet kon worden verlost.

‘Hij koos ervoor om de straf op zich te nemen die de mensen met hun goddeloosheid en verdorvenheid over zich hadden afgeroepen: hun wreedheid, onzedelijkheid, verdorvenheid en verwording; hun verslavingen; hun moorden, martelingen en gruwelen — voor alle zonden die ooit waren of nog zullen worden begaan. Door die keuze kreeg Hij te maken met de ontzaglijke macht van de boze, die niet door een stoffelijk lichaam gebonden was of onderhevig aan de pijnen van stervelingen. Dat was Gethsémané!

‘Hoe de verzoening is gewrocht, weten we niet. Geen sterveling keek toe toen de boze afdroop en zich in schaamte verborg voor het licht van dat zuivere Wezen. Alle goddeloosheid kon dat licht niet uitdoven. Toen er gedaan was wat er gedaan moest worden, was de schuld ingelost. Zowel dood als hel verloor zijn greep op alle bekeerlijke mensen. De mens was weer vrij. Iedere ziel die ooit geleefd had, kon er nu voor kiezen dat Licht aan te raken en erdoor te worden verlost.

‘Dankzij dit oneindige offer, de verzoening van Christus, kan “de gehele mensheid […] worden gered door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie” (Geloofsartikelen 1:3).’3

De Meesterleraar

‘Bij mijn inspanningen om in zijn evangelie te onderwijzen, heb ik Hem leren kennen, namelijk Jezus Christus, de Zoon van God, de Eniggeborene van de Vader. Ik breng Hem eer met diep ontzag voor waarin Hij onderwees, en met diep ontzag voor hoe Hij onderwees. Het is niet ongepast dat wij ernaar streven om te onderwijzen zoals Hij dat deed. Het is niet ongepast dat wij ernaar streven om zoals Hij te worden. Hij was niet zomaar een leraar; Hij was de Meesterleraar.’4

De waarheid die het meest de moeite waard is om te weten

‘Wij stervelingen kunnen onmogelijk begrijpen hoe de Heiland zijn zoenoffer tot stand heeft gebracht. Maar voorlopig is het hoe niet zozeer van belang als het waarom van zijn lijden. Waarom deed Hij het voor jou en voor mij — voor de hele mensheid? Hij deed het uit liefde voor God, de Vader, en voor de hele mensheid. ‘Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Johannes 15:13).

In Gethsémané zonderde Christus Zich af van zijn apostelen om te gaan bidden. Wat het ook is dat daar toen gebeurde, gaat ons begrip te boven! Maar we weten dat Hij de verzoening volbracht. Hij was bereid de vergissingen, zonden en schuld, de twijfels en de angsten van de hele wereld, op Zich te nemen. Hij leed voor ons zodat wij niet zouden hoeven lijden. Veel stervelingen hebben kwellingen ondergaan en zijn een pijnlijke, verschrikkelijke dood gestorven. Maar zijn kwellingen overtroffen dat alles. […]

‘Zijn lijden was anders dan dat van alle anderen voor of na Hem, omdat Hij alle straffen op Zich nam die de mensheid ooit [kunnen worden] opgelegd. Denk je dat eens in! Hij had geen schuld af te betalen. Hij had geen kwaad gedaan. En toch ervoer Hij een optelsom van alle schuld, verdriet, pijn en vernedering; alle mentale, emotionele en lichamelijke kwellingen die de mens kent. Hij heeft het allemaal meegemaakt. Er komt er maar Eén in de annalen van de geschiedenis van de mensheid voor die volkomen zondeloos was en die in staat was om de schuld voor de zonden en overtredingen van alle mensen op Zich te nemen, en de pijn te overleven die met het boeten voor die schuld gepaard ging.

‘Hij bood zijn leven aan en zei in feite: “Ik ben het die de zonden der wereld op Mij neemt” (Mosiah 26:23). Hij werd gekruisigd; Hij stierf. Ze konden Hem niet het leven benemen. Hij stemde erin toe om te sterven. […]

‘Als je wel eens bent gestruikeld of tijdelijk afgedwaald, als je het gevoel hebt dat de tegenstander je gevangen houdt, kun je in geloof verder gaan en hoef je niet meer door de wereld te dwalen. Er zijn mensen die klaarstaan om je naar gemoedsrust en veiligheid terug te leiden. Zelfs de genade van God die ons in de Schriften wordt beloofd, komt “na alles wat wij kunnen doen” (2 Nephi 25:23). Dat dit mogelijk is, is voor mij de waarheid die het meest de moeite waard is om te weten.

‘Ik beloof dat de heldere ochtend van vergiffenis kan komen. Dan komt “de vrede van God, die alle begrip te boven gaat” (Filippenzen 4:7) weer in je leven, net als een zonsopgang, en zullen jij en Hij niet meer aan je zonde denken (zie Jeremia 31:34). Hoe weet je dat? Je zult het weten! (Zie Mosiah 4:1–3.)’5

Mijn getuigenis

‘Na alle jaren waarin ik heb geleefd en onderwezen en gediend, na de miljoenen kilometers die ik over de hele wereld heb gereisd, na alles wat ik heb meegemaakt, is er één grote waarheid waarover ik wil spreken. Dat is mijn getuigenis van de Heiland, Jezus Christus.

‘Joseph Smith en Sidney Rigdon schreven na een heilige ervaring het volgende:

‘“En nu, na de vele getuigenissen die van Hem zijn gegeven, is dit het getuigenis, het laatste van alle, dat wij van Hem geven: dat Hij leeft!

‘“Want wij zagen Hem” (LV 76:22–23).

‘Hun woorden zijn mijn woorden.’6

‘Wat is het een voorrecht geweest om mijn bijzondere getuigenis te geven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. Ik getuig in alle nederigheid, maar met volkomen zekerheid, dat Hij de Eniggeborene van de Vader is. Dit is zijn kerk; Hij presideert haar en Hij leidt dit werk. Hij is onze Verlosser. Ik weet dat Hij leeft en ik ken hem. Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.’7

Noten

  1. ‘Our Witness of the Lord’, instructiebijeenkomst voor algemene autoriteiten, 5 december 1974.

  2. ‘The Spirit Beareth Record’, Ensign, juni 1971, 87, 88.

  3. ‘Wie is Jezus Christus?’, Liahona, maart 2008, 15.

  4. Mine Errand from the Lord: Selections from the Sermons and Writings of Boyd K. Packer (2008), 337.

  5. ‘Het onzelfzuchtige en heilige offer van de Heiland’, Liahona, april 2015, 37–38; zie ook ‘Truths Most Worth Knowing’, CES-devotional, 6 november 2011.

  6. ‘Het getuigenis’, Liahona, mei 2014, 97.

  7. President Packer schreef dit afsluitende getuigenis vlak voor hij overleed.

Afdrukken