Schriften voor Spencer
‘Ik hou veel van de heil’ge Schriften. Als ik ze bestudeer, voel ik me heel erg blij, getuigt de Geest tot mij’ (Kinderliedjes, 66).
Toen mijn vrouw en ik pas getrouwd waren, moedigde president Spencer W. Kimball (1895–1985) de leden van de kerk aan om dagelijks met hun gezin in de Schriften te lezen. We wilden doen wat de profeet zei, dus besloten we dat samen als echtpaar te doen, en later samen met onze kinderen.
Jaren later hadden we vijf kinderen in ons gezin. Spencer was de jongste.
Toen Spencer zes was, gingen mijn vrouw en ik een paar daagjes weg en lieten we iemand op de kinderen passen. Bij thuiskomst vroeg ik aan Spencer hoe alles was gegaan terwijl we weg waren.
Hij zei dat hij moeite had gehad om te slapen. Ik vroeg waarom hij zo slecht sliep. Hij dacht erover na en zei dat hij het eigenlijk niet wist.
Later die avond gingen we zoals gebruikelijk als gezin in het Boek van Mormon lezen.
Opeens riep Spencer uit: ‘Dat is het!’ Ik vroeg waar hij het over had. ‘Daarom kon ik ’s nachts niet goed slapen.’
‘Waarom kon je niet slapen?’ vroeg ik.
‘We lazen ’s avonds niet in de Schriften toen jullie weg waren, en dat geeft me juist zo’n fijn gevoel.’
Spencer had ontdekt dat dagelijks in de Schriften lezen ons de troost, vrede en leiding van de Heilige Geest brengt.
We kunnen van de Schriften leren houden als we er dagelijks in lezen. Doen we dat, dan worden we door de Heilige Geest geleid en door onze hemelse Vader gesterkt.