2015
Hoe wisten ze wat ik nodig had?
December 2015


Onder heiligen der laatste dagen

Hoe wisten ze wat ik nodig had?

Hannah Eiselin (Arizona, VS)

Illustration depicting a young adult woman standing at a mailbox looking at a card.

Illustratie Stan Fellows

Bijna twintig jaar geleden ontving ik mijn zendingsoproep om in Japan te dienen. Ik keek er met grote verwachting en enige spanning naar uit om in januari te vertrekken en begon me daarop voor te bereiden. Rond die tijd raakten mijn beide ouders hun baan kwijt.

Ik had wel geld voor óp mijn zending, maar ons gezin had het financieel moeilijk. Ik wist niet waar ik het geld vandaan moest halen om de nodige spullen vóór mijn zending aan te schaffen, zoals kleding, bagage en dergelijke. Ik had een deeltijdbaantje maar dat leverde niet genoeg op. Ik maakte me vooral zorgen hoe ik aan het geld moest komen om direct een paspoort aan te vragen, zodat ik het op tijd zou hebben om naar Japan te gaan.

Op een middag ging ik wanhopig naar mijn kamer om mijn hart voor mijn hemelse Vader uit te storten. Ik vertelde Hem dat ik graag in Japan wilde dienen en dat ik dankbaar was dat mijn droom om op zending te gaan weldra uit zou komen. Ik slikte mijn tranen weg toen ik Hem vertelde dat ik 75 dollar voor een paspoort nodig had. Toen ik na mijn gebed opstond, wist ik dat alles goed zou komen. Ik wist niet hoe, maar een kalme gemoedsrust verzekerde me dat de Heer ervoor zou zorgen.

Later die dag trof ik in onze brievenbus een kerstkaart aan. De bezorger ervan had er alles aan gedaan om anoniem te blijven. Er zat geen postzegel op; de kaart was door iemand persoonlijk in de bus gestopt.

Aan de binnenkant van de kaart was getypt: ‘Gefeliciteerd! Je bent de ontvanger van een willekeurige daad van christelijke liefdadigheid. Vrolijk kerstfeest, Hannah. Veel succes op je zending.’

Er zat honderd dollar in de kaart. Ik stond bij de voordeur te huilen. Wie hadden dit gedaan en hoe wisten ze wat ik nodig had?

Jaren later weet ik nog steeds niet wie het geld die dag bij mij thuis bezorgd heeft. Ik heb sinds die tijd vaak aan die persoon, of personen, gedacht. Zij hebben laten zien wat ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum van de Twaalf Apostelen volgens mij bedoelde toen hij zei: ‘Het medeleven van goede vrienden raakt ons diep en verandert ons leven […] In deze kerk verhoort de Heer gebeden om hulp vaak door de eenvoudige, dagelijkse steun van liefdevolle broeders en zusters. In de goedheid van oprechte vrienden heb ik de barmhartigheid van de Heer zelf weerspiegeld gezien.’1

Die vriendelijke daad veranderde me. Ik kon op de geplande tijd op zending gaan en ben er op gaan letten hoe ik het antwoord op de gebeden van anderen kan zijn.

Noot

  1. Joseph B. Wirthlin, ‘Valued Companions’, Ensign, november 1997, 32.