2015
Naar de tempel rennen
December 2015


Onder heiligen der laatste dagen

Naar de tempel rennen

Antonella Trevisan, Udine (Italië)

Illustration depicting a couple running towards the temple during a snowstorm.

Illustratie Stan Fellows

In december 1999 waren we ons op onze jaarlijkse kerstreis naar de Berntempel in Zwitserland aan het voorbereiden. De reis is een speciale traditie die we kort na ons huwelijk startten om de geboorte van de Heiland te gedenken.

De reis zou per auto ongeveer acht uur duren en vóór ons vertrek hadden we slecht weer. Ontwortelde bomen, een scherpe wind en gladde wegen zouden onze reis verraderlijk maken.

Ik voelde me onzeker en snapte niet waarom er zoveel obstakels waren aangezien we wisten dat de Heer wilde dat we naar de tempel zouden gaan. Zou Hij ons pad niet makkelijker maken?

Mijn man, Antonio, en ik knielden met onze kinderen in gebed neer en vertelden onze hemelse Vader dat we de volgende dag naar Bern zouden vertrekken, tenzij Hij ons liet weten dat we niet moesten gaan.

‘Als de weg echt onberijdbaar is, keren we terug’, zei Antonio na ons gebed.

Ik voelde dat we de juiste beslissing genomen hadden, maar was nog steeds bang. De volgende ochtend had ik veel twijfels en wilde opnieuw bidden. Antonio zei dat we ons antwoord al ontvangen hadden, maar knielde liefdevol en geduldig met me neer.

De dageraad was nog maar pas aangebroken toen we vertrokken en donkere wolken pakten zich boven ons samen. Tijdens de rit zag ik een klein beetje blauwe lucht boven de bergen. Een bescheiden streepje zon brak door de wolken heen.

Dat zonnestraaltje versterkte mijn wankele geloof. Als bij wonder kwam de zon tevoorschijn. De temperatuur ging omhoog. Er was geen mist, geen ijs, geen wind — slechts een heldere, ongebruikelijk warme winterdag. Ik kreeg tranen in de ogen. Het leek erop dat onze hemelse Vader onze gebeden verhoord had.

Toen we in Bern aangekomen waren, begon het hevig te sneeuwen en het zou blijven sneeuwen tot we naar huis gingen. Toen we de volgende ochtend vóór de dageraad naar de tempel gingen, veranderde de gestage sneeuwval in een hevige sneeuwstorm. Ik was even bang en begon over het voetpad naar de tempel te rennen.

Toen kreeg ik deze gedachte: zo hoort het te zijn. De wereld bestookt ons met moeilijkheden, maar we moeten naar de vrede van de Heer in zijn huis rennen.

We brachten een fijne kersttijd in de tempel door, maar we maakten ons zorgen over de terugrit. Het bleef maar sneeuwen en onze jongste zoon kreeg hoge koorts. Maar op de dag van ons vertrek hield het als bij wonder op met sneeuwen en de koorts van onze zoon nam dankzij een priesterschapszalving af.

Toen we van de vrede van de tempel genoten, moest ik aan een tekst uit de Bijbel denken: ‘Zou er iets voor de Heere te wonderlijk zijn?’ (Genesis 18:14.) Dankbaar besefte ik dat het antwoord daarop nee was.