2004
Maar zelfs indien niet (…)
Mei 2004


Maar zelfs indien niet (…)

Mensen kunnen veel tot stand brengen als zij op de Heer vertrouwen en zijn geboden onderhouden — door hun geloof te oefenen, ook als ze niet begrijpen wat de Heer met hen van plan is.

Als jongeman kwam ik een keer terneergeslagen, teleurgesteld en in de war van een basketbaltoernooi thuis. Ik zei tegen mijn moeder: ‘Ik weet niet waarom we verloren hebben — ik had het geloof dat we zouden winnen!’

Ik begrijp nu dat ik toen niet wist wat geloof is.

Geloof is geen bravour, niet slechts een wens of hoop. Waar geloof is geloof in de Heer Jezus Christus — het vertrouwen in Jezus Christus waardoor iemand Hem wil volgen.1

Eeuwen geleden werden Daniël en zijn jonge vrienden plotseling vanuit hun vertrouwde omgeving de wereld ingestuurd — een vreemde en intimiderende wereld. Toen Sadrak, Mesak en Abednego weigerden om het gouden beeld te aanbidden dat de koning had opgericht, zei de woedende Nebukadnessar dat als zij niet volgens het gebod zouden aanbidden, ze onmiddellijk in een brandende oven zouden worden gegooid — ‘en wie is de god, die u uit mijn hand zou kunnen bevrijden?’2

De drie jongemannen zeiden snel en vol vertrouwen: ‘Indien onze God, die wij vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning, bevrijden.’ Dat klinkt als mijn geloof als jongeman. Maar toen lieten ze zien dat ze volledig begrepen wat geloof is. Ze zeiden: ‘Maar zelfs indien niet (…) [dan zullen] wij uw goden niet vereren, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden.’3 Daaruit blijkt hun ware geloof.

Zij wisten dat zij op God konden vertrouwen — ook als alles anders verliep dan zij hoopten.4 Zij wisten dat geloof meer dan een mentale aanvaarding is; meer dan een erkenning dat God leeft. Geloof is geheel op God vertrouwen.

Geloof is het vertrouwen dat hoewel wij niet alles begrijpen, Hij dat wel doet. Geloof is beseffen dat onze macht beperkt is, maar de zijne niet. Geloof in Jezus Christus bestaat uit volledig vertrouwen op Hem.

Sadrak, Mesak en Abednego wisten dat zij altijd op Hem konden vertrouwen omdat ze zijn plan kenden en wisten dat Hij onveranderlijk is.5 Net als wij wisten zij dat het sterfelijk leven geen toevallig natuurverschijnsel is. Het is een klein onderdeel van het grote plan6 van onze liefdevolle Vader in de hemel, om het voor ons, zijn zoons en dochters, mogelijk te maken dezelfde zegeningen te ontvangen, die Hij reeds bezit.

Zij wisten, zoals wij weten, dat wij in ons voorsterfelijk leven van Hem instructies over het doel van het sterfelijk leven hebben ontvangen: ‘Wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen; en Wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Here, hun God, hun ook zal gebieden.’7

Daar gaat het dus om — het is een test. De wereld is een proeftijd voor de mens. Als wij begrijpen dat het allemaal een test van onze hemelse Vader is, die wil dat wij Hem vertrouwen en Hem de kans geven ons te helpen, zien we alles veel duidelijker.

Hij heeft gezegd dat het zijn werk en zijn heerlijkheid is om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’8 Hij is reeds een God. En ons te helpen is zijn enige doel, ons in staat te stellen bij Hem terug te keren, zoals Hij te worden, en in de eeuwigheid het soort leven te leiden dat Hij leidt.

Omdat ze dat wisten, was het voor deze drie jonge Hebreeërs niet moeilijk om hun beslissingen te nemen. Zij zouden God volgen; zij zouden hun geloof in Hem oefenen. Hij zou hen bevrijden — maar zelfs indien niet — en we weten de rest van het verhaal.

De Heer heeft ons keuzevrijheid gegeven, het recht en de verantwoordelijkheid om beslissingen te nemen.9 Hij toetst ons door toe te staan dat wij beproefd worden. Hij belooft ons dat Hij ons niet zwaarder zal laten beproeven dan wij aankunnen.10 Maar wij moeten begrijpen dat grote beproevingen grote mensen voortbrengen. Wij gaan niet naar beproevingen op zoek, maar als we vol geloof reageren, zal de Heer ons sterken. Maar zelfs indien niet (…) kan toch een opmerkelijke zegen zijn.

De apostel Paulus leerde ooit deze belangrijke les en zei na tientallen jaren toegewijd zendingswerk: ‘Wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop; en de hoop maakt niet beschaamd.’11

Hij werd gerustgesteld door de Heiland: ‘Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid.’12

Paulus antwoordde: ‘Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. [Ik] heb een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig.’13 Omdat hij op de manier van de Heer zijn beproevingen het hoofd bood, nam het geloof van Paulus toe.

‘Door het geloof heeft Abraham, toen hij verzocht werd, Isaak ten offer gebracht.’14 Door zijn grote geloof had Abraham de belofte gekregen dat zijn nakomelingen talrijker zouden zijn dan de sterren in de hemel, en dat die nakomelingen door middel van Isaak voort zouden komen. Maar Abraham gaf onmiddellijk gehoor aan het gebod van de Heer. God zou zijn belofte nakomen, maar zelfs indien niet op de manier die Abraham verwachtte, vertrouwde hij Hem toch volledig.

Mensen kunnen veel tot stand brengen als zij op de Heer vertrouwen en zijn geboden onderhouden — door hun geloof te oefenen, ook als ze niet begrijpen wat de Heer met hen van plan is.

‘Door het geloof heeft Mozes, volwassen geworden, geweigerd door te gaan voor een zoon van Farao’s dochter, maar hij heeft liever met het volk Gods kwaad verdragen, dan tijdelijk van de zonde te genieten; en hij heeft de smaad van Christus groter rijkdom geacht dan de schatten van Egypte (…).

Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, zonder de toorn des konings te duchten (…).

Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over droog land (…).

Door het geloof zijn de muren van Jericho neergestort.’15

Anderen hebben ‘door het geloof koninkrijken onderworpen, (…) de vervulling der belofte verkregen, muilen van leeuwen dichtgesnoerd,

‘de kracht van het vuur gedoofd, aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden.’16

Maar te midden van al die geweldige resultaten waar zij op gehoopt en die ze verwacht hadden, was er altijd maar zelfs indien niet:

‘Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap.

‘Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven, (…) onder ontbering, verdrukking en mishandeling.’17

‘Daar God iets beters met hen voor had door hun lijden, want zonder lijden konden zij niet tot volmaaktheid komen.’18

Onze Schriften en onze geschiedenis staan vol verslagen over grote mannen en vrouwen van God die geloofden dat Hij hen zou verlossen, maar zelfs indien niet, lieten zij zien dat zij geloof en vertrouwen hadden.

Hij heeft de macht — maar het is onze beproeving.

Wat verwacht de Heer van ons wat onze beproevingen betreft? Hij verwacht dat wij alles doen wat we kunnen — Hij doet de rest. Nephi heeft gezegd: ‘Want wij weten, dat wij na alles, wat wij kunnen doen, slechts door genade zalig worden.’19

We moeten hetzelfde geloof als Sadrak, Mesak en Abednego hebben.

Onze God zal ons verlossen van spot en vervolging, maar zelfs indien niet (…). Onze God zal ons verlossen van ziekte en aandoeningen, maar zelfs indien niet (…). Hij zal ons verlossen van eenzaamheid, depressie en angst, maar zelfs indien niet (…). Onze God zal ons verlossen van bedreigingen, beschuldigingen en onzekerheid, maar zelfs indien niet (…). Hij zal ons verlossen van de dood of de verzwakking van dierbaren, maar zelfs indien niet (…).

Onze God zal ervoor zorgen dat wij rechtvaardigheid en eerlijkheid ontvangen — Maar zelfs indien niet (…). Hij zal ervoor zorgen dat wij geliefd en erkend worden, maar zelfs indien niet (…). Wij zullen een ideale partner en rechtschapen en gehoorzame kinderen krijgen, maar zelfs indien niet (…). We zullen geloof in de Heer Jezus Christus hebben, en weten dat als wij ons uiterste best hebben gedaan, wij op zijn tijd en wijze verlost zullen worden en alles zullen ontvangen wat Hij heeft.20 Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Hebreeën 11:1; Alma 32:21; Ether 12:6.

  2. Daniël 3:15.

  3. Daniël 3:17–18; cursivering toegevoegd.

  4. Zie Mosiah 7:33.

  5. Zie Alma 7:20; 3 Nephi 24:6; Mormon 9:19; Moroni 8:18.

  6. Zie 2 Nephi 11:5; Alma 12:25; LV 84:35–38.

  7. Zie Abraham 3:24–25.

  8. Mozes 1:39.

  9. Zie 2 Nephi 2:27; Helaman 14:30; LV 101:78.

  10. Zie 1 Korintiërs 10:13; Alma 13:28.

  11. Romeinen 5:3–5.

  12. 2 Korintiërs 12:9.

  13. 2 Korintiërs 12:9–10.

  14. Hebreeën 11:17; cursivering toegevoegd.

  15. Hebreeën 11:24–27, 29–30; cursivering toegevoegd.

  16. Hebreeën 11:33–34; cursivering toegevoegd.

  17. Hebreeën 11:36–37.

  18. Bijbelvertaling van Joseph Smith, Hebreeën 11:40.

  19. 2 Nephi 25:23.

  20. Zie LV 84:35–38.