2004
Geloof!
Mei 2004


Geloof!

Geloof in jezelf. Geloof dat je er nooit alleen voor staat. Geloof dat je altijd geleid zult worden.

Enkele maanden geleden werd ik uitgenodigd om te spreken tot de jongevrouwen in de ring was ik was opgegroeid. Ik was blij en zenuwachtig. Mijn moeder ging met me mee, en we waren er vrij vroeg. De bijeenkomst werd gehouden in het gebouw waar ik altijd naar de kerk ging totdat ik naar de universiteit ging. Ik was daar al heel lang niet meer geweest en kon niet voorzien wat er gebeurde toen ik door de voordeur naar binnen liep. Ik werd door een stortvloed van emoties overweldigd en begon te huilen. Mijn moeder keek me aan en zei: ‘Elaine, ga nou niet huilen.’ Maar de tranen stroomden over mijn wangen toen ik bovenaan de prachtige marmeren trap het kantoor zag waar mijn vader als bisschop had gewerkt. Toen ik bovenaan de trap kwam, zag ik dat de deur van het kantoor openstond. Ik ging naar binnen en zag dat het nu een leslokaal was, en opnieuw werd ik door herinneringen overspoeld. In mijn gedachten zag ik mijn vader achter het bureau zitten, ik zag mezelf als meisje op de stoel ertegenover zitten om mijn tiende te betalen of als jongevrouw om een gesprek te hebben of een zegen te ontvangen. Mijn liefde voor dat gebouw kwam voort uit de geestelijke ervaringen en gevoelens die ik daar had gehad.

Als meisje ging ik vaak met mijn vader mee naar de kerk en wachtte ik totdat hij klaar was met zijn vergaderingen of gesprekken. Ik vermaakte me dan altijd door op onderzoek uit te gaan. Ik kende ieder hoekje van het gebouw. Een van mijn lievelingsplekjes was de torenkamer. Het was een groot vertrek bovenaan een steil trapje. In het vertrek hing boven een grote open haard een plaat van de Heiland. Ik voelde me altijd tot dat vertrek aangetrokken. Ik liep altijd het trapje op en ging eerbiedig naar binnen. Ik ging op een stoel zitten en keek naar de plaat van de Heiland en bad tot mijn hemelse Vader. Het waren eenvoudige gebeden. Maar altijd als ik in gebed ging, kreeg ik een speciaal gevoel en wist ik dat Hij naar mijn gebeden luisterde. Daar is mijn geloof begonnen.

De Heer heeft ons beloofd: ‘Zoekt ijverig, bidt altijd, en weest gelovig, (…) alle dingen zullen voor uw welzijn samenwerken’ (LV 90:24; cursivering toegevoegd). Dat houdt niet in dat alles perfect is of dat we geen beproevingen zullen krijgen, maar het houdt in dat alles goed zal komen als wij ‘volharden’. Wij hebben de mogelijkheid om ‘een voorbeeld voor de gelovi-gen’ te zijn (1 Timoteüs 4:12), en de Heiland heeft beloofd: ‘Alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft’ (Marcus 9:23). Geloof dus in jezelf. Geloof dat je er nooit alleen voor staat. Geloof dat je altijd geleid zult worden.

Geloof in jezelf

Ouderling David B. Haight van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over jullie gezegd: ‘Wij hebben vertrouwen in je, je ouders en je broers en zussen ook, en God verwacht het beste van je. En ook jij moet vertrouwen in jezelf hebben. Geef het niet op wanneer je het moeilijk hebt, want je bent de fundering aan het leggen voor een groot werk, en dat werk is je leven.’ (‘Een tijd om je voor te bereiden’, De Ster, januari 1992, p. 35.)

President Hinckley heeft tegen ons gezegd: ‘Ik geloof in mezelf. Dat bedoel ik niet zelfingenomen. Maar ik geloof in mijn en jullie vaardigheid om het goede te doen, om een bijdrage te leveren aan de samenleving waar we deel van uitmaken, om te groeien en ons te ontwikkelen, en om te doen wat nu misschien onmogelijk lijkt. (…) Ik geloof in het beginsel dat ik iets in deze wereld kan betekenen. Misschien is mijn bijdrage maar klein. Maar het zal bijdragen aan het algemeen welzijn.’ (Zie ‘Ik geloof’, De Ster, maart 1993, p. 3.)

Jullie zijn een van de edelste generaties jongevrouwen die ooit op aarde hebben geleefd. Voordat jullie op aarde kwamen, zijn jullie door onze hemelse Vader onderricht. Jullie zijn bestemd om met een bijzonder doel op aarde te komen. Jullie hebben bepaalde taken te verrichten die niemand anders zo goed kan doen. Jullie hebben een bepaalde bestemming.

Door jullie rechtschapen voorbeeld als gelovige, zullen jullie veel in de wereld betekenen, dus: ‘Verflauwt daarom niet in goeddoen, want gij legt het fundament van een groot werk’ (LV 64:33).

Geloof dat je er nooit alleen voor staat

Als je een voorbeeld voor de gelovigen bent, heb je soms het gevoel dat je er alleen voor staat. Dan denk je misschien dat je de enige bent die zo goed zijn best doet om rechtschapen en rein te zijn. Dan denk je misschien dat je de enige bent die ernaar streeft om bescheiden te zijn in woord, daad en uiterlijk. Maar je staat er niet alleen voor. Er zijn duizenden jongevrouwen over de hele wereld die er ook naar streven om een voorbeeld voor de gelovigen te zijn.

Carmelita en Rosario, twee jongevrouwen in Jalapa (Mexico), bevinden zich onder de gelovigen. Zij zijn de enige leden van de kerk in hun familie en ze wonen alleen. Toen ik hun kleine woning bezocht, zeiden ze dat ze wisten dat onze hemelse Vader hen bijzonder liefhad omdat Hij de zendelingen naar hen toe had gestuurd om hen in het evangelie te onderwijzen. Hoewel het moeilijk was, vertrouwden ze dagelijks op de liefdevolle zorg en leiding van onze hemelse Vader.

Tot Carmelita en Rosario, en jullie allemaal, getuig ik dat je er niet alleen voor staat. De Heer heeft beloofd: ‘Ik zal voor uw aangezicht uitgaan. Ik zal aan uw rechterhand en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te bemoedigen’ (LV 84:88).

Geloof dat je geleid zult worden

Als je de Schriften ijverig bestudeert en altijd bidt, zul je door de Heer geleid worden. Een jongevrouw in Mongolië luisterde naar de woorden van de profeten toen de zendelingen gedeelten uit het Boek van Mormon aan haar voorlazen. Het Boek van Mormon was nog niet in haar taal vertaald, maar toen de zendelingen de woorden voor haar vertolkten, geloofde ze en liet ze zich dopen. Ze werd een voorbeeld voor de gelovigen in Mongolië.

Later werd ze geroepen om in Salt Lake City op zending te gaan. Wat was ze blij! Ze leerde Engels en kocht haar eigen Schriften. Toen ze ons thuis bezocht, las ze eerbiedig in haar nieuwe Schriften. Ze vond ze prachtig. Ik zag dat bijna alles op iedere bladzijde in het geel was onderstreept. Ik zei: ‘Zuster Sarantsetseg, uw Schriften lijken wel op de gouden platen.’ Ze antwoordde: ‘Ik onderstreep alleen wat me aanspreekt.’

Alles in de Schriften is op ons van toepassing. De Schriften beantwoorden onze vragen, ze voorzien in voorbeelden en helden, en ze helpen ons begrijpen hoe we met problemen en beproevingen moeten omgaan. Vaak zijn de teksten die je leest een antwoord op je gebed.

Toen ik zo oud was als jullie, werd mijn vader ernstig ziek. We dachten dat het een zware griep was, maar iedere dag werd hij zieker. Het was in die tijd dat ik echt heb geleerd wat het betekent om ‘altijd te bidden’ (2 Nephi 32:9). Ik had voortdurend een gebed in mijn hart en zocht afgelegen plekjes op om mijn ziel in gebed voor mijn hemelse Vader uit te storten en Hem te vragen mijn vader te genezen. Na enkele weken overleed mijn vader. Ik was geschokt en bang. Wat moesten we thuis doen zonder onze vader die we zo liefhadden? Hoe konden we verder gaan? Ik had het gevoel dat onze hemelse Vader mijn vurige gebeden niet had verhoord. Mijn geloof werd op de proef gesteld. Ik sprak mijn hemelse Vader in gebed aan en vroeg: ‘Hemelse Vader, bent u daar echt?’

In de loop van vele maanden bad ik om hulp en leiding. Ik bad voor ons gezin, en ik wilde begrijpen waarom mijn vader niet was genezen. Een tijd lang leek het wel of de hemel gesloten bleef, maar als gezin bleven we om troost en leiding bidden. Ik bleef ook bidden. Op een dag, vele maanden later, tijdens een avondmaalsdienst, kreeg ik door middel van een tekst antwoord om mijn gebeden. De spreker zei: ‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet. Ken Hem in al uw wegen, dan zal hij uw paden recht maken’ (Spreuken 3:5–6). Ik kreeg een sterk gevoel en dacht dat ik de enige persoon in de kapel was. Dat was mijn antwoord. Onze hemelse Vader had mijn gebeden gehoord!

Die ervaring was jaren geleden, maar ik kan me die nog goed herinneren. En ik getuig dat Hij mij op mijn pad heeft geleid. Ik weet dat als wij geloven en op Hem vertrouwen, ‘alle dingen […] voor [ons] welzijn [zullen] samenwerken.’

De oproep aan jullie is dezelfde als die van de apostel Paulus aan zijn jonge vriend Timoteüs: ‘Wees een voorbeeld voor de gelovigen’ (1 Timoteüs 4:12). Willen jullie dat doen? Willen jullie de wereld en de Heiland laten zien dat je geloof hebt — door de manier waarop je je kleedt, de manier waarop je praat, de manier waarop je je lichaam respecteert, en door je zuivere levenswijze? De wereld heeft gelovige jongevrouwen nodig.

Geloof in de Heiland. Hij heeft jullie lief en ik getuig dat Hij je niet in de steek zal laten. Hij heeft beloofd:

Vat moed! Ik ben met u, o, weest niet verschrikt,

want Ik ben uw God die uw lot hier beschikt.

Ik sterk u en help u en waarschuw voor ‘t kwaad, (…)

als gij vol vertrouwen Mij nimmer verlaat.

(‘O, vast als een rotssteen’, lofzang 53; zie ook Jesaja 41:10; 43:2–5.)

Ik geloof dat eenieder van jullie de macht heeft om de wereld te veranderen. Geloof in jezelf. Geloof dat je er nooit alleen voor staat. Geloof dat je geleid zult worden. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Afdrukken