2004
Voor de kracht van de jeugd
Mei 2004


Voor de kracht van de jeugd

De normen van de kerk zijn stabiel en waar. Ze zijn er voor jullie veiligheid en eeuwige zekerheid.

Geliefde priesterschapsdragers, ik vind het een eer om vanavond bij u te zijn. Vier van mijn kleinzoons zitten vanavond in het Conferentiecentrum — Craig, Brent, Kendall en Michael. Ik wil me graag tot hen en alle Aäronisch-priesterschapsdragers richten, en alle andere broeders uitnodigen om te luisteren.

In een boodschap van het Eerste Presidium, die in de brochure Voor de kracht van de jeugd staat, lezen we:

‘Geliefde jongemannen (…), wij hebben veel vertrouwen in jullie. Jullie behoren tot de beste geesten, geboren in een tijd dat de verplichtingen en de mogelijkheden, maar ook de verleidingen, het grootst zijn. Jullie staan aan het begin van jullie reis door dit sterfelijk leven. Onze hemelse Vader wil dat jullie een vreugdevol leven leiden en in zijn tegenwoordigheid terugkeren. De beslissingen die jullie nu nemen, zullen grotendeels de koers in je leven en in de eeuwigheid bepalen.’1

Jullie leven in een wereld vol onzekerheid. Je hoort veel verschillende stemmen om je heen. Je kunt uit veel verschillende paden kiezen. En die leiden niet allemaal naar onze hemelse Vader. Hoe kun je te weten komen naar wie je moet luisteren of waar je heen moet?

De profeet Jakob heeft die vragen in de volgende tekst beantwoord: ‘De Geest spreekt de waarheid en liegt niet. Daarom spreekt Hij van dingen, zoals die werkelijk zijn, en van dingen, zoals die werkelijk zullen zijn.’2

Maar wat zijn de ‘dingen, zoals die werkelijk zijn’, die Jakob noemde? Ouderling Neal A. Maxwell heeft het volgende over dat onderwerp gezegd:

‘Zonder de gehoorzame reactie op “dingen, zoals die werkelijk zijn”, zijn er de eindeloze wegomleidingen en de onbetekenende zoektochten naar een andere levenskoers. (…) Een verkeerde levenskoers kan later niet als juist worden bewezen. (…)

‘Het evangelie van de Heer Jezus Christus schenkt ons veel waarheden (…) — dat er een levende God is; dat er een levende kerk is; dat er levende profeten zijn; dat er levende Schriften zijn; en dat er een opstanding met een oordeel zal zijn.’3

Er zijn bepaalde waarheden, bepaalde ‘dingen zoals die werkelijk zijn’ die aan de hand van normen gehandhaafd worden. Veel van die normen zijn meetbaar. Laten we naar enkele voorbeelden uit de sportwereld kijken.

Op de omslag van de New Era van maart 2004 staat een foto van Moroni Rubio uit Mexico. Twee jaar geleden behaalde hij de eerste plaats tijdens de Midden-Amerikaanse juniorkampioenschappen op de honderd meter sprint. Zijn persoonlijke record is 104,6 seconden.4 Zijn prestaties worden door een stopwatch gemeten.

Het wereldrecord hoogspringen voor mannen staat op naam van een Cubaanse atleet die 2,45 meter heeft gesprongen. Kun je je voorstellen om zo hoog te springen? Hoogspringers springen over een horizontale lat die op twee verticale palen rust. Deze lat vertegenwoordigt een maatstaf, die gehaald of overschreden moet worden.

Stel je een atletiekwedstrijd voor waar de renners niet door een stopwatch worden gemeten en de hoogspringers geen horizontale lat hebben om zich aan te meten.

Net als in de sportwereld zijn er in het leven bepaalde normen waaraan gedrag gemeten wordt. Er is goed en kwaad. Als priesterschapsdragers springen we niet zonder een horizontale lat.

Helaas zien we de traditionele normen op het gebied van zedelijkheid en gedrag verdwijnen. In de volksmond zegt men dan: ‘Alles moet kunnen’. De wereld beschouwt traditionele normen als ouderwets en achterhaald.

Wij zijn lid van een kerk die gehoorzaamheid aan de normen verwacht. Dingen die vroeger al altijd verkeerd waren, zijn nog steeds verkeerd. De kerk verandert de zedelijke normen niet en past zich niet aan veranderende gebruiken of de zeden van de hedendaagse samenleving aan.

President Gordon B. Hinckley vertelt over een ervaring die hij als jongeman had toen hij op een avond met zijn broer Sherman in een oude boerenwagen sliep. Ze ‘keken naar de ontelbare sterren in de hemel en noemden om de beurt bekende sterren en zochten naar de Grote Beer, de steel en de pan, om daarmee de Poolster te vinden.’ President Hinckley zegt dat hij enorm geboeid werd door de Poolster. Ongeacht de omwenteling van de aarde houdt de Poolster zijn positie in de hemel, en beweegt nooit. Hij heeft gezegd: ‘Ik beschouwde de ster als een onveranderlijke grootheid te midden van verandering. Iets waar je altijd op kunt rekenen, iets betrouwbaars, een anker in een ogenschijnlijk onstabiel uitspansel.’5

Naar aanleiding van de onwrikbare, onbetwistbare positie van de Poolster heeft een schrijver het verhaal verteld van een jongetje dat tijdens een kampeertocht verdwaalde. Toen zijn vader hem uiteindelijk vond, vroeg hij of de jongen iets in het landschap had opgemerkt dat hij altijd kon zien. Dat had hem volgens zijn vader kunnen helpen om zijn positie te bepalen. De jongen zei: ‘Ja, pap.’

‘Wat was dat?’ vroeg de vader.

‘Dat konijn daar’, zei de jongen.6

Jonge priesterschapsdragers, concentreer je blik op de onveranderlijke normen van het evangelie, en niet op een rondrennend konijn.

In de brochure Voor de kracht van de jeugd staan onder andere de volgende normen als een Poolster voor je: kies vrienden met hoge normen, ontsier je lichaam niet met tatoeages of piercings, laat je niet in met pornografie, luister niet naar muziek met grove taal, vloek niet, ga alleen uit met iemand die hoge normen heeft, blijf seksueel rein, bekeer je zo nodig, wees eerlijk, heilig de sabbat, betaal tiende, leef het woord van wijsheid na.7

Zo’n twaalf jaar geleden waren er getrouwe leden van de kerk in Afrika die jarenlang thuis bijeenkomsten hadden gehouden. Ik ging naar dat land toe om toestemming van de regering te vragen om zendelingen te sturen en de kerk te vestigen. Ik sprak met een minister uit het kabinet. Hij gaf me twintig minuten om ons standpunt uit te leggen.

Toen ik klaar was, zei hij: ‘Ik geloof niet dat u mij iets verteld hebt wat wij in ons land niet hebben. Ik zie geen reden om uw verzoek in te willigen en zendelingen toe te laten.’

Hij stond op om me naar buiten te geleiden. Ik was in paniek. Ik had gefaald. Ons onderhoud was zo goed als voorbij. Wat kon ik nog doen? Ik bad in stilte.

Toen kreeg ik inspiratie. Ik zei tegen de minister: ‘Mijnheer, als u mij nog vijf minuten de tijd wilt geven, zal ik u nog iets vertellen. Dan zal ik vertrekken.’ Daar stemde hij vriendelijk mee in.

Ik deed mijn portemonnee open en haalde er de brochure Voor de kracht van de jeugd uit.

Ik zei: ‘Dit is een boekje met normen dat we aan alle jongeren in de kerk geven.’

Toen las ik enkele normen voor die ik vanavond ook heb genoemd. Toen ik daarmee klaar was, zei hij: ‘U bedoelt dat u van de jongeren in uw kerk verwacht dat zij deze normen naleven?’

‘Ja,’ antwoordde ik, ‘en dat doen ze ook.’

‘Dat is verbazingwekkend’, zei hij. ‘Kunt u me enkele van die brochures opsturen, zodat ik die aan de jongeren in onze kerk kan geven?’

‘Natuurlijk,’ antwoordde ik. En dat heb ik ook gedaan.

Verscheidene maanden later kregen we officieel toestemming van de regering om de kerk te vestigen.

Jongemannen, deze normen die jullie kunnen naleven, zijn daadwerkelijk een parel van grote waarde. De wereld begrijpt ze niet. Veel goede mensen zijn ernaar op zoek. Jullie hebben ze.

De profeet Joseph Smith kreeg een openbaring waaruit blijkt hoe wij kunnen weten naar welke stemmen we moeten luisteren — welke normen we moeten naleven. In die openbaring werd onze tijd, onze generatie, een tijd genoemd dat de mensen ‘een overweldigende plaag zullen zien; want een verwoestende ziekte zal in het ganse land heersen.’8

De Heer gaf vervolgens aan hoe zijn getrouwe volgelingen beschermd kunnen worden. Hij heeft gezegd: ‘Maar mijn discipelen zullen in heilige plaatsen staan en niet worden bewogen.’9

De broeders van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen zijn discipelen die in heilige plaatsen staan. Zij worden door de veranderende tijden niet afgebracht van wat in alle voorgaande generaties als waarheid is vastgesteld. De normen van de kerk zijn stabiel en waar. Ze zijn er voor jullie veiligheid en eeuwige zekerheid. Als je je voorneemt om ze na te leven, word je beoordeeld aan de hand van de bewezen normen die God heeft goedgekeurd.

Nou, kleinzoons en geliefde broeders van de Aäronische priesterschap, jullie bevinden je in de wedloop van het leven. Het is geen korte sprint. Het is een marathon.

Je zult aan de hand van de normen van God beproefd en getoetst worden. Je zult door de Geest geleid worden, om te weten wat je moet doen.

Wij zijn zo’n beetje de enige organisatie die nog gevestigde, traditionele normen hanteert. De meeste andere hebben zich aan de cultuur van de wereld overgegeven. Wat zijn we gezegend dat we levende profeten hebben.

Moge u gezegend worden voor het naleven van de normen van de kerk. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Voor de kracht van de jeugd (2001), p. 2.

  2. Jakob 4:13.

  3. Things as They Really Are (1978), pp. XI–XII.

  4. Zie Adam C. Olson, ‘Moroni’s voeten’, Liahona, maart 2004, pp. 8–11.

  5. Zie Sheri L. Dew, Go Forward with Faith: The Biography of Gordon B. Hinckley (1996), pp. 5–6.

  6. Zie Jerry Johnston, ‘Following True North Is Lifelong Challenge’, Deseret Morning News, 14 februari 2004, sec. E, p. 1.

  7. Voor de kracht van de jeugd, pp. 12–37.

  8. LV 45:31.

  9. LV 45:32.