2004
Mijn ziel verheugt zich in de Schriften
Mei 2004


Mijn ziel verheugt zich in de Schriften

Als jullie nog niet de gewoonte hebben ontwikkeld om dagelijks de Schriften te bestuderen, begin daar dan nu mee en blijf studeren.

Toen ik pasgetrouwd was, vroeg ik mijn schoonmoeder, die heel goed kan koken, of ze me haar heerlijke broodjes wilde leren bakken Met een fonkeling in haar ogen antwoordde ze dat het haar 25 jaar had gekost om goede broodjes te bakken! Toen zei ze: ‘Dus kun je maar beter beginnen.’ Ik volgde haar advies op en we hebben thuis veel lekkere broodjes gegeten.

In diezelfde periode werd ik uitgenodigd voor een lunch met alle ZHV-zusters in de wijk die het Boek van Mormon of een boekje over de geschiedenis van de kerk hadden gelezen. Ik las toen vrij onregelmatig in de Schriften, maar ik mocht aan de lunch meedoen omdat ik het boekje had gelezen, dat gemakkelijk was en minder tijd kostte. Terwijl ik zat te eten, kreeg ik sterk het gevoel dat het geschiedenisboekje wel interessant was, maar dat ik het Boek van Mormon had moeten lezen. De Heilige Geest liet me weten dat ik veranderingen moest aanbrengen in mijn schriftstudie. Vanaf die dag ben ik dagelijks in het Boek van Mormon gaan lezen, en daar ben ik nooit meer mee opgehouden. Hoewel ik mezelf niet als deskundige beschouw, lees ik graag in de Schriften en ben ik dankbaar dat ik daar een gewoonte van heb gemaakt. Het is onmogelijk om de lessen uit de Schriften te leren als we ze maar één keer doorlezen of wat geselecteerde teksten in een klas bestuderen.

Broodjes maken is een echte vaardigheid ten behoeve van het gezin. Als ik ze bak, ruikt het lekker in huis. Ik kan mijn liefde voor mijn gezin uiten door iets lekkers te maken. Als ik de Schriften bestudeer, wordt ons huis met de Geest van de Heer vervuld. Ik krijg daardoor veel kennis, waar ik met mijn gezinsleden over praat en waardoor mijn liefde voor hen toeneemt. De Heer heeft gezegd dat wij onze tijd moeten toewijden ‘aan het bestuderen der Schriften’ (LV 26:1) en dat ‘het Boek van Mormon en de heilige Schriften (…) voor [ons] onderricht [zijn] gegeven’ (LV 33:16). Iedere vrouw kan thuis een leerkracht evangelieleer zijn, en iedere zuster in de kerk heeft als leidster en leerkracht kennis van het evangelie nodig. Als jullie nog niet de gewoonte hebben ontwikkeld om dagelijks de Schriften te bestuderen, begin daar dan nu mee en blijf studeren als voorbereiding op je taken in dit leven en in de eeuwigheid.

Mijn pogingen om broodjes te bakken en de Schriften te bestuderen waren niet altijd een succes, maar in de loop van de tijd ging het me wel gemakkelijker af. Voor beide vaardigheden moest ik bepaalde technieken ontwikkelen en kennis over de ingrediënten vergaren. De sleutel was aan de slag gaan en het steeds opnieuw proberen. Een goede manier om met schriftstudie te beginnen, is ze ‘op ons toepasselijk’ te maken (zie 1 Nephi 19:23). Sommige mensen kiezen eerst een onderwerp uit de Gids bij de Schriften waar ze meer over willen weten. Of ze beginnen vooraan in een van de Schriften en letten tijdens het lezen op specifieke leringen.

Toen ik bijvoorbeeld als jongevrouwenleidster werd geroepen, kocht ik nieuwe standaardwerken, en als ik deze Schriften las en markeerde, lette ik op dingen waar ik in mijn roeping iets aan zou hebben. Soms deed ik gekleurde papiertjes in mijn Schriften zodat ik bepaalde onderwerpen of thema’s vlug terug zou kunnen vinden. Ik heb papieren tabs in mijn Schriften voor lievelingsteksten over bekering en de verzoening, om ze gemakkelijk terug te vinden als ik er tijdens het avondmaal over denk. Ik maak meestal notities van alles wat ik leer. Soms bewaar ik ze in mijn Schriften en soms schrijf ik ze op een apart notitieblok.

Soms koop ik een nieuw exemplaar van het Boek van Mormon. Als ik in een nieuw boek begin te lezen, maak ik notities in de kantlijn zodat ik kan terugvinden wat ik tijdens mijn studie heb geleerd. Om beter te onthouden wat ik geleerd heb, trek ik lijnen om bepaalde begrippen met elkaar te verbinden. Ik markeer teksten en onderstreep belangrijke woorden. Als ik beginselen vind die met elkaar te maken hebben, koppel ik die teksten aan elkaar. (Zie ‘teksten aan elkaar koppelen’, Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], p. 57.) Ik beschouw mijn Schriften graag als een werkboek, dus soms schrijf ik op waar ik was toen ik een bepaald idee kreeg of van wie ik het kreeg. Op die manier wordt de herinnering in mijn geheugen opgefrist als ik dat gedeelte herlees.

Velen van jullie studeren een vreemde taal. Misschien kun je het Boek van Mormon in een andere taal lezen. Als je de Schriften in een andere taal leest, leer je op een andere manier naar de betekenis van de woorden te kijken. Sommige mensen gaan eerst op zoek naar antwoord op hun vragen. Ze willen weten wie ze zijn en wat ze in hun leven moeten doen. Een kennis van mij heeft me geadviseerd om in de Schriften vragen op te zoeken die de Heer aan ons stelt, en daarover na te denken. (Zie John S. Tanner, ‘Responding to the Lord’s Questions’, Ensign, april 2002, p. 26.) Sindsdien ben ik veel belangrijke vragen tegengekomen, zoals: ‘Wat wenst gij?’ (1 Nephi 11:2) en ‘Wat dunkt u van de Christus?’ (Matteüs 22:42). Achter in mijn Schriften schrijf ik deze vragen op. Op rustige momenten kies ik er vaak een van uit, omdat mijn verstand verlicht wordt als ik erover nadenk, en ik ‘de Schriften’ kan begrijpen (Lucas 24:45). Als ik mijn Schriften niet bij me heb, denk ik na over leringen die ik uit het hoofd heb geleerd. Als ik de geloofsartikelen of andere teksten in gedachten opzeg, kan ik ze in mijn geheugen houden.

Hoe iemand ook met schriftstudie begint, de sleutel tot het vergaren van belangrijke kennis is blijven studeren. Ik ben het ontdekken van rijke schatten van waarheid in de Schriften nooit beu, want ze worden duidelijk gegeven, ‘zo duidelijk als een woord maar kan zijn’ (2 Nephi 32:7). De Schriften getuigen van Christus (zie Johannes 5:39). Zij zullen ons alles zeggen, wat wij moeten doen (zie 2 Nephi 32:3). Zij maken ons wijs ‘tot zaligheid’ (2 Timoteüs 3:15).

Door de Schriften te bestuderen en erover te bidden, heb ik kennis verkregen die mij gemoedsrust verschaft en mijn aandacht op eeuwige prioriteiten gericht houdt. Omdat ik de Schriften dagelijks ben gaan lezen, heb ik geleerd wie mijn hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, zijn en wat ik moet doen om meer op hen te gaan lijken. Ik heb geleerd wie de Heilige Geest is en hoe ik in aanmerking kom voor zijn gezelschap. Ik ben achter mijn identiteit als dochter van God gekomen. Eigenlijk heb ik geleerd wie ik ben, waarom ik hier op aarde ben en wat ik met mijn leven moet doen.

Als jongeman worstelde de profeet Joseph Smith met een belangrijke vraag. Hij begon in de Schriften te lezen en vond een antwoord in de Bijbel (zie Jakobus 1:5). Hij zei: ‘Nog nooit had een tekst uit de Schriften een mensenhart sterker getroffen, dan deze, toen, het mijne.’ Hij dacht er ‘telkens en telkens weer’ over na (Geschiedenis van Joseph Smith 1:12). Omdat Joseph handelde naar wat hij in de Schriften had gelezen, leerde hij onze hemelse Vader, zijn Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest kennen, en kwam hij achter zijn eigen identiteit als zoon van God. Joseph kwam te weten wie hij was, waarom hij hier op aarde was en wat hij in dit leven moest doen.

De Schriften zijn zo belangrijk dat Nephi zijn leven op het spel zette om er een exemplaar van te bemachtigen. Hij wilde ‘zien, horen en weten’ (1 Nephi 10:17). Hij onderzocht de Schriften en merkte dat ze ‘zeer gewenst’ en ‘van grote waarde’ waren (1 Nephi 5:21). In de Schriften las hij over ‘de handelingen des Heren in andere landen, onder mensen van ouds’ (1 Nephi 19:22). Hij begon de Schriften te bestuderen en leerde onze hemelse Vader, zijn Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest kennen, en hij kwam achter zijn eigen identiteit als zoon van God. Hij kwam te weten wie hij was en wat hij moest doen.

Ik heb veel vertrouwen in de jongevrouwen van de kerk. Als jullie de Schriften dagelijks bestuderen, zul je ertoe gebracht worden ‘de heilige Schriften te geloven, ja, de profetieën van de heilige profeten, welke zijn opgetekend’ (Helaman 15:7). Jullie zullen de moeders en leidsters zijn die de volgende generatie zullen voorbereiden om het evangelie te begrijpen en een getuigenis te krijgen. Door wat jullie je kinderen uit de Schriften bijbrengen, zullen ze gelovige mensen worden die aan de opbouw van het koninkrijk van God op aarde zullen bijdragen.

Als het bestuderen van de Schriften nog geen gewoonte voor je is, begin er dan vandaag mee. Het heeft me echt geen 25 jaar gekost om goede broodjes te bakken. Ik had alleen wat aanmoediging nodig om aan de slag te gaan. Bij mij thuis genieten ze volop van mijn eigengebakken broodjes. Maar ik geniet nog veel meer van mijn dagelijkse schriftstudie, waar ik zoveel jaren geleden mee ben begonnen. Sommige dagen heb ik veel tijd om over de Schriften na te denken. Andere dagen denk ik over enkele verzen na. Net als eten en ademhalen mijn lichaam sterken, zijn de Schriften voedsel en leven voor mijn geest. Ik kan nu evenals Nephi zeggen: ‘Mijn ziel verheugt zich in de Schriften, en ik denk er over na (…). Ziet, mijn ziel verheugt zich in de dingen des Heren, en ik denk voortdurend na over hetgeen ik heb gezien en gehoord’ (2 Nephi 4:15–16). In de naam van Jezus Christus. Amen.