Een ‘moederhart’
Als een meisje of vrouw haar moederhart ontwikkelt, bereidt ze zich voor op haar goddelijke, eeuwige zending als moeder.
Ik heb mijn vader vaak horen zeggen dat mijn moeder een vrouw met een ‘moederhart’ is, en dat is waar. Haar invloed als moeder is door honderden, misschien wel duizenden mensen ervaren, en zij heeft van haar rol als verzorgster een kunstvorm gemaakt. Zij heeft zich door haar getuigenis van het herstelde evangelie van Jezus Christus en door een sterk gevoel van identiteit en vastberadenheid laten leiden.
Ze had meer tijd nodig dan de meeste vrouwen om een man te vinden, maar tijdens haar alleenstaande jaren had ze zich op haar ontwikkeling toegelegd. Hoewel het in die tijd ongebruikelijk was, had ze een universitaire opleiding en een goede carrière. Toen ze eenmaal getrouwd was, kreeg ze snel veel kinderen, en na enkele jaren was ze de moeder van een groot gezin. Alle kennis die ze had vergaard, al haar natuurlijke talenten en gaven, al haar vaardigheden, werden toegewijd aan een organisatie zonder aardse grenzen. Als verbondsdochter van God had ze zich haar hele leven op het moederschap voorbereid.
Wat is een moederhart en hoe kunnen we dat krijgen? Enkele eigenschappen daarvan kunnen we in de Schriften vinden. Ik parafraseer uit Spreuken: ‘Een (…) vrouw [met een moederhart], wie zal haar vinden? Haar waarde gaat koralen ver te boven. (…) Ze werkt met vaardige handen (…) van de verdiensten van haar handen plant zij een wijngaard. (…) Haar handen strekt zij uit naar de nooddruftige. (…) Kracht en luister is haar gewaad (…). Met wijsheid opent zij haar mond, vriendelijke onderwijzing ligt op haar tong. Zij houdt toezicht op de gang van haar huishouding, het brood der traagheid eet zij niet’ (Spreuken 31:10, 13, 16, 20, 25–27). Een vrouw met een moederhart heeft een getuigenis van het herstelde evangelie en zonder dubbelzinnigheid onderwijst zij in de beginselen van het evangelie. Zij leeft de heilige verbonden na die ze in de tempel heeft gesloten. Zij laat anderen onzelfzuchtig in haar talenten en vaardigheden delen. Zij volgt zoveel mogelijk scholing als haar omstandigheden toelaten, en ze ontwikkelt haar verstand en haar geest met het verlangen om de generaties na haar bij te brengen wat zij heeft geleerd.
Als ze kinderen heeft, is ze een ‘eerzame ouder’ (zie 1 Nephi 1:1), die de gedragsnormen naleeft en anderen daarin onderwijst, in overeenstemming met de leringen van de hedendaagse profeten. Ze leert haar kinderen ‘te bidden en oprecht voor de Here te wandelen’ (LV 68:28). In plaats van naar de stemmen en halve waarheden van de wereld te luisteren, weet ze dat de normen van het evangelie op eeuwige, onveranderlijke waarheden zijn gebaseerd. Ze gelooft dat het een belangrijke, heilige plicht is om ‘op de eerste plaats de zorg voor de kinderen’ op zich te nemen. (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, oktober 1998, p. 24.) Om kinderen lichamelijk te verzorgen en te voeden, is net zo’n eer als ze geestelijk te verzorgen en te voeden. Ze ‘verflauwt niet in goeddoen’, en is graag in dienst van haar gezin, omdat ze weet dat ‘uit het kleine het grote voortkomt’ (LV 64:33).
Ik wou dat ieder meisje en iedere vrouw een getuigenis van haar potentieel voor eeuwig moederschap had, bij het naleven van haar aardse verbonden. ‘Iedereen is een geliefde (…) dochter van hemelse Ouders, en als zodanig heeft iedereen een goddelijke aard en bestemming.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.) Als geestdochters van God ontvingen vrouwen ‘hun eerste lessen in de wereld der geesten en werden voorbereid’ om op aarde ‘voort te komen’ (LV 138:56). Zij bevonden zich onder de ‘edelen en groten’ (LV 138:55) die tijdens de schepping van de aarde ‘tezamen juichten’ (Job 38:7), omdat zij een lichaam zouden krijgen met de mogelijkheid om zich in een sterfelijke omgeving te bewijzen. (Zie Abraham 3:25.) Zij wilden zij aan zij met een rechtschapen man samenwerken om de eeuwige doelen te bereiken die niemand zelfstandig kan bereiken.
De rol van de vrouw is niet op aarde begonnen, en eindigt hier ook niet. Een vrouw die op aarde haar moederschap in ere houdt, zal het moederschap ook in de komende wereld eren, en ‘waar [haar] schat is, daar zal ook [haar] hart zijn’ (Matteüs 6:21). Als een meisje of vrouw haar moederhart ontwikkelt, bereidt ze zich voor op haar goddelijke, eeuwige zending als moeder. ‘Welk grondbeginsel van ontwikkeling [zij] in dit leven ook [zal] verwerven, in de opstanding zal dit met [haar] verrijzen. En indien een persoon in dit leven door [haar] ijver en gehoorzaamheid meer kennis en ontwikkeling verwerft dan een ander, zal [zij] in de toekomende wereld zo veel verder vooruit zijn’ (LV 130:18–19).
Ik heb in mijn leven gezien dat enkele van de getrouwste ‘moederharten’ in de borst van vrouwen kloppen die geen kinderen krijgen, maar zij weten dat ‘alle dingen op hun tijd moeten geschieden’ en dat zij ‘het fundament van een groot werk’ leggen. (Zie LV 64:32–33.) Als zij hun verbonden naleven, investeren ze in een grote, gerenommeerde toekomst, omdat zij weten dat ‘op het hoofd van die hun tweede staat behouden, voor eeuwig heerlijkheid vermeerderd zal worden.’ (Zie Abraham 3:26.)
Ik was onlangs in een park waar ik een groep vrouwen met een moederhart zag. Het waren jonge vrouwen die hun verbonden naleefden. Ze waren intelligent en waren aan gerenommeerde universiteiten afgestudeerd. Nu wijdden ze hun aanzienlijke gaven aan de bereiding van het avondeten toe en spraken over huishoudelijke tips. Zij leerden tweejarige kinderen dat ze lief voor elkaar moeten zijn. Ze kalmeerden baby’s, kusten blauwe plekken en veegden tranen af. Ik vroeg een van die moeders hoe het mogelijk was dat ze haar talenten zo opgewekt kon overdragen op haar rol als moeder. Ze antwoordde: ‘Ik weet wie ik ben, en ik weet wat mijn taak is. De rest volgt daaruit vanzelf.’ Die jonge moeder zal geloof en karakter in de volgende generatie ontwikkelen, door hele reeksen van gezinsgebed, schriftstudie, voorlezen, zingen, maaltijden met het hele gezin. Ze is bij een groot werk betrokken. Ze weet dat kinderen ‘een erfdeel des Heren’ zijn en ‘welzalig de [vrouw] die [haar] pijlkoker met deze heeft gevuld’ (Psalmen 127:3, 5). Ze weet dat de invloed van rechtschapen, plichtsgetrouw, volhardend, dagelijks moederschap veel meer invloed en macht heeft dan wat voor aardse status of positie dan ook die de mens heeft bedacht. Ze heeft de vooruitziende blik dat ze, als ze de gedragsnormen naleeft, net als Rebekka vanouds, gezegend zal worden om moeder van ‘duizenden van tienduizenden’ te worden (Genesis 24:60).
Vrouwen met een moederhart die hun verbonden naleven, weten dat ze vroeg of laat het moederschap zullen ontvangen. Of ze nu met een volle ‘pijlkoker’ kinderen zijn gezegend of niet. Of ze nu alleenstaand of gehuwd zijn, of dat ze alleen voor de kinderen moeten zorgen. In heilige tempels worden ze ‘met macht van omhoog’ begiftigd (LV 38:32) en met die begiftiging hebben ze de beloofde zegeningen ontvangen en ‘uit de verte hebben zij die gezien en begroet’ (Hebreeën 11:13).
Ieder meisje en iedere vrouw die heilige verbonden sluit en naleeft, kan een moederhart hebben. Er is geen beperking aan wat een vrouw met een moederhart kan bereiken. Rechtschapen vrouwen hebben de loop van de geschiedenis veranderd en zullen dat blijven doen, en hun invloed zal zich verspreiden en in de eeuwigheid exponentieel groeien. Wat ben ik de Heer dankbaar voor vriendelijke vrouwen met de goddelijke zending van moederschap. Net als moeder Eva ben ik ‘verheugd’ (zie Mozes 5:11) dit alles te weten. In de naam van Jezus Christus. Amen.