2004
De verzoening en de waarde van een ziel
Mei 2004


De verzoening en de waarde van een ziel

Als wij de verzoening van de Heer Jezus Christus echt begrepen, zouden wij beseffen hoe belangrijk één enkele zoon of dochter van God is.

Afgelopen januari is onze kleinzoon Nathan in een tragisch vliegtuigongeluk omgekomen. Nathan was in het Russischtalige gedeelte van de Baltische staten op zending geweest. Hij hield van de mensen, en wist dat het een voorrecht was om de Heer te dienen. Drie maanden nadat ik hem voor eeuwig aan zijn lieve vrouw Jennifer had verzegeld, vond dit ongeval plaats. Omdat Nathan zo plotseling uit onze aardse tegenwoordigheid werd weggenomen, hebben wij ons hart en verstand op de verzoening van de Heer Jezus Christus gericht. Hoewel het onmogelijk is om de volledige betekenis van de verzoening van Christus onder woorden te brengen, bid ik dat ik kan uitleggen wat zijn verzoening voor mij en onze familie betekent, en voor u en uw familie kan betekenen.

De geboorte, het leven, de verzoening in de hof van Getsemane, het leed aan het kruis, de bijzetting in het graf en de glorierijke opstanding van de Heiland zijn een hernieuwde realiteit voor ons geworden. De opstanding van de Heiland is voor ons allemaal een verzekering dat ook wij Hem zullen volgen en onze eigen opstanding zullen meemaken. Wij krijgen veel vrede en troost door deze grote gave, die wij door de liefdevolle genade van Jezus Christus, de Heiland en Verlosser van alle mensen, ontvangen. Door Hem weten we dat we ooit weer bij Nathan zullen zijn.

Er is geen grotere uitdrukking van liefde dan de heldhaftige verzoening van de Zoon van God. Ware het niet voor het plan van onze hemelse Vader, dat al voor de grondlegging van de wereld werd gevestigd, dan zouden alle mensen — uit het verleden, heden en de toekomst — letterlijk geen hoop op eeuwige vooruitgang hebben. Als gevolg van Adams overtreding werd de mens uit de tegenwoordigheid van God verbannen (zie Romeinen 6:23), en zou dat voor eeuwig blijven, tenzij er een manier werd gevonden om de banden van de dood te verbreken. Het zou geen gemakkelijke manier zijn, want er was een plaatsvervangend offer voor nodig van iemand die zondeloos was, en die de zonden van alle mensen op zich kon nemen.

Gelukkig volbracht Jezus Christus in het oude Jeruzalem moedig dit offer. Afgezonderd in de hof van Getsemane knielde Hij tussen de knoestige olijfbomen neer, en op ongelofelijke wijze, die niemand volledig kan begrijpen, nam de Heiland de zonden van de wereld op zich. Hoewel zijn leven rein en zondeloos was, betaalde Hij de ultieme prijs voor alle zonden — die van u, mij en van iedereen die ooit geleefd heeft. Zijn mentaal, emotioneel geestelijk zielenleed was zo groot dat Hij uit al zijn poriën bloedde. (Zie Lucas 22:44; LV 19:18.) En toch onderging Jezus dat leed gewillig, zodat wij allen de kans krijgen om vergeving te ontvangen — door ons geloof in Hem, door bekering van onze zonden, door ons door het juiste gezag te laten dopen, door tijdens de bevestiging de zuiverende gave van de Heilige Geest te ontvangen en door alle andere essentiële verordeningen te aanvaarden. Zonder de verzoening van de Heer zouden we geen van deze zegeningen kunnen ontvangen, en zouden we niet gezuiverd en voorbereid kunnen worden om in de tegenwoordigheid van God terug te keren.

De Heiland heeft later de ellende van het gerechtelijk onderzoek, het wrede geweld en de dood aan het kruis op Golgotha doorstaan. Onlangs is hier veel commentaar over geleverd, maar er is geen nadruk gelegd op het belangrijke punt dat niemand de macht had om de Heiland van het leven te beroven. Hij heeft het gegeven als losprijs voor ons allemaal. Als de Zoon van God had Hij de macht om de situatie te veranderen. Toch staat er duidelijk in de Schriften dat Hij zich overgaf aan zweepslagen, vernedering, leed en uiteindelijk de kruisiging, vanwege zijn grote liefde voor de mensenkinderen (zie 1 Nephi 19:9–10).

De verzoening van Jezus Christus was een onvermijdelijk onderdeel van het plan van onze hemelse Vader voor de aardse zending van zijn Zoon en voor ons eeuwig heil. We moeten dankbaar zijn dat onze hemelse Vader niet tussenbeide kwam, en geen gehoor aan zijn vaderlijke instinct gaf om zijn geliefde Zoon te redden. Door zijn eeuwige liefde voor u en mij, liet Hij Jezus zijn zending als onze Verlosser volbrengen, de zending waar Hij in het voorsterfelijk leven voor was geordend. De gave van de opstanding en de onsterfelijkheid wordt door de liefdevolle genade van Jezus Christus aan alle mensen vrijelijk gegeven, ongeacht hun goede of slechte levenswijze. En de mensen die God liefhebben, zijn geboden onderhouden en in aanmerking komen voor de volledige zegeningen van de verzoening, biedt Hij de aanvullende belofte van verhoging en eeuwig leven, namelijk de zegen om voor eeuwig in de tegenwoordigheid van God en zijn geliefde Zoon te wonen.

Wij zingen vaak een lofzang waaruit blijkt wat ik voel als ik aan het liefdevolle zoenoffer van de Heiland denk:

’k Sta spraak’loos dat Christus zo’n liefde mij schenken kan,

verward dat Hij mij zo genadig bedenken kan.

’t Ontroert mij ten diepst dat Hij zo voor mijn schulden leed,

Dat voor mij, een zondaar, Hem ’t kruis zoveel dulden deed.

(‘’k Sta spraak’loos’, lofzang 129.)

Jezus Christus, de Heiland en Verlosser van de hele mensheid, is niet dood. Hij leeft — de herrezen Zoon van God leeft — dat is mijn getuigenis, en Hij geeft leiding aan zijn kerk op aarde.

In het voorjaar van 1820 werd een groepje bomen in de staat New York door een lichtzuil verlicht. Onze hemelse Vader en zijn geliefde Zoon verschenen aan de profeet Joseph Smith. Met deze ervaring begon de herstelling van krachtige, leerstellige waarheden die eeuwenlang verloren waren. Onder die waarheden, die door de duisternis van de afval vervaagd waren, bevond zich de inspirerende realiteit dat wij allemaal geestkinderen van God, onze liefdevolle hemelse Vader, zijn. Wij maken deel uit van zijn gezin. Hij is geen vader in allegorische of poëtische zin. Hij is letterlijk de Vader van onze geest. Hij geeft om eenieder van ons. Hoewel deze wereld de neiging heeft om mensen te verzwakken en te vernederen, is de realiteit dat wij allemaal van koninklijke, goddelijke afkomst zijn. In die ongekende verschijning van de Vader en de Zoon in het heilige bos, was ‘Joseph’ het eerste woord dat de Vader van ons allen uitsprak. Dat is de persoonlijke relatie die onze Vader met eenieder van ons heeft. Hij kent onze naam en wil graag dat wij in aanmerking komen om bij Hem terug te keren.

Door middel van de profeet Joseph Smith is het evangelie hersteld. De Heer Jezus Christus heeft opnieuw door middel van zijn uitverkoren profeet de verordeningen en het gezag van het priesterschap geopenbaard, om gebruikt te worden voor de verlossing van alle mensen die geloven.

Een andere profeet, in een andere bedeling had de volken van de aarde gezien (Mozes 7:23). ‘En de Here toonde Henoch alle dingen, zelfs tot het einde der wereld’ (Mozes 7:67). Henoch zag ook dat Satan ‘een grote keten in zijn hand [had] en dezelve hulde den gansen aardbodem in duisternis; en hij (Satan) zag op en lachte’ (Mozes 7:26).

Tussen alles wat Henoch zag, bevond zich iets dat zijn aandacht boven al het andere trok. Henoch zag dat God ‘neerzag op de overigen des volks, en Hij weende’ (Mozes 7:28). In het heilige verslag staat dat Henoch meerdere malen aan God vroeg: ‘Hoe komt het, dat Gij kunt wenen? Hoe komt het, dat Gij kunt wenen?’ (Mozes 7:29, 31.)

De Heer antwoordde Henoch als volgt: ‘Zie dezen, uw broederen; zij zijn het werk van mijn eigen handen (…); uw broederen heb ik (…) geboden, dat zij elkander moesten liefhebben, en dat zij Mij, hun Vader, moesten verkiezen; doch zie, zij zijn zonder liefde, en zij haten hun eigen bloed’ (Mozes 7:32–33).

Henoch zag de omstandigheden in deze laatste dagen. Hij en andere profeten wisten dat alleen als wij de verzoening aanvaarden en ernaar streven het evangelie na te leven, wij de problemen van het leven het hoofd kunnen bieden en vrede, vreugde en geluk kunnen vinden. Ieder kind van God heeft de persoonlijke verantwoordelijkheid om deze grote gave te begrijpen.

Broeders en zusters, ik ben van mening dat als wij daadwerkelijk de verzoening van de Heer Jezus Christus zouden begrijpen, wij zouden beseffen hoe belangrijk één enkele zoon of dochter van God is. Ik geloof dat het eeuwige doel van onze hemelse Vader voor zijn kinderen over het algemeen bereikt wordt door de kleine, eenvoudige dingen die we voor elkaar doen. Midden in het Engelse woord atonement [verzoening] staat het woord one [één]. Als alle mensen dat zouden begrijpen, zou er niemand meer zijn waar we ons geen zorgen over maken, ongeacht leeftijd, ras, geslacht, godsdienst of sociale en economische positie. Dan zouden we ernaar streven om de Heiland te evenaren en zouden we nooit meer onvriendelijk, onverschillig, onbeleefd of hardvochtig ten opzichte van anderen zijn.

Als wij de verzoening en de eeuwige waarde van iedere ziel goed begrijpen, zouden we op zoek gaan naar de afgedwaalde jongen en het afgedwaalde meisje en naar alle andere afgedwaalde kinderen van God. Dan zouden we ervoor zorgen dat zij te weten kwamen hoeveel Christus van hen houdt. Dan zouden we ons uiterste best doen om ze op de verlossende verordeningen van het evangelie voor te bereiden.

Als de leidinggevenden in wijken en gemeenten vaker dachten aan de verzoening van Christus, zouden er geen nieuwe of geheractiveerde leden over het hoofd worden gezien. Daar iedere ziel zo waardevol is, zullen de leiders samenwerken en erop toezien dat ieder wordt onderwezen in het evangelie van Jezus Christus.

Als ik aan Nathan denk en hoe belangrijk hij voor ons is, kan ik duidelijker zien en voelen wat onze hemelse Vader voor zijn kinderen voelt. We willen niet dat God weent omdat wij niet ons uiterste best hebben gedaan om de geopenbaarde waarheden van het evangelie aan zijn kinderen te verkondigen. Ik bid dat al onze jongeren hun best zullen doen om de zegeningen van de verzoening te kennen, en ernaar zullen streven de Heer in het zendingsveld te dienen. Er zouden meer gezonde echtparen en anderen zijn die de Heer graag als zendeling willen dienen, als zij over de betekenis van het zoenoffer van de Heer Jezus Christus zouden nadenken. Jezus heeft gezegd: ‘En wanneer gij al uw dagen zoudt besteden met bekering tot dit volk te prediken, en slechts één ziel tot Mij brengt, hoe groot zal dan uw vreugde met deze zijn in het koninkrijk Mijns Vaders!’ (LV 81:15; cursivering toegevoegd.) En niet alleen dat, maar groot zal de vreugde van de Heer zijn met de ziel die zich bekeert! Want die ene ziel is kostbaar voor Hem.

Broeders en zusters, onze hemelse Vader heeft zijn helpende hand door middel van de verzoening van onze Heiland naar ons uitgestoken. Hij zegt: ‘Ik zou willen, dat gij tot Christus, de Heilige Israëls, kwaamt, en dat gij zijn zaligheid en de macht van zijn verlossing deelachtig werdt’ (Omni 1:26). Hij heeft ons geleerd dat wij in zijn heilige tegenwoordigheid kunnen terugkeren als wij gehoorzaam zijn aan de beginselen van het evangelie, als wij de verlossende verordeningen ontvangen die zijn hersteld, als wij voortdurend dienstbetoon verrichten en tot het einde toe volharden. Wat kan er in de hele wereld zelfs bij benadering zo belangrijk zijn als dat?

Helaas wordt de belangrijkheid van mensen in de hedendaagse wereld vaak beoordeeld aan de hand van de grootte van het publiek voor wie ze optreden. Op die manier worden de media en sportprogramma’s beoordeeld, worden zakelijke belangen vastgesteld en worden vaak overheidsambten verkregen. Misschien dat daarom de rollen van vader, moeder, en zendeling zo weinig staande ovaties krijgen. Vaders, moeders en zendelingen ‘treden’ voor een klein publiek ‘op’. Maar in de ogen van de Heer is er maar één soort publiek dat belangrijk is — en dat is die ene ziel, iedere ziel, u en ik, elk kind van God. De ironie van de verzoening is dat we over oneindig en eeuwig spreken, maar dat we met een persoonlijke toepassing te maken hebben, één persoon tegelijk.

Er is een niveau waarop het kinderliedje ‘Ik ben een kind van God’ (lofzang 195) harmonieert met de muziek van de eeuwigheid. Wij zijn kinderen van God. Wij zijn allemaal waardevol, en als wij getrouw zijn, is de almachtige God vervuld van vreugde, maar als we dat niet zijn, is Hij in tranen.

De herrezen Heiland zei tegen de Nephieten, en dat had Hij ook tegen ons kunnen zeggen:

‘Gezegend zijt gij wegens uw geloof. En nu, ziet, mijn vreugde is volkomen.

En toen Hij deze woorden had gezegd, weende Hij, en de schare gaf er getuigenis van; en Hij nam hun kinderen één voor één, en zegende hen, en bad voor hen tot de Vader’ (3 Nephi 17:20; cursivering toegevoegd).

Broeders en zusters, onderschat nooit hoe kostbaar die ene ziel is. Vergeet nooit de eenvoudige aanmoediging van de Heer: ‘Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren’ (Johannes 14:15). Streef er altijd naar om de volledige zegeningen van de verzoening van de Heer Jezus Christus waardig te zijn. Na het verdriet over het afscheid van onze lieve Nathan hebben we de gemoedsrust gevonden die alleen de Heiland en Verlosser kan geven. Onze familie heeft zich tot Hem gewend; en nu zingen we met meer waardering en begrip:

O, het is wonderbaar dat Hij zo hield van mij

dat Hij ’s ontzield voor mij!

O, het is wonderbaar, wonderbaar voor mij!

(‘’k Sta spraak’loos’, lofzang 129.)

Geliefde broeders en zusters, ik hoop dat u aan anderen zult geven en zelf iedere zegen van de verzoening van de Heer Jezus Christus zult ontvangen. Dat bid ik nederig in de naam van Jezus Christus. Amen.