2005
Op Zions kust
November 2005


Op Zions kust

Iedere ziel die vrijwillig in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is en ernaar streeft om zich te houden aan haar beginselen en verordeningen, staat ‘op Zions kust’.

Ik heb al een lang leven achter de rug en heb gezien hoe de normen waarvan het voortbestaan van de beschaving afhankelijk is één voor één opzijgeschoven zijn.

Wij leven in een tijd waarin de eeuwenoude normen van zedelijkheid, huwelijk en gezin de ene na de andere nederlaag lijden in rechtbanken en raden, parlementen en klaslokalen. Maar ons geluk is afhankelijk van het leven naar die normen.

De apostel Paulus profeteerde dat de mensen in deze laatste tijd ‘hun ouders ongehoorzaam’ zouden zijn, ‘liefdeloos, (…) afkerig van het goede, (…) met meer liefde voor genot dan voor God’ (2 Timoteüs 3:2–4).

Hij waarschuwde ook: ‘slechte mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger komen; zij verleiden en worden verleid’ (2 Timoteüs 3:13). Hij had gelijk. Maar als ik aan de toekomst denk, word ik overspoeld door een gevoel van optimisme.

Paulus zei tegen de jonge Timoteüs dat hij moest volharden in hetgeen hij van de apostelen had geleerd en zei dat hij dan veilig zou zijn omdat ‘gij van kindsbeen af de heilige schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus’ (2 Timoteüs 3:15).

Kennis van de Schriften is belangrijk. Daaruit leren we hoe we geestelijke leiding kunnen krijgen.

Ik heb mensen horen zeggen: ‘Ik zou bereidwillig vervolging en beproevingen hebben doorstaan als ik in de begintijd van de kerk had geleefd, toen er zo’n stroom aan openbaringen was die als Schriftuur werden uitgegeven. Waarom gebeurt dat nu niet meer?’

De openbaringen die door de profeet Joseph Smith zijn gegeven en als Schriftuur zijn uitgegeven, hebben het permanente fundament gelegd van de kerk waardoor het evangelie van Jezus Christus kon uitgaan tot ‘alle natie’ (2 Nephi 26:13).1

In de Schriften worden de ambten van de profeet en president en zijn raadgevers gedefinieerd, alsmede het Quorum der Twaalf Apostelen, de quorums der Zeventig, de Presiderende Bisschap, de ringen en wijken en gemeentes. En tevens de ambten van het Aäronisch en het Melchizedeks priesterschap. Zij verschaffen de kanalen waardoor inspiratie en openbaring de leiders, leerkrachten, ouders en anderen kunnen toevloeien.

De tegenspoed en beproevingen zijn nu anders. Ze zijn in elk geval intenser, gevaarlijker dan in de begintijd van de kerk, en zijn niet zozeer tot de kerk gericht, maar tot ieder van ons individueel. De vroege openbaringen, die voor de permanente leiding van de kerk als Schriftuur zijn gepubliceerd, definiëren de verordeningen en verbonden die nog steeds van kracht zijn.

In een van die schriftteksten staat: ‘Indien gij voorbereid zijt, zult gij niet vrezen’ (LV 38:30).

Ik zal u vertellen wat er is gedaan om ons voor te bereiden. Misschien begrijpt u dan waarom ik niet bang ben voor de toekomst, waarom ik zulke positieve gevoelens heb en vol vertrouwen ben.

Het is onmogelijk om in detail te beschrijven of op te noemen wat er de afgelopen jaren allemaal is ingesteld door het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. Daarin kunt u voortgaande openbaring zien, die de kerk en elk individueel lid ter beschikking staat. Ik zal er een paar beschrijven.

Meer dan veertig jaar geleden werd besloten om de leer sneller en makkelijker aan alle leden van de kerk ter beschikking te stellen door een eigen editie van de Schriften uit te geven. We begonnen met verwijzingen over en weer tussen de King Jamesvertaling van de Bijbel, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde. De tekst van de King Jamesvertaling van de Bijbel bleef volkomen ongewijzigd.

Eeuwen geleden al is er werk gedaan ter voorbereiding op onze tijd. Negentig procent van de King Jameseditie van de Bijbel is vertaald door William Tyndale en John Wycliffe. Wij zijn die vertalers en martelaars veel verschuldigd.

William Tyndale heeft gezegd: ‘Ik zal ervoor zorgen dat een jongen die een ploeg stuurt meer van de Schriften weet dan [geestelijken].’2

Alma had al grote beproevingen doorgemaakt en stond voor nog grotere. In de kroniek staat: ‘En nu, daar de prediking van het woord het volk er dikwijls toe bewoog te doen wat rechtvaardig was — ja, het had een krachtiger uitwerking op het gemoed van het volk gehad dan het zwaard of iets anders wat hun was overkomen — daarom achtte Alma het raadzaam dat zij het met de kracht van het woord Gods probeerden’ (Alma 31:5).

Dat is precies de reden die wij in gedachten hadden toen we aan het schriftuurproject begonnen: dat ieder lid van de kerk de Schriften kon leren kennen en de beginselen en leerstellingen die erin staan begrijpen. Wij ondernamen wat Tyndale en Wycliffe in hun tijd hebben gedaan.

Tyndale en Wycliffe zijn op verschrikkelijke wijze vervolgd. Tyndale leed ontbering in een ijskoude gevangenis in Brussel. Zijn kleren waren tot lompen vervallen en hij had het erg koud. Hij schreef de bisschoppen en vroeg om zijn jas en muts. Hij smeekte om een kaars en zei: ‘Het is erg saai om alleen in het donker te zitten.’3 Ze waren zo verbolgen over zijn verzoek dat hij uit de gevangenis werd gehaald en voor een grote menigte op de brandstapel werd gezet.

Wycliffe ontsnapte aan de vuurdood, maar het concilie van Konstanz liet zijn lichaam opgraven, verbranden, en de as verspreiden.4

De profeet Joseph Smith had van de moeder van Edward Stevenson van de Zeventig de serie Book of Martyrs van de zestiende-eeuwse Engelse geestelijke John Foxe geleend. Toen hij die gelezen had, zei hij: ‘Ik heb met de hulp van de Urim en Tummim deze martelaars gezien, en zij waren oprechte, toegewijde volgelingen van Christus, volgens het licht dat zij bezaten, en zij zullen het heil ontvangen.’5

Meer dan zeventigduizend schriftverzen naar elkaar laten verwijzen en voetnoten en andere hulpmiddelen verschaffen zou erg moeilijk worden, dat was bekend, en misschien zou het wel onmogelijk blijken. Maar er was aan begonnen. Meer dan zeshonderd mensen deden er meer dan twaalf jaar over om het te doen. Sommige waren deskundig op het gebied van Grieks, Latijn en Hebreeuws, of waren op de hoogte van oude schriften. Maar de meesten waren gewone, getrouwe leden van de kerk.

De geest van inspiratie rustte op het werk.

Het project zou onmogelijk zijn geweest zonder de computer.

Er werd een opmerkelijk systeem ontworpen om de tienduizenden voetnoten te organiseren die de Schriften voor iedere ploeger, jongen of meisje, zou ontvouwen.

Met een index op onderwerp kan ieder lid in luttele minuten woorden opzoeken zoals verzoening, bekering, Heilige Geest, en onthullende schriftverwijzingen in alle vier standaardwerken vinden.

Toen we enkele jaren met het project bezig waren, vroegen we hoe men vorderde met het monnikenwerk van het alfabetisch vermelden van de onderwerpen. Ze schreven: ‘We zijn al door hemel en hel heen, hebben liefde en lust gehad, en nu werken we aan volmaking.’

We kregen originele manuscripten van het Boek van Mormon in handen. Daardoor werd het mogelijk om de drukfouten te corrigeren die in schriftuurvertalingen sluipen.

Het meest opmerkelijk in de Topical Guide zijn de achttien pagina’s in kleine druk met enkele regelafstand onder het kopje ‘Jesus Christ’ waar de meest uitgebreide verzameling schriftuurlijke informatie over de naam Jezus Christus staat die ooit is samengesteld in de geschiedenis van de wereld. Volg die verwijzingen, dan wordt aan u ontvouwd wiens kerk dit is, wat zij leert en door welk gezag, en dat alles verankerd in de heilige naam van Jezus Christus, de Zoon van God, de Messias, de Verlosser, onze Heer.

Er zijn twee nieuwe openbaringen toegevoegd aan de Leer en Verbonden: afdeling 137, een visioen dat de profeet Joseph Smith ontving bij de bediening van de begiftiging, en afdeling 138, het visioen dat president Joseph F. Smith had van de verlossing der doden. En toen het werk bijna werd afgerond om te drukken, kwam de heerlijke openbaring over het priesterschap en werd die aangekondigd in een officiële verklaring (zie Officiële Verklaring 2), wat bewijst dat de Schriften niet zijn afgerond.

Vervolgens kwam de enorme opgave om de Schriften te vertalen in de talen van de kerk. De tripelcombinatie en de Gids bij de Schriften zijn inmiddels in 24 talen gepubliceerd en er volgen nog meer. Het Boek van Mormon is al in 106 talen gedrukt. Er wordt nog aan 49 vertalingen gewerkt.

En er is nog meer gedaan. Het Boek van Mormon kreeg een ondertitel: Het Boek van Mormon — eveneens een testament aangaande Jezus Christus.

Toen de fundamentele leerstellingen eenmaal zo vast stonden als het graniet van de Salt Laketempel, en ze iedereen ter beschikking stonden, konden meer mensen getuige zijn van de voortdurende vloedgolf aan openbaring aan de kerk. ‘Wij geloven alles wat God heeft geopenbaard, alles wat Hij nu openbaart, en wij geloven dat Hij nog vele grote en belangrijke dingen aangaande het koninkrijk Gods zal openbaren.’ (Geloofsartikelen 1:9.)

Terwijl het werk aan de publicatie van de Schriften voortgang vond, werd er aan een ander groot werk begonnen. Ook dat zou jaren duren. Het hele leerplan van de kerk werd geherstructureerd. Alle studiecursussen in de priesterschap en de hulporganisaties — voor kinderen, jongeren en volwassenen — werden aangepast en op de Schriften en op Jezus Christus gericht, op het priesterschap en op het gezin.

Honderden vrijwilligers werkten eraan, jaar in jaar uit. Sommigen van hen waren deskundig op het gebied van schrijven, leerplannen, onderwijs en andere, gerelateerde gebieden, maar de meesten van hen waren gewone leden. Het werd allemaal gebaseerd op de Schriften, met nadruk op het gezag van het priesterschap en gericht op de gewijde aard van het gezin.

Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf publiceerden ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.6 En vervolgens ‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen.’7

Overal ter wereld kwamen seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs. De leerkrachten en leerlingen leren en onderwijzen door de Geest (zie LV 50:17–22), en beiden leren de Schriften begrijpen, alsmede de woorden van de profeten, het heilsplan, de verzoening van Jezus Christus, de afval en de herstelling, de unieke positie van de herstelde kerk, en leren de beginselen en leerstellingen in de Schriften identificeren. De leerlingen worden aangemoedigd er een gewoonte van te maken dagelijks de Schriften te bestuderen.

De maandagavond is voorbehouden aan de gezinsavond. Alle kerkactiviteiten maken die avond plaats voor het samenzijn van de gezinsleden.

Een logisch vervolg was dat het zendingswerk opnieuw gebaseerd werd op de openbaringen, onder de titel ‘Predik mijn evangelie’. Jaarlijks worden er meer dan 25 duizend zendelingen ontheven en gaan zij naar huis nadat zij twee jaar lang de leer in zich op hebben genomen en hebben geleerd hoe zij met de Geest moeten onderwijzen en hun getuigenis moeten geven.

De beginselen van het besturen door de priesterschap zijn verduidelijkt. De plaats van de priesterschapsquorums — zowel Aäronisch als Melchizedeks — is grootgemaakt. Altijd en overal zijn er leiders die sleutels dragen — bisschoppen en presidenten — om leiding te geven, misverstanden op te helderen en valse leerstellingen te ontdekken en recht te zetten.

De studiecursus voor volwassenen in de priesterschap en de ZHV is gebaseerd op de leringen van presidenten van de kerk.

De kerktijdschriften hebben een gedaanteverandering ondergaan en worden nu in vijftig talen uitgegeven.

We bevinden ons midden in een tijdperk van ontzagwekkende tempelbouw en hebben nu 122 tempels waar verordeningen worden verricht. En gisteren zijn er nog twee aangekondigd.

Genealogie werd omgedoopt tot ‘familiegeschiedenis’. Getrouwe leden worden geholpen door de nieuwste technieken om namen te ordenen en naar de tempel te brengen.

Al die dingen getuigen van voortdurende openbaring. Er zijn er meer, maar het zijn er te veel om ze in detail te beschrijven.

Er is in de kerk een kern van kracht die dieper zit dan programma’s of bijeenkomsten of omgang met anderen. En die verandert niet. Hij kan niet vergaan. Hij is bestendig en zeker. Hij vermindert of verdwijnt niet.

Hoewel de behuizing van de kerk de kerkgebouwen zijn, leeft de kerk in het hart en de ziel van elke heilige der laatste dagen.

Overal ter wereld ontlenen ootmoedige leden inspiratie aan de Schriften om hen te leiden in hun leven, zelfs al begrijpen ze niet volledig dat ze de ‘kostbare parel’ (Matteüs 13:46) hebben gevonden waarover de Heer sprak tot zijn discipelen.

Toen Emma Smith, echtgenote van de profeet Joseph, lofzangen verzamelde voor het eerste zangboek, nam ze daarin ‘Leid ons, o Gij goede Meester’ op, wat in feite een gebed is:

Als deez’ aarde kreunt en siddert,

geef ons bange hart dan rust.

Als uw oordeel spreidt verwoesting,

berg ons dan op Zions kust.’8

Iedere ziel die vrijwillig in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is en ernaar streeft om zich te houden aan haar beginselen en verordeningen, staat ‘op Zions kust’.

Ieder kan door inspiratie de verzekering krijgen die tot hem getuigt dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen precies is wat Hij heeft gezegd: ‘de enige ware en levende kerk op het oppervlak der gehele aarde’ (LV 1:30). In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie ook Openbaring 5:9; 14:6; 1 Nephi 19:17; Mosiah 3:13, 20; 15:28; 16:1; Alma 9:20; 37:4; LV 10:51; 77:8, 11; 133:37.

  2. In: David Daniell, introduction to Tyndale’s New Testament, trans. William Tyndale (1989), p. VIII.

  3. In: David Daniell, introduction to Tyndale’s New Testament, p. IX.

  4. Zie John Foxe, Foxe’s Book of Martyrs, onder redactie van G. A. Williamson (1965), pp. 18–20.

  5. In: Edward Stevenson, Reminiscenses of Joseph, the Prophet, and the Coming Forth of the Book of Mormon, (1893), p. 6.

  6. ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, oktober 2004, p. 49.

  7. ‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, Liahona, april 2000, p. 2.

  8. Lofzang 51.