Pas op voor het kwaad achter de glimlach
Als onze kennis en liefde voor de Heiland groter worden, zal zijn licht alles om ons heen verlichten. Dan zien we het kwaad in het juiste perspectief.
Vanavond wil ik me tot de jongemannen richten, die door president Gordon B. Hinckley ‘de beste generatie’ zijn genoemd.1 We zien jullie goedheid overal ter wereld. Ik bid dat je zult voelen dat mijn woorden voor jou persoonlijk bestemd zijn, jij, een zoon van God, die er hard aan werkt om het goede te doen.
Ik wil jullie graag over een ervaring vertellen van een getrouwe heilige der laatste dagen die een goede vriend van mij is. Ik zal hem alleen ‘mijn vriend’ noemen om redenen die jullie wel kunnen begrijpen.
Als FBI-agent deed hij onderzoek naar georganiseerde misdaadbendes die drugs de Verenigde Staten in smokkelden.
Hij en een andere agent belden een keer bij een flat aan waar een drugsdealer vermoedelijk cocaïne verkocht. Mijn vriend beschrijft wat er gebeurde:
‘We belden aan. De verdachte deed de deur open. Toen hij ons zag, probeerde hij ons uitzicht te blokkeren. Maar het was te laat; we konden de cocaïne op tafel zien liggen.
‘Een man en een vrouw begonnen onmiddellijk de cocaïne weg te halen. We moesten ervoor zorgen dat ze het bewijs niet vernietigden, dus duwde ik de verdachte opzij, die in de deuropening stond. Toen ik hem wegduwde, keek hij me aan. Vreemd genoeg zag hij er niet boos of bang uit. Hij glimlachte naar me.
‘Zijn ogen en ontwapenende glimlach gaven me de indruk dat hij ongevaarlijk was. Daarom liet ik hem staan en ging ik op de tafel af. De verdachte stond nu achter me. Op dat moment kreeg ik een duidelijke, sterke ingeving: ‘Pas op voor het kwaad achter de glimlach.’
‘Ik draaide me onmiddellijk om naar de verdachte. Hij had zijn hand in zijn zak gestoken. Instinctief greep ik zijn hand beet en trok die uit zijn zak. Toen pas zag ik in zijn hand een halfautomatisch pistool. Na een schermutseling ontwapende ik de man.’2
Later werd de drugsdealer in een andere zaak ook voor moord veroordeeld. Hij zei toen trots dat hij mijn vriend ook vermoord zou hebben als die zich niet had omgedraaid.
Ik heb vaak over de influistering nagedacht die hij toen hoorde: ‘Pas op voor het kwaad achter de glimlach.’ Daar wil ik het vanavond met jullie over hebben.
Laten we beginnen met wat we weten. Al het goede komt van God; al het kwade komt van de duivel.3 Het zijn echter geen gelijkwaardige krachten die elkaar in het heelal bevechten. Aan het hoofd van al het goede staat Christus — de Eniggeborene van de Vader, die onze wereld en ontelbare andere heeft geschapen. Onze Verlosser is een opgestaan en volmaakt wezen.4 Ik weet dat Hij leeft.
De duivel, aan de andere kant, ‘overreedt [de mens] om kwaad te doen.’5 Hij is ‘uit de hemel’ gevallen, en is ‘voor eeuwig ellendig’ geworden.6 En ‘hij streeft ernaar dat alle mensen ongelukkig zullen zijn, net als hijzelf.’7 Hij is een leugenaar en hij deugt niet.8
De macht van de Heiland en de macht van de duivel zijn niet echt met elkaar te vergelijken.9
Maar op deze aarde heeft het kwaad een invloedrijke positie gekregen, zodat wij tussen goed en kwaad kunnen kiezen. In de Schriften staat: ‘Daarom stond de Here God de mens toe zelfstandig te handelen. [En] de mens kon niet zelfstandig handelen, tenzij hij door het een of het ander werd verlokt.’10
De keuze tussen goed en kwaad is de kern van ons leven op aarde. Als we uiteindelijk geoordeeld worden, maakt het niet uit of we rijk of arm waren, of we atletisch waren of niet, of we vrienden hadden of vaak werden vergeten.
We kunnen werken, studeren, lachen en plezier hebben, dansen, zingen en veel verschillende activiteiten ontplooien. Dat zijn prachtige onderdelen van het leven, maar niet van cruciaal belang voor ons doel op aarde.11 We zijn hier om het goede boven het kwade te kiezen.12
Niemand van ons zal zeggen: ‘Ik wil voor het kwade kiezen.’ We willen allemaal het goede doen. Maar de keus tussen goed en kwaad is niet altijd even gemakkelijk, omdat het kwaad vaak achter de glimlach schuilgaat. Luister naar deze waarschuwingen:
‘Ziet toe (…) dat gij hetgeen slecht is niet aan God toeschrijft.13
‘Gij moet altijd waken en bidden, opdat gij niet in verzoeking valt; want Satan begeert u te bezitten.’14
‘Satan heeft getracht u te misleiden, opdat hij u ten val zou kunnen brengen.’15
De boodschap is: Pas op voor het kwaad achter de glimlach!
Ik heb enkele jongemannen gekend die het vaste voornemen hadden om de Heiland trouw te blijven, maar die van het pad afdwaalden omdat ze het kwaad niet onderkenden achter de glimlach die er zo onschuldig uitzag. Ze zagen het plezier, het vermaak, de aanvaarding, maar niet de andere gevolgen.
Hoe kunnen we dan het kwaad herkennen achter iets dat onschuldig lijkt?
Jullie weten wel wat het antwoord is, maar ik wil toch enkele ideeën geven:
Ten eerste: Praat met je ouders. Klinkt dat als een opzienbarend idee? Als vaders weten we dat we verre van volmaakt zijn, maar we houden van jullie, net als je moeder, en we hopen oprecht dat jullie voor het goede kiezen.
Ten tweede: volg de profeet. De vijftien mannen die we steun verlenen als profeet, ziener en openbaarder hebben de macht om te zien wat wij niet zien. President Hinckley heeft ons duidelijke en specifieke raad gegeven over ‘het kwaad achter de glimlach’.16 En jullie hebben de geïnspireerde raad in het boekje Voor de kracht van de jeugd.17 Als jullie de raad van president Hinckley opvolgen, heeft de Heer beloofd dat Hij ‘de machten van duisternis voor [je zal] verjagen.’18 Dan zul je het kwaad achter de glimlach zien en er niet meer door aangetrokken worden.
Het is heel belangrijk om de Heilige Geest als gids te hebben. De Heer heeft ons beloofd dat als we rechtschapen leven, de stille, zachte stem in ons verstand en ons hart zal komen.19 Jullie hebben die invloed gevoeld. Jullie kennen die stem.20
De gave van de Heilige Geest is een geestelijke gave. Die gave is gevoelig en laat zich niet met goddeloosheid in. Je kunt die gave niet de ene dag ontstemmen en negeren, en verwachten er de volgende dag door gesterkt te worden. Maar als je naar de influisteringen luistert en rechtschapen leeft, zal die gave groter worden. De Heilige Geest waarschuwde mijn vriend voor lichamelijk gevaar; maar Hij waarschuwt ons ook voor geestelijk gevaar.
Uiteindelijk moet je zelf een getuigenis van de Heiland verkrijgen. Bid vurig. Lees het Boek van Mormon als niemand het ziet. Neem rustig de tijd om te overdenken wie Jezus eigenlijk is en in hoeverre zijn leven en offerande belangrijk voor jou zijn.
Denk aan het voorbeeld van de jonge Joseph Smith. Toen hij een kaars aanstak om in de Bijbel te lezen, deed hij dat omdat hij dat zelf wilde. Toen hij naar het bos ging om te bidden, ging hij alleen.21
Als onze kennis en liefde voor de Heiland groter worden, zal zijn licht alles om ons heen verlichten. Dan zien we het kwaad in het juiste perspectief.22
Ik weet dat Jezus Christus onze Heiland is. Zijn grootheid en heerlijkheid, zijn majesteit en verhevenheid kunnen niet met woorden beschreven worden. Hij verscheen met zijn Vader aan de profeet Joseph Smith. President Gordon B. Hinckley is nu de profeet van God. Broeders, wij dragen zijn heilig priesterschap. Als wij voor het goede kiezen, kunnen we het kwaad achter de glimlach zien. Dat getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.