2005
Openingswoord
Mei 2005


Openingswoord

Onze verplichting om voorwaarts te gaan is ontzagwekkend, maar onze mogelijkheden zijn magnifiek.

Geliefde broeders en zusters, namens de leden van deze kerk wereldwijd betuig ik mijn innige deelneming aan onze katholieke naasten en vrienden in deze verdrietige tijd. Paus Johannes Paulus II heeft zich onvermoeid ingezet om het christendom te verbreiden, de armoede te bestrijden, en de morele waarden en menselijke waardigheid te verdedigen. Hij zal worden gemist, in het bijzonder door de miljoenen gelovigen die zich verlieten op zijn leiderschap.

Mijn geliefde broeders en zusters, ik denk dat het gepast is om bij de opening van deze conferentie enkele woorden te wijden aan ons rentmeesterschap van de afgelopen tien jaar.

Op 12 maart 1995 is ons de hoge en heilige verantwoordelijkheid van het presidentschap gegeven.

Tijdens de conferentie die daarop volgde, heb ik het volgende gezegd:

‘Welnu, broeders en zusters, de tijd is voor ons aangebroken om ons hoofd op te heffen, onze visie te verruimen en een beter begrip te ontwikkelen van de grootse millenniaanse zending van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Dit is een tijd om sterk te zijn. Het is een tijd om zonder aarzelen voort te gaan, wetend wat de betekenis, de strekking en het belang van onze zending zijn. Dit is een tijd om te doen wat juist is, ongeacht wat de gevolgen daarvan mogen zijn. Dit is een tijd waarin we de geboden moeten bewaren. Het is een tijd om vriendelijk en met liefde de hand te reiken aan diegenen die in nood zijn of in duisternis en pijn ronddwalen. Het is een tijd om attent, welgemanierd, hoffelijk en liefdevol in onze omgang met iedereen te zijn. Met andere woorden, om christelijker te leven’ (‘Dit is het werk van de Meester’, De Ster, juli 1995, 65).

Aan u om te beoordelen hoeveel vooruitgang we geboekt hebben bij de realisatie van die uitspraak van tien jaar geleden.

De afgelopen tien jaar zijn opmerkelijk in de geschiedenis van de kerk geweest. Het werk heeft enorm veel vooruitgang geboekt. Er zijn veel belangrijke dingen tot stand gebracht.

Deze vooruitgang is niet alleen tot stand gebracht door het werk van het Eerste Presidium, het Quorum der Twaalf Apostelen, of de Presiderende Bisschap. Het is het resultaat van het geloof, het gebed, de inspanningen en het toegewijde werk van alle leden van ringpresidiums, hoge raden, bisschappen, quorumpresidiums, presidiums van hulporganisaties, en van ieder getrouw en actief lid waar ook ter wereld.

Waar u zich ook bevindt, ik wil u van harte bedanken voor het grote en toegewijde werk dat u hebt verricht. U bent geweldig.

De grootsheid en het wonder van het evangelie van Jezus Christus, dat door de profeet Joseph Smith hersteld is, schittert vandaag in al haar pracht.

Nu we op deze jaren terugkijken, mogen we geen arrogante of hoogmoedige gevoelens hebben, maar integendeel nederig en dankbaar zijn voor wat er op verschillende gebieden is bereikt.

De kerk is bijvoorbeeld zo hard gegroeid dat er nu meer leden buiten Noord-Amerika zijn dan daarbinnen. We zijn een grote, internationale familie geworden in 160 landen.

In deze tien jaar zijn er ruim vijfhonderd nieuwe ringen en ruim vierduizend nieuwe wijken en gemeenten georganiseerd. En het aantal leden is met drie miljoen toegenomen.

Het aantal cursisten in ons onderwijssysteem is verdubbeld, er zijn ongeveer tweehonderdduizend cursisten bijgekomen. Over het algemeen zijn onze jongeren sterker en getrouwer.

Het Permanent Studiefonds is in het leven geroepen. We zijn met niets meer dan hoop en geloof begonnen. Een kleine 18 duizend jonge mensen worden er nu door geholpen. Ze wonen in 27 verschillende landen. Ze worden opgeleid en werken zich op uit de armoede waarin zij en hun voorouders generaties lang hebben geleefd. Hun bekwaamheden en hun inkomsten nemen toe.

We hebben zeer veel tempels gebouwd. In 1995 waren er 47 tempels. Nu zijn er 119, en er worden er dit jaar nog drie ingewijd.

In 1995 was het Boek van Mormon is 87 talen vertaald. Momenteel is het in 106 talen verkrijgbaar.

In de afgelopen tien jaar zijn er 51 miljoen exemplaren van het Boek van Mormon gedistribueerd.

We hebben letterlijk duizenden kerken gebouwd. Zij zijn van betere kwaliteit en geschikter voor onze behoeften dan vroeger.

Ook hebben we dit unieke en prachtige Conferentiecentrum hier in Salt Lake City gebouwd.

Met dit alles en nog veel meer hebben we over de hele wereld de helpende hand uitgestoken om mensen in nood te helpen. De afgelopen tien jaar hebben we honderden miljoenen in geld en goederen geschonken voor humanitaire hulp aan mensen die geen lid van onze kerk zijn.

We hebben over de hele wereld gereisd om van dit werk van de Almachtige te getuigen. In die jaren heb ik zelf ruim anderhalf miljoen kilometer gereisd en zo’n zeventig landen bezocht. Mijn lieve vrouw is altijd met me meegegaan, totdat ze vorig jaar op 6 april overleed. Sindsdien is het stil thuis.

Maar onze hoop voor de toekomst is groot en ons geloof is sterk.

We weten dat we nog maar een bescheiden begin hebben gemaakt vergeleken bij wat er in de komende jaren nog zal gebeuren.

Ik ben nu 95 jaar. Ik had nooit verwacht dat ik zo lang zou leven. Mijn leven doet me denken aan een bordje dat aan roestig prikkeldraad in Texas hing, waarop geschreven stond:

Uitgemergeld door de droogte,

Overspoeld door de regen,

Weggevreten door prairiehazen,

Door de sheriff in de steek gelaten,

Maar ik ben er nog!

Ik hoop dat ik het voorrecht mag hebben om met u, mijn geliefde vrienden en medewerkers, om te blijven gaan zolang de Heer dat toestaat. En dat mijn dienst aanvaardbaar mag zijn.

Ons fundament is het evangelie van de Heer Jezus Christus. Wij hebben het gezag van het heilig priesterschap, hersteld door hen die het rechtstreeks van de Heer hebben ontvangen. De hemelen zijn geopend en de God van hemel en aarde en zijn geliefde Zoon hebben met de jonge profeet Joseph gesproken om deze laatste bedeling in te luiden.

Onze verplichting om voorwaarts te gaan is ontzagwekkend, maar onze mogelijkheden zijn magnifiek.

Ik herhaal wat ik tien jaar geleden heb gezegd: laten we ‘ons hoofd opheffen, onze visie verruimen en een beter begrip ontwikkelen van de grootse millenniaanse zending van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’

Dit, broeders en zusters, is mijn uitnodiging aan u deze morgen. Ik bied u mijn liefde, mijn zegen en mijn dankbaarheid nu we met deze geweldige conferentie beginnen. Dat de Geest van de Heer het verloop van deze conferentie zal leiden, is mijn nederig gebed, in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Afdrukken