De grote dingen die God heeft geopenbaard
Op het stevige fundament van de goddelijke roeping van de profeet Joseph, en de openbaringen van God die door middel van hem zijn ontvangen, gaan wij voorwaarts.
Broeders en zusters, zoals ons al in herinnering is gebracht, vieren we in december de tweehonderdste verjaardag van de profeet Joseph Smith. In de tussentijd gebeurt er veel om deze opmerkelijke gebeurtenis te vieren.
Er worden boeken uitgegeven, geleerden nemen deel aan symposiums, er komen openluchtspelen en een speelfilm, en nog veel meer geweldige dingen.
In afwachting van deze evenementen wil ik alvast, als vijftiende opvolger van deze man met absolute topprestaties, mijn getuigenis geven van zijn goddelijke roeping.
Ik heb een waardevol boekje in mijn hand. Het is 152 jaar geleden, in 1853, door Orson Pratt uitgegeven in Liverpool (Engeland). Het is Lucy Mack Smiths verhaal van het leven van haar zoon.
De verschillende bezoeken van de engel Moroni aan Joseph staan er in detail in, alsmede het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon.
In het boek staat dat Alvin, toen hij hoorde van Josephs ervaring met de engel, voorstelde dat de familie bijeen kwam en naar hem luisterde, waarbij hij ‘de grote dingen die God heeft geopenbaard’ uiteenzette. (Biographical Sketches of Joseph Smith the Prophet and His Progenitors of Many Generations [1853], p. 84.)
Ik maak die uitspraak de titel van mijn toespraak: de grote dingen die God heeft geopenbaard door middel van de profeet Joseph. Ik wil enkele van de vele leerstellingen en gebruiken noemen die ons onderscheiden van alle andere kerken, en die allemaal door openbaring via de jeugdige profeet gekomen zijn. U kent ze al, maar ze zijn het herhalen en overpeinzen waard.
De eerste is uiteraard de manifestatie van God zelf, en van zijn geliefde Zoon, de herrezen Heer Jezus Christus. Die grote godsverschijning is naar mijn mening de grootste dergelijke gebeurtenis sinds de geboorte, het leven, de dood en de opstanding van onze Heer in het midden des tijds.
Wij hebben geen verslag van enige andere gelijkwaardige gebeurtenis.
Eeuwenlang kwamen de mensen bijeen om over de aard van de Godheid te discussiëren. Constantijn liet in het jaar 325 in Nicea geleerden van verschillende stromingen bijeenkomen. Na twee maanden lang debatteren sloten zij een compromis over een definitie die generaties lang de christelijke leerstelling aangaande de Godheid is geweest.
Ik nodig u uit om die definitie te lezen en die te vergelijken met de uitspraak van de jonge Joseph. Hij zegt gewoon dat God voor hem stond en tot hem sprak. Joseph kon Hem zien en horen. Hij was in de vorm van een mens, een stoffelijk wezen. Naast Hem stond de herrezen Heer, een afzonderlijk wezen, die Hij voorstelde als zijn geliefde Zoon, en met Wie Joseph ook sprak.
Ik stel dat Joseph in de korte tijd van dat opmerkelijke visioen meer over de Godheid leerde dan alle geleerden en geestelijken in het verleden.
In deze goddelijke openbaring werd zonder enige twijfel bevestigd dat de Heer Jezus Christus werkelijk is herrezen.
Deze kennis van de Godheid, die eeuwenlang voor de wereld verborgen was gebleven, was het eerste grote ding dat God aan zijn uitverkoren dienstknecht openbaarde.
En de geldigheid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen berust op de realiteit en waarheid van dit visioen.
En ik wil ook het volgende uiterst belangrijke punt noemen wat God openbaarde.
De christelijke wereld aanvaardt de Bijbel als het woord van God. De meesten hebben geen idee hoe we eraan gekomen zijn.
Ik heb zojuist een recent uitgegeven boek van een bekende geleerde uitgelezen. Uit informatie die hij verschaft, wordt duidelijk dat de verschillende boeken in de Bijbel bijeen zijn gebracht in wat een onsystematische manier lijkt te zijn. In sommige gevallen werden de geschriften pas lang na de beschreven gebeurtenissen geproduceerd. Dat leidt tot de vraag: ‘Is de Bijbel wel waar? Is het werkelijk het woord van God?’
We antwoorden bevestigend, voor zover hij juist vertaald is. De Heer heeft de hand gehad in de samenstelling. Maar de Bijbel staat niet meer alleen. Er is nog een getuige van de belangrijke waarheden die erin te vinden zijn.
In de Schriften staat dat ‘op de verklaring van twee getuigen of van drie zal iedere zaak vaststaan’ (2 Korintiërs 13:1).
En het Boek van Mormon is tevoorschijn gekomen door de gave en macht Gods. Het spreekt als een stem uit het stof als getuigenis van de Zoon van God. Het spreekt van zijn geboorte, zijn bediening, zijn kruisiging en herrijzenis, en zijn verschijning aan de rechtschapenen in het land Overvloed in Amerika.
Het is een tastbaar ding dat we kunnen aanpakken, lezen en toetsen. Het bevat een belofte aangaande zijn goddelijke afkomst. Miljoenen hebben de proef op de som genomen en zijn tot de conclusie gekomen dat het een waar en heilig verslag is.
Mensen die niet van ons geloof zijn, hebben het onlangs een van de twintig in Amerika uitgegeven boeken genoemd die de grootste invloed op de lezers hebben gehad.
Zoals de Bijbel het testament van de oude wereld is, is het Boek van Mormon het testament van de nieuwe wereld. Hand in hand verklaren zij dat Jezus de Zoon van de Vader is.
Alleen al in de afgelopen tien jaar zijn er 51 miljoen exemplaren van gedistribueerd. Het is nu in 106 talen verkrijgbaar.
Dit heilige boek, dat als openbaring van de Almachtige tevoorschijn is gekomen, is waarlijk een nadere getuige van de goddelijkheid van onze Heer.
Ik zou denken dat de hele christelijke wereld het met open armen zou ontvangen en omarmen als een krachtig getuigenis. Het is nog zo’n grote, fundamentele bijdrage die de profeet als openbaring ontving.
En het herstelde priesterschap is er ook een. Het priesterschap is de bevoegdheid om in de naam van God op te treden. Die bevoegdheid is de hoeksteen van elke godsdienst. Ik heb onlangs ook een ander boek gelezen. Het gaat over de afval van de vroegchristelijke kerk. Als de bevoegdheid van die kerk verloren was gegaan, hoe moest die dan vervangen worden?
De bevoegdheid van het priesterschap kwam uit de enig mogelijke bron, en dat is de hemel. Het kwam uit handen van hen die het droegen toen de Heiland op aarde was.
Ten eerste was dat Johannes de Doper, die het Aäronische of lagere priesterschap verleende. Dat werd gevolgd door een bezoek van Petrus, Jakobus en Johannes, apostelen van de Heer Jezus Christus, die Joseph en Oliver Cowdery het Melchizedeks priesterschap verleenden dat deze apostelen uit handen van de Heer zelf hadden gekregen, toen Hij zei:
‘Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen’ (Matteüs 16:19).
Wat is het prachtig om te zien hoe het patroon van de herstelling zich ontvouwd heeft — de herstelling die leidde tot de oprichting van de kerk in het jaar 1830, wat deze week 175 jaar geleden is. Zelfs de naam van de kerk werd door openbaring ontvangen. Van wie was de kerk? Joseph Smith? Oliver Cowdery? Nee, het was de kerk van Jezus Christus, die in deze laatste dagen op aarde hersteld is.
Een andere, grote en unieke openbaring aan de profeet was het plan voor het eeuwige leven van familie en gezin.
Het gezin is ingesteld door de Almachtige. Het behelst de heiligste van alle relaties. Het is de belangrijkste van alle ondernemingen. Het is de fundamentele organisatie van de samenleving.
Door de openbaringen van God aan zijn profeet werden de leer en de bevoegdheid ontvangen waardoor gezinsleden niet alleen voor dit leven, maar voor de hele eeuwigheid aan elkaar verzegeld worden.
Ik denk dat als we de mensen deze ene leerstelling doeltreffend konden bijbrengen, dit de belangstelling zou opwekken van miljoenen echtgenoten en echtgenotes die van elkaar houden en van hun kinderen, maar die een huwelijk hebben dat in feite alleen maar duurt ‘tot de dood u scheidt’.
De onschuld van kleine kinderen is nog een openbaring die God door middel van de profeet Joseph heeft gegeven. Het is algemeen gebruikelijk baby’s te dopen om de gevolgen van wat de zonde van Adam en Eva wordt genoemd, weg te nemen. Volgens de leer van de herstelling is de doop bestemd voor de vergeving van iemands eigen zonden. Het wordt een verbond tussen God en de mens. Het wordt verricht als iemand de leeftijd van verantwoordelijkheid heeft bereikt en oud genoeg is om goed van kwaad te onderscheiden. En de doop wordt door onderdompeling verricht als symbool van de dood en de begrafenis van Jezus Christus, en van zijn opstanding.
Ik wil nog een geopenbaarde waarheid noemen.
Ons wordt gezegd dat God geen aanziener des persoons is, maar in geen enkele andere kerk die ik ken, is er een voorziening waardoor zij die door de sluier des doods zijn gegaan iedere zegening kunnen ontvangen die de levenden geboden wordt. De grote leer van de verlossing der doden is uniek in deze kerk.
Mensen pochen dat zij ‘gered’ zijn, maar geven in één ademtocht toe dat hun voorouders niet gered zijn, en dat dit ook niet kan.
Jezus’ verzoening voor iedereen was een groot, plaatsvervangend offer. Hij heeft het model vastgesteld waarin Hij een plaatsvervanger voor alle mensen werd. Dat model, volgens welk iemand namens een ander kan optreden, vinden we ook in de verordeningen van het huis des Heren. Daar treden wij op namens hen die zijn overleden zonder kennis van het evangelie. Zij hebben de keus of zij de verordening die voor hen wordt verricht, aanvaarden of verwerpen. Daarmee krijgen zij gelijke rechten als zij die nog op aarde leven. De doden krijgen dezelfde kansen als de levenden. Wat is dit weer zo’n heerlijke mogelijkheid die de Almachtige door zijn openbaring aan zijn profeet in het leven heeft geroepen.
De eeuwige aard van de mens is geopenbaard. Wij zijn zoons en dochters van God. God is de Vader van onze geest. Wij leefden al vóór we hier kwamen. Wij hadden een persoonlijkheid. Wij werden in het kader van een goddelijk plan in dit leven geboren. Wij zijn hier om onze gehoorzaamheid te beproeven, om de keuzevrijheid te gebruiken die God ons heeft gegeven. Als we doodgaan, leven we verder. Ons eeuwige leven bestaat uit drie fasen: ten eerste ons voorsterfelijke bestaan; ten tweede ons sterfelijke bestaan; en ten derde ons nasterfelijke bestaan. Bij de dood sterven we voor deze wereld, en stappen door de sluier naar een sfeer die wij verdiend hebben. Ook dit is een unieke en waardevolle lering van deze kerk, die door openbaring is ontvangen.
Ik heb slechts een korte samenvatting gegeven van de enorme stortvloed aan kennis en bevoegdheid die God op het hoofd van zijn profeet heeft uitgestort. Als er tijd voor was, dan zou ik nog andere noemen. Er is er in feite nog één die ik moet noemen. Dat is het beginsel van hedendaagse openbaring. In het geloofsartikel wat de profeet heeft geschreven, staat:
‘Wij geloven alles wat God heeft geopenbaard, alles wat Hij nu openbaart, en wij geloven dat Hij nog vele grote en belangrijke dingen aangaande het koninkrijk Gods zal openbaren.’ (Geloofsartikelen 1:9.)
Een groeiende kerk, een kerk die zich in deze gecompliceerde tijden verbreidt over de aarde, heeft voortdurende openbaring van de troon des hemels nodig om haar te leiden en voort te stuwen.
Wij getuigen dat de Heer na gebed en ijverig onderzoeken van zijn wil inderdaad leiding geeft, dat er openbaring komt en dat de Heer zijn kerk zegent op het pad van haar bestemming.
Op het stevige fundament van de goddelijke roeping van de profeet Joseph, en de openbaringen van God die door middel van hem zijn ontvangen, gaan wij voorwaarts. Er is al veel bereikt, wat tot onze huidige situatie heeft geleid. Maar er moet nog veel meer gebeuren om dit herstelde evangelie te brengen aan ‘alle volk en stam en taal en natie’ (Openbaring 14:6).
Ik verheug mij in de gelegenheid om samen met u voort te gaan in geloof. De last is soms zwaar, zoals u wel weet. Maar laten we niet klagen. Laten we in geloof leven en ieder ons deel doen.
Laten wij de profeet door wie God zoveel heeft geopenbaard door ons gedrag eren in dit herdenkingsjaar.
Op een koude dag in 1805 kwam de zon op in Vermont toen Josephs leven net was aangevangen. Op een benauwde middag in 1844 in Illinois ging die zon weer onder. In de korte 38 en half jaar van zijn leven kwam er door hem een onvergelijkelijke stortvloed aan kennis, gaven en leringen. Als we het objectief beschouwen, is er niets dat ermee te vergelijken is. Als we het subjectief zien, dan is het de essentie van het getuigenis van miljoenen heiligen der laatste dagen over de hele aarde. U en ik hebben de eer om ons onder hen te bevinden.
In mijn jeugd luisterde ik graag naar een man die met een diepe bariton deze tekst van John Taylor zong:
De ziener, de ziener, Joseph de ziener! (…)
Ik koester graag zijn herinnering, zo dierbaar.
De uitverkorene van God en mensenvriend.
Hij bracht het priesterschap terug waarin men dient.
Hij keek ook in toekomst en verleden (…)
En ontvouwde de hemelse wereld voor ons oog in het heden.
(‘The Seer, Joseph, the Seer’, editie 1948 van Hymns, nr. 296.)
Hij was waarlijk een ziener. Hij was een openbaarder. Hij was een profeet van de levende God, die tot zijn eigen en alle toekomstige generaties heeft gesproken.
Daaraan voeg ik mijn eigen plechtige getuigenis toe van zijn goddelijke roeping, de rechtschapenheid van zijn leven, en het bezegelen van zijn getuigenis met zijn dood, in de heilige naam van onze Verlosser, de Heer Jezus Christus. Amen.