2005
Hij kent je bij naam
Mei 2005


Hij kent je bij naam

Je hebt de Heer jou wellicht niet bij naam horen noemen, maar Hij kent jullie allemaal en Hij weet wat je naam is.

‘Het was op de morgen van een mooie, heldere dag, vroeg in het voorjaar van achttienhonderdtwintig’, toen de veertienjarige Joseph Smith naar het bos ging en in gebed neerknielde. Hij zag ‘twee Personen, wier glans en heerlijkheid elke beschrijving tarten, boven [hem] in de lucht staan.’ Hij heeft gezegd: ‘Een van Hen sprak tot mij, mij bij de naam noemend, en zei, wijzend op de ander: Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!1 Kunnen je je voorstellen hoe de veertienjarige Joseph zich gevoeld moet hebben toen hij God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus zag en hoorde dat onze hemelse Vader hem bij naam noemde?

Toen ik het heilige bos bezocht, probeerde ik me voor te stellen hoe Joseph Smith zich moet hebben gevoeld. En op dat rustige moment fluisterde de Geest mij in dat ik op heilige grond stond en dat alles wat de profeet Joseph Smith heeft gezegd waar is. Toen begon ik duidelijk te beseffen dat wij de begunstigden zijn van Josephs geloof, moed en vaste verlangen om God te gehoorzamen. Hij had een antwoord op zijn nederige gebed ontvangen. Hij had de Vader en zijn geliefde Zoon gezien. In dat heilige bos wist ik dat onze hemelse Vader niet alleen Joseph Smith bij naam kende, maar dat Hij eenieder van ons bij naam kent. En net als Joseph Smith een belangrijke rol in dit grote en wonderbare werk had, spelen ook wij een belangrijke rol in deze laatste dagen.

Wisten jullie dat onze hemelse Vader ons persoonlijk kent — bij naam? Dat staat duidelijk in de Schriften. Enos heeft opgeschreven wat er gebeurde toen hij naar het bos ging om te bidden: ‘En er kwam een stem tot mij, zeggende: Enos, uw zonden zijn u vergeven, en gij zult worden gezegend.’2 Mozes bad niet alleen, maar sprak ook van aangezicht tot aangezicht met God. En God zei tegen Mozes: ‘Ik heb een werk voor u, Mozes, mijn zoon.’3 De Heer kende Jakobs naam en veranderde die in Israël, om zijn zending op aarde nauwkeuriger weer te geven.4 Hij deed hetzelfde bij Paulus, Abraham en Sara. In afdeling 25 van de Leer en Verbonden krijgt Emma Smith een zegen tot troost en raad. De Heer begint zijn zegen met de woorden: ‘Luister naar de stem van de Heer, uw God, terwijl Ik tot u spreek, Emma Smith, mijn dochter.’5

Je hebt de Heer jou wellicht niet bij naam horen noemen, maar Hij kent jullie allemaal en Hij weet wat je naam is. Ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd: ‘Ik getuig tot u dat God u al heel, heel lang kent. (Zie LV 93:23.) Hij heeft u al heel, heel lang lief. Hij weet niet alleen hoe alle sterren heten (zie Psalmen 147:4; Jesaja 40:26); Hij kent uw naam, en is op de hoogte van al uw ellende en vreugde!’6

Hoe kun je weten of je naam en je behoeften bij onze hemelse Vader bekend zijn? Ouderling Robert D. Hales heeft gezegd: ‘Bestudeer de Schriften. Kniel neer in gebed. Vraag in geloof. Luister naar de Heilige Geest. (…) Leef geduldig en standvastig het evangelie na.’7

Dat heeft Joseph Smith gedaan. Door zijn getuigenis kunnen wij allemaal te weten komen dat onze hemelse Vader ons kent en liefheeft. Wij zijn waarlijk ‘dochters van onze hemelse Vader, die van ons houdt.’8 Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd: ‘Niemand van ons wordt door God minder gewaardeerd of gekoesterd dan een ander. (…) Hij [heeft] eenieder van ons lief — onze onzekerheden, onze angsten, ons zelfbeeld, enzovoort. (…) Hij moedigt alle deelnemers aan de wedstrijd aan, en roept dat we tegen het kwaad [moeten] strijden, niet tegen elkaar.’9

Toen Joseph Smith deze kennis ontving, werd zijn leven er niet eenvoudiger op. Hij kreeg met intense druk van leeftijdgenoten en volwassenen te maken. In de Geschiedenis van Joseph Smith stelt hij ons een belangrijk voorbeeld. We kunnen zijn leringen toepassen als we niet weten wat we moeten doen, als we onder druk worden gezet, als we door verleidingen omringd worden, of als we ons onwaardig of eenzaam voelen. We kunnen bidden! We kunnen God in de naam van zijn heilige Zoon, Jezus Christus, aanroepen en troost, raad en leiding ontvangen. Hebben jullie ooit een probleem gehad waar je geen raad mee wist? Joseph heeft gezegd: ‘Mijn gemoed [werd] tot ernstige bezinning en grote onrust aangezet. (…) [Ik vroeg] me vaak af: Wat staat mij te doen?’10

Hoe kreeg hij troost en raad? Hij bestudeerde de Schriften, dacht na over de daarin gegeven beloften, en kwam toen ‘tot het besluit om inderdaad “God erom te bidden.”’11 Het antwoord dat hij die prachtige lentedag ontving, veranderde zijn leven en denken. Hij wist met zekerheid. Hij kreeg een getuigenis van God en Jezus Christus, en dankzij zijn getuigenis kon hij het evangelie geduldig en standvastig naleven. Hij werd niet ontmoedigd door de druk en vervolging van anderen. In zijn eigen woorden zei hij: ‘Ik had een visioen gezien; ik wist het, en ik wist dat God het wist, en ik kon het niet loochenen.’12 Door zijn getuigenis bleef hij staande. En dat kunnen jullie ook.

Als je ooit door leeftijdgenoten onder druk wordt gezet, bid dan, vraag in geloof en luister naar de Heilige Geest. En leef vervolgens het evangelie na. Joseph wist maar al te goed dat hij onvolmaaktheden en zwakheden had. Nogmaals: hij ging in gebed. In antwoord op zijn gebed werd hij door de engel Moroni bezocht. Joseph heeft geschreven: ‘Hij noemde mij bij de naam’ en zei ‘dat God een werk voor mij te doen had.’13

Als we bidden zal de Heer ons leiden en helpen om ons deel te doen. Toen ik een zomer met de BYU International Folk Dancers door Europa reisde, leerde ik een belangrijke les. Ik was ziek en raakte ontmoedigd. Ik wilde opgeven en naar huis gaan. We waren in Schotland om voor leden, onderzoekers en zendelingen op te treden. We gingen naar het zendingshuis voor een gebed. Toen ik naar huis liep, zag ik een steen in de voortuin. In de steen stonden de volgende woorden gebeiteld: ‘Wat ge ook doet, doe het goed.’ Die boodschap ging als een schok door mij heen. Ik had het gevoel dat die steen tot mij sprak. Ik onderging een verandering. Ik wist toen dat ik een belangrijke rol moest spelen, niet alleen op de dansvloer maar in mijn hele leven, en dat het belangrijk was dat ik dat goed zou doen.14

Wat verwacht de Heer van ons? Hij verwacht van ons dat wij onze rol spelen in de laatste scènes voorafgaand aan zijn wederkomst. Hij verwacht van ons dat wij waardig zijn om bij Hem terug te keren. Hij verwacht van ons dat wij Hem gelijk worden. Volg het voorbeeld van Joseph. De woorden in de lofzang die het koor zojuist heeft gezongen: ‘Maar toch werd zijn vast vertrouwen op de Here niet ontzet’ spreken mij aan.’15 Dat houdt in dat hij zich niet van zijn doel liet afbrengen en uitermate moedig was. Joseph omschreef zichzelf als een ‘verstoorder’ van het rijk van de tegenstander. Hij heeft gezegd: ‘Het was alsof de tegenstander (…) besefte dat ik voor zijn rijk een verstoorder en een bron van ergernis zou blijken te zijn.’16 Ik heb in de kantlijn van mijn Schriften gezet: ‘Wees een verstoorder!’ Vertrouw op de zorg van je hemelse Vader.

Wij zullen allemaal een belangrijke rol spelen als we het voorbeeld van Joseph Smith volgen. De Heer gaf Joseph Smith de nodige kracht voor zijn goddelijke zending. Hij zal jou de kracht voor jouw zending geven. Misschien stuurt Hij wel engelen om je te onderwijzen. En dan is het volgende van belang: bevind je je daar waar engelen kunnen komen? Zul je stil genoeg zijn om ze te horen? Zul je onbevreesd en vol vertrouwen zijn?

We leven in een tijd dat de volheid van het evangelie met behulp van Joseph Smith, de profeet des Heren, op aarde is hersteld. We leven in een tijd dat we het Boek van Mormon als leidraad hebben. We leven in een tijd dat er een profeet op aarde is, alsmede de macht van het priesterschap en de verzegelbevoegdheid om gezinnen in de heilige tempel voor eeuwig te verzegelen. Dit zijn inderdaad ‘dagen om nooit te vergeten’!17

Het is mijn gebed dat wij allemaal standvastig in ons geloof zullen blijven, dat we het voorbeeld van Joseph Smith zullen volgen om een getuigenis te krijgen. Ik bid ook dat jullie de Heiland allemaal waardig zullen vertegenwoordigen nu we zijn naam op ons hebben genomen. Hij heeft beloofd: ‘Zoals de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die ik maken zal, voor mijn aangezicht zullen blijven bestaan, (…) zo zal (…) uw naam blijven bestaan.’18

Mijn getuigenis van het herstelde evangelie van Jezus Christus is een baken en een anker in mijn leven. Ik ben dankbaar dat ik vandaag voor jullie kan staan en ik zeg met heel mijn hart: ‘Wij danken U, Heer, voor profeten.’19 Ik ben zo dankbaar voor die integere 14-jarige jongen die om een antwoord op zijn vragen bad en toen trouw bleef aan de kennis die hij ontving.

Jullie spelen allemaal een belangrijke rol in dit grote en wonderbare werk. De Heiland zal jullie helpen. Hij zal jullie aan de hand leiden.20 Hij kent jullie bij naam. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Geschiedenis van Joseph Smith 1:14, 17, cursivering toegevoegd.

  2. Enos 1:5; cursivering toegevoegd.

  3. Mozes 1:6; cursivering toegevoegd.

  4. Zie Bible Dictionary, ‘Israel’, p. 708.

  5. LV 25:1; cursivering toegevoegd.

  6. ‘Bedenk hoe barmhartig de Here is geweest’, Liahona, mei 2004, p. 46.

  7. ‘Een getuigenis van het herstelde evangelie van Jezus Christus ontvangen’, Liahona, november 2003, p. 31.

  8. Zie jongevrouwenthema.

  9. ‘De andere verloren zoon’, Liahona, juli 2002, p. 72.

  10. Geschiedenis van Joseph Smith 1:8, 10.

  11. Geschiedenis van Joseph Smith 1:13.

  12. Geschiedenis van Joseph Smith 1:25.

  13. Geschiedenis van Joseph Smith 1:33; cursivering toegevoegd.

  14. President David O. McKay werd door dezelfde steen gemotiveerd toen hij in Schotland op zending was. De steen is later aangekocht en in de voortuin van het zendingshuis in Schotland gelegd, zodat de zendelingen erdoor geïnspireerd zouden worden. Hij ligt nu in het Museum voor kerkgeschiedenis en kunst in Salt Lake City (Utah).

  15. ‘Joseph Smiths eerste gebed’, lofzang 26.

  16. Geschiedenis van Joseph Smith 1:20.

  17. Geschiedenis van Joseph Smith 1:71, noot.

  18. Jesaja 66:22.

  19. Lofzang 17.

  20. Zie LV 112:10; Abraham 1:18.

Afdrukken