2005
Harten samengevoegd
Mei 2005


Harten samengevoegd

Toen u zich liet dopen, keken uw voorouders hoopvol op u neer. (…) Ze verheugden zich dat een van hun nakomelingen een verbond had gesloten om hen te vinden.

Mijn boodschap vandaag is bestemd voor de bekeerlingen tot de kerk. Ruim de helft van het huidige ledental heeft ervoor gekozen om zich na de leeftijd van acht jaar te laten dopen. Dus u bent geen uitzondering in de kerk. Ik wil u laten weten hoeveel de Heer u liefheeft en vertrouwt. En ik wil u ook laten weten hoezeer Hij op u rekent.

U hebt zijn liefde in ieder geval in zekere mate gevoeld toen u zich liet dopen. Jaren geleden had ik de gelegenheid om een jongeman van twintig te dopen. Mijn collega en ik hadden hem in het evangelie onderwezen. Hij was de eerste in zijn familie die de boodschap van het herstelde evangelie had gehoord. Hij vroeg zelf om de doop. Door het getuigenis van de Geest wilde hij het voorbeeld van de Heiland volgen, die zich door Johannes de Doper had laten dopen, hoewel Hij zonder zonden was.

Toen die jongeman uit het water kwam, sloeg hij tot mijn verbazing zijn armen om mijn hals en fluisterde in mijn oor, terwijl de tranen over zijn wangen stroomden: ‘Ik ben rein, ik ben rein.’ Nadat we onze handen op zijn hoofd hadden gelegd om hem door het gezag van het Melchizedeks priesterschap de Heilige Geest te verlenen, zei hij tegen me: ‘Toen u die woorden sprak, voelde ik iets als een vuur door mijn lichaam gaan, van top tot teen.’

Hoewel uw eigen ervaring uniek is, toch hebt ook u in zekere mate de omvang van de zegen gevoeld die u toen ontvangen hebt. Sindsdien hebt u gevoeld dat bepaalde beloften aan u gedaan en door u gemaakt, in vervulling zijn gegaan. U hebt de reiniging van de doop ervaren, door de verzoening van Jezus Christus. En u hebt de innerlijke verandering gevoeld toen de Heilige Geest uw metgezel werd. Uw verlangens begonnen te veranderen.

Als iemand tegen mij zegt dat hij of zij een bekeerling tot de kerk is, vraag ik: ‘Heeft iemand anders in uw familie het evangelie aanvaard?’ Als het antwoord bevestigend is, volgt er altijd een enthousiaste beschrijving van het prachtige wonder in het leven van een ouder, broer, zus of grootouder. Het is fijn om te weten dat iemand in de familie dezelfde zegeningen en hetzelfde geluk heeft ervaren. Als het antwoord luidt: ‘Nee, ik ben het enige lid’, spreken zij meestal over hun ouders, en zeggen dan zoiets als: ‘Nog niet. Maar we blijven ons best doen.’ En aan de klank in hun stem kun je horen dat de bekeerling de moed nooit zal opgeven.

De Heer wist dat u deze gevoelens zou hebben toen Hij u toestond om de verbonden te ontvangen die uw leven nu tot zegen zijn. Hij wist dat u het verlangen zou hebben om met uw familieleden over de zegeningen van het evangelie te praten. Hij wist ook dat dit verlangen zou toenemen als u eenmaal de vreugde van de heilige tempelbeloften ontving. Daar kunnen mensen die aan de vereisten voldoen, verbonden met Hem sluiten. Wij beloven zijn geboden te onderhouden. En Hij belooft ons dat wij bij getrouwheid in de komende wereld als gezin bij Hem in zijn heerlijkheid kunnen wonen.

Hij wist dat u het verlangen zou hebben om voor eeuwig aan uw ouders en grootouders verzegeld te worden. Misschien had u net als ik een grootvader die het altijd op prijs stelde als ik op bezoek kwam. Ik dacht dat ik zijn lievelingskleinkind was totdat mijn neefjes zeiden dat zij hetzelfde gevoel hadden. Hij is er nu niet meer. Al mijn grootouders en hun voorouders zijn overleden. Veel van uw voorouders zijn overleden zonder de kans om het evangelie te aanvaarden en de zegeningen en beloften te ontvangen die u hebt gekregen. De Heer is eerlijk en liefdevol. Daarom heeft Hij voor u en mij een manier bedacht om onze voorouders ook alle zegeningen te verlenen die Hij ons heeft gegeven.

Het plan om dat te bewerkstelligen is al vanaf het begin van kracht. De Heer deed zijn kinderen lang geleden al beloften. Het laatste boek van het Oude Testament is het boek van de profeet Maleachi. En de laatste woorden bevatten een heerlijke belofte en een strenge waarschuwing.

‘Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt.

‘Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban.’1

Sommige van die woorden moeten we goed begrijpen. De grote en geduchte dag des Heren is het einde van de wereld. Jehova, de Messias, zal in heerlijkheid terugkeren. De goddelozen zullen worden vernietigd. Wij leven nu in de laatste dagen. We hebben wellicht niet veel tijd meer om te doen wat we beloofd hebben.

Het is belangrijk om de weten waarom de Heer beloofde dat Hij Elia zou sturen. Elia was een groot profeet met grote macht van God. Hij had de grootste macht die God zijn kinderen geeft: de verzegelbevoegdheid, de macht om op aarde te binden wat ook in de hemel gebonden zal zijn. God gaf die bevoegdheid aan de apostel Petrus. En de Heer hield zich aan zijn belofte om Elia te sturen. Elia verscheen op 3 april 1836 aan de profeet Joseph Smith, vlak na de inwijding van de Kirtlandtempel, de eerste tempel die na de herstelling van het evangelie gebouwd is. Joseph heeft dat heilige moment als volgt beschreven:

Wij werden ‘overweldigd door nog een groot en heerlijk visioen; want de profeet Elia, die naar de hemel was opgenomen zonder de dood te smaken, stond voor ons, en zeide:

‘Zie, de tijd is ten volle gekomen waarvan gesproken is door de mond van Maleachi — die getuigde dat hij [Elia] zou worden gezonden eer de grote en geduchte dag des Heren zou komen —

‘om het hart der vaderen tot de kinderen terug te voeren, en de kinderen tot de vaderen, opdat de gehele aarde niet met een banvloek zou worden getroffen.

‘Daarom worden de sleutels van deze bedeling in uw handen overgedragen; en hierdoor kunt gij weten dat de grote en geduchte dag des Heren nabij is, ja, voor de deur staat.’2

Toen u lid van de kerk werd, voelde u dat uw hart naar uw familieleden uitging, naar hen die nog leven en naar hen die zich in de geestenwereld bevinden. De Heer heeft nog een ander visioen gegeven, zodat u kunt weten wat u met die gevoelens moet doen.

Na Joseph Smith riep de Heer andere profeten om zijn kerk te leiden. Hij zag in een visioen wat er in de geestenwereld gebeurde toen de Heiland daar verscheen, tussen zijn dood en zijn opstanding.3 President Smith zag de vreugde van de geesten toen ze leerden dat de Heiland de banden des doods had verbroken en dat zij door zijn verzoening ook konden herrijzen. En hij zag dat de Heiland zijn dienstknechten organiseerde om zijn evangelie aan alle geesten te verkondigen, zodat zij de kans zouden krijgen om te kiezen voor de verbonden en zegeningen die wij ook hebben ontvangen en die we onze voorouders willen verlenen. Iedereen moet die kans krijgen.

President Smith zag ook de leiders die de Heiland had geroepen om het evangelie aan de kinderen van onze hemelse Vader in de geestenwereld te verkondigen. Hij heeft er enkelen genoemd: vader Adam, moeder Eva, Noach, Abraham, Ezechiël, Elia, profeten uit het Boek van Mormon, en enkele profeten uit de laatste dagen, zoals Joseph Smith, Brigham Young, John Taylor en Wilford Woodruff. Stel u voor hoeveel macht deze zendelingen hebben om het evangelie te verkondigen en het hart van onze voorouders te beroeren. Het is niet zo verwonderlijk dat Wilford Woodruff tijdens zijn leven zei dat hij geloofde dat slechts weinigen van de voorouders van de heiligen der laatste dagen in de geestenwereld de boodschap van het eeuwig heil zouden verwerpen.4

Velen van onze overleden voorouders zullen een getuigenis hebben ontvangen dat de boodschap van de zendelingen waar is. Toen u dat getuigenis ontving, kon u aan de zendelingen vragen om de doop. Maar de mensen in de geestenwereld kunnen dat niet. De verordeningen die u zo koestert, zijn alleen op aarde verkrijgbaar. Iemand op aarde moet naar de heilige tempel gaan en de verbonden namens die persoon in de geestenwereld in ontvangst nemen. Daarom moeten we de gegevens over onze voorouders verzamelen en ervoor zorgen dat zij door middel van ons de kans krijgen om de nodige verordeningen te ontvangen.

Daarom gaat mijn hart niet alleen uit naar mijn voorouders die wachten, maar ook naar de zendelingen die hen onderwijzen. Ik zal die zendelingen later in de geestenwereld zien, en u ook. Denk aan een getrouwe zendeling die zich daar met uw voorouders bevindt, die hen liefheeft en hen heeft onderwezen. Stel u de glimlach op het gezicht van die zendeling als u naar hem en uw voorouders toeloopt die hij heeft onderwezen maar die zich niet konden laten dopen of verzegelen totdat u voor hen naar de tempel ging. Ik weet niet hoe het er precies aan toegaat daar, maar ik stel me armen voor die om uw nek worden geslagen en tranen van dankbaarheid.

Als u zich de glimlach van de zendeling en uw voorouder kunt voorstellen, denk dan eens aan de Heiland als u Hem ontmoet. Dan zult u een gesprek met Hem hebben. Hij heeft de prijs betaald voor de zonden van u en alle geestkinderen van onze hemelse Vader. Hij is Jehova. Hij stuurde Elia. Hij verleende de bevoegdheden van het priesterschap om uit volmaakte liefde te verzegelen en te zegenen. En Hij heeft u zijn vertrouwen en het evangelie gegeven, waardoor u de taak op u kunt nemen om uw voorouders, die zelf niet in de gelegenheid waren, dezelfde kansen te geven. Bedenk hoe dankbaar Hij is voor de mensen die door hun geloof en werken de namen van hun voorouders opzoeken, en die hen en Hem voldoende liefhebben om hun het eeuwige leven in gezinsverband te bieden, de grootste van alle gaven Gods. Hij heeft hun een oneindig offer gegeven. Hij zal de mensen liefhebben en waarderen die de prijs hebben betaald om hun voorouders de kans op het eeuwige leven te bieden.

Omdat uw hart al is teruggevoerd, lijkt die prijs wellicht niet zo hoog. De eerste stappen zijn heel eenvoudig. Schrijf op wat u al van uw familie weet. U moet de namen opschrijven van ouders en hun ouders met de bijbehorende geboortedatums, huwelijksdatums of overlijdensdatums. Zo mogelijk noteert u ook de plaatsen. Bepaalde gegevens kent u uit het hoofd. Maar u kunt ook familieleden om informatie vragen. Zij hebben misschien wel geboortebewijzen, huwelijksaktes of overlijdensaktes. Maak kopieën en sorteer ze. Als u iets over hun leven te weten komt, schrijf dat dan op en bewaar die informatie. U verzamelt niet alleen namen. Mensen die u in dit leven nooit hebt ontmoet, zullen dierbare vrienden worden. Uw hart zal voor eeuwig met hun hart verbonden zijn.

U kunt met de eerste paar generaties beginnen. Op die manier zult u veel voorouders vinden die uw hulp nodig hebben. Iemand in uw eigen wijk of gemeente is geroepen om u te helpen bij het voorbereiden van die namen voor de tempel. Daar kunnen zij de verbonden sluiten die hen uit de gevangenis in de geestenwereld bevrijden, en waar zij als gezin en familie — uw familie — voor eeuwig verzegeld worden.

Uw kansen en de verplichtingen die daardoor ontstaan zijn opmerkelijk in de hele wereldgeschiedenis. Er zijn nu meer tempels op aarde dan ooit tevoren. Meer mensen op aarde zijn door de geest van Elia geïnspireerd om de gegevens van hun voorouders op te zoeken. Er zijn nu ook meer dan ooit hulpmiddelen beschikbaar om die gegevens te vinden. De Heer heeft ons de kennis gegeven om die gegevens wereldwijd beschikbaar te stellen, door technologie die enkele jaren geleden een wonder zou zijn genoemd.

Aan deze mogelijkheden is ook de verplichting verbonden om het vertrouwen van de Heer in ons niet te beschamen. Waar veel gegeven is, wordt veel vereist.5 Nadat u de eerste generaties gevonden hebt, wordt het steeds moeilijker. De prijs die betaald moet worden, wordt steeds groter. Als u verder terug in de tijd gaat, zijn de verslagen minder compleet. Als andere mensen in uw familie gegevens over voorouders opzoeken, zult u merken dat het tempelwerk voor de voorouder die u gevonden hebt, al gedaan is. Dan moet u een moeilijke en belangrijke beslissing nemen. U zult in de verleiding komen om op te houden en het harde werk aan anderen over te laten die deskundiger zijn of het uit te stellen voor later in uw leven. Maar u zult een gevoel in uw hart hebben om met het werk verder te gaan, hoe moeilijk het ook is.

Als u die beslissing neemt, vergeet dan niet dat de namen die zo moeilijk te vinden zijn van echte mensen zijn. U bent mede door hen op deze aarde gekomen en u zult hen in de geestenwereld weer tegenkomen. Toen u zich liet dopen, keken uw voorouders hoopvol op u neer. Misschien dat ze zich na eeuwen verheugen om te zien dat een van hun nakomelingen een verbond heeft gesloten om hen te vinden en te bevrijden. Als u hen weer tegenkomt, zult u in hun ogen dankbaarheid of grote teleurstelling zien. Hun hart is met het uwe verbonden. Hun hoop ligt in uw handen. U zult meer dan uw eigen kracht hebben als u ervoor kiest om dat werk te verrichten.

Ik had onlangs een droom. Ik zag een vel wit papier met een naam erop die ik niet kende en een datum die ik maar gedeeltelijk kon lezen. Ik stond op en ging naar de familieverslagen. De achternaam op het vel papier was uit een familietak van mijn moeder, zo’n driehonderd jaar geleden, in de plaats Eaton Bray. Iemand is het lange wachten moe. Ik heb die persoon nog niet gevonden. Maar ik heb het zekere gevoel dat een liefdevolle God ons helpt als wij Hem daarom bidden in dit heilige werk om gezinnen te verlossen. Want dat is zijn werk en zijn heerlijkheid, en daar hebben we ons hart aan verpand. Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Maleachi 4:5–6.

  2. LV 110:13–16.

  3. Zie LV 138.

  4. Zie ‘Discourse by President Wilford Woodruff’, Millennial Star, 21 mei 1894, pp. 339–340.

  5. Zie Lucas 12:48.

Afdrukken