Gokken
Als u nog nooit aan poker spelen of andere vormen van gokken hebt deelgenomen, begin er dan niet aan. Als u erin verwikkeld bent, stop er dan mee nu het nog kan.
Broeders, we hebben een geweldige bijeenkomst gehad. Ik beaam alles wat er is gezegd en laat u mijn zegen.
Beste broeders, ik wil eerst iets zeggen over diegenen wie we vanmiddag als lid van de Quorums der Zeventig steun verleend hebben.
Ik ben van mening dat er letterlijk honderden broeders bekwaam zijn en in aanmerking komen voor de functie van algemeen functionaris van de kerk. We zien ze overal. De vandaag gesteunde broeders zijn gekozen om bepaalde taken te vervullen. Meestal betekent dit dat er een financieel offer gebracht zal moeten worden.
Zoals u hebt gemerkt bevindt mijn 63-jarige zoon zich onder de broeders die gesteund zijn. Ik wil duidelijk stellen dat ik hem niet voorgedragen heb. Dat hebben anderen gedaan die daartoe gemachtigd zijn. De kwestie van nepotisme ligt bij mij altijd heel gevoelig. Ik heb mijn stem onthouden, zoals dat in rechtstermen heet. Hoewel ik wel denk dat hij de roeping in ieder opzicht waardig is. Ten eerste had hij een lieve, geweldige moeder. Ik wou dat ik zijn vader kon aanbevelen.
Ik breng dit alleen te berde omdat ik nepotisme te allen tijde wil vermijden. Neemt u het hem alstublieft niet kwalijk dat hij familie van mij is. Hij kan er niets aan doen.
Laat ik nu maar overgaan op het onderwerp dat ik vanavond wil bespreken. Ik geef gehoor aan enkele verzoeken om iets te zeggen over de positie van de kerk ten opzichte van een gebruik dat steeds gebruikelijker onder ons wordt, vooral dan onder onze jongeren. En dat is gokken in al zijn vormen.
Het verhaal doet de ronde dat Calvin Collidge, eens president van de Verenigde Staten en een man van weinig woorden, op een zondag uit de kerk kwam. Zijn vrouw vroeg hem waar de predikant over had gesproken. Hij antwoordde: ‘Zonde.’ ‘Wat zei hij ervan?’ vroeg ze. ‘Hij was ertegen’, was zijn antwoord.
Ik denk dat ik de vraag over gokken net zo kort kan beantwoorden. Wij zijn ertegen.
Gokken vind je bijna overal en het neemt in omvang toe. Mensen spelen poker. Ze wedden op paarden en honden. Ze spelen roulette en stoppen geld in automaten. Ze spelen in kroegen, cafés en casino’s, en maar al te vaak gewoon thuis. Velen kunnen het niet laten. Het werkt verslavend. In zoveel gevallen leidt het tot andere vernietigende gewoonten en praktijken.
En zoveel mensen die gokken, kunnen het zich eigenlijk helemaal niet veroorloven. In veel gevallen berooft het vrouw en kinderen van financiële zekerheid.
Het pokerspel, zoals het genoemd wordt, is een rage op universiteiten en zelfs op middelbare scholen.
Ik wil u een stukje uit een artikel in de New York Times voorlezen:
‘Voor Michael Sandberg begon het enkele jaren geleden met stuivers en dubbeltjes onder vrienden.
‘Maar het afgelopen najaar werd het de bron van een hoog inkomen en een alternatief voor zijn rechtenstudie.
‘Sandberg (22) verdeelt zijn tijd tussen de universiteit van Princeton, waar hij politieke wetenschappen studeert, en Atlantic City, waar hij met heel veel geld poker speelt. (…)
‘Sandberg is een extreem voorbeeld van een gokrevolutie aan de Amerikaanse universiteiten. Sandberg noemt het een explosie, die wordt gestimuleerd door pokerkampioenschappen op televisie en de toename van websites die on line poker bieden.
‘Volgens deskundigen valt de populariteit van gokken aan de universiteiten niet te ontkennen. In december organiseerde een sociëteit op de Columbia University een pokertoernooi met tachtig spelers, waar men minimaal tien dollar moet inzetten om te mogen spelen. En de University of North Carolina organiseerde in oktober een toernooi met 175 spelers. Beide toernooien waren volgeboekt en hadden een wachtlijst. Op de University of Pennsylvania worden de wedstrijden iedere avond op een e-maillijst geadverteerd.’ (Jonathan Cheng, ‘Poker is Major College Craze’, Deseret Morning News, 14 maart 2005, p. A2.)
Hetzelfde gebeurt hier in Utah.
Een moeder schreef me het volgende:
‘Mijn zoon van negentien speelt poker op het internet, en de mensen op het internet kan het niets schelen of je 21 bent of niet. Je hoeft alleen maar een bankrekening met geld erop te hebben. Hij speelt nu bijna een jaar constant. Hij had eerst een baan, maar die heeft hij opgezegd omdat hij zo verslaafd is geraakt aan het internet en aan poker spelen om geld. Hij doet voortdurend aan toernooien mee en als hij wint, gebruikt hij dat geld om te kopen wat hij nodig heeft. Hij doet niets anders dan spelen op het internet.’
Ik heb gehoord dat Utah en Hawaï de enige twee staten in de Verenigde Staten zijn die niet een of andere vorm van loterij of kansspelen gelegaliseerd hebben. Uit brieven die ik van leden van de kerk heb ontvangen, wordt duidelijk dat sommige jonge mensen met poker beginnen. Ze krijgen de smaak te pakken om iets voor niets te krijgen, en gaan dan naar een andere staat waar ze legaal kunnen gokken.
In een van de brieven staat: ‘Ik zie dit kwaad de laatste tijd overal de kop opsteken. Het is overal op tv te zien. ESPN [een sportzender] heeft “Poker voor beroemdheden” en “Nationale pokerkampioenschappen”.’
Ze schrijft verder: ‘Een van onze vrienden nodigde mijn man uit om tegen vergoeding aan de plaatselijke pokerkampioenschappen deel te nemen. Zijn vriend zei: ‘Het is niet echt gokken. Je geld gaat in een grote pot en de winnaar krijgt die pot.’”
Is dat gokken? Natuurlijk. Gokken is gewoon een methode om geld te krijgen zonder een eerlijke tegenprestatie van goederen of diensten.
Er zijn nu overal staatsloterijen. Vroeger waren die bijna overal verboden. Nu zijn brengen ze veel geld in het laatje.
Zo’n twintig jaar geleden zei ik tijdens de conferentie: ‘De gokkoorts bereikte laatst een hoogtepunt toen de staat New York aankondigde dat 41 miljoen dollar verdeeld zou worden onder de drie winnende loten. Mensen stonden in de rij om loten te kopen. Een van de winnende loten was van 21 fabrieksarbeiders. Er waren 778 mensen die de tweede prijs moesten verdelen, en 113 duizend mensen hadden een symbolisch bedrag gewonnen. Dat klinkt vrij goed.
‘Maar er waren ook 35.998.956 verliezers, die allemaal een lot gekocht hadden om te winnen, maar niets kregen.’ (Gordon B. Hinckley, Conference Report, oktober 1985, p. 67; of Ensign, november 1985, p. 52.)
Sommige Amerikaanse staten laten casino’s veel belasting betalen om de schatkist te spekken. Het bedrijf moet ook winst maken. En dan is er de winnaar. Maar alle andere mensen die een lot hebben gekocht staan met lege handen.
Ik ben zo dankbaar dat de Heer de wet van tiende gaf toen Hij zijn kerk vestigde. Ik sprak een keer met een functionaris van een andere kerk die, naar ik begreep, voor een groot deel van zijn inkomen, afhankelijk was van de opbrengst van bingo. Ik zei tegen de man: ‘Hebt u ooit overwogen om uw kerk met tiende te bekostigen?’ Hij antwoordde: ‘Ja, en ik zou graag willen dat we die gewoonte konden instellen in plaats van bingo te spelen. Maar dat zal tijdens mijn leven niet meer gebeuren.’
Er zijn casino’s op indianenreservaten gebouwd om inkomen voor de eigenaars te generen. Enkele mensen winnen, maar de meeste verliezen. Dat moet ook wel als enkele mensen winnen en het casino winst moet maken.
Een van onze jongemannen zei onlangs: ‘Of ik nou vijf dollar betaal om een film te kijken of vijf dollar betaal om te pokeren. Het idee is hetzelfde.’
Maar dat is niet waar. In het ene geval krijg je iets waar je voor betaalt; in het andere geval neemt één persoon de winst mee naar huis en blijven de anderen met lege handen achter.
Uit ervaring is gebleken dat het spelen van poker tot gokverslaving kan leiden.
Vanaf de begintijd van de kerk is gokken afgeraden.
Al in 1842 beschreef Joseph Smith de omstandigheden van de heiligen in Missouri. Hij heeft gezegd: ‘We hadden veel land aangekocht, onze boerderijen brachten goede oogsten voort, en er was vrede en geluk bij ons thuis en in onze omgeving, maar we konden niet met onze buren omgaan (…) door hun nachtelijk drinkgelach, hun sabbatschennis, hun paardenraces en goklust. Ze begonnen ons eerst uit te lachen, toen te vervolgen, en uiteindelijk organiseerden ze een bende die onze huizen in brand stak, veel broeders sloegen en met teer en veren bedekten, en uiteindelijk, tegen alle wetten, rechtvaardigheid en menselijkheid in, ons uit onze woonplaats verdreven.’ (James R. Clark, samenstelling, Messages of the First Presidency of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints, 6 delen [1965–1975], deel 1, p. 139.)
In oktober 1844 heeft Brigham Young het volgende over Nauvoo gezegd: ‘We willen alle drankwinkels, gokhuizen, en alle andere speelholen of bordelen in ons midden verbieden, en geen alcohol of onzedelijk gedrag in ons midden toestaan.’ (Messages of the First Presidency, deel 1, p. 242.)
Presidenten van de kerk en raadgevers in het Eerste Presidium hebben herhaaldelijk over dit kwaad gesproken. George Q. Cannon, raadgever van drie presidenten van de kerk heeft gezegd: ‘Er zijn veel kwaden in de wereld waar jonge mensen zich tegen moeten wapenen. Een daarvan is gokken. Dit kwaad bestaat in verschillende vormen, die allemaal slecht zijn en waaraan we niet mogen meedoen.’ (Gospel Truth: Discourses and Writings of President George Q. Cannon, verzameld door Jerreld L. Newquist, 2 delen [1974], deel 2, p. 223).
President Joseph F. Smith heeft verklaard: ‘De kerk gaat niet akkoord met gokken en verwerpt het als een principieel kwaad. Daaronder vallen ook allerlei kansspelen en loterijen. De kerk veroordeelt het gedrag van leden die zich hiermee bezighouden.’ (‘Editor’s Table’, Improvement Era, augustus 1908, p. 807.)
President Heber J. Grant heeft gezegd: ‘De kerk was en is onveranderlijk tegen gokken, in wat voor vorm dan ook. De kerk is tegen alle kansspelen, beroepen of bedrijven die geld van iemand aannemen zonder daar iets waardevols voor terug te geven. De kerk verzet zich tegen alle praktijken (…) die de hoge morele normen van de leden van de kerk en van onze samenleving naar beneden halen of verzwakken.’ (Messages of the First Presidency, deel 5, p. 245).
President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘Vanaf het begin is ons geadviseerd om op geen enkele wijze te gokken. Of iemand nu wint of verliest, de persoon wordt aangetast en beschadigd, omdat hij iets voor niets wil hebben, iets waar hij zich niet voor inspant, iets waar hij niet de volle prijs voor betaalt.’ (Ensign, mei 1975, p. 6.)
Ouderling Dallin H. Oaks, die hier vanavond is, heeft in 1987 een meesterlijk betoog over dit onderwerp op het toenmalige Ricks College gehouden. Het was getiteld ‘Gambling–Morally Wrong and Politically Unwise’ [Gokken — moreel verkeerd en politiek onverstandig]. (Zie Ensign, juni 1987, p. 69–75.)
Aan die uitspraken over de positie van de kerk wil ik de mijne toevoegen. Een kansspel kan op onschuldig vertier lijken. Maar er gaat een intensiteit mee gepaard die duidelijk te zien is op het gezicht van de speler. En in te veel gevallen leidt dit ogenschijnlijk onschuldige spel tot een werkelijke verslaving. De kerk is er altijd tegen geweest en is dat nog steeds. Als u nog nooit aan poker spelen of andere vormen van gokken hebt deelgenomen, begin er dan niet aan. Als u erin verwikkeld bent, stop er dan mee nu het nog kan.
Er zijn betere manieren om onze tijd te besteden. Er zijn betere dingen om u aan te interesseren en uw energie aan te besteden. Er is zoveel goede lectuur. Daar kunnen we nooit te veel van hebben. Er is muziek om naar te luisteren en van te genieten. We kunnen een leuke tijd met elkaar hebben — dansen, wandelen, fietsen of andere activiteiten, jongens en meisjes die op een nette manier van elkaars gezelschap genieten.
Ik heb een nieuw boek gelezen dat onlangs door Oxford University Press is uitgegeven, en dat velen van ons gelezen hebben. Het bevat een studie verricht door medewerkers van de University of North Carolina in Chapel Hill. Het gaat over het godsdienstige en spirituele leven van Amerikaanse tieners. De onderzoekers hebben jonge mensen vragen gesteld over verschillende godsdiensten en tradities. (Zie Christian Smith en Melinda Lundquist Denton, Soul Searching: The Religious and Spiritual Lives of American Teenagers [2005].)
Ze kwamen tot de conclusie dat mormoonse jongeren meer over hun geloof weten, zich er meer voor inzetten, en zich beter aan de sociale gedragscode van hun kerk houden dan hun leeftijdgenoten.
‘De mormoonse kerk vraagt veel van haar tieners, maar (…) over het algemeen wordt er gehoor aan gegeven.’ (Elaine Jarvik, ‘LDS Teens Rank Tops in Living Their Faith’, Deseret News, 15 maart 2005, p. A3).
Onze jongeren zijn eerder geneigd om dezelfde geloofsovertuiging te hanteren als hun ouders, om één keer per week naar de kerk te gaan, om met anderen over hun geloof te praten, om te vasten of een andere vorm van zelfopoffering te beoefenen. En ze hebben minder twijfels over hun godsdienstige overtuiging.
De schrijvers schreven dat onze jongeren vroeg opstaan om aan het seminarie deel te nemen. ‘Het is moeilijk om zo vroeg op te staan’, zegt een seminariecursist. ‘Maar ik krijg zegeningen als ik dat doe. Het is een goede manier om de dag te beginnen.’
De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat niet al onze jongeren volmaakt zijn, maar over het algemeen blinken ze opmerkelijk uit. Daar wil ik aan toevoegen dat deze middelbare scholieren geen tijd hebben om poker te spelen.
Mijn dierbare jonge vrienden tot wie ik me vanavond richt, jullie betekenen zoveel voor ons. Jullie zijn zo belangrijk. Als lid van deze kerk en als drager van het priesterschap hebben jullie een grote verantwoordelijkheid. Verspil je tijd of talenten alsjeblieft niet aan zinloze activiteiten. Als je dat doet, zal dat je vermogen beperken om goede dingen te doen. Ik ben van mening dat het je studieresultaten negatief zal beïnvloeden. Dat zal een teleurstelling voor je ouders zijn, en als je jaren later terugkijkt, zul je ook zelf teleurgesteld zijn.
Door het priesterschap dat je als jongeman draagt, heb je recht op de bediening van engelen. Dat gezelschap is, vind ik, niet te vergelijken met deelname aan kansspelen.
‘Kies toch goed als u voor een keus gesteld wordt’ (‘Kies toch goed’, lofzang 162.)
Ik bid nederig dat wij hemelse zegeningen zullen ontvangen. Ik geef mijn getuigenis van dit werk en spreek mijn liefde uit voor iedereen die zich ermee bezighoudt. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.