2005
Op heilige plaatsen staan
Mei 2005


Op heilige plaatsen staan

Ik moedig alle heiligen over de hele wereld aan om ernaar te streven, zo mogelijk, meer op heilige plaatsen te staan.

Geliefde broeders, zusters en vrienden over de hele wereld. Het is een vreugde en een grote verantwoordelijkheid om u toe te spreken. Ik wil mijn liefde, respect en waardering voor ieder van u uitspreken.

Wij worden van alle kanten gebombardeerd met een enorm aantal boodschappen die wij niet willen of nodig hebben. Er wordt in een dag meer informatie voortgebracht dan wij in ons hele leven kunnen opnemen. Om het leven ten volle te kunnen genieten, moet ieder van ons zijn eigen ademruimte en gemoedsrust vinden.1 Hoe kunnen we dat doen? Er is maar één antwoord. We moeten uitstijgen boven het kwaad dat zich aan ons opdringt. We moeten deze raad van de Heer opvolgen: ‘Het is mijn wil dat allen die mijn naam aanroepen en Mij aanbidden overeenkomstig mijn eeuwigdurend evangelie, zich vergaderen en op heilige plaatsen staan.’2

Het is onvermijdelijk dat wij op zoveel onheilige plaatsen staan en onderworpen worden aan zoveel dat vulgair en godslasterlijk is, en dat de Geest van de Heer verjaagt, dat ik alle heiligen over de hele wereld aanmoedig om er naar te streven, zo mogelijk, meer op heilige plaatsen te staan. Onze heilige tempels zijn onze heiligste plaatsen. Daarbinnen krijgen wij een gevoel van heilige troost. We dienen ernaar te streven om ervoor in aanmerking te komen met ons gezin naar de tempel te gaan en ons voor eeuwig aan elkaar te laten verzegelen. We dienen ook documenten aangaande onze overleden voorouders te onderzoeken, opdat ook zij in een van de tempels aan ons kunnen worden verzegeld. We moeten streven naar heiligheid door ‘een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in geloof en in reinheid’3 te zijn. Op die manier kunnen we onze persoonlijke band met God onderhouden en versterken.

Heiligheid is de kracht van de ziel. Het ontstaat door geloof en gehoorzaamheid aan Gods wetten en verordeningen. Vervolgens zuivert God het hart door geloof en wordt het ontdaan van al wat godslasterlijk en slecht is. Als we heiligheid bereiken door ons aan Gods wil te houden, dan weten we intuïtief wat er in de ogen van de Heer verkeerd of goed is. Heiligheid spreekt tot ons in stilte. Het moedigt het goede aan en vermaant ons voor het verkeerde.

Heiligheid is bovendien een norm voor rechtschapenheid. Toen president Brigham Young op 16 februari 1862 in de Tabernakel te Salt Lake City een toespraak hield, gebruikte hij de uitdrukking ‘De Here gewijd’. Vervolgens legde hij uit wat ‘De Here gewijd’ voor hem betekende. Ik citeer: ‘Uit dertig jaar ervaring weet ik dat ieder moment van mijn leven de Here gewijd moet zijn, en dat dit het gevolg is van billijkheid, rechtvaardigheid, barmhartigheid en oprechtheid in al wat ik doe. Dat is de enige manier om de Geest van de Almachtige bij mij te houden.’4

Afgelopen jaar ging een van mijn kleinzoons met zijn vrouw en hun ouders naar New York naar de schitterende Manhattantempel. Het lawaai van de bedrijvigheid van duizenden mensen buiten was oorverdovend. Toen de taxi voor de tempel stilhield, was Katherine, de vrouw van mijn kleinzoon, meteen al in tranen. Zelfs buiten de tempel voelde zij de heiligheid ervan. Ze gingen naar binnen, verlieten de lawaaierige wereld en aanbaden in het huis des Heren. Het was een heilige en onvergetelijke ervaring voor ze.

Zoals president Gordon B. Hinckley ons heeft geleerd: ‘Het is nodig om af en toe het lawaai en de drukte van de wereld achter ons te laten en binnen de muren te komen van een gewijd huis van God, om daar zijn geest te voelen in een omgeving van heiligheid en vrede.’5 Joseph Smiths gebed bij de inwijding van de Kirtlandtempel is echt verhoord: ‘en opdat allen die de drempel van het huis des Heren overschrijden uw macht zullen voelen en zich gedrongen zullen voelen te erkennen dat (…) het uw huis is, een plaats waarop uw heiligheid rust.’6

Op de begrafenis van patriarch Joseph Smith sr. werd verteld hoe hij over de tempel dacht: ‘Het was zijn dagelijkse genoegen om naar het huis des Heren te gaan en in zijn tempel navraag te doen. Daar genoot hij vele zegeningen en hij bracht vele uren door in heerlijke vereniging met zijn hemelse Vader. Hij betrad de heilige gangpaden van de tempel helemaal in zijn eentje, lang voordat de koningin van de dag de oostelijke horizon goud kleurde. En hij sprak zijn verlangens uit binnen die muren als de natuur nog sliep. Binnen die gewijde muren werden de visioenen van de hemel voor hem geopend en verheugde zijn ziel zich in de rijke schatten van de eeuwigheid.’7

Ik ben dankbaar dat op onze tempels het volgende staat: ‘Het huis des Heren. De Here gewijd.’ Die herinnering aan heiligheid of gewijdheid van een plaats is afgeleid van een tekst uit het Oude Testament. Zacharia herinnert ons eraan dat de tijd zal komen wanneer ‘op de bellen van de paarden [zal] staan: Den HERE heilig. (…) ja, alle potten in Jeruzalem en in Juda zullen de Here der heerscharen heilig zijn.’8 Ik bewonder vooral de deurklinken in de Salt Laketempel. Ze hebben een prachtig ontwerp, en op ieder staat de herinnering: ‘De Here gewijd.’

Toen ik meer dan 65 jaar geleden opgroeide in het zuiden van Utah, vond ik het geweldig als de woorden ‘De Here gewijd’ op gebouwen in de stadjes verschenen. Die gouden woorden werden vaak als centrale versiering aangebracht op de belangrijkste gebouwen, zoals de coöperatieve winkel en het voorraadhuis van de bisschop. Ik bezit enkele aandeelbewijzen van ZCMI, een handelshuis van de pioniers. Er staan handtekeningen op van John Taylor, Brigham Young, Wilford Woodruff, Joseph F. Smith, Lorenzo Snow, Heber J. Grant, George Albert Smith en David O. McKay. Op elk bewijs staan de woorden ‘De Here gewijd’. Ik vraag me af wat er is gebeurd met die motto’s van heiligheid? Zijn zij verdwenen, net als zoveel andere herinneringen aan geloof en toewijding?

Wij ontvangen grote zegeningen als we vaak naar de tempel gaan om daar te leren welke alles overtref- fende geestelijke banden wij met de Godheid hebben. We moeten harder ons best doen om op heilige plaatsen te staan. De ceremoniële verbonden en gebruiken van de tempel zijn middelen om ons karakter te heiligen. In ons verlangen om de toewijding van onze leden aan het heilige werk van de tempels te vergroten, moeten wij ze aansporen om zich meer te verdiepen in de diepe geestelijke betekenis die we daar vinden. Paulus heeft ons aan het volgende herinnerd: ‘de letter doodt, maar de Geest maakt levend.’9

In onze tijd heeft president Gordon B. Hinckley gezegd: ‘Als iedere man in deze kerk die tot het Melchizedeks priesterschap geordend is, zou zorgen dat hij waardig was om een tempelaanbeveling te bezitten, en dan naar het huis des Heren zou gaan en zijn verbonden plechtig voor God en de aanwezige getuigen zou vernieuwen, waren wij een beter volk. Er zou weinig of geen ontrouw onder ons bestaan. Scheidingen zouden bijna volledig verdwijnen. Er zou zoveel leed en er zouden zoveel gebroken harten vermeden worden. Er zou een grotere mate van vrede en liefde en geluk in ons huis heersen. Er zouden minder wenende vrouwen en wenende kinderen zijn. Wij zouden elkaar in hogere mate waarderen en wederzijds respecteren. En ik geloof vast dat de Heer ons meer zou begunstigen.’10

De heiligen dienen hun familiegeschiedenis uit te zoeken en naar de tempel te gaan omdat zij daar door de Heilige Geest toe aangezet worden. Wij dienen naar de tempel te gaan, onder andere om onze heiligheid en die van onze gezinsleden te waarborgen.

Naast de tempel zou zeker ook ons thuis een heilige plaats moeten zijn. De gevoelens van heiligheid bij mij thuis hebben mij voorbereid op gevoelens van heiligheid in de tempel. Voordat ik voor het eerst op zending ging naar Brazilië maakte mijn moeder liefdevol met de hand een tempelkledingstuk voor me om te dragen in de tempel. Het is nu oud en rafelig, maar het is een bijzonder, heilig symbool van mijn moeders liefde voor heilige zaken.

Dankzij mijn lieve vrouw, Ruth, kan ik zeggen dat wij er thuis naar gestreefd hebben om ons in de geest van heiligheid toe te wijden aan de Heer. Daar zijn we niet altijd in geslaagd. Natuurlijk niet. Maar we hebben het geprobeerd. Toen ik als jonge vader helemaal opging in de verantwoordelijkheid om mijn gezin te onderhouden, mijn kerktaken en veel andere maatschappelijke taken te vervullen, herinnerde Ruth mij thuis vriendelijk aan mijn verantwoordelijkheid als ouder.

Ze herinnerde me er bijvoorbeeld aan wanneer het tijd was voor de gezinsavond en suggereerde toen vriendelijk wat een gepast onderwerp zou zijn om op de gezinsavond te bestuderen. Ze hielp me ook met het bijhouden van belangrijke gebeurtenissen zoals verjaardagen en activiteiten van de kinderen waarbij mijn tijd en ondersteuning nodig waren. En dat belangrijke werk doet ze nog steeds, wat ik zeer waardeer. Als we echt willen dat ons thuis een heilige plaats is, moeten we harder ons best doen om dingen te doen die de Geest van de Heer bevorderen.

Onze kerken zijn toegewijd aan de Heer als heilige plaatsen. Er is ons gezegd dat we op zijn heilige dag naar het huis des gebeds moeten gaan en onze sacramenten opofferen.11 Deelnemen aan het avondmaal is een ernstige, heilige plicht. In onze kerken leren we de evangeliebeginselen, ontvangen onze kinderen een zegen, worden leden bevestigd en krijgen zij de gave van de Heilige Geest, en geven we ons getuigenis aangaande de waarheid van het evangelie. Een nieuw lid in Texas zei dat ze bij het betreden van de kerk een gevoel van heiligheid kreeg dat ze nooit eerder had gehad.

We moeten harder ons best doen om een heilig volk te zijn. Wij leven in de volheid der tijden. Er is zoveel hersteld door middel van de profeet Joseph Smith. Daardoor hebben wij een bijzondere band met de Heer. Wij zijn de begunstigden, bewakers en beheerders van deze taken, onder het gedelegeerde gezag en de leiding van president Hinckley, die alle sleutels draagt. Als kinderen van de Heer zouden we er dagelijks naar moeten streven om in alles wat wij doen een hoger niveau van rechtschapenheid te bereiken. We moeten voortdurend waken voor alle invloeden van Satan.

Zoals president Brigham Young heeft gezegd: ‘Ieder moment [van ons leven] moet gewijd zijn aan de Heer, (…) wat de enige manier is waarop [wij] de Geest van de Almachtige bij ons kunnen houden.’ Moge de Heer ieder van ons zegenen in onze bijzondere opdracht om ons aan de Heer te wijden door op heilige plaatsen te staan. Daar vinden wij de geestelijke bescherming die wij en onze gezinsleden nodig hebben. Dat is de bron van hulp om het woord van de Heer in onze tijd uit te dragen. Als we op heilige plaatsen staan, kunnen we beter uitstijgen boven de kwade invloeden van onze tijd, en kunnen we nader tot onze Heiland komen. Ik getuig dat als wij dat doen, de Heer ons altijd zal zegenen, en dat wij machtig gemaakt zullen worden ‘in geloof en in werken’.12 In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Jeff Davidson, ‘“Overworked Americans” or Overwhelmed Americans?’ Business Horizons, januari-februari 1994, pp. 62–66.

  2. LV 101:22.

  3. 1 Timoteüs 4:12.

  4. Deseret News, 2 april 1862, p. 313.

  5. ‘Over zendingen, tempels en rentmeesterschap’, De Ster, januari 1995, p. 51.

  6. LV 109:13.

  7. History of the Church, deel 4, p. 194.

  8. Zacharia 14:20–21.

  9. 2 Korintiërs 3:6.

  10. Ensign, november 1995, 53.

  11. Zie LV 59:9.

  12. Helaman 10:5.