Wat zoekt gij?
Mensen die oprecht naar de waarheid zoeken, krijgen antwoord op hun vragen — zij vinden de Heer door zijn herstelde kerk.
Het is altijd moeilijk om dit magnifieke koor te volgen. Dank, koor, voor de prachtige muziek.
‘De volgende dag stond Johannes daar weer met twee van zijn discipelen.
‘En toen hij Jezus zag gaan, zeide hij: Zie, het lam Gods!
‘En de twee discipelen hoorden hem dat zeggen en volgden Jezus.
‘Maar Jezus keerde Zich om en zag, dat zij Hem volgden, en Hij zeide tot hen: Wat zoekt gij?’ (Johannes 1:35–38.)
We zien tegenwoordig een wereld die op zoveel verschillende manieren antwoord probeert te vinden op de vraag ‘Wat zoekt gij?’ Te veel mensen zaaien zaad van vruchten die de eeuwige ziel niet voeden.
Ik zal dat verduidelijken met een ervaring die het gebiedspresidium van het gebied Europa-Midden tijdens een treinreis naar een bijeenkomst had. We gebruikten de tijd in de trein om onze taken door te spreken. De man die aan de andere kant van het gangpad zat, werd nieuwsgierig. Uiteindelijk vroeg hij: ‘Bent u protestant of katholiek?’ Wij antwoordden: ‘Geen van beide. Wij zijn lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.’ Hij gaf toe dat hij van de kerk gehoord had, maar zei toen: ‘Dan zult u in dit land niet veel bereiken. De regering erkent uitsluitend de katholieke kerk en de protestantse kerk. Zij zijn de enige kerken die financiële steun van de regering krijgen. Een kerk kan zonder financiële steun van de regering niet standhouden.’
We probeerden uit te leggen dat onze kerk het uitstekend zonder overheidshulp kan redden — dat we het systeem van de Heer, de wet van tiende, gebruiken. Hij bleef volhouden dat onze kerk niet veel in zijn land zou bereiken. Hij raadde ons aan om ons elders in te spannen. Uiteraard getuigden wij dat het systeem van de Heer werkt, en we vertelden hem over alle kerken en tempels die we over de hele wereld bouwen zonder dat we daarvoor geld hoeven te lenen. Hij leek verbaasd, maar niet erg overtuigd.
Toen we merkten dat we hem er niet van konden overtuigen dat een kerk zonder overheidssteun zou kunnen bestaan, probeerden we van onderwerp te veranderen. Ik vroeg: ‘Wat zal er in uw land gebeuren door alle veranderingen die er plaatsvinden? Door de daling van het aantal geboorten en de enorme toevloed van immigranten bent u straks een minderheid in uw eigen land.’
Met veel nationale trots zei hij: ‘Dat zal nooit gebeuren.’
Ik zei: ‘Hoe kunt u dat beweren als het aantal immigranten groter is dan het geboortecijfer?’ Hij bleef volhouden dat het nooit zou gebeuren — ze zouden de grenzen liever sluiten dan dat ze dit zouden toestaan.
Ik hield vol en zei: ‘Hoe kunt u dat met de huidige trend voorkomen?’
Hij zei vervolgens en daar schrok ik van: ‘Ik ben 82 jaar oud. Als dat een probleem wordt, ben ik al lang dood.’
Een groot probleem waar we in dit deel van de wereld mee geconfronteerd worden, is de algehele onverschilligheid ten opzichte van godsdienst, ten opzichte van geestelijke zaken. De meeste mensen zijn tevreden met hun huidige levenswijze, en hebben niet de behoefte aan meer dan ‘eet, drink en wees vrolijk’ (Lucas 12:19). Ze hebben alleen interesse in zichzelf — hier en nu.
Te veel mensen, hoofdzakelijk in de ontwikkelde landen, worden zo werelds in hun overtuigingen en daden dat ze vinden dat een mens volledig autonoom is. Een mens hoeft alleen maar aan zichzelf verantwoording af te leggen, en in mindere mate aan de maatschappij waarin hij leeft.
Samenlevingen waar deze wereldse levenswijze wortel schiet, moeten een geestelijke en morele prijs betalen. Het najagen van zogenaamde persoonlijke vrijheden, zonder respect voor de wetten die de Heer heeft gegeven om zijn kinderen op aarde te besturen, leidt tot een vloek van extreme wereldsgezindheid en zelfzucht, het verval van openbare en persoonlijke reinheid, en opstandigheid tegen het bevoegde gezag.
Dergelijke samenlevingen worden in Leer en Verbonden 1:16 beschreven: ‘Zij zoeken niet de Heer om zijn gerechtigheid te vestigen, maar ieder mens wandelt op zijn eigen weg, en naar het beeld van zijn eigen god, wiens beeld naar de gelijkenis der wereld is.’
Daarom heeft de kerk van de Heer instructies gekregen om de profeet te volgen en naar iets anders te streven dan de wereld. In de verzen 17–18 van afdeling staat vervolgens:
‘Welnu, omdat Ik, de Heer, de rampspoed kende die de bewoners der aarde zou overkomen, heb Ik mij gericht tot mijn dienstknecht Joseph Smith jr. en heb tot hem gesproken vanuit de hemel en hem geboden gegeven;
‘en ook geboden aan anderen gegeven, opdat zij die dingen aan de wereld zouden verkondigen; en dit alles, opdat zou worden vervuld wat geschreven is door de profeten.’
Door middel van de profeet Joseph Smith werd de kerk van Jezus Christus op aarde hersteld — ‘regel op regel, voorschrift op voorschrift’ (LV 98:12). Met de hulp van God vertaalde en publiceerde hij het Boek van Mormon. Het Aäronisch priesterschap en het Melchizedeks priesterschap werden aan hem en Oliver Cowdery verleend, en er werden heilige verordeningen hersteld om de mensheid te verlossen.
Wij verklaren stoutmoedig dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen antwoord geeft op de vraag ‘Wat zoekt gij?’ Onze kerk is het middel waardoor mannen en vrouwen onze Heiland en zijn evangelie kunnen vinden. U, die hier aanwezig bent, en de vele heiligen over de hele wereld die deze conferentie volgen, bent rijkelijk gezegend omdat u naar de herstelde kerk hebt gezocht en die hebt gevonden.
De kerk werd georganiseerd als gevolg van een herstelling, geen reformatie. Door mijn recente ervaringen in Midden-Europa heb ik meer respect gekregen voor de rol van de vroege christelijke leiders die een reformatie tot stand brachten. Het begon met hun inspanningen om enkele foutieve leerstellingen te verbeteren, die waren ontstaan tijdens de lange periode van afval van de kerk die onze Heiland tijdens zijn aardse bediening had georganiseerd. Joseph Smith was een profeet van God, de woordvoerder van de Heer, en de hersteller van alle dingen die belangrijk zijn om het koninkrijk van God op de wederkomst van de Heer Jezus Christus voor te bereiden. Als wij onze Heiland zoeken, is het belangrijk dat we Hem zoeken door middel van zijn kerk. Door middel van zijn herstelde kerk ontvangen we alle verlossende verordeningen die nodig zijn om bij Hem terug te keren.
Ik wil alle leden van de kerk laten weten dat ik door mijn huidige roeping heb geleerd dat het verkondigen van het evangelie van Jezus Christus uitdagingen met zich meebrengt die ik me nooit had voorgesteld. Toch zie ik iedere dag nieuwe tekens van hoop, voornamelijk door de zegeningen van de Heer, maar ook door de inspanningen van leiders, leden en zendelingen. Mensen die oprecht naar de waarheid zoeken, krijgen antwoord op hun vragen — zij vinden de Heer door zijn herstelde kerk. Ik zal u drie voorbeelden geven: een vader, een jonge alleenstaande en een ongehuwde zuster. Zij hebben een nieuw geloof en nieuwe hoop ontvangen.
Een gezin van vier mensen uit Sri Lanka was aanvankelijk benaderd door de zendelingzusters. Vanaf het begin hadden de moeder en haar kinderen vaak in het Boek van Mormon gelezen en dagelijks gebeden. Ook wilden ze naar de kerk gaan. Maar de vader verzette zich — in tegenstelling tot zijn vrouw had hij geen christelijke achtergrond, en hij was niet bereid om zijn overtuigingen opnieuw te evalueren.
De zendelingzusters voelden zich geïnspireerd om zich op de leringen van Jezus Christus te concentreren. In hun eigen woorden:
‘We spraken over Joseph Smith, zijn geloof in Christus, wat we door het eerste visioen van Christus kunnen leren, en over het getuigenis dat de profeet van onze Heiland gaf. Door alles wat we samen lazen of wat zij als gezin in het Boek van Mormon lazen, leerden ze meer over onze Verlosser. Toen begonnen we enige vooruitgang te zien. Ze hingen trots een afbeelding van Christus in hun huiskamer — die wij hun cadeau hadden gegeven.’
De innerlijke verandering van de vader vond plaats toen zijn vrouw zei dat ze zich wilde laten dopen, en zijn zoons in gebed gingen om erachter te komen of zij zich wilden laten dopen. Vanaf dat moment begon hij geregeld in het Boek van Mormon te lezen, en begon hij over de doop te bidden. Door zijn oprechte verlangen om te weten of de kerk waar was, veranderde hij, en werd hij thuis een geestelijk leider. Vlak voordat hij en zijn gezin zich lieten dopen vroeg de vader om een tiende-envelop. Hij wilde het gebod onmiddellijk gaan naleven.
In een ander geval werd een jonge, inactieve broeder geheractiveerd in het kader van het instuifinitiatief om jonge alleenstaanden van 18 tot 30 jaar terug naar de kerk te krijgen. Op de eerste activiteit in een van de kerkgebouwen was deze broeder de enige die geen zendeling was, maar binnen enkele weken had hij zo’n dertig mensen mee naar de gezinsavond en ander activiteiten genomen.
Deze broeder is webdesigner van beroep. Samen met zijn partner was hij een eigen bedrijf begonnen. Hij woont momenteel bij twee niet-leden in, die allebei voor zijn bedrijf werken. Hij geeft altijd zeer moedig zijn getuigenis. Een van zijn medewerkers had christelijke theologie gestudeerd, en deze broeder bracht hem in contact met de zendelingen die aan het programma voor jonge alleenstaanden werkten. Nu komt deze medewerker geregeld naar de activiteiten, en de geheractiveerde broeder helpt de zendelingen als zij hem lesgeven. Hij geeft zijn getuigenis van de waarheid van het evangelie.
In een ander voorbeeld had een jonge vrouw uit Hamburg (Duitsland) moeite om haar leven geestelijk inhoud te geven. Ze begon te bidden en God te vragen wat ze moest doen. Op een ochtend, na drie dagen wat gevast en veel gebeden te hebben, liep ze van huis naar de bushalte. Toen ze op de bus stond te wachten, besefte ze dat ze enkele sleutels thuis had laten liggen die ze die dag nodig had. Ze ging terug naar huis, pakte de sleutels en liep terug naar de bushalte. Ze was teleurgesteld toen ze merkte dat ze de bus had gemist.
Ondertussen zaten er twee zendelingen in een bus bij de stad Hamburg. Ze hadden het gevoel dat ze met de eerste de beste persoon moesten praten zodra ze uit de bus stapten. De twee zendelingen stapten uit de bus en zagen deze jonge vrouw. Ze spraken heel even met haar over de kerk en maakten een afspraak om haar les te geven. Ze had meteen het gevoel dat de zendelingen op de een of andere manier naar haar toe waren gestuurd, als antwoord op haar gebeden. Fijne plaatselijke leden van de kerk gingen met de zendelingen mee om haar te onderwijzen, waardoor ze het gevoel kreeg dat ze bij de wijk hoorde. Ze aanvaardde de boodschap van het herstelde evangelie van Jezus Christus en liet zich dopen. Ze werkt nu in het jongevrouwenprogramma van haar wijk.
Tijdens zijn aardse bediening besefte de Heer hoe belangrijk het was om een organisatie te hebben waardoor het geloof in het hart van de leden van zijn kerk gesterkt kon worden, en ze in het evangelie konden groeien. Dit gezin, deze broeder en deze zuster vonden allemaal de Heiland door op zoek te gaan en zich door zijn kerk te laten versterken.
Na de dood van de apostelen was er geen hoofdzetel om de kerk te leiden, en begon de grote afval zich af te tekenen. Deze geschiedenisles is duidelijk: het is noodzakelijk om een hoofdzetel onder leiding van de Heiland te hebben, die de noodzakelijke leerstellingen en verordeningen voor het eeuwig heil en de verhoging verschaffen.
In de Bijbel staan voldoende bewijzen dat de Heer tijdens zijn aardse bediening zijn kerk met de juiste bevoegdheid en organisatie vestigde. Paulus heeft bijvoorbeeld gezegd:
‘En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars,
‘om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus,
‘totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus.
‘Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt,
‘maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus’ (Efeziërs 4:11–15).
Wij verklaren in ons zesde geloofsartikel: ‘Wij geloven in dezelfde organisatie die in de vroegchristelijke kerk bestond, namelijk: apostelen, profeten, herders, leraars, evangelisten enzovoort.’
Daarom verkondigen wij aan de wereld dat het priesterschap is hersteld, dat Gods koninkrijk op aarde is, dat zijn organisatie is gevestigd om ons terug naar zijn tegenwoordigheid te leiden. Wij geloven dat wij het beste antwoord op de vraag ‘Wat zoekt gij?’ hebben. De Heiland leerde: ‘Maar zoekt eerst zijn koninkrijk en zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden’ (Matteüs 6:33).
Net als een gebouw steen voor steen gebouwd wordt, wordt de ware kerk van de Heiland één bekering, één getuigenis, één doop tegelijk gebouwd. Dat wij allen zijn kerk zullen zoeken, vinden en opbouwen, waar we ons ook bevinden, is mijn nederig gebed in de naam van Hem die wij zoeken, namelijk Jezus Christus. Amen.