Hoofdstuk 10
Jezus Christus verlost alle mensen van de stoffelijke dood
De verzoening van Jezus Christus overwint onvoorwaardelijk de stoffelijke dood en geeft alle mensen de gave van de opstanding en de onsterfelijkheid.
Uit het leven van Joseph F. Smith
Zowel op zending als in de rest van zijn leven verbreidde Joseph F. Smith de boodschap van het herstelde evangelie van heil onder hen die wilden luisteren. Hij leerde ze dat de verzoening van Jezus Christus het middelpunt en de belangrijkste daad in de hele geschiedenis van de mensheid is.
De verzoening van de Heiland overwint onvoorwaardelijk de stoffelijke dood en verschaft alle mensen de gave van opstanding en onsterfelijkheid. Bovendien overwint de verzoening van Jezus Christus de geestelijke dood door ons te verlossen van onze zonden en onze verhoging mogelijk te maken als we ons bekeren en de geboden onderhouden. De onvoorwaardelijke aspecten van de verzoening worden behandeld in dit hoofdstuk; de voorwaardelijke aspecten in het volgende hoofdstuk.
Na de dood van zijn negentienjarige dochter Alice, zijn liefste Alibo’, op 29 april 1901, sprak Joseph F. Smith in een brief aan zijn zoon als volgt zijn geloof in de verzoening uit: ‘Ons hart buigt zich in smart nog over de aarde waar de resten van ons lieve meisje en die van haar kleine broers en zusters in het stof rusten. (…) Maar wij zullen ons best doen, met de hulp van de Heer, en in ons hart voelen wij dat onze slapende dierbaren geheel aan zijn heilige zorg zijn toevertrouwd en dat zij spoedig uit het stof zullen ontwaken tot onsterfelijkheid en eeuwig leven. Hadden wij de dierbare verzekering en heerlijke hoop in het evangelie van Christus niet, dan zou het leven niet alleen niet de moeite van het leven waard zijn, maar zou het een schandelijke, verdoemende farce zijn! Maar “Niets dat mij zoveel vreugde geeft: ik weet dat mijn Verlosser leeft”. God zij dank.’1
Leringen van Joseph F. Smith
Jezus Christus heeft de heerlijke verlossing tot stand gebracht voor het heil van de mensheid
Wij geloven in de Heer Jezus en in zijn goddelijke, heilbrengende zending in de wereld, en in de verlossing, de geweldige, heerlijke verlossing die Hij tot stand heeft gebracht voor het heil van de mens.2
Jezus had zijn werk nog niet af toen zijn lichaam gedood werd, noch had Hij het af na zijn opstanding uit de dood; alhoewel Hij het doel bereikt had waarvoor Hij naar de aarde gekomen was, had Hij niet al zijn werk gedaan. En wanneer is Hij dan wél klaar? Pas als Hij elke zoon en dochter van onze vader Adam heeft verlost en gered die ooit geboren is of geboren zal worden op deze aarde, tot het einde der tijden, uitgezonderd de zonen des verderfs. Dat is zijn zending.3
Jezus Christus, de Zoon van de levende God, is de ware norm die alle mensen moeten volgen, het voorbeeld voor alle mensen. Hij was geen zondaar. Hij was niet slecht. Er was geen enkel kwaad in Hem, geen greintje onverstandigheid. Hij was van de wieg tot het graf ruim begiftigd met de wijsheid van God. En na zijn opstanding kreeg Hij de heerlijkheid van de Vader en werd net als God zelf; Hij bezat macht zoals God macht bezit, want Hij verklaarde dat Hem alle macht gegeven was, en Hij zit aan de rechterhand van de Almachtige, en is onze Middelaar, onze oudere Broer, en wij moeten Hem volgen en niemand anders.4
Er is geen andere naam gegeven onder de hemel dan die van Jezus Christus waardoor u gered of verhoogd kunt worden in het koninkrijk van God.5
Er zijn in het plan van verlossing enkele grote fundamentele waarheden. Zij kunnen niet genegeerd worden; geen andere kunnen voorrang krijgen boven hen. Het vaderschap van God, de werkzaamheid van de verzoening van onze Heer en Heiland, en de herstelling van het evangelie in deze laatste dagen, moeten wij met heel ons hart aanvaarden.6
Door de val van Adam is de dood in de wereld gekomen
De dood is niet een en al verschrikking. Er zijn enkele diepgaande en belangrijke waarheden van het mensenleven aan verbonden. Hoewel het bijzonder pijnlijk is voor hen die moeten lijden onder het heengaan van dierbaren, is de dood een van de grootste zegeningen in Gods plan.
Wij zijn geboren opdat wij ons met het sterfelijk leven mochten bekleden, opdat wij onze geest met een lichaam mochten bekleden. Een dergelijke zegening is de eerste stap naar een onsterfelijk lichaam, en de tweede stap is de dood. De dood ligt op de weg naar eeuwige vooruitgang; en hoewel hij moeilijk te verdragen is, zou niemand die in het evangelie van Jezus Christus gelooft, en vooral in de opstanding, het anders willen. (…) De dood is echt een noodzaak en een zegening, en (…) wij zouden niet tevreden en uitermate gelukkig zijn en kunnen zijn zonder de dood.7
Toen de mens [Adam] die hemelse wet overtrad, die hem verbood om te nemen van de aardse elementen, waardoor hij van de aarde of aards zou worden, bracht hij de stoffelijke dood over zich, net als God gezegd had dat hij doen zou als hij zou nemen van de ‘verboden vrucht’.8
Want de dood was de straf van de wet die overtreden werd, een straf die de mens niet kon afwenden, daar het gebod van God luidde: ‘ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven’ [Mozes 3:17], en alle vlees moest die straf ondergaan, daar allen in dit opzicht net zo hulpeloos en afhankelijk zijn als hij was.9
Wij worden sterfelijke wezens genoemd omdat wij de zaden van de dood in ons hebben, maar in werkelijkheid zijn wij onsterfelijke wezens, omdat wij ook het zaad van het eeuwige leven in ons hebben. De mens is een tweeledig wezen, bestaand uit de geest die leven geeft, kracht, intelligentie en vermogens van de mens, en het lichaam dat het eigendom is van de geest en is aangepast aan zijn vorm, aangepast aan zijn benodigdheden, en zich dienovereenkomstig gedraagt, en tot het uiterste de wil van de geest gehoorzaamt. Samen vormen die twee de ziel. Het lichaam is afhankelijk van de geest, en de geest is gedurende de tijd dat hij om natuurlijke redenen in het lichaam verblijft onderworpen aan de wetten die op de sterfelijke staat van toepassing zijn en die besturen. In dit natuurlijke lichaam bevinden zich de zaden van zwakheid en verval, die, als zij volledig uitgegroeid zijn of voortijdig zijn geplukt, in de taal van de Schriften ‘de [stoffelijke] dood’ heten.10
Ieder mens die in de wereld geboren wordt, zal sterven. Het maakt niet uit wie hij is, of waar hij zich bevindt, of hij geboren is onder de rijken en edelen, of onder de armen van de wereld - zijn dagen zijn de Heer bekend, en op de juiste tijd zal hij aan zijn einde komen. Daar zouden wij aan moeten denken. Het is niet zo dat we met bezwaard hart of droeve gezichtsuitdrukking zouden moeten rondlopen, integendeel. Ik verheug mij dat ik geboren ben om te leven, te sterven en te herleven. Ik dank God voor deze kennis. Ik krijg er vreugde en gemoedsrust door die de wereld niet kan geven, noch kan wegnemen. God heeft dit aan mij geopenbaard in het evangelie van Jezus Christus. Ik weet dat het waar is. Daarom heb ik niets opi bedroefd over te zijn, niets om mij treurig te maken.
Al wat ik heb in de wereld is bedoeld om mij op te beuren en mij vreugde en gemoedsrust te geven, hoop en troost in dit leven, en een heerlijke hoop op redding en verhoging in de tegenwoordig van God in het leven hierna. Ik heb geen reden om te rouwen, zelfs niet om de dood. Het is waar: ik ben zwak genoeg om te wenen om de dood van mijn vrienden en familieleden. En ik kan tranen vergieten als ik het verdriet van andere mensen zie.
Ik voel in mijn ziel mee met de mensenkinderen. Ik kan met hen wenen als zij wenen; ik kan mij met hen verheugen als zij zich verheugen; maar ik heb geen reden om te rouwen, noch om verdrietig te zijn omdat de dood in de wereld komt. Ik heb het nu over de stoffelijke dood, de dood van het lichaam. (…) [Heiligen der laatste dagen] weten dat zoals de dood op hen gekomen is door de overtreding van Adam, het leven over hen zal komen door de gerechtigheid van Jezus Christus, en dat hoewel zij zullen sterven, zij zullen herleven.11
De verzoening van Jezus Christus overwint de stoffelijke dood door de opstanding van alle mensen
De dood is over ons gekomen zonder dat wij daar onze keuzevrijheid voor gebruikt hebben; wij hadden er oorspronkelijk de hand niet in dat hij over ons kwam; hij kwam door de overtreding van onze eerste ouders. Daarom zal de mens, die er de hand niet in had dat de dood over hem kwam, er ook de hand niet in hebben dat het leven over hem zal komen; want zoals hij zal sterven als gevolg van Adams zonde, zal hij herleven, of hij dat wil of niet, door de gerechtigheid van Jezus Christus, en door de macht van zijn opstanding. Elke mens die sterft, zal herleven.12
Jezus Christus (…) is de eersteling van de opstanding uit de dood; net zoals Hij is opgewekt, zal Hij alle kinderen van zijn Vader opwekken over wie de vloek van Adam gekomen is. Want zoals de stoffelijke dood door één mens over alle mensen gekomen is, zullen allen door de gerechtigheid van Christus weer tot leven komen, door de opstanding van de dood over alle mensen; of zij nu goed of slecht zijn, zwart of blank, in slavernij of vrij, geleerd of ongeleerd, jong of oud, het maakt niet uit [zie 1 Korintiërs 15:21–22; Alma 11:44]. De dood die door de val van onze eerste ouders ontstaan is, wordt uitgewist door de opstanding van de Zoon van God, en u en ik kunnen er niets aan doen.13
Wij allen weten dat [de Zoon van God] aan het kruis gehangen is; dat zijn zij doorboord is en dat zijn levensbloed uit zijn lichaam gestroomd is; en dat Hij aan het kruis heeft gekreund en de geest heeft gegeven; dat zijn lichaam van het kruis genomen is (…) en gewikkeld in schoon linnen en gelegd in een nieuw graf waar nog nooit een mensenlichaam gelegen had.14
Christus zelf heeft de banden van het graf doorbroken, de dood overwonnen en is voortgekomen ‘als eersteling van hen, die ontslapen zijn’ [1 Korintiërs 15:20].15
Hij is in de wereld gekomen, (…) bekleed met een dubbele macht - de macht om te sterven, die Hij aan zijn moeder ontleend had; en de macht om de dood te weerstaan, als Hij dat gewild had, die Hij van zijn Vader geërfd had. Zo had Hij dus de macht om te leven en de macht om de beproeving van de dood door te maken, opdat Hij dat lijden mocht doorstaan voor alle mensen en uit het graf mocht voortkomen tot een hernieuwing van het leven - als herrezen persoon, om bekleed te worden met onsterfelijkheid en eeuwig leven, opdat alle mensen uit het graf mochten voortkomen tot het eeuwige leven, als zij Hem gehoorzamen. Zij zullen in elk geval voortkomen, ofwel als eervolle vaten of als oneervolle vaten. Zij zullen voortkomen uit het graf, of zij dat willen of niet. Zij kunnen dat niet helpen. Wij konden het niet helpen dat de vloek van de dood over ons kwam, noch zullen wij in staat zijn om te vermijden dat ons lichaam opstaat uit het graf; want zoals God is opgestaan uit de dood, zal de hele mensheid opstaan uit de dood.16
Wij geloven beslist dat Jezus Christus zelf de ware, en de enige ware, soort opstanding van de mens uit de dood tot het leven is. Wij geloven dat er geen andere vorm van opstanding van de dood tot het leven is, dat zoals Hij is herrezen, en zoals Hij zijn identiteit behouden heeft, zelfs tot aan de littekens van de wonden in zijn handen, zij en voeten, opdat Hij bewijzen kon wie Hij was aan hen die sceptisch stonden tegenover de mogelijkheid om uit de dood opgewekt te worden, dat Hij werkelijk zichzelf was, de gekruisigde Heer, die begraven was in het graf, en weer opgewekt uit de dood tot het leven, zo zal het ook zijn met u en met elke zoon en dochter van Adam die geboren is in de wereld.17
Wij [zullen] voortkomen uit het graf als de trompet zal schallen, en dit lichaam van ons zal verrijzen en onze geest zal er weer intreden, en zij zal een levende ziel worden die niet meer opgelost of gescheiden zal worden, maar die onscheidbaar, onsterfelijk en eeuwig zal zijn.18
De elementen waaruit dit stoffelijke lichaam bestaat, zullen niet vergaan, en zullen niet ophouden te bestaan, maar op de dag van de opstanding zullen die elementen weer bij elkaar komen, bot bij bot en vlees bij vlees. Het lichaam zal voortkomen zoals het te ruste is gelegd, want er is geen groei of ontwikkeling in het graf. Zoals het is neergelegd, zal het verrijzen, en door de wet van teruggave zullen er veranderingen ter volmaking komen. Maar de geest zal blijven groeien en zal zich blijven ontwikkelen, en het lichaam zal zich na de opstanding ontwikkelen tot de volledige gestalte van de mens.19
De geest en het lichaam zullen herenigd worden. Wij zullen elkaar in het vlees zien, in dezelfde tabernakel die wij hier in het sterfelijk leven hebben. Onze tabernakel zal voortgebracht worden zoals hij wordt afgelegd, alhoewel er een herstelling plaats zal vinden; elk orgaan, elk ledemaat dat verminkt is, misvormd is door een ongeluk of op een andere manier, zal hersteld worden en in orde worden gemaakt. Elk ledemaat en elk gewricht zal hersteld worden tot zijn juiste vorm. Wij zullen elkaar kennen en eikaars gezelschap genieten in de eindeloze eeuwen van de eeuwigheid als wij de wetten van God onderhouden.20
Wat een heerlijke gedachte is het, althans voor mij, en moet het zijn voor allen die de waarheid hebben ontvangen of het in hun hart hebben ontvangen, dat wij hen van wie wij hier afscheid moeten nemen, weer zullen zien, zoals zij zijn. Wij zullen precies dezelfde persoon ontmoeten als degene met wie wij hier omgingen in het vlees - geen andere ziel, geen ander wezen, en zelfs niet hetzelfde wezen in een andere vorm, maar dezelfde identiteit en dezelfde vorm en beeltenis, dezelfde persoon die wij kenden en met wie wij omgingen in ons sterfelijk bestaan, zelfs met de dezelfde wonden in het vlees. Niet dat iemand altijd ontsierd zal blijven door littekens, wonden, misvormingen, gebreken of zwakheden, want die zullen op hun tijd verwijderd worden, volgens de genadige voorzienigheid van God. Misvormingen zullen worden verwijderd, gebreken zullen verdwijnen, en de mensen zullen de volmaking van hun geest bereiken, de volmaking die God vanaf het begin gepland had. Het is zijn doel dat man en vrouw, zijn kinderen, die geboren zijn om erfgenaam van God te worden, en mede-erfgenaam van Jezus Christus, volmaakt zullen worden, zowel lichamelijk als geestelijk, door gehoorzaamheid aan de wet waardoor Hij het middel heeft verschaft om al zijn kinderen de volmaking te geven.21
Voor zover de stadia van eeuwige vooruitgang en verwerving bekend zijn gemaakt door goddelijke openbaring, begrijpen wij dat alleen herrezen en verheerlijkte personen de ouders van geestkinderen kunnen worden. Alleen dergelijke verhoogde zielen hebben de rijpheid bereikt in de aangewezen loop van het eeuwig leven; en de geesten die hun geboren worden in de eeuwige werelden, zullen op hun beurt de verschillende stadia of staten doormaken waardoor de verheerlijkte ouders de verhoging hebben verworven.22
Ik kan niets wenselijkers bedenken dan ons gegeven wordt in het evangelie van Jezus Christus - dat wij, hoewel wij sterven, zullen herleven, en dat wij, hoewel wij sterven en oplossen in de eigen elementen waaruit ons lichaam bestaat, die elementen toch weer bij elkaar gebracht en gereorganiseerd zullen worden, en dat wij weer een levende ziel zullen worden, net als de Heiland voor ons; en het feit dat Hij dat heeft gedaan, heeft datzelfde mogelijk gemaakt voor allen van ons.23
Studiesuggesties
-
Wat is de ‘goddelijke, heilbrengende zending’ van Jezus Christus in het plan van verlossing?
-
Waarom moeten wij de realiteit en macht van de verzoening ‘met heel ons hart aanvaarden’? Welke zegeningen krijgen zij die dat doen?
-
In hoeverre is de mens ‘een tweeledig wezen’? (Zie ook LV 88:15–16) Welke zegeningen krijgen wij door die kennis?
-
Wat is de stoffelijke dood? Wat hebt u eraan te weten dat de dood ‘op de weg naar eeuwige vooruitgang’ ligt?
-
Welke leerstellingen dragen ertoe bij dat wij de stoffelijke dood niet meer vrezen? Waarom kunnen wij ons verheugen dat wij ‘geboren [zijn] om te leven, te sterven en te herleven’?
-
In welk opzicht was Jezus Christus ‘bekleed met dubbele macht’?
-
Wat houdt het in om opgewekt te worden uit de dood? In welke vorm zal ons lichaam na de opstanding verschijnen?
-
Wat voor gevoel geeft het u te beseffen dat Jezus Christus het u mogelijk heeft gemaakt om op te staan en voor altijd te leven? Hoe draagt dat besef ertoe bij dat u zich beter houdt aan de verbonden die u met God hebt gesloten?
-
Waarom is het belangrijk om eraan te denken dat we eens zullen sterven en weer zullen opstaan?