Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 4: De invloed van de moeder


Hoofdstuk 4

De invloed van de moeder

Een moeder die het evangelie in haar hart draagt, zal haar kinderen naar paden van rechtschapenheid en waarheid leiden,

Uit het leven van Joseph F. Smith

President Joseph F. Smith had een hoge achting voor moeders. Zijn eigen moeder was een voorbeeld van geloof en vastbeslotenheid. Hij beschreef haar edele invloed eens als volgt: ‘Ik kan me mijn moeder herinneren in de tijd in Nauvoo [1839-1846] . Ik herinner me dat ik zag hoe ze haastig met haar hulpeloze kinderen een platbodem op geholpen werd met al wat ze het huis uit dragen kon toen de bende begon met de bestoking van Nauvoo. Ik herinner me de ontberingen van de kerk daar en onderweg naar Winter Quarters, langs de Missouri, en dat ze voor haar kinderen en haar familie op hun afmattende reis bad. (…) Ik kan me alle beproevingen herinneren die gepaard gingen met onze pogingen om met het kamp Israels weg te trekken, om deze bergvalleien te bereiken met onvoldoende trekdieren om onze wagens te trekken. Aangezien ze niet de geldmiddelen had om die nodige trekdieren aan te schaffen, spande ze haar koeien en kalveren in en bond twee wagens aan elkaar. En zo gingen we in die primitieve, hulpeloze toestand naar Utah. En mijn moeder zei: “De Heer zal ons een manier geven”, maar hoe Hij dat zou doen, wist niemand. (…) ’

‘Denkt u niet dat dit alles indruk op mij heeft gemaakt? Denkt u dat ik het voorbeeld van mijn moeder kan vergeten? Nee; haar geloof en voorbeeld zullen mij altijd helder voor de geest staan. Wat denk ik! Elke ademtocht, elk gevoel in mijn ziel stijgt op naar God in dankbaarheid aan Hem dat mijn moeder een heilige was, een vrouw van God, zuiver en getrouw, en dat zij liever dood ging dan het vertrouwen dat haar was gegeven te beschamen; dat zij liever armoede en ellende leed in de wildernis en probeerde haar gezin bijeen te houden dan in Babylon te blijven. Dat is de geest die haar en haar kinderen doordrong. Zouden haar kinderen zo’n moeder niet onwaardig zijn als ze haar voorbeeld niet volgden? Daarom zeg ik: God zegene de moeders in Israël.’1

Leringen van Joseph F. Smith

De invloed van een moeder strekt zich tot in generaties uit

Ik houd van waar moederschap en koester het! Niets buiten het celestiale koninkrijk kan mijn oneindige liefde overtreffen voor de lieve, trouwe, edele ziel die mij het leven heeft geschonken - mijn eigen, eigen moeder! O, zij was goed! Zij was trouw! Zij was zuiver! Zij was echt een heilige! Een koninklijke dochter van God! Ik ben haar mijn bestaan verschuldigd en mijn succes in het leven, alsmede de goedgunstigheid en genade van God!2

In het algemeen zijn de moeders in Zion, de moeders van Israël, de beste vrouwen in de wereld, de beste die er te vinden zijn. (…) De goede invloed die een goede moeder uitoefent op haar kinderen, is als zuurdesem dat in een hoeveelheid voedsel gedaan wordt, dat het compleet laat rijzen; en voor zover haar invloed zich uitstrekt, niet alleen maar naar haar eigen kinderen, maar ook naar hun vrienden, wordt zij gevoeld, en ze bereikt er veel goeds mee.

En, zusters, u weet niet hoever uw invloed zich uitstrekt. Een moeder die dusdanig succes heeft in de opvoeding van een goede jongen of meisje dat zij haar voorbeeld volgen en haar principes zijn hele leven volgen, zaait deugd, eerbaarheid, integriteit en rechtschapenheid van hart die te voelen zijn in hun hele verdere leven; en waar die jongen of dat meisje ook heengaat, als man of als vrouw, in welk gezelschap hij of zij zich ook begeeft, de goede uitwerking van het voorbeeld van die moeder op hem of haar zal te voelen zijn; en dat zal nooit vergaan, want het zal zich uitstrekken tot hun kinderen, van generatie tot generatie. En we hopen dat het vooral in het evangelie van Jezus Christus gebeurt.3

In mijn kinderjaren (…) werd mij gezegd te geloven in de goddelijke aard van de zending van Jezus Christus. Ik leerde van mijn moeder, die echt een heilige was, dat Jezus Christus de Zoon van God is, dat Hij geen ander was dan de Eniggeborene van God in het vlees, en dat God de eeuwige Vader daarom zijn Vader is en dat Hij zijn bestaan in de wereld tot stand gebracht heeft. Dat heb ik ook geleerd van mijn vader, van de profeet Joseph Smith, van mijn moeder die het evangelie aanvaardde omdat ze het getuigenis van Joseph Smith geloofde, en zij geloofde in de eerbaarheid, integriteit en waarheidsgetrouwheid van haar man; en mijn hele jeugd en mijn hele leven in deze wereld heb ik mij vastgehouden aan dat geloof: ik heb nooit enige serieuze twijfel gehad, zelfs toen ik jong was.4

De moeders in Israël hebben een grote taak

Het moederschap ligt ten grondslag aan het geluk in het gezin, en aan de welvaart van het volk. God heeft man en vrouw bijzonder heilige plichten gegeven met betrekking tot het moederschap.5

Ik denk dat de beste moeders in de wereld te vinden zouden moeten zijn, constant te vinden zouden moeten zijn, onder de heiligen der laatste dagen. Ik geloof dat de beste echtgenotes in de wereld te vinden zijn onder de heiligen der laatste dagen. Ik ken geen andere vrouwen in de wereld die hetzelfde beeld van het huwelijk en het moederschap hebben als de heiligen der laatste dagen. Onze omgang is niet alleen bedoeld voor dit leven. (…) Wij leven voor tijd en eeuwigheid. Wij ontwikkelen banden en relaties voor tijd en eeuwigheid. Onze liefde en verlangens zijn er niet alleen op toegèrust om voort te duren in het stoffelijke, sterfelijke leven, maar ook in de eeuwigheid.6

Wij zullen bloeien en Zion op aarde opbouwen; want dat is onze zending, en het is het werk van u, moeders en dochters van Zion - de moeders nu, en uiteindelijk ook de dochters, die op hun beurt moeder in Israël worden. Er rust een grote taak op uw schouders. De training, de sturing van de gedachten en de inspiratie van het hart van uw kinderen is van u afhankelijk, want zij zuigen de geest van hun moeder in, en de invloed die de moeder op haar kinderen heeft, is de blijvendste indruk die iemand kan maken op een ander. Er is niets zo onvergankelijk als de invloed van de moeder; althans, als zij goed is en de geest van het evangelie in haar hart heeft, en ze haar kinderen goed heeft opgevoed.7

Onze moeder en de moeder van onze kinderen, wier hart vol is van zorg om het welzijn van hun kinderen, die de gave van de Heilige Geest op hen bevestigd hebben gekregen door de oplegging van handen, kunnen naar hun binnenkamer gaan en zich voor God neerbuigen en met Hem communiceren als geen enkele andere moeder op aarde, als zij zich maar houden aan de beginselen die zij hebben aanvaard en zo leven dat zij hun voorrechten verdienen. Door de invloed die zij op die manier krijgen op het hart van hun kinderen, zullen zij hen leiden op het pad van rechtschapenheid en waarheid, en hen opvoeden in de zorg en vermaning van de Heer, in de liefde voor de waarheid, in gehoorzaamheid aan zijn geboden, op een wijze die anderen niet mogelijk is omdat zij verstoken zijn van deze voorrechten, zegeningen en gaven, die zo vrijelijk op de moeders in Israël uitgestort worden.8

Er kan geen waar geluk zijn buiten het gezin. En elke moeite die men doet om de invloed ervan te heiligen en te behouden, is verheffend voor hen die ervoor zwoegen en zich er opofferingen voor getroosten. De mensen proberen vaak om het gezinsleven door de een of andere wijze van leven te vervangen; ze willen zichzelf graag laten geloven dat het gezinsleven inhoudt dat ze beperkingen opgelegd krijgen; dat de grootste vrijheid de grootste gelegenheid is om zich vrij te bewegen. Maar er is geen geluk zonder dienstbetoon, en er is geen groter dienstbetoon dan die waarmee het gezin tot een goddelijke instelling wordt verheven, die waardoor het gezinsleven bevorderd en behouden wordt. (…)

De sterkste banden uit onze jeugd zijn de banden die te maken hebben met het ouderlijk gezin, en de dierbaarste herinneringen op hoge leeftijd zijn de herinneringen die de omgang uit onze jeugd en onze gelukkige omgeving oproepen.9

Thuis is de moeder de voornaamste persoon die een kind op zijn jonge leeftijd disciplineert. En haar invloed en discipline bepalen voor een groot deel het vermogen van haar kinderen om als zij zijn opgegroeid tot een man of een vrouw, grotere verantwoordelijkheid te aanvaarden in de kerk en de maatschappij.10

Ik hoop oprecht dat de moeders van Israël het leven van hun dochters en zoons uitermate ijverig en zorgvuldig zullen beschermen. Ik zou willen dat het in mijn macht lag om het alle moeders mogelijk te maken de vreugde en de onuitsprekelijke bevrediging te voelen die ze kunnen krijgen door hun zoons en dochters zo op te voeden dat ze onberispelijk zijn voor de mens en onbereikbaar voor de macht van de zonde.11

De liefde van een ware moeder benadert de liefde van God

Geen enkele liefde in de hele wereld kan zich meten met de liefde van een ware moeder. (…) Ik heb soms gedacht: hoe kan de Vader meer van zijn kinderen houden dan mijn moeder van haar kinderen hield? Het was het leven voor mij; het was kracht; het was aanmoediging; het was liefde die liefde gewon, die liefde in mij opwekte. Ik wist dat zij met heel haar hart van mij hield. Ze hield met heel haar ziel van haar kinderen. Ze zwoegde en werkte en offerde zichzelf dag en nacht op voor de materiële gemakken en zegeningen die zij haar kinderen slechts zo karig kon geven, die zij verdiende met het werk wat zij deed. Ze dacht geen moment aan die zelfopoffering, de opoffering van haar tijd, haar ontspanning of plezier, of rust - ze zette die onmiddellijk opzij als ze dacht aan haar taak en haar liefde voor haar kinderen.

Toen ik vijftien was en geroepen werd om in het buitenland het evangelie te prediken - of om dat te leren - was het sterkste anker dat ik in mijn leven had, en dat mij hielp mij op mijn ambitie en mijn verlangen te blijven richten, om mij in evenwicht te brengen en mij op het rechte pad te houden, de liefde waarvan ik wist dat zij die voor mij had, zij die mij het leven had geschonken.

Ik was maar een kleine jongen, die nog helemaal niet rijp in zijn oordeel was, en geen opleiding had gehad, en die tussen de grootste verleidingen was geworpen waaraan een jongen of man maar onderworpen kon worden - en toch, toen die verleidingen mij wel heel erg begonnen te lokken, was de eerste gedachte die in mijn ziel opkwam: denk aan de liefde van je moeder. Bedenk hoe zij ernaar streefde om voor jouw welzijn te zorgen. Bedenk hoe bereidwillig ze haar leven voor jou opofferde. Bedenk wat ze je in je jeugd leerde. (…) Dat gevoel ten opzichte van mijn moeder werd een verdediging, een barricade tussen mij en de verleiding, zodat ik mij met de hulp van de Heer en van de liefde in mijn ziel van verleiding en zonde kon afkeren, en mij kon richten op haar van wie ik wist dat zij mij meer liefhad dan wie dan ook in de wereld, en meer dan enig ander wezen mij ooit kon liefhebben.

(…) De ware moeder, de moeder die de vrees van God heeft, en de waarheidsliefde in haar ziel, zou zich nooit verbergen voor gevaar of kwaad en haar kind achterlaten en het eraan blootstellen. Maar zo natuurlijk als het voor vonken is om opwaarts te vliegen, zo natuurlijk is het om de adem van het leven in te ademen. Als er gevaar dreigde voor haar kind, zou ze tussen het kind en dat gevaar gaan staan; ze zou haar kind tot het uiterste verdedigen. Haar leven zou niets wegen op de weegschaal vergeleken met het leven van haar kind. Dat is de liefde van het ware moederschap voor kinderen. (…)

Ik heb geleerd om de liefde van een moeder hoog te achten. Ik heb vaak gezegd, en herhaal dat nog eens, dat de liefde van een ware moeder de liefde van God meer benadert dan enige andere soort liefde.12

Waarschijnlijk het hoogste ideaal in de kunst van genezing is de moeder die haar best doet om de angel uit een verdiende of onverdiende straf te halen. Haar liefde geneest elke wond! Haar streling verbindt en kalmeert zo snel! Het voorbeeld van haar leven is de wijsheid die de liefde onderwijst.13

Er is niets tussen de hemel en mij dat het ooit goed kon maken als ik iets zou doen om mijn moeder te kwetsen. Waarom? Omdat ze van me hield; ze zou telkens weer voor mij gestorven zijn, als dat mogelijk was geweest, om mij te redden. Waarom zou ik haar kwetsen, waarom zou ik haar teleurstellen? Waarom zou ik een pad bewandelen dat niet overeenkwam met haar eigen leven en met de leringen die zij mij door haar leven gaf? Want zij leerde mij eerzaamheid, deugd, waarheid en integriteit aan het koninkrijk van God, en ze leerde me niet alleen door voorschrift, maar ook door voorbeeld.14

Ik kan de vreugde niet beschrijven die ik voel bij de gedachte aan een weerzien met mijn vader en met mijn dierbare moeder, die mij het leven schonk temidden van vervolging en armoede, die mij in haar armen droeg en die geduldig was, verdraagzaam, lief en trouw in al mijn hulpeloze momenten in de wereld. De gedachte aan een weerzien met haar, wie kan de vreugde daarover uitdrukken?15

God zegene de moeders in Zion

God zegene de moeders in Zion, en de zoons en dochters van Israël, en weerhoud onze kinderen van de levenswijze van de wereld, van overtreding en van verleiding die hen zal laten afdwalen. Moge de macht van God bij het hele huisgezin des geloofs zijn.16

Ik aanschouw deze moeders in Israël, die begiftigd zijn met de gave van de Heilige Geest, die zijn wedergeboren, (…) de dochters van Israël zijn geboren uit water en de Geest, en zij zijn begiftigd met de gave van de Heilige Geest door de oplegging van handen door hen die het gezag hadden om die macht en die gave over te brengen op de dochters van Zion, en op de zoons van Zion. Ik geloof dat elke moeder het recht heeft om (…) te weten wat zij moet doen in haar gezin en haar invloedssfeer, voor haar kinderen, in hun leiding; en die moeder, en elke moeder, die deze geest bezit, heeft de gave van openbaring, de gave van inspiratie en de gave van kennis, die de geest van openbaring is, de geest van onderscheid, een gave van God aan hen om hun huishouden te besturen en hun kinderen te leiden op het pad van recht- 1 schapenheid en waarheid.17

Ik voel in mijn hart dat ik u wil zegenen, moeders en zusters, met heel mijn hart en met de macht en het recht dat ik bezit in het priesterschap naar de orde van de Zoon van God. (…) Ik heb het recht en het gezag in het priesterschap om Israel te zegenen, en vooral om hen te zegenen die getrouw zijn; en in mijn hart voel ik dat ik wil zeggen: ik zegen u.18

Studiesuggesties

  • Van welk deel van de beschrijving die president Smith van zijn moeder geeft, bent u het meest onder de indruk? Welke eigenschappen van rechtschapenheid ziet u in moeders die u kent?

  • Waarom ligt moederschap ‘ten grondslag aan het geluk in het gezin, en aan de welvaart van het volk’? Wat zijn de ‘heilige plichten’ van man en vrouw ‘met betrekking tot het moederschap’?

  • Hoe beïnvloedt ons begrip van het eeuwige gezin ons gedrag en onze houding ten aanzien van moeders en het moederschap?

  • Hoe kan een moeder het verstand en het hart van haar kinderen ten goede beïnvloeden? Hoe bent u gezegend door de invloed van een moeder in Zion?

  • Met welke moeilijkheden worden ouders tegenwoordig geconfronteerd bij de opvoeding van hun kinderen ‘in de liefde van de waarheid, in gehoorzaamheid aan [Gods] geboden’? Hoe kunnen ouders met die moeilijkheden omgaan?

  • Op welke geestelijke zegeningen hebben moeders volgens president Smith recht als zij de gave van de Heilige Geest ontvangen hebben? Hoe kunnen moeders die gaven gebruiken om hun kinderen te helpen om de paden van rechtschapenheid te bewandelen?

  • Hoe kunnen de liefde en de leringen van een moeder ‘een verdediging [worden], een barricade tussen [ons] en verleiding’?

Noten

  1. Deseret News: Semi-Weekly, 5 januari 1892, blz. 3; alinea-indeling toegevoegd.

  2. Life of Joseph F. Smith, verz. door Joseph Fielding Smith (1938), blz. 452.

  3. Deseret News: Semi-Weekly, 5 januari 1892, blz. 3.

  4. Gospel Doctrine, 53 ed. (1939), blz. 494.

  5. Gospel Doctrine, blz. 288.

  6. ‘General Conference of the Relief Society’, Relief Society Magazine, juni 1917, blz. 316.

  7. Deseret News: Semi-Weekly, 5 januari 1892, blz. 3.

  8. Conference Report, april 1912, blz. 7.

  9. Gospel Doctrine, blz. 300–301.

  10. Gospel Doctrine, 290.

  11. ‘General Conference of the Relief Society’, blz. 316–317.

  12. Gospel Doctrine, blz. 314–315.

  13. Gospel Doctrine, blz. 264.

  14. Gospel Doctrine, blz. 463.

  15. Gospel Doctrine, blz. 429.

  16. Conference Report, april 1907, blz. 118.

  17. Toespraak ten huize van A. W. McCune, 14 november 1913, archief van de afdeling kerkgeschiedenis, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.

  18. ‘General Conference of the Relief Society’, blz. 320.

Mary Fielding Smith

President Joseph F. Smith zei over zijn moeder, Mary Fielding Smith: ‘Mijn moeder was een heilige, (…) een vrouw van God, zuiver en getrouw! (Deseret News: Semi-Weekly, 5 januari 1892, blz. 3).