Hoofdstuk 33
Kinderen: de grootste van alle aardse vreugden
Wij moeten onze kinderen koesteren, ze opvoeden in het evangelie van Jezus Christus, en ze deugd, liefde en integriteit bijbrengen.
Uit het leven van Joseph F. Smith
President Joseph F. Smiths liefde voor het evangelie was verstrengeld met zijn christelijke liefde voor zijn kinderen - zowel zijn eigen kinderen als kinderen in het algemeen. ‘De grootste van al mijn aardse vreugden zijn mijn kinderen’, zei hij eens. ‘God zij dank!’1
Charles W. Nibley, de presiderende bisschop van de kerk, merkte op dat president Smiths ‘liefde voor kinderen grenzeloos was’ Tijdens [een reis] door de zuidelijke nederzettingen naar St. George (…) zag hij menigten kinderen voorbij komen, en het was prachtig om te zien hoe hij van ze hield. Het was mijn taak om te proberen het reisgezelschap weer op gang te krijgen, zodat we op tijd in de volgende nederzetting zouden zijn waar de menigten op ons zouden staan te wachten, maar het was een moeilijke taak om hem weg te trekken bij de kleine kinderen. Hij wilde ze allemaal de hand schudden en met ze praten. (…)
‘Ik ben vaak bij hem thuis geweest als een van zijn kinderen ziek te bed lag. Ik heb hem ’s avonds moe zien thuiskomen, wat logisch is, en toch kon hij uren met dat kleintje in zijn armen heen en weer lopen, (…) het liefhebbend, en het op alle manieren met grote tederheid en een sterke geest van medelijden en liefde bemoedigend.’2
‘Hij betoonde zijn grote en eerbare gezin grote tederheid en liefde. Op 10 november 1918 kwamen in zijn laatste woorden tot zijn kinderen de dierbaarste gevoelens van zijn hart als volgt tot uiting: “Als ik om mij heen kijk, en mijn jongens en meisjes zie die de Heer mij gegeven heeft - en met de hulp van de Heer ben ik erin geslaagd om het ze redelijk gemakkelijk te maken, en ze op zijn minst respectabel te maken in de wereld - dan heb ik de schat van mijn leven gevonden, al wat het leven de moeite waard maakt.’”3
Leringen van Joseph F. Smith
Leer kinderen door voorschrift en voorbeeld het evangelie van Jezus Christus
Een man en een vrouw die het evangelie van Jezus Christus aanvaard hebben en een gezamenlijk leven begonnen zijn, zouden in staat moeten zijn om door hun macht, voorbeeld en invloed hun kinderen ertoe te brengen een leven te leiden in deugd, eerbaarheid en integriteit aan het koninkrijk van God dat hun eigen welzijn en heil tot zegen zal zijn. Niemand kan mijn kinderen met grotere oprechtheid en aandacht voor hun geluk en heil adviseren dan ik zelf. Niemand heeft meer interesse in het welzijn van mijn kinderen dan ik. Ik kan niet tevreden zijn zonder hen. Zij zijn een deel van mij Zij zijn van mij; God heeft ze aan mij gegeven, en ik wil dat ze nederig zijn en onderworpen aan de vereisten van het evangelie. Ik wil dat ze in alles het goede doen, zodat ze het waardig zullen zijn dat de Heer ze telt onder zijn verbondsvolk, dat uitverkoren is boven alle andere volken omdat zij zich opofferingen hebben getroost voor hun eigen verlossing in de waarheid.4
Kinderen, wordt ons gezegd, ‘zijn een erfdeel des Heren’. En volgens de psalmist zijn ze ook zijn ‘beloning’ [Psalmen 127:3]. Als kinderen worden afgesneden van hun geboorterecht, hoe wordt de Heer dan beloond? Zij zijn geen bron van zwakheid en armoede voor het gezinsleven, want zij brengen bepaalde goddelijke zegeningen met zich mee voor de welvaart van het gezin en het volk. ‘Als pijlen in de hand van een held, zo zijn de zonen der jeugd. Welzalig de man die zijn pijlkoker met deze heeft gevuld’ [Psalmen 127:4–5].5
Wij zijn een christelijk volk, wij geloven in de Heer Jezus Christus en wij vinden het onze plicht om Hem als onze Heiland en Verlosser te erkennen. Leer uw kinderen dat. Leer ze dat door de profeet Joseph Smith het priesterschap hersteld is dat Petrus, Jakobus en Johannes bezaten, die geordend waren door de Heiland zelf. Leer ze dat de profeet Joseph Smith toen hij nog een joegen was, gekozen en geroepen was door God om in de wereld het fu idament te leggen voor de kerk van Christus, het heilig priesterschap en de verordeningen van het evangelie te herstellen die noodzakelijk zijn voor de mens om in aanmerking te komen voor het koninkrijk van de hemel. Leer uw kinderen hun naasten te respecteren. Leer uw kinderen hun bisschop te respecteren en de onderwijzers die hen thuis komen instrueren. Leer uw kinderen respect te hebben voor ouderdom, grijze haren en zwakke lichamen. Leer ze om hun ouders in ere te houden en allen te helpen die hulpeloos en behoeftig zijn. Leer uw kinderen, zoals u dat zelf hebt geleerd, het priesterschap te eren dat u draagt, het priesterschap dat wij als ouderlingen in Israël dragen.
Leer uw kinderen om zichzelf te respecteren, en het beginsel van het presidium te respecteren waardoor deze organisatie intact gehouden wordt en waardoor de kracht en macht voor het welzijn, het geluk en de opbouw van het volk behouden wordt. Leer uw kinderen dat zij op school hun leerkrachten moeten respecteren in al wat waar en eerlijk is, in al wat mannelijk en vrouwelijk en de moeite waard is. (…) Leer uw kinderen de wet van God en de wet van de mens en van ons land te respecteren.6
In de Leer en Verbonden lezen wij dat het van ouders vereist wordt dat zij hun kinderen onderwijzen ‘in de leer van bekering, geloof in Christus, de Zoon van de levende God, en va.n doöp, en de gave des Heiligen Geestes door het opleggen van handen, wanneer zij acht jaar oud zijn (…). En zij moeten hun kinderen eveneens leren te bidden en oprecht voor de Here te wandelen.’ En als de ouders dit verzuimen, en de kinderen dwalen af en keren zich van de waarheid af, dan, zo heeft de Heer gezegd, zal de zonde op het hoofd van de ouders zijn [LV 68:25, 28]. Wat een verschrikkelijke gedachte is het dat een vader die met heel zijn hart van zijn kinderen houdt, verantwoordelijk gehouden moet worden voor God wegens de verwaarlozing van hen die hij zoveel heeft liefgehad tot zij zich afkeerden van de waarheid en verstotenen werden. Het verlies van die kinderen zal de ouders worden toegerekend, en zij zullen verantwoordelijk worden gehouden voor hun afval en duisternis. (…)
Als ik kan aantonen dat ik het koninkrijk van God in mag gaan, dan wil ik mijn kinderen daar hebben, en ik ben wel van plan om het koninkrijk van God in te gaan. Ik heb het plan opgevat om dat te doen, en het is mijn bedoeling om, met de hulp van de Heer en door nederigheid en gehoorzaamheid, mijn zending op deze aarde te volbrengen en God altijd trouw te blijven. Ik heb besloten om dat te doen, en ik ben vastbesloten om met Gods hulp niet te falen. Daarom wil ik mijn kinderen ook bij mij. Ik wil dat mijn gezinsleden mij vergezellen, dat zij gaan waar ik ook heenga, en dat zij mogen delen in welke verhoging ik ook ontvang.7
Ouders hebben invloed op hun kinderen; (…) en hoewel wij misschien niet inzien dat ons voorbeeld enige invloed of uitwerking heeft, verzeker ik u dat er vaak schade is ontstaan doordat de mensen hun gedrag als onbeduidend beschouwden, maar zij toch invloed hadden op hun buren of hun kinderen. (…) Toch zien wij vaders en moeders een voorbeeld geven aan hun kinderen van gedrag dat zij zelf veroordelen en waar zij hun kinderen voor waarschuwen. Het inconsequente gedrag van ouders heeft de neiging om de kinderen ongevoelig te maken en ze weg te leiden van leven en heil, want als ouders hun kinderen beginselen leren die ze zelf niet in praktijk brengen, dan zal die lering niet veel gewicht in de schaal leggen - hooguit ten kwade. Wij zien deze zaken niet zoals we ze zouden moeten zien. Wat zal een kind, als het begint te denken, van een ouder vinden die beweert te geloven dat het woord van wijsheid deel uitmaakt van het evangelie van Jezus Christus, en dat het door openbaring gegeven is, maar het elke dag van zijn leven overtreedt? Hij zal opgroeien met het geloof dat die ouder een huichelaar is en zal geen geloof in het evangelie hebben. Zij die dat doen, nemen een vreselijke verantwoordelijkheid op zich. Wij kunnen nooit té consequent zijn in onze levenswijze, noch kunnen we té getrouw zijn in het vervullen van beloften.8
Wij moeten onze kinderen in liefde opvoeden
Onze kinderen worden gewoon wat wij van ze maken. Zij worden geboren zonder kennis of begrip - ze zijn de meest hulpeloze wezens van de schepping in de hele wereld. Het kleintje begint na zijn geboorte te leren, en al wat het weet, is in grote mate afhankelijk van zijn omgeving, van de invloeden waaronder hij wordt grootgebracht, de vriendelijkheid waarmee hij wordt behandeld, de edele voorbeelden die hij ziet, de geheiligde invloeden van vader en moeder, of andere invloeden, op zijn babyverstand. En hij zal vooral worden wat zijn omgeving en zijn ouders en leerkrachten van hem maken.
(…) Veel hangt af van de invloed waarin [een kind] wordt opgevoed. U zult merken dat de krachtigste invloed op het verstand van een kind om het over te halen te leren, vooruitgang te maken, of iets te bereiken, de invloed van de liefde is. Er kan bij de opvoeding van een kind meer goeds worden bereikt door ongeveinsde liefde dan door welke andere invloed dan ook. Een kind dat niet overwonnen kan worden door de zweep, of door geweld onderworpen kan worden, kan onmiddellijk in toom worden gehouden door ongeveinsde liefde en sympathie. Ik weet dat dit waar is. En dit beginsel geldt voor alles in het leven. (…) Bestuur de kinderen niet door passie, door verbitterde woorden of vitten, maar door liefde en door hun vertrouwen te verdienen.9
Als u uw kinderen maar kunt overtuigen dat u van ze houdt, dat uw ziel geeft om hun welzijn, dat u hun trouwste vriend bent, dan zullen zij, op hun beurt, hun vertrouwen in u stellen, van u houden en proberen te doen wat u van ze vraagt en uw wensen met liefde uitvoeren. Maar als u zelfzuchtig en onvriendelijk tegen ze bent, en als ze niet het vertrouwen hebben dat ze uw volledige liefde hebben, dan zullen zij zelfzuchtig zijn, en kan het ze niet schelen of ze u behagen en of ze uw wensen wel of niet uitvoeren, en het gevolg zal zijn dat ze opstandig, onnadenkend en zorgeloos worden.10
Broeders en zusters (…), ik smeek u om te onderwijzen en in te tomen door de geest van liefde en verdraagzaamheid, tot u overwint. Als kinderen opstandig zijn en moeilijk in te tomen, heb dan geduld met ze tot u ze met liefde kunt overwinnen, dan zult u hun ziel gewonnen hebben en kunt u hun karakter vormen zöals u wilt.11
Pas op dat kinderen niet onhandelbaar worden
God verhoede dat er iemand onder ons zo onverstandig, onnadenkend en oppervlakkig in onze liefde voor onze kinderen is, dat wij hen, in de angst ze te beledigen, niet durven tegenhouden als ze onhandelbaar dreigen te worden, als ze het verkeerde doen en als ze in hun dwaasheid een grotere liefde opvatten voor wereldse zaken dan voor rechtschapen zaken. Ik wil daar het volgende over zeggen: Sommige mensen hebben zo’n onbeperkt vertrouwen in hun kinderen gekregen dat zij het niet mogelijk achten dat zij afdwalen of het verkeerde doen. Zij geloven niet dat zij iets verkeerd kunnen doen, want zij hebben zo’n groot vertrouwen in ze. Het resultaat is dat zij ze ’s morgens, ’s middags en ’s avonds vrij laten om allerlei vormen van ontspanning en amusement op te zoeken, vaak in het gezelschap van hen die zij niet kennen of begrijpen. Sommige van onze kinderen zijn dermate onschuldig dat zij geen kwaad vermoeden, waardoor ze niet op hun hoede zijn en door het kwaad in de val gelokt w orden.12
Wat doen wij thuis om onze kinderen op te voeden; wat doen wij om ze te verlichten? Wat doen we om ze aan te moedigen thuis vermaak te zoeken en hun vrienden thuis te ontvangen voor huiswerk of amusement? (…) Zijn wij in hun persoon en hun activiteiten geïnteresseerd? Verschaffen wij hun de fysieke kennis, het geestelijk voedsel, de gezonde lichaamsoefening en de geestelijke zuivering die hen in staat zullen stellen om rein en gezond van lichaam, intelligente en eerzame burgers, en getrouwe heiligen der laatste dagen te worden?
(…) Wij kunnen onze zoons en dochters heel goed wat tijd geven voor recreatie en afleiding, en thuis voorzieningen treffen om hun verlangen naar gepaste lichamelijke en geestelijke recreatie te bevredigen, iets waar elk kind recht op heeft, en wat hij op straat of op ongepaste plekken zal zoeken als het thuis niet verschaft wordt.13
De aard en de verscheidenheid van onze vormen van amusement hebben zoveel te maken met het welzijn en het karakter van onze jongemensen dat ze met de grootst mogelijke zorg in stand gehouden zouden moeten worden voor het behoud van de zeden en het uithoudingsvermogen van de jeugd van Zion.
Allereerst moeten ze niet buitensporig zijn. En men moet de jongemensen ontmoedigen om zichzelf over te geven aan de geest en frivoliteit van buitensporige vrolijkheid. (…) Men moet hun leren om steeds meer amusement met een sociaal en intellectueel karakter te aarderen. Feestjes thuis, concerten die de talenten van de jeugd ontwikkelen, publiek amusement dat oud en jong samenbrengt, die activiteiten hebben de voorkeur. (…)
Ten tweede moet ons amusement overeenkomen met onze godsdienstige geest van broederschap en religieuze toewijding. (…) De amusementskwestie heeft een dergelijk verstrekkend belang voor het welzijn van de heiligen dat de presiderende autoriteiten van elke wijk het hun uiterste aandacht en overweging moeten geven.
Ten derde moet ons amusement zo weinig mogelijk het werk op school hinderen. Het is uiterst wenselijk dat de eerste scholing van onze jongemensen zo weinig mogelijk onderbroken wordt. (…)
Ten laatste vrezen wij dat in veel gezinnen de ouders alle regels met betrekking tot het amusement van hun kinderen zullen loslaten en hen volkomen vrij laten om hun plezier te zoeken waar en wanneer zij maar kunnen. De ouders mogen nooit de controle kwijtraken over het amusement van hun kinderen die nog beïnvloedbaar zijn. En zij moeten uiterst zorgvuldig zijn in de beoordeling van het gezelschap waarin hun jongemensen zich naar plekken van amusement begeven.14
Leer kinderen de waarde van geduld en van werken
Het is de plicht van de ouders om hun kinderen in hun jeugd de evangeliebeginselen bij te brengen en ze te leren serieus en ijverig te zijn. Hun kinderen moeten van de wieg tot aan de tijd dat zij het ouderlijk huis verlaten geleerd worden om een gezin te stichten en zelf ook de plichten van het leven op zich te nemen. Ze moeten leren dat er een tijd is om te zaaien en om te oogsten, dat een mens zal oogsten wat hij zaait. In je jeugd slechte gewoonten zaaien levert niets anders op dan slechtheid. En het zaaien van luiheid levert nooit iets anders op dan armoede en een gebrek aan financiële zekerheid op hogere leeftijd. Kwaad gewint kwaad, en goed brengt goed voort. (…)
Laat de ouders in Zion hun kinderen iets te doen geven zodat ze de vaardigheden van de nijverheid mogen leren, en dat zij toegerust mogen zijn om verantwoordelijkheid te dragen als zij die krijgen. Leid ze op in een of ander nuttig beroep, zodat ze van een inkomen verzekerd zijn als ze in het leven op eigen benen gaan staan. Denk eraan dat de Heer heeft gezegd: ‘de leegloper zal van de arbeider [niet] het brood eten’. Allen in Zion moeten nijver zijn. [Zie LV 42:42.] Ze mogen zich ook niet overgeven aan luid gelach, lichtzinnige en dwaze reden, wereldse hoogmoed en zinnelijke verlangens, want die zijn niet gepast, maar zijn ernstige zonden in de ogen van de Heer.15
Werken is de sleutel tot het ware geluk van ons stoffelijke en geestelijke wezen. Als iemand miljoenen bezit, moeten zijn kinderen toch nog leren hoe zij met eigen handen moeten werken; jongens en meisjes behoren thuis training te krijgen waardoor zij de praktische, dagelijkse aangelegenheden van het gezinsleven aan kunnen.16
Het is uiterst bevredigend voor ouders om in staat te zijn te reageren op de wensen van hun kinderen, maar het is ongetwijfeld wreed om een kind alles te geven waar het om vraagt. Het is verstandiger om kinderen ook het een en ander te weigeren dat op zichzelf onschuldig lijkt. Onze pleziertjes zijn vaak in grotere mate afhankelijk van de kwaliteit van onze verlangens dan van de bevrediging ervan. Een kind kan overladen worden met cadeautjes die het weinig of geen plezier geven, simpelweg omdat hij er niet naar verlangt. De training van onze verlangens is dus iets wat van verstrekkend belang is voor het geluk in ons leven. (…)
Gods manieren om onze verlangens te trainen, zijn uiteraard de meest volmaakte. En als zij die in een positie zijn om de verlangens van kinderen te trainen en te sturen zijn wijsheid zouden toepassen, dan zouden de kinderen met veel meer succes de moeilijkheden kunnen bestrijden waarmee alle mensen in de strijd om het bestaan geconfronteerd worden. En wat is Gods manier? Overal in de natuur leren wij de lessen van geduld en wachten. Wij willen de dingen al lang voordat wij ze krijgen, en het feit dat we er lange tijd naar verlangd hebben, maakt ze dierbaarder als ze eenmaal komen. In de natuur is er een tijd om te zaaien en een tijd om te oogsten; en als kinderen leren dat de verlangens die zij zaaien stukje bij beetje geoogst kunnen worden door geduld en werken, zullen ze leren het te waarderen wanneer ze een doel bereiken waar ze lang naar uitgekeken hebben.17
Laten we onze kinderen boven alles opvoeden in de beginselen van het evangelie van onze Heiland, zodat zij de waarheid mogen leren kennen en in het licht mogen wandelen dat schijnt voor allen die het willen ontvangen. cHij, die Mij vroeg zoekt,’ heeft de Heer gezegd, ‘zal Mij vinden en niet worden verlaten’ [LV 88:83]. Daarom past het ons om al vroeg in ons leven te wandelen op het enge en nauwe pad dat naar het eeuwig heil leidt.18
Studiesuggesties
-
In welk opzicht zijn de kinderen die aan onze zorg zijn toevertrouwd ‘een erfdeel des Heren’ en zijn ze zijn ‘beloning’? (Psalmen 127:3.) Welke goddelijke zegeningen brengen kinderen met zich mee ‘voor de welvaart van het gezin en het volk’?
-
Waarom moeten ouders hun kinderen leren in de Heer Jezus Christus te geloven? Welke andere belangrijke leringen en beginselen moeten we kinderen leren? (Zie ook Mosiah 4:14–15; LV 68:25–28.) Hoe kunnen we ze die leren?
-
Wat zouden de gevolgen kunnen zijn als w e kinderen de evangeliebeginselen niet leren?
-
Waarom is het belangrijk dat ouders eensgezind en consequent zijn in wat ze hun kinderen leren? Waarom is het belangrijk om ze een voorbeeld te geven dat overeenkomt met wat ze leren?
-
Waarom is liefde ‘de krachtigste invloed op het verstand van een kind’? Hoe kunnen ouders het vertrouwen van hun kinderen krijgen? Wat zouden de consequenties kunnen zijn van een ‘zelfzuchtige, onvriendelijke’ behandeling van kinderen?
-
Wat houdt het in ‘onverstandig’ te zijn in de opvoeding van een kind? Wat zijn de gevaren van onverstandig al teveel toegeven aan de verlangens van kinderen?
-
Wat zijn ‘Gods manieren’ om zijn kinderen ‘op te voeden’? Hoe kunnen wij zijn voorbeeld in ons eigen gezin volgen?
-
Hoe kunt u president Smiths raad aangaande het opstellen van richtlijnen voor gezinsvermaak opvolgen? Hoe kunnen we kinderen leren om door ‘geduld en werken’ zinvolle doelen te bereiken?