Stel niet uit tot morgen wat u vandaag kunt doen
Het wordt tijd dat we de geopenbaarde gezinsplichten gaan vervullen.
Op 23 september 1995 hebben het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen een verklaring aan de kerk en de wereld uitgegeven met de titel: ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’. Ik citeer uit de alinea waarin staat: ‘Man en vrouw hebben de plechtige taak om van elkaar en van hun kinderen te houden, en voor elkaar en hun kinderen te zorgen.’1 In deze tijd is deze raad van groot belang. Veel ouders zeggen geen tijd voor hun gezin te hebben. Het jachtige leven in de moderne maatschappij en de enorme druk op de werkvloer leiden ertoe dat ouders hun greep kwijtraken op wat het allerbelangrijkst is: tijd geven, van uzelf geven, aan het gezin.
De Heer heeft verklaard dat het de plicht van iedere man is om in het onderhoud van zijn gezin te voorzien,2 maar dat betekent zeker niet dat hij alleen maar voedsel en andere benodigde of verlangde spullen hoeft op te slaan. We moeten ook tijd vrijmaken om ons gezin onderwijs te geven. Waarin behoren wij te onderwijzen?
Onze Vader heeft gezegd dat het de plicht van de ouders is om hun kinderen in het evangelie te onderwijzen.3 De profeet Lehi begreep deze plicht goed. Nephi, zijn zoon, verklaarde dat hij ‘in al de geleerdheid van [zijn] vader’4 was onderwezen.
De Heer heeft ons er in de proclamatie aan de wereld bij monde van zijn profeten op gewezen hoe we voor ons gezin moeten zorgen: ‘Ouders hebben de heilige plicht om hun kinderen in liefde en rechtschapenheid op te voeden, te voorzien in hun stoffelijke en geestelijke behoeften, ze te leren dat ze elkaar moeten liefhebben en helpen, de geboden van God moeten naleven en gezagsgetrouwe burgers behoren te zijn, waar ze zich ook mogen bevinden.’5
God leert de mensen al eeuwenlang hoe ze hun gezin kunnen beschermen en verzorgen. Ook zien we dat de boze het gezin onder vuur heeft genomen. Het wordt dus tijd dat we die leringen gaan gebruiken. Het wordt tijd dat we de geopenbaarde gezinsplichten gaan vervullen.
President James E. Faust heeft ons drie sleutels gegeven, waarmee we ons gezin kunnen beschermen en sterk kunnen maken:
-
Gezinsgebed. Ouders moeten hun kinderen leren dat ze Gods kinderen zijn en daarom dagelijks tot Hem dienen te bidden.
-
Gezinsavond. President Faust zei het al, de gezinsavond is voor iedereen, in welke fase van het leven we ons ook bevinden. We moeten op maandagavond niets doen wat ons ervan weerhoudt om gezinsavond te houden.
-
Individuele en gezamenlijke schriftstudie. Deze fundamentele gewoonte biedt ons de kans om onze kinderen te leren hoe ze hun geloof en getuigenis kunnen versterken.6
We doen er goed aan de wijze raad van president Faust op te volgen en zo onze kinderen tegen de aanvallen van Satan te beschermen, alsmede hun geloof en getuigenis in de Heer Jezus Christus te versterken.
In de proclamatie over het gezin lezen we ook: ‘Volgens het goddelijk plan behoort de vader zijn gezin met liefde en in rechtschapenheid te presideren. Hij heeft tot taak te voorzien in de behoeften en de bescherming van zijn gezin. De taak van de moeder is op de eerste plaats de zorg voor de kinderen. Vader en moeder hebben de plicht om elkaar als gelijkwaardige partners met deze heilige taken te helpen.’7
Kinderen en ouders leren thuis hoe ze de evangeliebeginselen kunnen toepassen. Er is veel liefde nodig om een gezin in Gods hoede groot te brengen. Een liefdevolle vader en moeder leren hun kinderen thuis om God te aanbidden. De geest van aanbidding die in een gezin heerst, wordt overgenomen in het leven van elk gezinslid. Dat zal ze voorbereiden op het brengen van de offers die noodzakelijk zijn om in Gods tegenwoordigheid terug te keren en samen de eeuwigheid door te brengen.
De proclamatie over het gezin geeft ons een idee van de liefde die de Heiland voor ogen had toen Hij ons zei elkaar lief te hebben.8 Hij heeft ons het opperste voorbeeld van liefde gegeven toen Hij verklaarde: ‘Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden.’9 Later verzoende Hij al onze zonden en legde uiteindelijk zijn leven voor ons allemaal neer.
Wij kunnen ons leven inzetten voor onze dierbaren, niet door voor ze te sterven, maar door voor ze te leven — door tijd voor ze vrij te maken, door er altijd voor ze te zijn, door ze te dienen, hoffelijk te zijn, toegenegen, en door ware liefde te geven aan onze dierbaren en aan alle mensen, naar voorbeeld van de Heiland.
We weten niet wat ons morgen te wachten staat. Daarom moeten we vandaag al onze liefde tonen door kleine daden, zoals een liefkozing en een ‘ik hou van je’ voor onze partner en kinderen, en andere dierbaren.
Onlangs las ik een tekst met de urgente boodschap dat we niet tot morgen moeten uitstellen wat we vandaag kunnen doen. In juli van dit jaar vond in Brazilië de ergste vliegramp uit de geschiedenis van dat land plaats. Er kwamen 199 mensen om het leven, onder wie passagiers, bemanning, grondpersoneel en anderen die op de plek van de ramp waren. De tekst waar ik het over had is naar verluidt op het mededelingenbord van de luchtvaartmaatschappij gehangen door de echtgenoot van een van de stewardessen die bij het ongeluk om het leven kwamen. Het heet ‘Als de morgen nooit komt’ en is gebaseerd op een gedicht van Norma Cornett Marek.
Als ik had geweten dat ik je niet meer zou zien, had ik in je slaap naar je gekeken,
ik had je inniger geliefkoosd en de Heer gesmeekt je te beschermen.
Als ik had geweten dat ik je voor de laatste keer de deur had zien uitgaan,
had ik je gezoend en geliefkoosd, en je teruggeroepen om je nogmaals te zoenen en te liefkozen.
Als ik had geweten dat ik je voor het laatst had horen bidden,
nam ik elk gebaar, elke blik, elke glimlach en elk woord van je op,
zodat ik er later, dag na dag, naar kon luisteren.
Als ik had geweten dat dit de laatste keer was,
zou ik een minuutje of twee nemen om je te zeggen hoeveel ik van je hou, en er niet van uitgaan dat je dat wel wist.
Als ik wist dat dit onze laatste keer was, ons laatste samenzijn,
zou ik de hele dag aan je zijde zijn, en niet denken
dat het vandaag niet hoefde, omdat ik dat altijd later nog wel kon doen.
Want er komen nog zoveel dagen om het beter te doen
en een tweede kans om het juiste te doen.
En stellig, er komen nog genoeg dagen om ‘Ik hou van je’ te zeggen.
En stellig, er komt nog wel een kans om elkaar te vragen: ‘Is er iets wat ik voor je kan doen?’
Maar in mijn geval is die er niet!
Want jij bent er niet meer. Vandaag is de laatste dag die we hebben — ons vaarwel.
Daarom wil ik je zeggen hoeveel ik van je hou.
En ik hoop dat je dat nooit vergeet.
Niemand, jong of oud, heeft de belofte van morgen.
Vandaag is misschien je laatste kans om de hand van je geliefde vast te houden en al je gevoelens te tonen.
Waarom tot morgen wachten als het vandaag kan?
Want als de morgen nooit komt, zul je er de rest van je leven spijt van hebben
Dat je geen tijd hebt uitgetrokken voor een glimlach, een gesprek, een liefkozing, een kus.
Omdat je het te druk had om die persoon te geven wat later hun laatste wens bleek te zijn.
Dus liefkoos vandaag degene die je liefhebt, je vrienden en familie, en fluister in hun oor hoeveel je van ze houdt en in hun gezelschap wilt zijn.
Neem de tijd om te zeggen:
‘Het spijt me’,
‘Alsjeblieft’,
‘Vergeef me’,
‘Dankjewel’,
Of zelfs,
‘Het geeft niet’,
‘Het is al goed’,
Dan zul je, als de morgen nooit komt, geen spijt krijgen van vandaag.
Het verleden komt niet terug en de toekomst zal misschien niet komen!10
Laten we vandaag onze liefde uiten tegen onze partner en kinderen, onze broers en zussen. Ik weet dat God leeft. Ik weet dat Jezus de Christus is, onze Heiland en Verlosser. Ik weet dat Joseph Smith een profeet van God is en dat Gordon B. Hinckley nu de profeet op aarde is. In de naam van Jezus Christus. Amen.