2007
Kleine en eenvoudige dingen
November 2007


Kleine en eenvoudige dingen

Mogen wij de goddelijke macht van dagelijks gebed, de overtuigende invloed van het Boek van Mormon en ware toewijding bij onze deelname aan het avondmaal herontdekken.

Iedereen die van dag tot dag volgens het evangelie van Jezus Christus leeft en tot het einde toe volhardt, zal het eeuwige leven verwerven — dat is de belofte van de Heer.1 Als het er op aankomt is het evangelie simpel en gemakkelijk te begrijpen, aangepast aan het vermogen van de zwaksten.2 Alma, de profeet in het Boek van Mormon, merkte terecht op: ‘Nu denkt gij misschien dat dit dwaasheid van mij is; maar (…) door kleine en eenvoudige dingen [worden] grote dingen (…) teweeggebracht; en (…) door zeer kleine middelen beschaamt de Heer de wijzen en brengt Hij het behoud van vele zielen tot stand.’3

Onlangs had ik het voorrecht om dit te zien gebeuren in het leven van Stan, een broeder die zo’n 45 jaar minderactief was geweest. Hij had wel goed geleefd, en had zijn vrouw en een zoon gesteund in hun activiteiten als getrouwe leden van de kerk. Toch koos hij er om persoonlijke redenen voor om niet bij de kerk betrokken te zijn, hoewel hij iedere maand de huisonderwijzers ontving.

In februari 2006 kreeg Stan nieuwe huisonderwijzers. Hun eerste bezoek was prettig hoewel Stan geen echte interesse toonde voor het evangelie of voor wat dan ook dat in verband stond met geestelijke zaken. Hun volgende bezoek bracht weinig verandering in die situatie hoewel Stan zich een beetje hartelijker en vriendelijker opstelde. Bij hun derde bezoek was er echter een zichtbare verandering in Stans uitstraling en manier van doen. Tot hun grote verrassing kwam Stan al met enkele doordachte vragen nog voordat zij aan hun boodschap waren toegekomen. In het hieruit voortvloeiende gesprek vertelde hij ook van zijn ervaringen in de afgelopen maand waarin hij met zijn vrouw iedere dag een hoofdstuk in het Boek van Mormon was gaan lezen.

Oudering Bruce R. McConkie heeft op welsprekende wijze deze hernieuwde bewustwording die Stan ervoer beschreven: ‘Zie hier een man die een exemplaar van dit gezegende boek ontvangt, het begint te lezen en daar mee doorgaat (…) totdat zijn uitgehongerde ziel, als hij het uit heeft gelezen, is gevuld met het brood des levens. Hij kan het niet terzijde leggen of de leringen erin negeren. Het is alsof de wateren des levens de uitgedroogde woestijn van zijn ziel instromen en het dorre, lege gevoel lessen dat hem tot op dat moment van zijn God had gescheiden.’4

De huisonderwijzers werden herinnerd aan de opmerkelijke kracht van het Boek van Mormon en zagen hoe reëel de invloed van de Geest van de Heer is als wij dat boek openslaan. Zij kregen ook een beter inzicht in de uitspraak van de profeet Joseph Smith ‘(…) dat het Boek van Mormon het nauwkeurigste boek op aarde [is] (…) en dat de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen daarin te houden, dan door welk ander boek ook.’5

Stans dorst naar kennis en zijn herontdekking van het herstelde evangelie breidde zich al spoedig uit naar meer dan een hoofdstuk per dag en ging gepaard met ernstig zelfonderzoek en vurig gebed. Ter wille van hen die zich soms afvragen of de Heer hun gebeden wel echt hoort, herinnerde de Heiland ons aan het volgende:

‘Is er soms een vader onder u, die, als zijn zoon hem om een brood vraagt, hem een steen zal geven? Of als hij om een vis vraagt, hem een slang zal geven in plaats van een vis? (…)

Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel temeer zal uw Vader in de hemel, door de Heilige Geest, goede gaven geven aan hen die Hem vragen?’6

Onze geliefde profeet, president Gordon B. Hinckley, heeft als volgt gesproken: ‘U kunt het niet alleen. (…) U heeft hulp van de Heer nodig, en het is zo geweldig dat u de kans hebt om te bidden met de verwachting dat uw gebeden gehoord en beantwoord zullen worden.(…) Hij staat klaar om te helpen.’7

In augustus 2006 ging Stan voor het eerst weer samen met zijn vrouw naar de avondmaalsdienst van zijn wijk — de eerste keer in 45 jaar. Daar luisterde hij met een nederig en gebedvol hart naar de eenvoudige avondmaalsgebeden die door jonge priesters werden uitgesproken. Daar hij vond dat hij het avondmaal nog niet waardig was en daar hij enigszins de plechtige betekenis van deze heilige verordening aanvoelde, dacht hij enkele weken lang slechts diep en verdrietig na tijdens de bediening, zonder van het brood en het water te nemen.

President Joseph Fielding Smith zei vele jaren geleden eens in een aangrijpend getuigenis: ‘Naar mijn mening is de avondmaalsdienst de heiligste van alle bijeenkomsten in de kerk. Als ik denk aan het samenkomen van de Heiland en zijn apostelen op die gedenkwaardige avond waarop Hij het avondmaal introduceerde, (…) dan is mijn hart vervuld van verwondering en voel ik mij ontroerd. Ik beschouw die bijeenkomst als een van de plechtigste en wonderbaarlijkste bijeenkomsten sinds het begin der tijden.’8

Stan ging door met studeren, bidden en kerkbezoek, en kreeg nog meer goede raad en bemoediging van zijn huisonderwijzers. Toen kwam de dag dat hij verheugd vond dat hij klaar was om zijn hand uit te strekken en aan het kostbare avondmaal deel te nemen. Als wij waardig, bedachtzaam en eerbiedig van het heilig avondmaal nemen, kunnen we deelhebben aan de ‘goddelijke natuur’9, vanwege de verzoening van Christus en de macht van de Heilige Geest.

Toen Stan weer actief was in de kerk, kreeg hij een roeping en werd hij enkele maanden later tot ouderling geordend. In juli 2007 knielden Stan en zijn vrouw aan het altaar van het huis des Heren en werden door het gezag en de eeuwige wet van God voor tijd en alle eeuwigheid gehuwd.10

Broeders en zusters, mogen wij de goddelijke macht van dagelijks gebed en de overtuigende invloed van het Boek van Mormon en de heilige Schriften opnieuw ontdekken. Als wij ’s zondags aan het avondmaal deelnemen, mogen we dat dan doen in een geest van ware toewijding aan Hem die de Gever van alle dingen is.11

Als gevolg van onze beste, maar toch heel beperkte inzet, en dankzij de oneindige goedheid van de Heer, worden ‘grote dingen teweeggebracht’ door ‘kleine en eenvoudige dingen’.

Ten slotte wil ik mijn persoonlijk en zeker getuigenis betreffende deze heilige zaken geven. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie 3 Nephi 27:13–18, LV 14:7.

  2. Zie Matteüs 11:28–30; Jakob 4:14; Alma 37:44; LV 133:57–58.

  3. Alma 37:6–7.

  4. A New Witness For The Articles Of Faith (1985), p. 414.

  5. History of the Church, 4:461.

  6. Lucas 11:11, 13; zie Bijbelvertaling van Joseph Smith.

  7. Teachings of Gordon B. Hinckley (1997), p. 468.

  8. Conference Report, oktober 1929, pp. 60–61.

  9. Zie 2 Petrus 1:4; zie ook 3 Nephi 18:1–14.

  10. Zie Matteüs 19:3–6, LV 131:1–4.

  11. Zie Moroni 6: 1–9.