2007
President Henry B. Eyring Tweede raadgever in het Eerste Presidium
November 2007


President Henry B. Eyring
Tweede raadgever in het Eerste Presidium

Wanneer president Henry Bennion Eyring nadenkt over de onverwachte wending in zijn leven glimlacht hij, omdat hij weet dat God wonderen kan doen in het leven van zijn kinderen, ondanks hun angsten en gevoelens van onkunde.

Hij put kracht uit die kennis bij de gedachte aan wat hijzelf een ‘zwaarwegende verantwoordelijkheid’ noemt nu hij in het Eerste Presidium is geroepen. President Eyring vult de vacature die was ontstaan door het overlijden van president James E. Faust op 10 augustus 2007.

Hoewel hij uitziet naar de samenwerking met president Gordon B. Hinckley en president Thomas S. Monson, mist hij niettemin president Faust.

‘Ik probeer maar niet te denken aan wat het inhoudt om president Faust op te volgen’, zegt hij. ‘Hij was een perfect voorbereide en deskundige tweede raadgever in het Eerste Presidium. Hij had unieke gaven.’

Op de persconferentie die na zijn benoeming op 6 oktober werd gehouden, vertelde president Eyring dat hij kort nadat hij op 1 april 1995 in het Quorum der Twaalf Apostelen was geroepen, in het kantoor van president Faust werd genodigd. In plaats van hem moed in te spreken, wees president Faust glimlachend omhoog en zei: ‘Praat niet met mij. Praat met Hem.’ President Eyring legde uit: ‘In plaats van al mijn problemen op te lossen, verwees hij mij naar God. Hij bezat de gave om de situatie precies aan te voelen — hij was de aardigste vriend en de beste mentor die iemand kon hebben.’

Na eerst zijn dank jegens de Heer verwoord te hebben voor het vertrouwen dat Hij in hem stelt, alsmede jegens president Hinckley voor diens vertrouwen in hem, zegt president Eyring: ‘Het is geweldig (…) om samen te mogen werken met mensen die ik liefheb en die ik steun als profeten, zieners en openbaarders en als ware apostelen van de Heer Jezus Christus.’

Hij zegt Gods schragende hand te zien en voegt daaraan toe: ‘President Hinckley zegt altijd tegen ons dat ‘alles goed zal komen’. Dat geloof heb ik ook nu ik deze zwaarwegende verantwoordelijkheid tegemoet treed.’

Henry B. Eyring is op 31 mei 1933 in Princeton (New Jersey, VS) geboren. Hij was de tweede van drie zoons van Henry en Mildred Bennion Eyring. Zijn vader, een wereldberoemd scheikundige, moedigde zijn zoons aan een wetenschappelijke carrière na te streven. President Eyring behaalde zijn propedeuse in natuurkunde, maar na twee jaar in de Amerikaanse Luchtmacht te hebben gediend, schreef hij zich in bij de Harvard Graduate School of Business, waar hij verschillende graden in bedrijfskunde behaalde.

Op Harvard ontmoette hij in de zomer van 1961 Kathleen Johnson, die in Boston was voor een zomercursus. Zij gingen die zomer met elkaar uit, bleven met elkaar schrijven toen zij weer in Californië was en trouwden in juli 1962 in de Logantempel (Utah, VS). In datzelfde jaar begon president Eyring als wetenschappelijk medewerker aan de Stanford Graduate School of Business, waar hij van 1962 tot 1971 doceerde.

President Eyring omschrijft zijn vrouw als ‘iemand voor wie ik altijd weer het allerbeste in mij naar boven wil halen.’ Die eigenschap manifesteerde zich midden in de nacht in 1971 toen ze haar man wekte en vroeg: ‘Weet je zeker dat je met je leven doet wat je doen moet?’ Toen vroeg ze hem of hij niet moest gaan werken voor Neal A. Maxwell, die toen commissaris van de kerkelijke onderwijsinstellingen was.

President Eyring had het naar zijn zin op Stanford, had zijn schoonfamilie in de buurt, en was werkzaam als bisschop van de wijk Stanford 1, maar hij begon te bidden over de vraag van zijn vrouw. De Eyrings kenden commissaris Maxwell niet, maar een paar dagen later kregen ze een telefoontje van hem met de vraag of president Eyring naar Salt Lake City wilde komen. Daar bood hij hem de baan van president van Ricks College, nu BYU–Idaho, aan. President Eyring ging in op het aanbod, waarna de familie Eyring naar Rexburg (Idaho) trok. Tegenwoordig bestaat zijn familie uit vier zoons, twee dochters en 25 kleinkinderen.

Zes jaar later werd hij ondercommissaris van de kerkelijke onderwijsinstellingen, en drie jaar later commissaris, een functie die hij vervulde tot hij in april 1985 als eerste raadgever in de Presiderende Bisschap werd geroepen. In september 1992 werd hij weer tot commissaris van CES benoemd, een positie die hij tegelijk vervulde met zijn roeping als lid van het Eerste Quorum der Zeventig, waartoe hij een maand later werd geroepen.

President Eyring, bekend om zijn hartverwarmende toespraken en zachtaardige persoonlijkheid, zegt dat de twaalf jaar in het Quorum der Twaalf Apostelen hem een belangrijke les hebben geleerd over het dienen van de kinderen van onze hemelse Vader.

‘Door mijn ervaringen in de Twaalf, ben ik ervan overtuigd geraakt dat we, als we ons maar voegen naar de wil van onze hemelse Vader en de Heiland, veel beter kunnen dan we tot nu toe gedaan hebben. God kan en zal door ons mensen veel dieper raken dan wij ooit hadden gedacht, en Hij zal meer van ons leven maken dan wij ons ooit kunnen voorstellen.’

Ondanks onze angsten en tekortkomingen, zo zegt hij, zal onze hemelse Vader ons leiden. ‘Als u in geloof verder gaat en als u nederig bent, zult u zijn stem horen.’