2007
Hebben wij geen heuglijke tijdingen vernomen?
November 2007


Hebben wij geen heuglijke tijdingen vernomen?

Dit is een vreugdevol evangelie van hoop, kracht en verlossing.

Ik verheug me nog steeds over de geweldige geest die wij voelden toen we vanmorgen gezamenlijk zongen:

O volheid van zegen, de dag der bevrijding

van zondige afval van ’t goddelijk woord.

De volk’ren vernemen de heug’lijke tijding.

(‘O volheid van zegen’, lofzang 3.)

Deze woorden van broeder William W. Phelps staan lijnrecht tegenover de neiging in de wereld om nadruk op slecht nieuws te leggen. We leven inderdaad in een tijd die in de Schriften is voorspeld als een tijd van ‘oorlogen, geruchten van oorlogen en aardbevingen op verschillende plaatsen’ (Mormon 8:30), wanneer ‘de gehele aarde in beroering [zal] zijn en het hart van de mensen zal bezwijken’ (LV 45:26).

Maar wat voor invloed heeft dat op ons als leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen? Leven wij in vrees, angst en zorgen? Erkennen wij, ondanks alle problemen, wel dat we heuglijke tijdingen hebben vernomen en dat we redenen hebben om ons te verheugen?

We doen in dit leven allemaal verschillende ervaringen op. Soms hebben we vreugde, en soms voelen we ons verdrietig en onzeker.

Ik kan me als kind nog een periode herinneren dat het er voor ons gezin niet zo goed uitzag. Het was in de winter van 1944, een van de koudste winters tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het front naderde onze stad, en mijn moeder moest alle bezittingen achterlaten en met haar vier kinderen vertrekken. We voegden ons bij de miljoenen vluchtelingen die wanhopig op zoek waren naar een plek om te overleven. Onze vader zat in militaire dienst, maar hij had met mijn moeder afgesproken dat ze elkaar in de woonplaats van mijn grootouders zouden ontmoeten. Ze dachten dat ze daar de beste kans maakten om onderdak en veiligheid te vinden.

Door de nachtelijke bombardementen en de luchtaanvallen overdag, duurde het vele dagen voordat we bij mijn grootouders aankwamen. Ik herinner me van die tijd vooral de duisternis en de kou.

Mijn vader kon zich ongedeerd bij ons voegen, maar onze toekomst zag er niet rooskleurig uit. We leefden in het puin van het naoorlogse Duitsland, met een verschrikkelijk somber gevoel van hopeloosheid over onze toekomst.

Te midden van alle wanhoop kwam ons gezin in aanraking met De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en de genezende boodschap van het herstelde evangelie van Jezus Christus. Die boodschap zorgde voor een grote ommekeer. We werden boven onze dagelijkse ellende verheven. Het leven was nog steeds moeilijk en onze omstandigheden erbarmelijk, maar het evangelie bracht licht, hoop en vreugde. Door de duidelijke, eenvoudige waarheden van het evangelie werden ons hart en ons verstand verlicht. We keken met andere ogen en vanuit een ander perspectief naar onszelf en de wereld om ons heen.

Geliefde broeders en zusters, zijn het herstelde evangelie van Jezus Christus en ons lidmaatschap in de kerk geen goede redenen om ons te verheugen?

Waar we ook op aarde leven, wat onze omstandigheden ook zijn, ik getuig dat het evangelie van Jezus Christus de goddelijke kracht heeft om ons tot grote hoogten te verheffen in tijden van ondraaglijke lasten of zwakheid. De Heer kent onze omstandigheden en problemen. Hij zei tegen Paulus en tegen ons allen: ‘Mijn genade is u genoeg.’ En net als Paulus kunnen wij antwoorden: ‘De kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid. Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome’ (2 Korintiërs 12:9).

Als leden van de Kerk van Jezus Christus hebben wij recht op de beloofde zegeningen in de verbonden en verordeningen die wij ontvangen als wij het evangelie van Jezus Christus aanvaarden.

Wat is het evangelie van Jezus Christus?

Het evangelie van Jezus Christus is goed nieuws, blijde tijdingen en zo veel meer. Het is de boodschap van verlossing die herhaaldelijk door Jezus Christus en zijn apostelen en profeten is verkondigd. Ik ben er vast van overtuigd dat alle waarheid en licht van God in het evangelie van Jezus Christus te vinden zijn.

God, onze liefhebbende Vader in de hemel, heeft gezegd dat het zijn werk en heerlijkheid is om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (Mozes 1:39). God de Vader heeft het evangelie ontworpen. Het is een essentieel onderdeel van zijn heilsplan of verlossingsplan. Het wordt het evangelie van Jezus Christus genoemd omdat de verlossing en het eeuwig heil door de verzoening van Jezus Christus mogelijk worden gemaakt. Door de verzoening van Christus worden alle mannen, vrouwen en kinderen onvoorwaardelijk van de lichamelijke dood verlost. En alle mensen worden van hun zonden verlost als zij het evangelie van Jezus Christus aanvaarden en gehoorzamen (zie LV 20:17–25; 76:40–42, 50–53; Mozes 6:62).

Het evangelie van Christus is het enige ware evangelie, en ‘geen andere naam, noch enige andere weg of middel, zal worden gegeven waardoor redding tot de mensenkinderen kan komen, dan alleen in en door de naam van Christus’ (Mosiah 3:17; zie ook Handelingen 4:12).

De essentiële onderdelen van de evangelieboodschap zijn in alle heilige Schriften te vinden, maar vooral in het Boek van Mormon en in de openbaringen aan de profeet Joseph Smith. Hierin verklaart Jezus zelf duidelijk zijn leer en evangelie, die de kinderen van God moeten naleven om ‘het eeuwige leven [te] hebben’ (LV 14:7; zie ook 3 Nephi 11:31–39; 27:13–21; LV 33:11–12).

Het evangelie is duidelijk en eenvoudig. Het beantwoordt de moeilijkste levensvragen, maar is toch door een jong kind te begrijpen en na te leven. Nephi heeft gezegd: ‘Want mijn ziel schept behagen in duidelijkheid; want aldus werkt de Here God onder de mensenkinderen. Want de Here God geeft licht aan het verstand; want Hij spreekt tot de mensen in hun eigen taal, om hun begrip te verruimen’ (2 Nephi 31:3).

De profeet Joseph Smith volgde hetzelfde duidelijke en eenvoudige patroon toen hij kort maar krachtig aan de wereld ‘de eerste beginselen en verordeningen van het evangelie’ (Geloofsartikelen 1:4) uitlegde, die wij moeten aanvaarden om de eeuwige zegeningen van het evangelie te kunnen ontvangen:

Ten eerste: geloof in de Heer Jezus Christus — geloof in de Verlosser, de Zoon van God, ‘met onwrikbaar geloof in Hem, u geheel verlatend op de verdiensten van Hem die machtig is om te redden’ en dan ‘standvastig in Christus voorwaarts streven, (…) u vergastend aan het woord van Christus’ (2 Nephi 31:19–20).

Ten tweede: bekering, die een verandering van gedachten omvat, met een ‘offer [van] een gebroken hart en een verslagen geest’, waarbij we zonde verzaken en nederig ‘als een klein kind’ worden (3 Nephi 9:20, 22).

Ten derde: doop door onderdompeling tot vergeving van zonden, waarbij we een verbond sluiten dat we de geboden van God onderhouden en de naam van Christus op ons nemen.

Ten vierde: handoplegging voor de gave van de Heilige Geest, ook wel de doop door vuur genoemd, waardoor wij gereinigd worden en ‘nieuwe schepselen’ worden, geboren uit God (Mosiah 27:26; 1 Petrus 1:23).

De gave van de Heilige Geest, die we van onze hemelse Vader krijgen, en die ons door iemand met de juiste bevoegdheid wordt verleend, omvat de barmhartige belofte ‘dat indien gij langs de weg binnengaat en de Heilige Geest ontvangt, Hij u alle dingen zal tonen die gij behoort te doen’ (2 Nephi 32:5). Door het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest kan ieder lid van de kerk altijd en overal ‘de woorden van Christus’ (2 Nephi 32:3) rechtstreeks ontvangen. Met deze persoonlijke, goddelijke leiding kunnen wij kloekmoedig blijven in het getuigenis van Jezus Christus en tot het eind van ons leven volharden. Is dat niet geweldig?

Hebben wij geen reden om ons te verheugen?

Wat betekent het om tot het einde toe te volharden?

In de Schriften staat dat als wij de verordeningen van de doop en bevestiging hebben ontvangen, het onze taak is om tot het einde toe te volharden (zie 2 Nephi 31:20).

Als jongeman betekende ‘tot het einde toe volharden’ dat ik beter mijn best moest doen om in de kerk tot het eind van de dienst wakker te blijven. Als tiener ging ik langzaam maar zeker beter begrijpen wat deze woorden uit de Schriften betekenen. In mijn jeugdige empathie zag ik het verband met die lieve oudere leden die tot het eind van hun leven moesten volhouden.

Tot het einde toe volharden, ofwel ons hele leven trouw blijven aan de wetten en verordeningen van het evangelie van Jezus Christus, is een fundamentele vereiste voor eeuwig heil in het koninkrijk van God. Door die overtuiging onderscheiden heiligen der laatste dagen zich van andere christelijke kerken die verkondigen dat heil gegeven wordt aan iedereen die eenvoudigweg gelooft en belijdt dat Jezus de Christus is. De Heer heeft duidelijk gezegd: ‘En indien u mijn geboden onderhoudt en volhardt tot het einde, zult u het eeuwige leven hebben, welke gave de grootste van alle gaven Gods is’ (LV 14:7).

Daarom is volharden tot het einde niet slechts passief de moeilijke levensomstandigheden doorstaan of ‘volhouden’. Wij hebben een actieve godsdienst, waarbij we de kinderen van God langs het enge en smalle pad leiden, zodat zij in dit leven hun capaciteiten kunnen ontwikkelen en op een dag bij Hem kunnen terugkeren. Vanuit dat perspectief is volharden tot het einde verhogend en eervol, niet akelig en hopeloos. Dit is een vreugdevol evangelie, van hoop, kracht en verlossing. ‘Adam viel, opdat de mensen zouden zijn; en de mensen zijn, opdat zij vreugde zullen hebben’ (2 Nephi 2:25).

Tot het einde toe volharden is een proces dat iedere minuut, ieder uur en iedere dag in beslag neemt, van zonsopgang tot zonsopgang. Het wordt bereikt door persoonlijke discipline en gehoorzaamheid aan de geboden van God.

Het herstelde evangelie van Jezus Christus is een levenswijze. Niet alleen voor de zondag. Het is niet iets dat we alleen als gewoonte kunnen doen of als traditie om alle beloofde zegeningen te ontvangen. ‘Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten’ (Galaten 6:7).

Tot het einde toe volharden betekent ‘in het goeddoen’ volharden (Romeinen 2:7), ernaar streven de geboden te onderhouden (zie 2 Nephi 31:10) en de werken van gerechtigheid doen (LV 59:23). Daar is opoffering en hard werk voor nodig. Om tot het einde toe te volharden, moeten we onze hemelse Vader vertrouwen en verstandige beslissingen nemen — onze tiende en andere gaven betalen, onze tempelverbonden naleven, en in onze taken en roepingen de Heer en elkaar gewillig en trouw dienen. Daar zijn een sterk karakter, onbaatzuchtigheid en nederigheid voor nodig. Daar zijn integriteit en eerlijkheid ten opzichte van de Heer en onze medemens voor nodig. Dan zorgen we ervoor dat ons huis een veilig toevluchtsoord is tegen werelds kwaad. Dan hebben we liefde en respect voor onze huwelijkspartner en kinderen.

Als wij ons best doen om tot het einde te volharden, zal ons leven op prachtige wijze gezuiverd worden. Dan leren we om onze vijanden lief te hebben en te bidden voor wie ons vervolgen (zie Matteüs 5:44). De zegeningen die wij ontvangen als wij tot het einde toe volharden, zijn echt en belangrijk, en wat het komende leven betreft, kunnen wij ze niet volledig begrijpen.

Jezus Christus wil dat u slaagt

Geliefde broeders en zusters, er zullen dagen en nachten zijn dat u zich overweldigd voelt, dat uw hart zwaarmoedig is en u het hoofd laat hangen. Vergeet dan niet dat Jezus Christus, de Verlosser, aan het hoofd van deze kerk staat. Dit is zijn evangelie. Hij wil dat u slaagt. Daar heeft Hij zijn leven voor gegeven. Hij is de Zoon van de levende God. Hij heeft beloofd:

‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’ (Matteüs 11:28).

‘Want de bergen zullen wijken en de heuvels zullen wankelen, maar mijn goedertierenheid zal niet van u wijken’ (3 Nephi 22:10). ‘Ik [ontferm] Mij over u, zegt uw Verlosser, de Heer’ (3 Nephi 22:8).

Dierbare vrienden, de Heiland geneest het gebroken hart en verbindt uw wonden (zie Psalmen 147:3). Wat uw problemen ook zijn, waar u zich ook bevindt, uw getrouwe lidmaatschap in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en de goddelijke kracht van het evangelie van Jezus Christus zullen u tot zegen zijn om vreugdevol tot het einde te kunnen volharden.

Daarvan getuig ik met heel mijn hart en verstand in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.