Ouderling Quentin L. Cook
van het Quorum der Twaalf Apostelen
Hoewel hij zegt dat zijn roeping als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen onverwacht was, heeft ouderling Quentin La Mar Cook al van jongs af aan leren leven als getuige van de Heiland Jezus Christus.
‘Mijn hele leven ben ik gezegend met mensen die de Heiland liefhebben’, zegt ouderling Cook.
Ouderling Cook, die op 8 september 1940 in Logan (Utah, VS) is geboren uit J. Vernon en Bernice Cook, is dankbaar voor zijn liefdevolle en toegewijde ouders, die ‘de Heiland lief hadden. Ze deden al het mogelijke om ons goed op te voeden.’
Hij waardeert zijn broer en zus zeer en verwijst naar een ernstig gesprek dat hij op zijn vijftiende had met zijn oudere broer, Joe, dat hem deed beseffen dat een getuigenis van de Heiland verstrekkende gevolgen heeft. Joe moest beslissen of hij zijn medische studie zou onderbreken voor een zending. ‘Na dat gesprek ben ik in gebed gegaan. De bevestiging die ik toen kreeg dat de kerk waar is en dat Jezus Christus de Zoon van God is, was een doorslaggevend moment voor mij.
Zijn broer is op zending gegaan, evenals ouderling Cook, die in de Britse Zending diende. Zijn zendingspresidenten, onder wie ouderling Marion D. Hanks, die toen zitting had in de Eerste Raad der Zeventig, hadden grote invloed op hem.
‘Het is heel belangrijk om een getuigenis van de Heiland te hebben en om te gaan met mensen die de Heiland liefhebben’, zegt ouderling Cook. Hij leerde nog zo iemand kennen, Mary Gaddie genaamd, met wie hij op 30 november 1962 in de Logantempel (Utah, VS) trouwde.
Nadat hij aan de Utah State University zijn bul in politieke wetenschappen had behaald, besloot het paar naar Californië te verhuizen, waar ouderling Cook aan de Stanford University zijn doctoraal rechten afrondde. Er kwamen drie kinderen, en ondertussen werkte ouderling Cook als bedrijfsjurist, werd beherend vennoot bij een advocatenkantoor in San Francisco, daarna algemeen directeur van het California Healthcare System, en ten slotte vice-voorzitter van Sutter Health Systems.
In die tijd was hij werkzaam als bisschop, ringpresident en raadgever in een ringpresidium, regionaal vertegenwoordiger en gebiedsautoriteit. In het ringpresidium was hij niet alleen verantwoordelijk voor de Engelstalige wijken in de ring, maar ook voor wijken waar Spaans, Tongaans, Samoaans, Tagalog, Mandarijn en Kantonees werd gesproken.
‘We genoten van de diversiteit onder de leden en hun toewijding aan het evangelie van Jezus Christus. Zij hebben een hele positieve invloed op mij gehad.’
In zijn beroepsleven werkte ouderling Cook bijna uitsluitend met mensen die geen lid van de kerk waren. Hij leerde dat ‘er heel veel mensen buiten de kerk zijn die de Heiland liefhebben. Veel van hen hadden ook een positieve invloed op mij. Dus als ik zeg dat we moeten omgaan met goede mensen, bedoel ik niet dat we ons van de wereld moeten afsluiten.’
Na zijn roeping in het Tweede Quorum der Zeventig op 6 april 1996, en vervolgens in het Eerste Quorum op 4 april 1998, was ouderling Cook werkzaam in het presidium van het gebied Filipijnen/ Micronesië, en als president van de gebieden Oceanië en Noord-Amerika-West.
Zijn bediening als algemeen autoriteit heeft zijn geloof versterkt dat ‘je overal mensen kunt vinden die de Heiland liefhebben.’ Ouderling Cook gelooft dat de manier om ze te vinden is het evangelie nederig maar onbeschroomd na te leven.
‘Ik ben van mening dat de grootste fout die de meeste heiligen der laatste dagen maken is dat ze verbergen wie ze zijn. Veel leden vertellen hun vrienden en kennissen niet wie ze zijn en wat ze geloven, en komen daardoor in heel moeilijke situaties terecht. Wie zich bekendmaken als zijnde een heilige der laatste dagen en duidelijk maken wat ze geloven, hebben veel minder problemen.’
Hij kwam er ook achter dat ze veel zendingsactiever zijn toen hij werkzaam was als algemeen bestuurder van de afdeling zendingswerk, voordat hij in augustus 2007 in het Presidium der Zeventig werd geroepen.
In zijn eerste conferentietoespraak na op 6 oktober 2007 als apostel gesteund te zijn, besprak ouderling Cook het probleem van leden die zich ‘verborgen’ houden en moedigde hen aan ‘in geloof en niet in angst’ te leven.
‘Er zijn veel mensen “die alleen verre van de waarheid worden gehouden, omdat zij niet weten, waar zij deze kunnen vinden” (LV 123:12). En als iemand op een tolerante, vriendelijke manier uitkomt voor zijn geloof, zullen we er verbaasd van staan hoeveel mensen er oren naar zullen hebben.’
Ouderling Cook hoopt dat mensen hem op die manier zullen bejegenen in zijn nieuwe roeping. Hij weet dat hij, ondanks zijn gevoelens van onkunde, in geloof moet leven en niet in angst, wanneer hij mensen laat weten wie hij is en wat hij gelooft als bijzondere getuige van Christus.
‘Ik heb de Heiland lief’, verklaart hij. ‘Ik verheug me in de kans om in de hele wereld te getuigen van Jezus Christus.’