Goed, beter, best
We moeten sommige goede dingen laten lopen om andere te kiezen die beter of het beste zijn, omdat ze geloof in de Heer Jezus Christus bevorderen en ons gezin sterken.
Van de meesten onder ons wordt meer verwacht dan wij ooit kunnen doen. Als kostwinner, als ouder, als kerkfunctionaris en als lid moeten we vaak kiezen wat we doen met onze tijd en andere middelen.
I.
We moeten inzien dat alleen het feit dat iets goed is, niet voldoende reden is om het te doen. Het aantal goede dingen dat wij zouden kunnen doen, is veel groter dan de tijd die we hebben om ze te doen. Sommige dingen zijn beter dan goed, en dát zijn de dingen die we voorrang moeten geven.
Jezus onderwees bij Marta thuis in dat beginsel. Terwijl zij ‘in beslag [werd] genomen door het vele bedienen’ (Lucas 10:40), zat haar zus Maria ‘aan de voeten des Heren’, waar zij ‘naar zijn woord luisterde’ (vs. 39). Toen Marta klaagde dat haar zus het bedienen aan haar overliet, prees Jezus Marta om de vele dingen die zij deed (zie vs. 41), maar leerde Hij haar: ‘maar weinige zijn nodig of slechts één: want Maria heeft het goede deel uitgekozen dat van haar niet zal worden weggenomen’ (vs. 42). Het was prijzenswaardig dat Marta zich ‘bezorgd en druk [maakte] over vele dingen’ (vs. 41), maar het evangelie leren van de Meesterleerkracht was harder nodig. In de Schriften staan nog meer leringen waaruit blijkt dat sommige dingen gezegender zijn dan andere. (Zie Handelingen 20:35; Alma 32:14–15.)
Door een ervaring uit mijn jeugd ging ik inzien dat sommige keuzes goed zijn, maar andere beter. Ik woonde twee jaar lang op een boerderij. We gingen maar zelden naar de stad. We deden onze kerstinkopen met de catalogus van Sears en Roebuck. Ik was er urenlang in verdiept. Voor plattelandsgezinnen in die tijd was die catalogus wat nu het winkelcentrum of het internet is.
Er was iets aan de in de catalogus getoonde goederen dat mij bij is gebleven. Er waren drie kwaliteitsniveaus: goed, beter en het beste. Sommige mannenschoenen waren bijvoorbeeld vermeld als goed ($ 1,84), sommige als beter ($ 2,98) en sommige als het beste ($ 3,45).1
Dus als we alternatieven overwegen, moeten we bedenken dat het niet altijd genoeg is dat iets goed is. Andere keuzes zijn beter en weer andere zijn het beste. Al is een bepaalde keuze duurder, zij zou door haar grotere waarde wel eens de beste keuze van allemaal kunnen zijn.
Bedenk eens hoe we onze tijd gebruiken als gevolg van onze keuzes om televisie te kijken, computerspelletjes te spelen, op het internet te surfen, of boeken en tijdschriften te lezen. Natuurlijk is het goed om opbouwend amusement te hebben of interessante informatie op te zoeken. Maar niet alles in die categorie is de tijd waard die we besteden om die dingen te krijgen. Sommige dingen zijn beter en andere zijn het beste. De Heer had het over kennis verkrijgen toen Hij zei: ‘Put woorden van wijsheid uit de beste boeken’ (LV 88:118; cursivering toegevoegd).
II.
Sommige van onze belangrijkste keuzen betreffen gezinsactiviteiten. Veel kostwinners maken zich zorgen of hun werk wel voldoende tijd voor hun gezin overlaat. Er is geen makkelijke formule voor het kiezen tussen die wedijverende prioriteiten. Maar ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand terugkeek op zijn carrière en zei: ‘Ik heb gewoon niet genoeg tijd besteed aan mijn werk.’
Als we kiezen hoeveel tijd we doorbrengen als gezin, moeten we oppassen dat we onze beschikbare tijd niet opmaken aan dingen die slechts goed zijn en weinig tijd overhouden voor wat beter of het beste is. Een vriend van mij ging met zijn jonge kinderen op een serie zomervakanties, waaronder reisjes naar gedenkwaardige historische plaatsen. Aan het eind van de zomer vroeg hij zijn tienerzoon wat hij die zomer het fijnst had gevonden. De vader leerde van zijn antwoord, en dat gold ook voor ieder aan wie hij het vertelde. ‘Wat ik deze zomer het fijnst vond,’ had de jongen geantwoord, ‘was de avond dat we samen op het gras naar de sterren keken en praatten.’ Bijzondere gezinsactiviteiten kunnen weliswaar goed zijn voor kinderen, maar ze zijn niet altijd beter dan tijd alleen met een liefdevolle ouder.
U dient ook zorgvuldig de tijd te reguleren die kinderen en ouders besteden aan goede activiteiten als privélessen, teamsporten en andere school- en clubactiviteiten. Anders raken de kinderen overbezet en worden ouders moe en gefrustreerd. Ouders moeten ingrijpen om tijd te reserveren voor gezinsgebed, gezamenlijke schriftstudie, gezinsavond, en de kostbare tijd samen die een gezin hechter maakt en de kinderen eeuwige waarden bijbrengt. Ouders moeten hun kinderen evangelieprioriteiten bijbrengen door wat zij samen met hen doen.
Gezinsdeskundigen hebben gewaarschuwd tegen wat zij ‘overbezette kinderagenda’s’ noemen. In de huidige generatie hebben kinderen het veel drukker en brengen gezinsleden minder tijd samen door. Een van de vele indicatoren van deze verontrustende trend is dat tijd besteed aan gestructureerd sporten is verdubbeld terwijl de vrije tijd van kinderen met twaalf uur per week is afgenomen, en ongestructureerde buitenactiviteiten met de helft zijn verminderd.2
Het aantal mensen dat zegt ‘avondeten eet het hele gezin meestal samen’ is met een derde afgenomen. Dat is vooral zorgelijk omdat de tijd die een familie samen thuis aan de maaltijd doorbrengt de sterkste factor is om de prestaties van kinderen op school en in hun psychologische ontwikkeling te voorspellen.3 Samen eten blijkt bovendien een goede verdediging tegen roken, drinken en drugsgebruik door kinderen.4 Er schuilt geïnspireerde wijsheid in dit advies aan ouders: Wat uw kinderen eigenlijk voor het eten willen, bent u.
President Gordon B. Hinckley heeft ons dringend verzocht om ons ‘in [te] spannen voor onze taak als ouders alsof alles ervan afhangt, want alles hángt er in feite vanaf.’ Hij heeft daar verder over gezegd:
‘Ik vraag speciaal aan u, mannen, om de balans op te maken omtrent uzelf als echtgenoot, vader en hoofd van het gezin. Bid om leiding, hulp, richting, en volg dan de influisteringen van de Geest voor leiding bij de belangrijkste taak die u heeft, want de gevolgen van uw leiding in uw gezin zijn eeuwig.’5
Het Eerste Presidium heeft ouders opgeroepen om ‘hun uiterste best te doen’ om hun kinderen te onderwijzen en groot te brengen in de evangeliebeginselen. (…) Wij weten allemaal dat het gezin de basis van een rechtschapen leven is en dat niets zijn plaats in (…) die goddelijke taak kan innemen.’ Het Eerste Presidium heeft verklaard: ‘Zelfs als andere werkzaamheden en bezigheden waardevol en nuttig zijn, moet men niet toestaan dat die de plaats gaan innemen van de taken die God heeft toegewezen aan ouders en gezin.’6
III.
Kerkleiders moeten zich ervan bewust zijn dat kerkbijeenkomsten en -activiteiten te gecompliceerd en een te grote last kunnen worden als een wijk of ring probeert de leden alles te laten doen wat goed en maar enigszins mogelijk is uit het grote aanbod aan kerkelijke programma’s. Ook daarin moet men prioriteiten stellen.
Leden van het Quorum der Twaalf hebben aangegeven hoe belangrijk het is om met inspiratie een verstandige keuze te doen uit de programma’s en activiteiten van de kerk. Ouderling L. Tom Perry predikte dit beginsel in onze eerste wereldwijde instructiebijeenkomst voor leidinggevenden in 2003. In 2004 gaf ouderling Richard G. Scott het volgende advies aan dezelfde leidinggevenden: ‘Pas uw […] activiteiten aan de plaatselijke omstandigheden [en mogelijkheden] aan. (…) Zorg ervoor dat u in essentiële behoeften voorziet, maar probeer niet zoveel goede dingen te doen dat de belangrijkste niet worden uitgevoerd. (…) Bedenk dat u niet meer werk moet scheppen, maar het moet vereenvoudigen.’7
Ouderling Russell M. Ballard waarschuwde vorig jaar voor de aantasting van gezinsrelaties als we te veel tijd besteden aan ondoeltreffende bezigheden die te weinig geestelijke voeding opleveren. Hij waarschuwde voor het compliceren van onze kerkfuncties door ze ‘van onnodige extraatjes te voorzien die te veel tijd, geld en energie kosten. (…) De opdracht om onze roeping groot te maken, is geen gebod om die te verfraaien en te compliceren. Innoveren betekent niet per definitie uitbreiden, maar vaak juist vereenvoudigen. (…) De rapporten die worden ingevuld en de vergaderingen die worden bijgewoond zijn niet het belangrijkste’, zei hij. ‘Het gaat erom of wij naar het voorbeeld van de Heiland het individu opbouwen, aanmoedigen en uiteindelijk veranderen.’8
Ringpresidiums en bisschappen moeten hun gezag gebruiken om de overmatige en ondoelmatige drukte te elimineren die de leden van hun ring of wijk soms wordt opgelegd. Kerkprogramma’s moeten op het beste (doelmatigste) gericht zijn om hun doel te bereiken zonder onnodig beslag te leggen op de tijd die de gezinnen nodig hebben voor hun ‘goddelijke taken’.
Maar ik wil de gezinnen ook waarschuwen. Stel dat de kerkleiders de tijd die nodig is voor de kerkbijeenkomsten en -activiteiten verminderden om de tijd die gezinsleden samen kunnen doorbrengen te vergroten. Dat bereikt alleen zijn beoogde doel als de individuele gezinsleden — en vooral de ouders — ijverig hun best doen om het samenzijn als gezin en de individuele tijd met de ouders te vergroten. Teamsporten en technisch speelgoed zoals computerspelletjes en het internet snoepen onze jeugd en jongeren al veel tijd af. Op internet surfen is niet beter dan de Heer dienen of het gezin versterken. Sommige jongemannen en jongevrouwen slaan jongerenactiviteiten van de kerk of gezinsactiviteiten over om in de voetbalcompetitie te spelen of ander amusement na te jagen. Sommige jonge mensen amuseren zichzelf dood — geestelijk dood.
Sommige tijdsbestedingen voor het individu en het gezin zijn beter en andere zijn het beste. We moeten sommige goede dingen laten lopen om andere te kiezen die beter of het beste zijn, omdat ze geloof in de Heer Jezus Christus bevorderen en ons gezin sterken.
IV.
Hier zijn nog enkele andere voorbeelden van goed, beter, best:
Het is goed om tot de ware kerk van onze Vader in de hemel te behoren, om al zijn geboden te onderhouden en om al onze taken uit te voeren. Maar om dit ‘het beste’ te maken, moeten we het met liefde en zonder arrogantie doen. We moeten, zoals we dat in een mooie lofzang zingen, ons ‘goed met broederschap kronen’9 en allen met wie wij in aanraking komen liefde en zorg betonen.
Onze honderdduizenden huisonderwijzers en huisbezoeksters stel ik voor dat het goed is om de ons toegewezen gezinnen te bezoeken; dat het beter is om ze een kort bezoek te brengen waarbij we ze een leerstelling of beginsel leren; en dat het ’t beste is om echt iets tot stand te brengen in het leven van de mensen die we bezoeken. Diezelfde uitdaging geldt voor de vele vergaderingen die we houden: het is goed om een vergadering te houden, het is beter om een beginsel over te brengen, maar het is het beste om echt levens te veranderen als gevolg van de vergadering.
Nu we bijna toe zijn aan een nieuw studiejaar in onze Melchizedekse-priesterschapsquorums en de ZHV, wil ik opnieuw waarschuwen hoe we de serie boeken Leringen van kerkpresidenten dienen te gebruiken. Er zijn vele jaren geïnspireerd werk gestoken in het studieboek voor 2008 met leringen van Joseph Smith, de profeet die deze bedeling heeft ingeluid. Dit boek is een juweel onder de kerkboeken. Ik heb soms leerkrachten gezien die een hoofdstuk van Leringen nauwelijks noemden en vervolgens lesmateriaal brachten dat ze zelf hadden uitgekozen. Dat was misschien een goede les, maar toch is dat geen aanvaardbare aanpak. Een evangelieleerkracht wordt geroepen om te onderwijzen in het onderwerp dat in het verschafte, geïnspireerde materiaal staat. Het beste wat een leerkracht kan doen met Leringen: Joseph Smith is de woorden van de profeet uit te kiezen en aan te halen die het beste aansluiten op de behoeften van de mensen in de klas, en vervolgens een klassikale bespreking te houden om vast te stellen hoe de leden die beginselen kunnen toepassen op hun eigen omstandigheden.
Ik getuig van onze hemelse Vader, dat wij zijn kinderen zijn, en dat zijn plan er is om te zorgen dat wij in aanmerking kunnen komen voor het ‘eeuwige leven […], de grootste van alle gaven Gods’ (LV 14:7; zie ook LV 76:51–59). Ik getuig van Jezus Christus, wiens verzoening dit mogelijk maakt. En ik getuig dat wij geleid worden door profeten, door onze president, Gordon B. Hinckley, en zijn raadgevers. In de naam van Jezus Christus. Amen.