Les 13 Leerkrachtenmateriaal

Dienen als de Heiland

Tijdens zijn leven diende de Heiland anderen door hun geloof te versterken, ze te zegenen, genezen, troosten en vergeven. In deze les krijgen de cursisten de kans om uit te leggen wat het betekent om te dienen als de Heiland. Ze denken ook na over christelijke manieren waarop ze de mensen om zich heen kunnen dienen.

Lessuggesties

De Heiland is voor ons een volmaakt voorbeeld van liefdevolle bediening.

U kunt aan het begin van de les een afbeelding laten zien waarop de Heiland de voeten van zijn apostelen wast. U kunt ook ‘The Last Supper’ laten zien, van tijdcode 0:00 tot 0:50.

Jezus wast de voeten van Petrus

• Wat kunnen we over bediening leren van Jezus die de voeten van zijn apostelen wast? (U zou het citaat van ouderling Jeffrey R. Holland in sectie 1 van het voorbereidend materiaal nog eens door kunnen nemen.)

Herinner de cursisten eraan dat de Heiland de apostelen na het wassen van hun voeten een nieuw gebod gaf. U zou samen Johannes 13:34–35 kunnen lezen en de volgende waarheid kunnen tonen: We kunnen als discipelen van Christus bekend staan, als we elkaar liefhebben zoals Hij ons liefheeft.

Vraag de cursisten om te vertellen wat deze waarheid voor hun eigen discipelschap kan betekenen, waarbij u een of meer van de volgende vragen kunt bespreken:

• Hoe kan de manier waarop je dient, worden beïnvloed door anderen lief te hebben zoals de Heiland ons liefheeft?

• Wat heeft je geholpen om met meer christelijke liefde te dienen?

• Hoe kunnen we weten wie onze hulp nodig heeft, en wat we kunnen doen? (U kunt als onderdeel van de bespreking de uitspraken van president Russell M. Nelson en president Henry B. Eyring in sectie 1 van het voorbereidend materiaal nog eens doornemen en bespreken.)

U kunt enkele cursisten laten vertellen hoe ze de liefde van de Heiland hebben gevoeld toen ze anderen dienden of toen anderen hun dienden.

U kunt de volgende onvolledige stelling op het bord zetten: We kunnen met christelijke liefde dienen als we …

Herinner de cursisten eraan dat hun in sectie 1 van het voorbereidend materiaal is gevraagd om het dienende voorbeeld van de Heiland te bestuderen en overdenken. Verdeel de cursisten in groepjes. Laat ze de bestudeerde voorbeelden uit de Schriften en de ingevingen die ze hebben opgeschreven, doornemen. Toon de volgende vragen, of geef elke groep een exemplaar ervan, en laat de cursisten ze samen bespreken.

• Wat maakt de meeste indruk op je aan de manier waarop de Heiland diende in het verhaal dat je hebt bestudeerd?

• Hoe kunnen we zijn voorbeeld in onze bediening volgen? (Als onderdeel van de bespreking kunt u samen de uitspraken van presidente Jean B. Bingham en zuster Sharon Eubank in sectie 1 van het voorbereidend materiaal nog eens doornemen en vertellen wat u mooi aan deze uitspraken vindt.)

• Hoe hebben je inspanningen om als de Heiland te dienen je dichter tot Hem gebracht?

U kunt enkele cursisten vragen om de hoogtepunten uit hun groepsgesprek klassikaal te delen. U kunt de onvolledige stelling op het bord aanvullen met de antwoorden van de cursisten.

We kunnen al Gods kinderen leren liefhebben en dienen.

U zou klassikaal de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan in Lukas 10:25–37 kunnen doornemen. U kunt de cursisten aanmoedigen om de houding en het gedrag van de priester en de Leviet met die van de Samaritaan te vergelijken. Vraag de cursisten wat ze uit de gelijkenis leren over het dienen van anderen zoals de Heiland dat heeft gedaan. Om de cursisten aan te moedigen dieper na te denken en meer te vertellen, zou u enkele van de volgende vragen kunnen stellen:

• Waarom denk je dat de Heiland een Samaritaan als voorbeeld voor ons heeft gekozen?

• Hoe kan de Samaritaan in de gelijkenis met Jezus Christus worden vergeleken?

• Wat kan ons ervan weerhouden om anderen te dienen zoals de Heiland dat zou doen? Hoe kunnen we de hulp van onze hemelse Vader en Jezus Christus inroepen om deze struikelblokken te overwinnen?

Om de cursisten te laten overwegen hoe ze op christelijke wijze kunnen dienen, toont u of deelt u een blaadje uit met de volgende situaties (u kunt er ook zelf een paar bedenken). U kunt de cursisten vragen er een paar uit te kiezen en te bespreken wat deze situaties moeilijk maakt, en hoe we op christelijke wijze in elk ervan kunnen dienen. De cursisten kunnen deze activiteit klassikaal of in groepjes doen.

• Je vriend(in) heeft je in vertrouwen verteld dat hij of zij problemen heeft met pornografie.

• Je bent als dienende broeder of zuster toegewezen aan iemand die liever niet wil dat je langskomt.

• Je hebt een vriend(in) die onlangs bekend heeft gemaakt dat hij of zij homoseksueel is, en het gevoel heeft dat hij of zij er niet meer bijhoort in de kerk.

• Een collega van je heeft onlangs iemand verloren die hem of haar dierbaar is.

• Je merkt dat een vriend(in) die eerder met geloof over de raad van de profeet sprak, nu kritiek uit.

Ons onderwijs en de leerinteresse verbeteren

Moedig de cursisten aan om rechtvaardig te handelen. Bied de cursisten de kans om te overdenken hoe zij in geloof kunnen handelen en kunnen toepassen wat ze leren. Als u de cursisten consequent aanmoedigt om na te denken over wat ze leren en het toe te passen, kunt u ze helpen om toe te nemen in hun vermogen rechtvaardig te handelen. Ga waar dit gepast is na hoe de cursisten zich hierin ontwikkelen.

Vraag de cursisten om over de volgende vragen na te denken, en hun gedachten erover op te schrijven:

• Wie denk je dat jij moet opbeuren, sterken of aanmoedigen?

• Hoe kun je hem of haar op christelijke wijze dienen?

U zou kunnen getuigen hoe belangrijk het is om naar geestelijke ingevingen te handelen om anderen tot zegen te zijn, en van de vreugde die het gevolg van dienen als de Heiland kan zijn.

Voor de volgende keer

Gedurende de week kunt u de cursisten het volgende, of een eigen bericht, sturen: Bedenk bij het bestuderen van het voorbereidend materiaal van les 14 wat het grootste wonder zou zijn dat je kunt meemaken.