‘Les 19 Leerkrachtenmateriaal: De Heer bij de verlossing van de doden helpen’, Jezus Christus en zijn eeuwige evangelie – leerkrachtenmateriaal (2023)
‘Les 19 Leerkrachtenmateriaal’, Jezus Christus en zijn eeuwige evangelie – leerkrachtenmateriaal
Les 19 Leerkrachtenmateriaal
De Heer bij de verlossing van de doden helpen
Dankzij de bediening van de Heiland in de geestenwereld krijgen alle mensen die op aarde hebben geleefd en nog zullen leven de kans om het evangelie van de Heer te horen en de heilsverordeningen te ontvangen. In deze les vertellen de cursisten wat ze van zijn bediening in de geestenwereld over de Heiland kunnen leren. Ze worden ook uitgenodigd om aan tempelwerk en familiegeschiedenis deel te nemen, om de Heer bij zijn heilswerk voor de doden te helpen.
Lessuggesties
Jezus Christus dient de doden in de geestenwereld.
U kunt de les beginnen door de volgende afbeeldingen te tonen en de cursisten te laten vertellen wat er tussen de dood en opstanding van de Heiland is gebeurd. (U kunt ook het citaat van ouderling Spencer J. Condie aan het begin van het voorbereidend materiaal nog eens doornemen en de cursisten dezelfde vraag laten beantwoorden.)
Laat de cursisten zich voorstellen dat ze de gelegenheid hebben om de bediening van de Heiland in de geestenwereld aan iemand met een ander geloof uit te leggen. Toon de volgende vragen en laat de cursisten er een uitkiezen om te beantwoorden:
-
Ik heb gehoord dat mensen volgens jouw kerk na hun dood naar het paradijs of de gevangenis in de geestenwereld gaan. Is dat hetzelfde als de hemel en de hel?
-
In mijn jeugd heb ik geleerd dat mensen die doodgaan zonder Jezus Christus als hun Heiland te aanvaarden voor altijd verloren zijn en niet naar de hemel gaan. Leer jij dat ook in jouw kerk?
-
Ik heb pas gehoord dat jouw kerk aan doop voor de doden doet. Dat klinkt best raar. Wat is dat precies?
Geef de cursisten de tijd om de Schriftteksten in sectie 1 van het voorbereidend materiaal nog eens door te nemen, en een eenvoudig, duidelijk en leerstellig juist antwoord op de gekozen vraag voor te bereiden.
Laat de cursisten vervolgens met een studiepartner een rollenspel doen, waarin ze de gekozen vragen beantwoorden. Als ze klaar zijn, kunt u een paar cursisten laten vertellen wat ze van elkaar hebben geleerd.
Om het belang van de bediening van de Heer in de geestenwereld te benadrukken, kunt u een of meer van de volgende vragen stellen:
-
Wat heb je geleerd over Jezus Christus en zijn rol in de bediening van hen die zich in de geestenwereld bevinden? Neem Leer en Verbonden 138:12–19, 23–24 nog eens door, en ga na met welke woorden de reactie van de getrouwen op het bezoek van de Heiland wordt beschreven. Vertel een studiepartner hoe je je zou hebben gevoeld als je hierbij aanwezig was geweest.
-
Wat heeft zijn bediening in de geestenwereld je over de verlangens en het karakter van Jezus Christus geleerd? (U kunt Leer en Verbonden 138:29–35 nog eens doornemen. Mogelijke antwoorden kunnen waarheden als de volgende bevatten: De bediening van Jezus Christus in de geestenwereld getuigt van zijn liefde en zijn verlangen om alle mensen het heil aan te bieden. De Heiland stelt ons allemaal in staat om Hem bij zijn grote werk voor de doden te helpen.)
-
Hoe denk je over en wat voel je voor de Heiland, als je bedenkt dat zijn bediening alle mensen bereikt – ook je voorouders die zonder het evangelie zijn gestorven?
We kunnen de Heiland helpen om de doden te verlossen.
U zou de bijgaande afbeelding van de Heiland en dit citaat uit ‘De levende Christus’ kunnen tonen: ‘Hij heeft zijn leven gegeven ter verzoening van de zonden van het hele mensdom. Zijn plaatsbekledende lijden was zijn gift aan allen die ooit op aarde zouden leven.’ (‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, ChurchofJesusChrist.org.) Zie erop toe dat de cursisten begrijpen dat plaatsbekledend betekent dat je voor of in de plaats van iemand anders handelt.
Laat dan de volgende afbeelding zien en vraag:
-
Op welke manier volgen we in ons werk voor de doden het voorbeeld van de Heiland? (Neem samen met de cursisten het citaat van president Russell M. Nelson in sectie 2 van het voorbereidend materiaal nog eens door.)
Op basis van de antwoorden van de cursisten kunt u een beginsel als het volgende tonen: Door aan familiegeschiedenis en tempelwerk deel te nemen, volgen we het voorbeeld van de Heiland en doen we iets voor anderen dat ze niet voor zichzelf kunnen doen.
-
Hoe is je getuigenis van de verzoening van Jezus Christus versterkt, of hoe kan het worden versterkt, door tempelwerk en familiegeschiedenis te doen?
Laat de cursisten het citaat van ouderling Dale G. Renlund in sectie 2 van het voorbereidend materiaal nog eens doornemen, en zegeningen benoemen die ze hebben ontvangen of graag willen ontvangen door tempelwerk en familiegeschiedenis te doen. Geef de cursisten vervolgens de gelegenheid om klassikaal of in groepjes te bespreken hoe zij of iemand die ze kennen door het werk voor de doden te doen, zijn gezegend.
Toon het volgende citaat van president Russell M. Nelson:
Overweeg onder gebed wat voor offer – bij voorkeur een offer in tijd – u kunt brengen, zodat u […] meer aan tempelwerk en familiegeschiedenis gaat doen. (Russell M. Nelson, in ‘Make Sacrifices for Family History, President Russell M. Nelson Challenges’, 12 februari 2017, ChurchofJesusChrist.org.)
Geef de cursisten de tijd om over de uitnodiging van president Nelson na te denken, en er iets over op te schrijven. Ze kunnen in de resterende tijd FamilySearch openen en een naam opzoeken om mee te nemen naar de tempel. Vraag de cursisten die FamilySearch al kennen om hun medecursisten, die er niet bekend mee zijn, te helpen.
U kunt de cursisten ook vragen om de ideeën in het artikel ‘Family History Is for Everyone’ (ChurchofJesusChrist.org) nog eens door te nemen. Dit artikel wordt in de sectie ‘Wil je meer weten?’ in het voorbereidend materiaal genoemd.
Voor de volgende keer
Om de cursisten aan te moedigen de volgende les voor te bereiden, kunt u de volgende, of een eigen bericht, sturen: Bedenk bij je studie van les 20 welke geestelijke inzichten je kunt opdoen uit de woorden herder, huurling, schaapskooi, andere schapen, grazige weiden en verloren schapen.