Les 17 Leerkrachtenmateriaal

Hoop in de overwinning van Jezus Christus op de dood vinden

President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd: ‘De opstanding uit de dood is de geruststellende persoonlijke pijler van ons geloof. Ze geeft onze leer betekenis, motiveert ons gedrag en geeft ons hoop op de toekomst.’ (‘Wat heeft onze Heiland voor ons gedaan?’, Liahona, mei 2021, 75.) Tijdens deze les bespreken de cursisten de realiteit van de opstanding van de Heer, en hoe die hun hoop geeft als ze met de gebreken van een sterfelijk lichaam te maken krijgen.

Lessuggesties

Veel ooggetuigen getuigen van de opstanding van Jezus Christus.

U zou de cursisten aan het begin van de les kunnen vragen om in een paar zinnen op te schrijven waarom ze de opstanding van Jezus Christus persoonlijk belangrijk vinden. Geef ze dan de tijd om dit in groepjes of klassikaal te bespreken. U kunt een of meer van de volgende vragen stellen om vast te stellen wat de cursisten tijdens de les mogelijk uitgebreider moeten bespreken:

• Waarom is ons lichaam zo belangrijk voor onze eeuwige bestemming? (Zie sectie 2 van het voorbereidend materiaal.)

• Wat zou er gebeuren als er geen opstanding was? (Zie 1 Korinthe 15:17–22; 2 Nephi 9:8-9.)

• Waarom is het belangrijk om je begrip en getuigenis van de opstanding van Jezus Christus te versterken? (U kunt de uitspraak van president Ezra Taft Benson in sectie 2 van het voorbereidend materiaal nog eens doornemen.)

U zou een afbeelding kunnen tonen van de herrezen Christus die bij het graf aan Maria verschijnt. Lees samen Johannes 20:14–18 en laat de cursisten zich inbeelden hoe het voor Maria moet zijn geweest om de herrezen Heer te zien. Vraag de cursisten om iets over hun gedachten, gevoelens of ingevingen te vertellen.

Herinner de cursisten eraan dat hun in sectie 1 van het voorbereidend materiaal is gevraagd om een ooggetuigenverslag van de herrezen Christus te kiezen en hun gedachten en gevoelens hierover op te schrijven. Geef de cursisten de tijd om de passage die ze hebben gekozen nog eens door te nemen, of om er anders een uit te kiezen. Laat ze vervolgens groepjes vormen en daarin bespreken wat ze van de verhalen hebben geleerd. U kunt daarna vragen:

• Hoe kunnen deze verhalen over de opstanding iemands geloof in Jezus Christus beïnvloeden?

U kunt de volgende situatie tonen: Bedenk hoe je zou kunnen reageren op een vriend die zegt: ‘Ik geloof dat Jezus Christus een geweldige leerkracht en religieus leider was. Ik aanvaard zijn ethische leringen, maar ik geloof niet dat de opstanding echt heeft plaatsgevonden.’

Als onderdeel van de bespreking kunt u de volgende vragen stellen:

• Hoe zou de apostel Paulus op deze uitspraak hebben gereageerd? (U zou 1 Korinthe 15:14, 17–22 door kunnen nemen. De cursisten kunnen waarheden als de volgende vinden: De opstanding is essentieel voor het evangelie van de Heer. Door de opstanding van Jezus Christus zal iedereen opstaan.)

• Waarom is de opstanding van Jezus Christus van hoofdbelang voor zijn evangelie? Welke waarheden over Jezus Christus en zijn evangelie worden door de opstanding bevestigd? (U zou het citaat van ouderling D. Todd Christofferson in sectie 2 van het voorbereidend materiaal door kunnen nemen.)

• Wat denk je en voel je, nu je weet dat iedereen – ook jij – dankzij Jezus Christus zal opstaan? (U kunt als u dat wilt ook uw eigen gevoelens beschrijven.)

Paulus leert ons dat we ons kunnen verheugen dat Jezus Christus de dood heeft overwonnen.

Ons onderwijs en de leerinteresse verbeteren

Bespreek persoonlijke onderwerpen op een zorgzame en meelevende manier. Houd rekening met de situatie en gevoelens van uw cursisten, als u onderwerpen bespreekt die sterke emoties kunnen veroorzaken. Kom meer over het leven van uw cursisten te weten, zodat u kunt weten hoe u gevoelige onderwerpen het beste kunt benaderen. Let tijdens de les op de uitdrukkingen van cursisten en vraag uzelf af welke invloed de bespreking op hen heeft.

Vertel het volgende verhaal over Alisa, de dochter van ouderling Paul V. Johnson van de Zeventig:

Bijna een jaar geleden overleed onze dochter Alisa. Ze had bijna acht jaar gevochten tegen kanker, met verscheidene operaties, talrijke verschillende behandelingen, spannende wonderen en diepe teleurstellingen. We zagen haar lichamelijke gesteldheid achteruitgaan naarmate ze het einde van haar sterfelijke leven naderde. Het was afschuwelijk om dat te zien gebeuren met onze dierbare dochter, de stralende baby die was uitgegroeid tot een getalenteerde, prachtige vrouw, echtgenote en moeder. Ik dacht dat mijn hart zou breken. (‘En de dood zal niet meer zijn’, Liahona, mei 2016, 121.)

• Heb jij of heeft iemand die je kent weleens zoiets gevoeld? Zo ja, wat waren de omstandigheden?

Vraag de cursisten om het citaat van ouderling Johnson in sectie 3 van het voorbereidend materiaal en 1 Korinthe 15:52–55 nog eens door te nemen. U kunt ze voorstellen om leringen te zoeken die troost en hoop bieden. U kunt daarna vragen:

• Hoe kan de leer van de opstanding troost en hoop bieden aan mensen die worstelen met slopende ziekten, verwondingen die hun leven veranderen, geboorteafwijkingen of de dood van een dierbare? (De cursisten kunnen een waarheid als de volgende vinden: Wij zullen met onvergankelijke en onsterfelijke lichamen opstaan.)

• Wanneer heeft het jou of iemand die je kent geholpen om te begrijpen dat de opstanding echt is?

U zou meer over de ervaring van Alisa kunnen vertellen:

Alisa onderzocht de overlevingskansen van mensen met haar type kanker, en de statistieken waren niet rooskleurig. Ze schreef: ‘Er is echter een remedie, dus ben ik niet bang. Jezus heeft mijn kanker al genezen, en die van jou. […] Ik zal beter worden. Ik ben blij dat ik dat weet.’

We kunnen het woord kanker vervangen door elke lichamelijke, mentale of emotionele aandoening die we kunnen tegenkomen. Dankzij de opstanding zijn zij ook reeds genezen. (‘En de dood zal niet meer zijn’, Liahona, mei 2016, 122.)

• Wat kunnen we van de ervaring van Alisa en ouderling Johnson leren?

U zou de lofzang ‘Hij is uit de dood verrezen!’ kunnen zingen (Lofzangen, nr. 135) of de video ‘Hij leeft – vier Pasen omdat Jezus Christus leeft’ (2:25) kunnen bekijken.

Toon dan de volgende vragen, of vragen die u relevant voor uw cursisten vindt, en vraag ze om hierover na te denken en hun gedachten, gevoelens en ingevingen op te schrijven.

• Hoe heeft de opstanding van de Heiland jou vrede en hoop gegeven toen je het moeilijk had? Of hoe zou zij dit kunnen doen?

• Hoe kun je jouw eigen getuigenis of dat van een ander versterken door wat je over de opstanding hebt geleerd?

Nadat ze voldoende tijd hebben gehad om na te denken en iets op te schrijven, moedigt u een paar cursisten aan om te vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Voor de volgende keer

Om de voorbereiding op de volgende les aan te moedigen, kunt u de cursisten het volgende bericht sturen: Denk bij het bestuderen van het voorbereidend materiaal voor les 18 na over de rol die genade in jouw leven speelt.