Les 14 Leerkrachtenmateriaal

De wonderen van de Heiland herkennen

Jezus Christus heeft verklaard: ‘Ik ben een God van wonderen’ (2 Nephi 27:23). In deze les krijgen de cursisten de kans om te vertellen wat ze over Jezus Christus leren door de wonderen die Hij tijdens zijn aardse bediening heeft verricht. De cursisten overwegen ook hoe ze zelf wonderen van de Heer kunnen ontvangen, en benoemen wonderen die ze al hebben ontvangen.

Lessuggesties

Jezus Christus geneest mensen in lichamelijk en geestelijk opzicht.

U kunt voorafgaand aan de les de volgende afbeeldingen tonen van wonderen die horen bij de activiteit ‘Je gedachten opschrijven’ in sectie 1 van het voorbereidend materiaal. Vraag aan het begin van de les de cursisten om de afbeeldingen te bekijken, en laat een of twee van hen kort iets vertellen over hun algemene indruk van de wonderen van Jezus.

Water in wijn veranderen

Bruiloft in Kana, Carl Bloch

De storm tot bedaren brengen

De storm stillen, Ted Henninger

De doden opwekken

man wordt uit de dood opgewekt

Vijfduizend mensen voeden

de vijfduizend mensen voeden

Gezichtsvermogen herstellen

Jezus herstelt het gezichtsvermogen van een blinde man

U kunt de cursisten vragen om naar de activiteit ‘Je gedachten opschrijven’ in sectie 1 van het voorbereidend materiaal te gaan, en het wonder door te nemen dat ze ter voorbereiding op de les hebben bestudeerd. Als ze zich niet hebben voorbereid, vraag ze dan een wonder te kiezen om te bestuderen. Geef de cursisten even de tijd om het wonder dat ze hebben gekozen door te nemen of te bestuderen, en over hun antwoorden op de twee vragen van de activiteit na te denken.

Als de cursisten hiervoor voldoende tijd hebben gehad, laat u ze groepjes vormen met cursisten die een ander wonder hebben bestudeerd. Ieder groepslid krijgt de kans om kort het wonder dat hij of zij heeft bestudeerd samen te vatten, en om zijn of haar antwoord op minstens een van de twee bijbehorende vragen te bespreken.

Jezus geneest een man

U kunt ook een cursist vragen om een samenvatting te geven van het verhaal waarin de Heer de verlamde man geneest, dat te vinden is in Markus 2:5–12 en in sectie 1 van het voorbereidend materiaal werd behandeld. U zou dit verhaal ook kunnen bekijken in ‘Jesus Forgives Sins and Heals a Man Stricken with Palsy’ (2:57).

U kunt de cursisten helpen dit verhaal beter te begrijpen, door een of beide van de volgende vragen te stellen:

• Wat leren we van dit wonder over de genezende macht van de Heiland? (Help de cursisten een waarheid te vinden als: Jezus Christus heeft de macht om ons geestelijk en lichamelijk te genezen.)

• Hoe ben jij of is iemand die je kent, geestelijk of lichamelijk genezen? (U kunt voorafgaand aan de les één of twee cursisten vragen om zich voor te bereiden hun antwoorden op deze vraag te delen. Herinner ze eraan dat ze niet over dingen hoeven te praten die te persoonlijk zijn.)

Ons onderwijs en de leerinteresse verbeteren

Vraag voorafgaand aan de les een paar cursisten om zich voor te bereiden iets te vertellen. Het leerproces in de klas kan worden verbeterd als we een paar cursisten vragen om zich voor te bereiden om hun antwoorden op specifieke vragen uit de les te delen, over relevante ervaringen te vertellen, of van specifieke beginselen te getuigen. Zo’n voorbereiding bevordert de bespreking, verdiept het leerproces en geeft cursisten die zich meer op hun gemak voelen als ze de tijd hebben om hun gedachten voor te bereiden, belangrijke kansen om iets te vertellen.

Laat een cursist het citaat van president Dallin H. Oaks in sectie 1 van het voorbereidend materiaal voorlezen, en stel eventueel een of meer van de volgende vragen om uw cursisten tot meer inzicht te laten komen:

• Waarom denk je dat een machtige verandering van hart als een groter wonder dan lichamelijke wonderen kan worden beschouwd? Waarom is het van essentieel belang dat we ons tot de Heiland richten om dit wonder te ontvangen?

• Hoe zou je het wonder van een veranderd hart uitleggen aan iemand die niet goed weet wat dit betekent?

• Wat kunnen mensen doen om aan de Heer te laten zien dat ze dit wonder verlangen? Wat kun jij concreet doen om aan de Heer te laten zien dat je je hart meer wil laten veranderen? (U moet de cursisten er misschien aan herinneren dat een verandering van hart een proces is, en niet een eenmalige gebeurtenis. Het kan nuttig zijn om de cursisten de tijd te geven om hun gedachten en indrukken op te schrijven.)

Wonderen gebeuren naargelang ons geloof en Gods wil.

Herinner de cursisten eraan dat de Heiland tijdens zijn aardse bediening onder meer een melaatse heeft genezen. Laat een cursist kort vertellen hoe het leven van een melaatse in de tijd van het Nieuwe Testament zou zijn geweest en hoe genezing zijn of haar leven zou hebben veranderd.

Lees samen Markus 1:40–42 en laat de cursisten nagaan hoe de melaatse de Heer voor een wonder benaderde.

• Wat kunnen we uit dit verhaal leren over hoe we de Heer kunnen benaderen als we naar een wonder op zoek zijn? (U kunt het citaat van ouderling Jorge F. Zeballos in sectie 2 van het voorbereidend materiaal nog eens doornemen. Help de cursisten om een vergelijkbaar beginsel te vinden: Als we ons geloof in Jezus Christus oefenen, kan Hij volgens zijn wil wonderen in ons leven verrichten.)

• Hoe kunnen we het geloof ontwikkelen om op de wil van de Heer te vertrouwen als we naar een wonder op zoek zijn? (U zou de uitspraken van kerkleiders in sectie 2 van het voorbereidend materiaal door kunnen nemen.)

Het kan nuttig zijn om enkele cursisten voorafgaand aan de les te vragen de verhalen van president Oaks of ouderling David A. Bednar door te nemen. Die zijn te vinden onder de vraag, ‘Hoe kan ik het geloof ontwikkelen om op de wil van de Heer te vertrouwen als ik naar een wonder op zoek ben?’, in de sectie ‘Wil je meer weten?’ in het voorbereidend materiaal. Vraag deze cursisten tijdens de les om een van de verhalen te vertellen, en wat ze daaruit over wonderen en vertrouwen op de wil van de Heer hebben geleerd.

U zou het citaat van ouderling Ronald A. Rasband in sectie 3 van het voorbereidend materiaal kunnen lezen. Vraag de cursisten naar voorbeelden van kleine en eenvoudige wonderen die ze hebben gezien. (De cursisten kunnen wonderen noemen zoals openbaring ontvangen, een schadelijke gewoonte overwinnen, de kracht krijgen om iemand te vergeven, gesterkt worden als we met tegenspoed te maken krijgen, een moeilijke taak beter kunnen uitvoeren, enzovoort.)

• Wat vertellen deze veelvoorkomende ‘kleine wonderen’ ons over onze hemelse Vader en Jezus Christus?

Om de cursisten te helpen toepassen wat ze in deze les hebben geleerd, kunt u ze de tijd geven om over de volgende vraag na te denken en hun gedachten en gevoelens op te schrijven:

• Wat kan ik doen om me meer bewust te worden van en me meer open te stellen voor wonderen van de Heer in mijn leven?

U zou uw getuigenis kunnen geven dat Jezus Christus een God van wonderen is, of u kunt een of meer cursisten uitnodigen om dat te doen.

Voor de volgende keer

Om de cursisten aan te moedigen zich op de volgende les voor te bereiden, kunt u de volgende afbeelding sturen, met dit bericht: Hoe heb je de laatste keer dat je het avondmaal hebt genomen, ervaren? Vraag je bij het bestuderen van het voorbereidend materiaal van les 15 af waarom Jezus Christus wil dat je wekelijks aan deze heilige verordening deelneemt.

een stukje brood en een bekertje water